Vanmorgen sliepen we uit. Vanavond zingen we met de Cantorij in de vesper van 19.00  uur, dus we gingen niet naar de kerk.
Maar ik luisterde wel digitaal naar de viering; breiwerkje en een kop koffie erbij.
“Wie zijn wij dan? Waarom zijn wij er dan?” Die vraag stelde voorganger Sijbrand van Dijk na het verhaal over een vader die in de rampnacht in Zeeland in 1953 zijn koeien nog wilde lossnijden en niet meer terugkwam. En een verhaal dat vrienden hadden verteld over een dorp dat was weggevaagd door modderstromen en dat mensen die er eerst nog waren er opeens niet meer waren. Als we zomaar kunnen verdwijnen, wat stellen wij als mensen dan voor?
Het antwoord was: “We zijn er vanwege de liefde.”
Hij gebruikte daarbij de woorden van Jezus: “Jij bent het zout en jij bent het licht”.
Je doet er toe, door er alleen maar te zijn.
Omzien naar een ander, er voor hem of haar zijn.

En wij waren er niet.
Ineens trof mij het beeld: jij bent het zout.
Zout maakt het eten smakelijker en jij maakt het verschil in het dagelijkse leven.
Maar dit zout zat op de bank met het breiwerk en de koffie.
Dit zout zat in de pot.
Laatst hoorde ik een collega vertellen dat ze na corona niet meer naar de kerk ging.
“Ik kijk thuis naar de kerkdienst, dat vind ik wel net zo gemakkelijk; het scheelt me een hoop tijd!”
Maar als je deel uit maakt van een kerkelijke gemeente en je blijft altijd thuis, dan zit jouw zout nog in de pot.
Het is wel zout, maar het doet niks.

Bovenstaande verklaart gelijk de ietwat bijzondere titel van dit blog.
Dus mens: kom uit die luie stoel, zout: kom uit die pot!
Neem deel aan de maatschappij, ga er uit, spreek andere mensen en ‘wees er’.
En die oproep geldt niet alleen voor kerkmensen: onze maatschappij schreeuwt om deelnemers, vrijwilligers, helpende handen en luisterende oren.
Wees het zout.