Begin mei overleed Sis van Rossem, de zus van Maarten.
Op 7 mei schreef ik daar al over aan het eind van een blog over een nummer van Joe Cocker.
Nog even nalezen? Hierbij een link naar dat verhaal.
Dit jaar hebben wij de scheurkalender “Maarten”.
Het leeuwendeel van de dagen lezen we een tekst van Maarten, maar heel af en toe lezen we ook iets van Sis.
Afgelopen zondag keek ze mij weer aan vanaf een kalenderblaadje met een verhaal over hoe geuren opgeslagen zitten in je hersenen.
Vorige week las ik nog ergens op internet dat Maarten nog steeds niet helemaal gewend is aan het idee dat ze er niet meer is.
Hun levens waren door de opnames van ‘Hier zijn de Van Rossems’ wat dichterbij elkaar gekomen.
Verder gingen zij met elkaar om zoals de meeste ouder wordende broers en zussen: zien elkaar met verjaardagen, een familiefeestje of een informele borrel en houden elkaar op de hoogte van lief en leed.
Zo’n kalenderblaadje met Sis doet me gelijk weer denken aan Maarten en Vincent die hun zus missen.
Een stukje van het gezin waar ze in opgroeiden.
Met wie ze verhalen van vroeger deelden over opa en oma en waarmee ze ruzie maakten omdat Sis, net als zij, zo stronteigenwijs was.
En dan gaan mijn gedachten als vanzelf naar tante Trijn, die heel treffend vertelde hoe het verlies van haar broer, mijn vader, haar destijds had geraakt.
“Jouw moeder en jullie waren de rouwenden. Jullie stonden centraal in de afscheidsdienst en bij het condoleren. Dat is logisch; ik maakte me ook zorgen om jouw moeder en zag het intense verdriet bij jullie. Maar ik was er ook ziek van. Ik kon hem nog niet missen en kon me gewoon niet voorstellen dat ik hem nooit meer zou spreken. Maar anders dan bij jullie werd mijn verdriet niet gezien door mijn omgeving. Natuurlijk waren er mensen die mijn condoleerden, maar dat waren maar een paar, mensen die mij wat beter kenden en wisten dat mijn oudste broer overleden was.”
Mijn vader overleed in 2008 en zijn overlijden heeft mij veel dichter bij tante Trijn gebracht.
Zij vertelde me destijds bovenstaand verhaal en vanaf die tijd delen we samen het verdriet om haar broer en mijn vader.
In het begin met veel tranen, maar door de jaren met dankbaarheid en meestal met een glimlach.
Zij is nu ouder dan mijn vader toen hij overleed.
Toen ze 76 werd zei ze dat ze dat zo’n raar idee vond dat zij als jongste zusje nu ouder was dan haar vier broers ooit zijn geworden.
Wat één zo’n kalenderblaadje dan los kan maken.
Geef een reactie