Tijdens ons Noordzee-weekend fietsten we een aantal keren door Egmond. De laatste keer, zondag 11 oktober, kwamen we langs een monument dat ik nog niet had bekeken. Ik dacht dat het iets te maken had met graaf Dirk van Egmond, maar dat had ik helemaal fout. Het was een monument voor 130 vissers uit Egmond die omkwamen tijdens en na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). “Dat snap ik niet” zei ik tegen Gerard. “Nederland was toen toch neutraal? Hoe kunnen er dan zoveel mensen omgekomen zijn?”
Het antwoord stond op een bordje onderaan het monument.
De Egmondse vissers hadden het meeste last van de afkondiging van een beperkte duikbootoorlog in 1917. Er waren veel mijnen geplaatst in de Noordzee om de doorvaart van Duitse schepen te bemoeilijken. Omdat sommige mijnen lossloegen werd het erg onveilig om te vissen, zodat de hele beroepsvisserij stil kwam te liggen. Maar er moest wel brood op de plank komen; daarom waagden sommige vissers toch hun leven en voeren uit om vis te vangen. Veel schepen zijn vergaan omdat ze op een mijn liepen.
Egmond aan Zee verloor in de periode 1914 – 1918 ruim 100 vissers.
Ook na de wapenstilstand bleef het gevaarlijk op zee door de losgeslagen mijnen. In 1919 en 1920 verloren nog eens 26 vissers hun leven.
Wat een verhaal. Volslagen onbekend voor mij. Zo ontdekte ik tijdens een strandvakantie toch weer een stukje van onze Nederlandse geschiedenis dat ik niet kende.
Vissersdorpen hebben een heel andere cultuur en men vertelt er andere verhalen dan in dorpen en steden in andere delen van het land die niet aan de zee liggen. Toch zijn de verhalen over varen mij niet helemaal vreemd. Mijn vader (op een schip geboren in de haven van Coevorden) stamt uit een schippersfamilie: de grootouders van mijn vader, de Vrieswijken en de Pasveers, hadden allebei een turfschip en voeren over vaarten en kanalen, maar niet over zee.
Als je aan zee woont is de zee een bestanddeel van je leven; vooral vroeger was de zee van grote invloed op levens van mensen die aan de kust woonden.
“Hier op de heide is jao gien zee” zingen Roelof en Harm en zo is het precies; hiermee komen we bij het vrolijke deel van dit blog.
Wat weten wij Drenten nou van schepen en zeilen, ankers en vis.
‘Wij wit maor zunigan wat water is.’
Dit is een lied dat in onze vriendengroep soms spontaan wordt ingezet.
Vaak door het enige lid dat niet uit Drenthe komt.
Het lied heet ‘de Zandmatrozen’.
Ook benieuwd? Hierbij een link naar een YouTube-video.
Voor niet streektaligen: het is wel Drents……
Sinet
herkenning!!!! 😉