een alternatief voor 'de waan van de dag'

3 mei: Troegelie.

In het weekend van 23 april kwam tante Trijn op bezoek met haar twee zonen en hun gezinnen.
Die neven zien we anders alleen maar op familiedagen of een keer toevallig als ik bij tante Trijn ben, dus het was een mini-reünie.
Drie kleinkinderen heeft tante Trijn: 2 kleindochters van 12 en 2 en een kleinzoon van 7.

Wij hadden nog niet eerder kinderen op bezoek gehad in  Westerbork, dus we waren wel benieuwd hoe dat zou gaan met dat water voor de deur,  maar het viel reuze mee.
We zaten wel buiten, maar het tweejarige kleintje werd goed in de gaten gehouden; ze was zelf ook wel beducht voor het water en haar ouders zijn niet van die paniekvogels, dat scheelt ook al.
We hadden een zeer aangename dag met elkaar. Voor na de koffie en de borrel hadden we een barbecue voorbereid.  Thuis hebben we een skottelbraai met een gasfles, maar we wilden dat weekend de barbecue die bij het huis hoort proberen,  dus we kochten houtskool, briketten en aanmaak blokjes.
Gerard was even vergeten dat het opstarten van zo’n ouderwetse barbecue ongeveer een uur duurt…..
Gelukkig is er op het Timmerholt een speeltuin met een o.a. een klimkasteel en een luchtkussen, dus de kinderen vermaakten zich prima tijdens het wachten op het eten. En ze konden ook vissen; hun vaders hadden hun hengels mee en gooiden hun dobbertje even uit. Kleinzoon van 7 had nog nooit gevist en vond het fascinerend.
“Papa!  Ik heb iets….!  O. Zeewier.”
Er werd helaas niets gevangen en hij had net zoveel geduld als zijn vader op die leeftijd, dus de rugbybal van zijn grote nicht was al gauw weer interessanter dan die wiebelende dobber.

Kleindochter van 12 begint al wat te puberen en was vooral geïnteresseerd in de Wi-Ficode; kleindochter  van 2 zorgde er wel voor dat ze de hele dag in het middelpunt van de belangstelling stond. Toen ze met z’n drieën met de bal  buiten speelden kwam ze even met een pruillipje om de deur. “Hé jonges, ik heb au!”
De ‘ jonges’ (een kamer vol volwassenen) reageerden begripvol, maar we hoefden niet op te staan: de au was kennelijk al weer vergeten, de deur ging al weer dicht.
We zagen alleen nog een klein handje: “Nou doei!”

Wat heerlijk om tante Trijn met haar clan de hele dag bij ons te hebben.
Haar te zien genieten van wat haar lief en dierbaar is.
Haar even te zien kroelen met het kleintje: “Oma zien troelegie.”
Dat is best een moeilijk woord als je nog maar 2 bent, maar het werd met een stralend snoetje wel beaamd.  “Ja. Troegelie.”

Vorige

2 mei: O tempora, o mores.

Volgende

4 mei: Straatnamen worden gezichten.

  1. Willem

    Hoewel mijn dochter al 50 jaar oud is, noem ik haar nog vaak Troel of Troelebel, meestal voorafgegaan door Dierbare. Dat heb ik altijd gedaan en ze heeft het van mij altijd gepikt. Papa mocht dat kennelijk, want als vreemden haar zo noemden dan kon ze, zo jong als ze was, nog wel eens wat gepikeerd antwoorden “Ik is Samme”. Ze had als peutertje wat moeite met de dubbel-n en dat werd dan een m. In te3genstelling tot zoonlief, liet dochterlief zich niet tegenhouden als ze een woord niet goed uit kon spreken. Ze kletste gewoon door en haar moeder was een van de weinigen die haar brabbeltaaltje goed kon verstaan. Dat taalgevoel van mijn vrouw zorgde er in wezen voor dat Sanne tot de tijd dat ze naar de peuterspeelzaal ging, voor buitenstaanders een volstrekt onverstaanbaar taaltje bezigde. Zoonlief zei pas iets als hij het goed uit kon spreken, maar was wel een vrolijke onderzoeker en observeerder.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Type de getallen in cijfers in onderstaand vak * Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén