een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: januari 2020 Pagina 1 van 3

31 januari: Brexit.

We kunnen allemaal wel een beetje Engels; taal is communciatie en meestal begrijpen Nederlanders en Britten elkaar goed.
Wat wel eens fout gaat aan beide kanten is de ondertoon.
Engelsen zeggen dingen die ze niet bedoelen.
Een paar voorbeelden.

1. How are you?
Hij bedoelt ‘Hallo!’
Wij begrijpen: Hij wil weten hoe het met ons is en we geven hem uitgebreid en eerlijk antwoord.

2. Correct me if I’m wrong…
Hij bedoelt: ‘Ik denk dat ik gelijk heb, maar….
Wij begrijpen: Hij is onzeker over wat hij zegt.

3. That’s not bad.
Hij bedoeltDat is eigenlijk best wel goed
Wij begrijpen: Dat is op zijn best middelmatig.

4. Perhaps you would like to think about….
Hij bedoelt: Ik raad je met klem aan om hierover na te denken.
Wij begrijpen: Hij doet een suggestie, maar ik kan doen wat ik wil.

5. I was a bit disappointed that…
Hij bedoelt: ik was behoorlijk teleurgesteld
Wij begrijpen: niet echt belangrijk.

6. Please think about that some more
Hij bedoelt: Slecht idee, ik adviseer je om er nog eens naar te kijken.
Wij begrijpen: Het idee staat ze wel aan.

7. That’s interesting
Hij bedoelt: ik ben lichtelijk geïnteresseerd.
Wij begrijpen: Ze zijn onder de indruk!

8. You must come for dinner sometime
Hij bedoelt: Ik ben beleefd, dit is geen uitnodiging.
Wij begrijpen: Ik krijg binnenkort een uitnodiging voor een etentje.

Frea woonde 7 jaar in Engeland, Jon woont nu anderhalf jaar in Nederland.
Samen hebben ze nog wel eens plezier om ‘het overgebleven koekje’.
Als een Engelsman vraagt: “Wie wil dat laatste koekje nog?” dan bedoelt hij dat hij dat laatste koekje zelf graag zou willen opeten.
Frea dacht bij die vraag altijd: “O, jammer als er nog één koekje overblijft!” en bood dan aan dat laatste koekje wel te willen opeten. Het is per slot van rekening een Waninge.
Het duurde minstens anderhalf jaar voordat een Engelsman haar er op wees dat je zo’n vraag over het overgebleven koekje altijd met ‘Nee’ beantwoordt.

Afbeelding: Elionas2 via Pixaby

Met kerst had ik zelf meringues gebakken. Er was nog één over.
Voordat ik kon vragen ‘Wie…?’ had Jon hem al te pakken.
Hij leert snel en niet alleen onze taal.

Vandaag verlaten de Britten de EU.
Dat spijt ons zeer.
Maar misschien bedoelen ze wel iets anders en begrijpen wij het verkeerd…….

Solong friends. 

Reageren

30 januari: Podcast.

Vorig jaar om deze tijd schreef ik over mijn ontdekking van Spotify. (Zie Waarom nu pas?>>>) Toen schreef ik:

Scrollend door de app ontdekte ik een heel scala aan mogelijkheden die ik op de computer nog niet eens had gezien, o.a. Podcast.
Soms voel ik me een fossiel in deze maatschappij, want ik weet nog maar sinds kort wat een Podcast is. Dat is dus nu het volgende wat ik ga ontdekken: wat is een leuke Podcast voor mij?

Inmiddels zijn we een jaar verder en ja hoor, ik heb eindelijk de podcast ontdekt; alle goede dingen komen langzaam.
Dat komt door Bert Kranenbarg; hij heeft een middagprogramma op Radio 5 en heeft in het kader van ‘100 jaar radio’ een serie podcastafleveringen gemaakt onder de titel ‘Radioreuzen’>>>.
In de serie heb ik al geluisterd naar een interview met o.a. Frits Spits en Felix Meurders, zeer populaire en invloedrijke discjockeys in de jaren ’70.

Vanmiddag luisterde ik naar aflevering #12: ‘Heel oude radio’.
Zo oud, nog voor mijn tijd.
Fragmenten uit ‘de bonte Dinsdagavondtrein’ en stukjes uit het hoorspel ‘Paul Vlaanderen’, programma’s die eind jaren ’50 al stopten.
Met achtergronden en goede herinneringen.
Wat had ik dit nog graag met mijn ouders willen delen.
Ze vertelden wel eens dat ze vroeger altijd samen naar de radio luisterden.
Bij mijn vader thuis mochten ze niet luisteren naar de bonte dinsdagavondtrein, want dat was van de AVRO, dus niet christelijk. Als de ouders eens niet thuis waren of bij anderen was het ontzettend spannend om toch te luisteren. En over al dat leuks dat je had gehoord dan later je  mond te moeten houden!

Vanmiddag hoorde ik Willem Parel zeggen: “Niet op reagere Lena…. ’t is ma0r waoterverref!”
Daar had mijn vader dat dus vandaan.

Reageren

29 januari: Hebt u daar een bon voor?

Af en toe haal ik iets bij de IKEA.
Zaterdag na de bierproeverij gingen we daar nog even heen, want ik moest nog een opbergsysteem voor mijn kasten hebben en we zouden daar met z’n achten nog wat eten.
Ik nam een tegoedbon mee die nog op ons prikbord hing: twee gratis maaltijden ter waarde van 9 euro mochten we daarvoor eten.
We schoven aan in de rij (niet te geloven hoeveel mensen daar nog zijn op zaterdagavond om 18.30 u) en zetten ons dienblad vol met eten.
Toen ik moest afrekenen zei ik tegen de kassajuffrouw: “Even wachten hoor, ik heb twee maaltijdbonnen, die pak ik even.”

Ze waren er niet.
Niet in mijn tasje, niet in mijn zakken, niet in Gerards zakken.
Nergens.
Waarschijnlijk laten liggen in de loungebanken vóór de roltrap waar we zaten te wachten op de rest van de groep; daar had ik ze al even uit de envelop gehaald.
Op zo’n moment wens je dat er een luikje in de grond zit waar je doorheen kunt zakken.
We konden ook niet even snel terug naar die loungebanken om te kijken of de envelop daar nog lag: je moet eerst door de hele IKEA heen om daar te komen.
Zweedse logica.
Ik wou het eten al betalen, maar de kassajuffrouw vond het kennelijk zielig voor mij en zei: “Eet het eerst maar op en ga dan die bonnen maar zoeken. Ik schrijf even op een papier wat jullie hebben opgegeten, daar kun je dan mee afrekenen als je bonnen weer hebt.
Lief ja.

….opbergsysteem….

Na het eten ging ik met de meiden en twee mannen de IKEA in voor het opbergsysteem en Gerard en Cees gingen de bonnen zoeken, maar Gerard appte later dat de bonnen niet waren gevonden.
“Dan ga ik nu betalen” zei ik en zocht het restaurant op.
Het was al ruim na achten en er zat niemand meer bij de kassa. Ik schoot één van de andere medewerkers aan, vertelde mijn verhaal en zei dat ik dus nog even wilde afrekenen omdat we de bonnen niet gevonden hadden en gaf hem het briefje van de kassajuffrouw.
“Komt u nou echt met dit briefje terug om nog te betalen?”
Het onbegrip stond in hoofdletters boven zijn hoofd.
“Hoeveel waren die bonnen waard?”
Hij rekende uit hoeveel wij meer hadden opgegeten dan die twee bonnen, zodat ik uiteindelijk maar € 5,= hoefde te betalen. Zonder bonnen.

Een sterk staaltje van ‘ kundlojalitet’.
Weet je niet wat dat is?
Zoek maar op in het Zweeds-Nederlandse woordenboek.
Of op Google translate.

Reageren

28 januari: Lessons and carols in Roden.

De afbeelding hiernaast laat zien wat Gerard en ik zondagavond in Op de Helte hebben beleefd.
Bij de titel zul je denken: “Carols? Het is toch al kerst geweest?”
Dit staat er over op de website van Choral Voices:

Voor veel mensen is op 1 januari de kersttijd voorbij. Anderen houden 6 januari, Driekoningen, aan als datum waarna de kerstversiering kan worden opgeruimd.
De kersttijd eindigt in de christelijke traditie echter pas veertig dagen na de geboorte van Jezus op 2 februari met Maria Lichtmis of Presentatie van de Heer in de tempel. De traditionele Joodse wet schrijft moeders voor om veertig dagen na de geboorte van het kind een zuiveringsoffer te brengen.

In de Anglicaanse traditie wordt de dag dat Jozef en Maria Jezus in de tempel brachten gezien als het moment dat het licht in de wereld kwam. Daarom worden er voorafgaand aan de Lichtmis, (Candlemass) van oudsher kaarsen gezegend.

Choral Voices zingt voor het zevende jaar in de weken voor 2 februari een vesper met een serie Bijbellezingen (Lessons) en liederen (Carols) waarbij stilgestaan wordt bij het vervolg van het kerstverhaal uitmondend op de Presentatie van de Heer in de tempel. Bij de presentatie zegende de oude Simeon de ouders en het Kind en besefte hij dat hij de Messias aanschouwde. In deze Lessons and Carols for Epiphany klinken werken van onder andere John Rutter, John Gardner, Kenneth Leighton en Giovanni P. da Palestrina. De muziek is afwisselend vrolijk, statig, uitbundig, ingetogen, eeuwenoud en modern. Er is uiteraard alle gelegenheid om mee te zingen met de hymnes.

Vrolijk, statig, uitbundig, ingetogen en modern. En ontroerend. Dat staat er niet bij, maar dat was het wel. Plechtig ook. Geen aan- en afkondigingen, geen welkom en geen afsluiting.   De viering begon in het donker met alleen een stem die het eerste gedeelte van het evangelie van Johannes las, het koor daarna hoorde je ver weg: dat stond in de hal.
Vervolgens kwamen ze statig de kerk binnenlopen en volgden we verder de orde van dienst. Zo’n vesper had ik nog nooit meegemaakt; het was oorstrelend mooi wat we hoorden.
Nou wou ik dat ik kon zeggen dat je de viering kunt terugluisteren via Kerkomroep, maar dat is niet het geval; gemist is in dit geval dus echt gemist en geloof mij, je hebt echt wat gemist. Om toch een idee te krijgen, hierbij een link naar hun website >>>.
Als je naar onderen scrollt kun je klikken op ‘Audio en video’.

Bijzonder was dat de hele viering in het Engels was.
Onze eigen Sijbrand deed het geweldig, hij heeft sowieso al een mooie stem en een mooie Engelse uitspraak. Er stond nog een lid van onze PKN-gemeente op het podium: Jacolies.
Zij had flink reclame gemaakt voor dit evenement en kan tevreden zijn: de kerk zat bijna vol! Na afloop was er een collecte bij de deur voor de onkosten van deze avond; de enige tekst in de orde van dienst die in het Nederlands was….. maar het hielp wel.
Van wat ik heb gezien werd er ruimhartig gegeven.
Zeer terecht.

Reageren

27 januari: Bob en de bierproeverij in Groningen.

Gerard kreeg in juni op zijn verjaardag van de kinderen een bierproeverij; die zou worden geconsumeerd als ‘het hele gedoe’ (kuren en stamcelbehandeling) achter de rug zou zijn.
In december constateerden we dat het al weer redelijk goed ging met Gerard en we planden we de bierproeverij: 25 januari 2020.
Zaterdagmiddag meldden we ons bij Baxbier brouwerij Groningen  en namen plaats in het proeflokaal, een kroeg waar we het met z’n achten gelijk al weer heel gezellig hadden. De bierproeverij was namelijk niet alleen voor Gerard, de goede gevers hadden zichzelf ook bij het evenement uitgenodigd.

Eerst kregen we een rondleiding door het pand met daarbij een uitgebreide inleiding over de oprichting en het vervolg:  Baxbier Brewery werd in 2014 opgericht door wielervrienden Jeroen Bax en Sepp Jansen. Wat uit nieuwsgierigheid thuis in de keuken begon werd al snel veel meer dan dat. Meer weten? zie >>>
Onze gids vertelde ons  o.a. over de vele soorten bier die ze uitbrachten en over het verschil tussen bier in een flesje en bier in blik. Daarna nam hij ons mee de brouwerij in, we zagen grote balen mout en enorme ketels waar het bier in wordt gebrouwen.

Maar er moest natuurlijk ook geproef worden, daarom waren we daar tenslotte.
Eenmaal terug in het proeflokaal werden er een aantal kleine glaasjes verschillende soorten bier gepresenteerd, waarbij een gastvrouw uitlegde wat voor bier het was.
Gerard vond dat er bij bier ook ‘iets lekkers’ hoorde en bestelde eerst twee schalen nacho’s en daarna nog een bittergarnituur.

Wat vond ik van de verschillende biersoorten?
Dat weet ik niet.
Ik was de BOB.
Bier is namelijk niet mijn favoriete drank; als ik al bier drink dan is het alcoholvrij.
Toen ik werd gevraagd wat ik wilde drinken koos ik voor rooibosthee; daar kunnen ook best nacho’s en bitterballen bij.

Wat een leuk verjaardagscadeau!
En wat een leuke kroeg; als je naar binnen gaat denk je: ‘In welke uithoek van Groningen zitten we hier?’, maar als je eenmaal binnen bent is het proeflokaal een heel gezellig café. Met heerlijke jaren ’50/’60 muziek.
En een biljarttafel, een ouderwetse flipperkast en twee dartborden met pijltjes.
Met tafels waaraan je een spelletje kunt doen, maar ook zithoeken met banken en fauteuils en je kunt er ook een hapje eten.
Aan de achterkant van de brouwerij ligt het Reitdiep, dus als je het proeflokaal uitloopt kom je op een terras aan het water.

Daar wil ik in de zomer nog een keer zitten.
Met een heerlijk koel alcoholvrij biertje.

Reageren

26 januari: Klein nieuws.

Een kort blog vandaag.
Vrijdagavond zag ik op de website van de NOS een kort filmpje van nog niet één minuut.
Naast alle berichten over het Corona-virus in China, politiegeweld tegen demonstranten in Parijs en sexuele intimidatie op Nederlandse universiteiten was het een pareltje.

Vier weken geleden raakte in Almere een zwaan gewond.
De Dierenambulance heeft het dier weer opgelapt en dus kan hij terug naar zijn maatje. Bij de hereniging bleek dat de liefde voor elkaar niet is verdwenen.
Klik hier voor de video >>>

Klein nieuws waar ik zomaar even heel blij van werd.

Reageren

25 januari: In balans met zalm.

Net zoals het zwemmen op maandagavond en de cantorij op dinsdagavond is na de kerstvakantie  de FysiYoLates op vrijdagmiddag ook weer van start gegaan.
Vorig week begonnen we het seizoen met oefeningen met een zitbal, vandaag kregen we allemaal een balanskussen.
“Wat moet ik me daar bij voorstellen?” vroeg Gerard toen ik thuis kwam.
Toevallig had ik foto’s gemaakt voor dit blog, dus ik kon het hem gelijk laten zien.
Het kussen is rond met een diameter van ongeveer 35 centimeter en het heeft een gladde kant en een kant met noppen.

Gistermiddag was het de bedoeling dat we op het balanskussen gingen staan.
Als het kon met het kussen met de noppenkant naar boven, maar ik doe de oefeningen altijd op blote voeten en dat was niet fijn, dus ik draaide het kussen om.
In het begin lijkt het alsof je vliegles neemt, zo sta je te zwaaien met je armen, maar na een aantal minuten went je lichaam aan de instabiele ondergrond en sta je iets rustiger.
Maar ‘iets rustiger’ betekent niet stil; je heupen, benen, enkels en voeten, eigenlijk alle delen van je lijf zijn bezig met het in balans houden van het lichaam.
Trijntje vertelde ondertussen dat zelfs als je gewoon op de grond stilstaat, dat je dan nooit helemaal stilstaat, omdat iedere beweging van je lichaam (zoals de ademhaling) dis-balans veroorzaakt, waardoor je lijf heel subtiel bezig is om die balans steeds een beetje te corrigeren. Probeer het maar eens.

Trijntje vertelde niet alleen iets over staan & balans, maar ook iets over het bereiden van zalm. Ze was namelijk vergeten het geluid van haar telefoon uit te zetten en er kwamen nogal veel dwingende piepjes uit. “Even kijken hoor.”
Het bleek een zoon te zijn die zalm wilde klaarmaken en aan moeder vroeg wat daar nou in moest. Prei? Lente-ui? Bos-ui? Trijntje gooide het gelijk maar in de groep.
Eén iemand dacht lente-ui, maar anderen dachten (al wiebelend op het kussen) dat die nu niet te koop was: het is immers nog geen lente. O nee. Bos-ui dan. In het antwoord vermeldde ze er voor de duidelijkheid maar even bij dat zoonlief niet voor de bos-ui naar het bos hoefde.
Toen zette ze het geluid er voor de zekerheid maar af. Kinderen, ook mijn dochters, hebben soms geen idee dat hun gevraag even niet uit komt……

Toen we een aantal minuten op dat kussen hadden gewiebeld en we weer gewoon op de grond mochten staan voelde de bodem hééél plat en heel stabiel; als een rots in de branding stonden we.
Later deden we liggend op het matje nog oefeningen met het kussen onder onze rug.
“Steek nu je benen recht omhoog en teken cirkeltjes met je voeten in de lucht.”
Je hebt er vast wel een beeld bij.

Na die oefening was de grond weer heerlijk plat zonder kussen en konden we ons overgeven aan het laatste deel van de les: ademhalingstraining.
Heel diep in- en uitademen.
Niet moeilijk, wel heel goed voor je longen.

Meer lezen over de avonturen bij Trijntje?
Hierbij een link naar het vorige blog over FysiYoLates >>>
Onderaan dat blog staat weer een link naar voorgaand verslag.

Reageren

24 januari: Verhalen, rituelen en samenheid.

Gisteravond zat ik bij de lezing ‘God en ik’ van Alain Verheij, georganiseerd door onze PKN-gemeente. Hij is onafhankelijk theoloog en hij is vooral te vinden op internet en andere media. Dit staat over hem op zijn eigen website:

Hoe praat een seculiere cultuur over religie? Welke invloed heeft geloof in het politieke speelveld? Kan de Bijbel vandaag nog relevante lessen bieden aan een weldenkende 21ste-eeuwer? Wat is de link tussen eeuwenoude tradities en de berichten die je vandaag en morgen in de media ziet? Daar kan ik uren over praten.
Dat doe ik dan ook: op Twitter en Facebook, waar mijn carrière als publiek theoloog begon. Op blogs en Blendle, waar ik langere analyses kan schrijven. In kranten en tijdschriften, maar ook op radio en televisie.

Wat hij gisteravond vertelde over het boek ‘God en ik’ ga ik op dit blog niet allemaal herhalen. Op de website Lazarus (een on-line platform voor progressieve christenen) vond ik een column van zijn hand met de titel: ‘Pas op: hier is de comeback van religie!’ >>>
Als je wilt weten waar het gisteravond over ging: lees die column.

Alain is geboren in 1989 en is dus van dezelfde leeftijd als onze tweede dochter.  Net als zij is hij opgevoed met de christelijke normen en waarden, is voorgelezen uit de kinderbijbel en er werd iedere avond bij het naar bed gaan een zegenbede voor hem gezongen door zijn ouders. Net als de meeste jongeren van zijn generatie voelde hij zich in de puberteit niet meer thuis binnen de PKN-kerk in zijn huidige vorm en ging hij op zoek.
Inmiddels hoort hij niet meer bij een kerkgenootschap en is hij (zoals velen met hem) ‘believing but not belonging’.
Het boek ‘God en ik’ heeft hij geschreven voor zijn eigen generatie, maar het wordt vooral gelezen door mijn generatie. Dat zag je gisteravond terug bij de toehoorders, “net als op zoveel andere plaatsen in het land” vertelde Alain.

De drie begrippen 1. verhalen, 2.  rituelen en 3. samenheid noemde hij gisteravond de belangrijkste pijlers van het geloof. (Samenheid is natuurlijk geen Nederlands woord, het zou een nieuw, modern woord kunnen zijn voor het begrip ‘gemeenschapszin’)
Op nummer één dus de oude verhalen uit de bijbel die ons in deze tijd iets kunnen leren.
In de pauze kregen wij als huiswerk mee om eens na te denken over het verhaal van Martha en Maria. Dat had ik vorig jaar nog uitgebreid gedaan (zie Martha of Ada?>>>) en met die gedachte in het achterhoofd doken we na de pauze dieper in de achtergrond van dat verhaal. Ook hoorden we gisteravond een verhaal over de jonge Abraham en een verhaal over de vrouw van Potifar en haar avonturen met de mooie Jozef.
Alain beantwoordde een aantal vragen van de aanwezigen en vervolgens was het (voor mij veel te vroeg)  al 22.00 uur.

Een bijzondere theoloog en een geweldige avond.
En heel veel onderwerpen om over na te denken.
De website ‘Lazarus’ staat al bij mijn favorieten.
Dit blog besluit ik met bovengenoemd ‘zegenversje’ waar de kleine Alain iedere avond mee ging slapen en waar Nettie Kramer de avond mee afsloot:

Heer, stel uw sterke engelen om ons heen. 
want wij zijn uw eigendom
en houd uw hand nu en voortaan
zegenend over ons bestaan
Amen. 

Reageren

23 januari: Poesiealbum van Oma.

Van mijn oma heb ik een paar spulletjes geërfd die me erg dierbaar zijn.
Een tinnen kraantjespot, een breinaaldendoos,  een armbandje met granaatrode steentjes, een bijbeltje: zomaar wat dingen die ik koester omdat ze van haar zijn geweest.
Via tante Trijn, haar dochter, kreeg ik begin 2000 ook oma’s Poesie-album.
Het was toen al bijna tachtig jaar oud en het verkeerde in slechte staat.
“Misschien laat ik het wel restaureren, ik zal eens op zoek naar iemand die dat kan.”
Na enig zoekwerk kwam ik uit bij Wim Gremmen in Stedum; hem bracht ik het oude album van oma met de vraag om het te restaureren.
Het is inmiddels te lang geleden om mij details te herinneren van die restauratie, maar hij heeft het prachtig gedaan.
(klik op de foto’s voor een vergroting).

Versje van oma’s moeder

Het boekje staat te pronk in mijn glazenkast.
Het ziet er niet echt mooi meer uit, maar voor mij heel bijzonder.
Het eerste versje is geschreven door mijn oma’s moeder op 7 december 1922.

Lief kind
Uit liefde wordt dit klein geschenk 
u door mij gegeven. 
Aanvaard het blij, gebruikt hem veel,
zolang gij zijt in ’t leven.

uw liefhebbende moeder

Versje van zus Everdine

Ook haar enige broer Johannes schreef er een versje in, evenals haar zussen.
Hieronder het versje van Everdine uit 1923.

Lieve zus,
Wees rein als de bloemen der lente
Want schoon is het beeld uwer jeugd.
Maar de kroon die een meisje moet sieren
is eenvoud, zachtheid en deugd.

In mijn eigen poesiealbum uit de jaren ’60/70 staan heel andere versjes!
Eenvoud en deugd waren toen al uit ons vocabulaire verdwenen……

Oma kreeg dit album toen ze veertien was; haar familie schreef er in, maar ook later haar schoonzus en nog weer later haar buren. Toen was ze al lang en breed getrouwd en moeder van twee zoontjes.
Toen ik het kreeg was het laatste versje geschreven door haar dochter Trijn.
Nadat het gerestaureerd was, in 2004, heb ik er als kleindochter (toen was ik al 44) ook nog een versje in gezet.
Het is de tekst van het lied dat ik vroeger tijdens de afwas wel eens met haar zong, natuurlijk uit de bundel van Johannes de Heer: ‘Mijn herder is de Here God.”

Meer weten over mijn oma Vrieswijk?
Klik hier voor een blog over haar op 16 mei 2018 >>>

Reageren

22 januari: Wat zeg je?

Bij de titel van dit blog zou je kunnen denken aan slechthorendheid, maar dat is niet de achterliggende gedachte.
Wat zeg je tegen iemand wiens partner is overleden?
Wat zeg je als je weer voor het eerst met elkaar in een kring zit zonder die man of die vrouw die er tot voor kort nog zo vanzelfsprekend bij hoorde?

Dat vinden we moeilijk.
In mijn omgeving maakte ik dat de afgelopen maand een paar keer mee.
Het feit dat de achtergebleven partner aanwezig is, is voor diegene al een enorme overwinning, want alleen verder is hartstikke moeilijk.
“Hallo, fijn dat jij er ook bent! Ga zitten. Koffie?”
Iedereen is een beetje ongemakkelijk en het gesprek gaat over koetjes en kalfjes.
Wanneer begin je er over?
Wie begint er over?
Van een dame uit ons netwerk hoorde ik het verhaal dat ze voor het eerst weer op bezoek was in de kring van broers en zussen van haar man.
Het gesprek was voortgekabbeld over ditten en datten en zijn naam werd niet genoemd.
“Ik heb een poos op de wc gezeten. In een vertrouwde groep mensen zitten en je zo eenzaam voelen, hoe is het mogelijk!”
Toen ze thuis was had haar schoonzus haar een app gestuurd.
“Dapper dat je er was!”
Ze ervoer het medeleven als mosterd na de maaltijd en heeft toen die schoonzus opgebeld en gezegd hoe moeilijk het voor haar was dat er helemaal niet over haar man gepraat was.

Dat was in de generatie vóór ons ook heel gebruikelijk, hoor.
Van mijn nicht hoorde ik dat de naam van haar vader nooit meer genoemd was nadat hij was overleden. Het riep te veel verdriet op.
Niet meer over hebben, gewoon doorgaan met leven.
Heel veel van die verhalen uit het verleden heb ik gehoord.
Onverwerkt verdriet omdat er nooit meer over het enorme verlies gepraat is.

In de praktijk blijkt het helend om er wel over te praten.
Het hoeft niet gelijk het eerste onderwerp te zijn, maar een gemis wat zo duidelijk boven een groep hangt moet gewoon benoemd worden.
Want niet alleen de partner mist hem of haar, maar de andere mensen in de groep ook.
Een broer. Een vriendin.

In de gevallen waar ik bij was verliepen de gesprekken eigenlijk heel natuurlijk.
Er werd teruggekeken op de begrafenisplechtigheid en wat daarin gebeurd was.
De praktische problemen kwamen aan de orde.
Hoe moet het nu met die papierrommel?
Hoe zit het met de winterbanden voor de auto?
Wat een gedoe is dat huishouden! Hoe moet je eigenlijk strijken? En wat wel en wat niet?
En natuurlijk het grote gemis in zoveel kleine dingen.
In zulke gesprekken gaat het om luisteren, delen en het zoeken naar kleine, praktische oplossingen bij kleine, praktische problemen.

Zolang de naam van iemand wordt genoemd en over zijn/haar aanwezigheid in ons leven wordt gesproken is hij/zij nog bij ons.
Als dat niet gebeurt wordt hij/of zij letterlijk ‘doodgezwegen’.
En dat is veel erger dan die tranen die vloeien als de naam wel wordt genoemd.

Reageren

Pagina 1 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén