Zaterdagmiddag om 14.00 uur hadden we cantorij-repetitie.
Een beetje sikkeneurig zaten we aan het begin bij elkaar.
“We mogen toch niet zingen op 1e kerstdag..”
“Het wordt vast een totale lockdown.”
“Ik las ergens op internet dat in verband met het coronavirus het hele jaar 2022 niet doorgaat”.
Ha ha.
We lachten wel maar niemand was blij.
Maar we zongen wel.
Zig zag gezeten en op anderhalve meter.
En al zingend gebeurde het: we kregen er weer zin in.
Het zingen van de kerstmuziek was heerlijk en we genoten er met elkaar van.
De repetitie was in de Catharinakerk.
Die was al mooi versierd: er stond een grote kerstboom en er hingen overal van die mooie kerststukken.
Spijtig bedacht ik dat het misschien allemaal voor niets zou zijn; in ieder geval had ik er dan op deze zaterdagmiddag al even kunnen genieten.
Voor in de kerk stond de bloemschikking voor de 4e Adventszondag: het stelt een boek voor.
Aan de linkerkant dode herfstbladeren met rozen en paarse bloemetjes er in, aan de rechterkant een tekening. (klik op de afbeelding voor een vergroting).
Vanmorgen luisterde ik thuis naar de viering vanuit de Catharinakerk en werd de betekenis van deze bloemschikking uitgelegd.
Het dode blad staat voor de levenscyclus: dood blad valt van de boom als het nieuwe blad zich al weer aan het ontwikkelen is.
In die bladeren vormen de rozen de Hebreeuwse letter tsadi. Die letter/dat woord betekent ‘de rechtvaardige’.
Het kenmerk van de rechtvaardige is dat hij vasthoudt. De letter lijkt op een vishaak; een haakje dat vasthaakt aan wat goed is, aan wat blijven zal en aan de belofte.
De tekening aan de rechterkant van het boek is gemaakt door Ruud Bartlema en verbeeldt ook de letter tsadi.
Op deze website prijs ik vaak de organisten die ons zingen begeleiden, maar vandaag geldt mijn digitale applaus de mensen die zich inzetten voor het realiseren van de liturgische bloemschikkingen. Chapeau!
Terug naar de Catharinakerk op zaterdagmiddag.
Na het zingen nam cantor Karel nog even het woord.
“We weten niet hoe het met kerst gaat worden. Misschien maken we vrijdag een opname, misschien mogen we 1e kerstdag toch zingen, we wachten het maar af.
Wat men ons niet meer kan afnemen is deze repetitie. Samen hebben we kunnen genieten van het zingen van kerstmuziek en dat is al meer dan wat we vorig jaar met kerst hebben kunnen doen.”
Dit blog sluit ik af met de laatste woorden van de preek van vanmorgen: ‘De nacht gaat voorbij en het licht zal doorbreken. Houd moed en heb lief’.
Geef een reactie