De titel van dit blog suggereert dat ik worstel met een ernstig probleem, maar het is minder erg dan je op voorhand denkt.
In de afgelopen week ben ik erachter gekomen dat ik verslaafd ben aan ‘een handwerkje in mijn hand’.
Wat is er gebeurd?
Op 7 juni schreef ik in het blog ‘Eén bijverschijnsel‘ over mijn schouderblessure.
Na 6 behandelingen werd het door de rust na de staaroperatie wel iets beter, maar knapte nog niet erg snel op en vorige week zei Jarco: “Doe die oefeningen maar even niet, doe maar even helemaal niks extra’s met die arm”. Zelf bedacht ik dat ik dan ook even moest stoppen met haken en breien. Je denkt dat je de spieren in je linkerschouder niet gebruikt bij die vormen van handwerken, maar neem van mij aan: je gebruikt dan spieren in je hele bovenlichaam.
En het werd beter; de pijn nam wat af.
Dinsdagmiddag had ik weer een fysio-afspraak en ik vertelde dat ik zijn advies had opgevolgd en dat ik daarnaast ook even gestopt was met haken en breien. “Deed je dat veel dan?” Ik vertelde hoeveel. Zodra ik een stoel aan mijn kont heb ben ik aan het prikken.
“Nou, dan hebben we nu misschien het lek boven water. De komende twee weken nog geen oefeningen en ook niet handwerken. Zien wat het oplevert”. Ik vroeg hem of hij wel eens vaker mensen met overbelaste lichaamsdelen door het handwerken had behandeld.
“Ik ken helemaal geen mensen die dat doen” was zijn antwoord.
😉
Eén week niet handwerken was onthutsend moeilijk voor mij.
Ik word er ongedurig van, kan mijn rust niet vinden.
Zit op mijn werk in de pauze onwennig met niks in mijn handen mijn broodje te eten.
Kijk televisie met lege handen.
Zit naast Gerard in de auto met de handen in de schoot.
Drink koffie en thee zonder steken.
Verder droom ik van stokjes en vasten; ik was met een leuk haakprojectje bezig met donkerrode katoen.
Inmiddels ligt het niet meer op de bank maar in een koffertje, dan word ik er niet steeds mee geconfronteerd.
Het breiwerkje waar ik mee bezig was (een kindervestje) zit in een tas.
Nóg twee weken.
Voordeel: ik schiet nu heel erg op met het laatste deel van de Zeven Zussen-reeks over Pa Salt.
Sijcolien Smith
ik herken dit zeker wel kan echt niet veel achter elkaar breien want dan heb ik weer last van mijn arm. je denkt er alleen uet zo snel aan totdat je er mee geconfronteerd bent
Willem
Een zwager van mijn opa gebruikte vaak de, in mijn ogen, zeer Drentse zegswijze “Een vrouwluhaand en een pèerdetaand, mugt nooit stilstaon” Mijn opa vond dat onzin en achteraf denk ik dat hij van handwerkende vrouwen zenuwachtig werd. Had hij even geluk met zijn schoondochter; mijn moeder had ronduit een hekel aan handwerken en de rest van het huishouden was evenmin favoriet bij haar. Zij hield van het boerenwerk.
Wieneke
Kun je niet een keer per dag de kookwekker op een kwartier of hooguit een half uur afstellen om een klein stukje te haken? Niet doorgaan dan, maar echt stoppen als hij afgaat. Om te kijken hoe dat bevalt?