Vanmorgen werden we om 08.45 u bij het crematorium in Emmen verwacht voor de crematieplechtigheid van mijn ome Wim.
Hij kwam de laatste jaren wel eens voorbij op mijn blogs; ome Wim was de man van tante Trijn, de jongste zus van mijn vader.
Acht jaar geleden werd hij getroffen door de ziekte van Alzheimer en met die ziekte duurt het afscheid nemen van iemand jaren. Moeizame jaren. Met natuurlijk ook momenten van plezier en geluk, maar de toenemende verwardheid en het lichamelijke aftakelingsproces zijn voor de naasten, de mantelzorgers, bijna niet om aan te zien en vergen veel energie.
Daarom was er vanmorgen naast verdriet om het definitieve verlies ook berusting: het is goed zo. Geheel in de stijl van mijn tante en twee neven (doe maar gewoon, geen toeters en bellen), was het een stijlvolle, rustige plechtigheid met zorgvuldig uitgezochte muziek.
De familie zat in de rij voor ons, met aan het eind het jongste kleinkind, een jongetje van 5. Jongetjes van 5 kunnen sowieso al niet lang stil zitten, maar dit jongetje (dat op z’n vader lijkt) moest erg zijn best doen. De verhalen over zijn opa duurden hem duidelijk veel te lang; hij geeuwde eens omstandig en probeerde regelmatig de aandacht van zijn moeder te krijgen.
Hij klaarde zichtbaar op toen het laatste lied werd aangekondigd en toen de uitvaartleider vertelde dat er na afloop koffie was met gebak (omdat ome Wim niet van ‘die dreuge koeke’ hield), verheugde hij zich luid en duidelijk op die traktatie.
Zo’n klein kind bij een crematie tovert een glimlach op ieders gezicht en haalt de zwaarte er wat uit.
Na afloop sprak ik nogal wat familie van mijn vaders kant, met name neven en nichten, want mijn vader en zijn broers zijn inmiddels allemaal overleden. Namens de familie Vrieswijk had ik nog een korte toespraak in de streektaal gehouden over de rol van ome Wim in onze familie en zijn betekenis voor ons gezin en daar werd ik voor bedankt.
Die toespraak sloot ik af met de zin: Graag wilt wij oonze bewondering en oons respect uutspreken veur de manier waarop tante Trijn, Paul en Adriaan en heur gezinnen tot het leste toe um ome Wim hen staon hebt en hum diel uut leuten maken van het gezins- en familieleem waor as hij altied zo van geneut.
Het sociale netwerk van ome Wim bleef namelijk gewoon bestaan in de beschermde woonvorm waar hij sinds twee jaar woonde: iedere zondag zat het hele gezin uitgebreid bij pa aan de koffie, zijn broers, zussen, vrienden en buren kwamen regelmatig langs en tot vorig jaar stond hij nog wekelijks met zijn zoons langs de lijn bij de voetbalvereniging van Klazienaveen. Op die manier hoorde hij er ondanks ‘meneer Alzheimer’ toch nog gewoon bij.
Het laatste lied was gelijk ook het meest ontroerend; als je het hoort zul je begrijpen waarom. Hierbij een link naar Die arm om mijn schouder – Dick van Altena >>> .
Tijdens het afspelen van dit lied zaten mijn neven aan weerskanten naast mijn tante met allebei een arm om haar schouders.
Voorgaande blogs over Alzheimer & Mantelzorgers:
– Opa Toetoet raakt de weg kwijt >>> uit 2016
– Mantelzorgers>>> uit 2016
– Neef Adriaan >>> uit 2018
Geef een reactie