Zondagmorgen stond mijn wekker om 06.55 uur.
En ik had een afspraak met Klaas: om 08.10 uur ben ik met de auto bij je.
Om 08.30 uur moesten we namelijk met de cantorij inzingen, want we werkten mee aan de PKN-viering in Roderwolde die begon om 09.30 uur. De Jacobskerk is klein en onder de preekstoel, de enige plek waar een koor kan staan, is maar weinig ruimte.
Verder staan nog banken in, je kunt dus niet schuiven met stoelen om meer ruimte te maken.
Met andere woorden: wij zaten opééngepakt in het liturgisch centrum waar ook de avondmaalstafel, de microfoon, het doopvont en de paaskaars staan. En het was ook nog heilig avondmaal……
Het heeft allemaal ook wel zijn charme.
Er gaan veel makke schapen in een hok en met een beetje voorzichtig lopen en uitkijken waar je je voeten zet kwam het allemaal op zijn (schapen)pootjes terecht.
Karel was gistermorgen multifunctioneel: hij was de organist en hij was de dirigent van de cantorij; hij zat dus wel heel ver van ons af daar op zijn krukje boven bij het orgel.
En van dirigeren was eigenlijk ook geen sprake; hij keek af en toe onze kant op en bewoog zijn lichaam als we moesten inzetten. En hield zijn wenkbrauwen omhoog bij het aanhouden van de laatste noot.

Gistermorgen stond de gelijkenis centraal van de werkers in de wijngaard, die van de eigenaar allemaal 1 denari krijgen, of ze nou werkers van het het 1e uur zijn of pas ter elfder ure aan het werk gingen. Voorganger Sijbrand van Dijk vertelde dat de eigenaar eigenlijk een manager van niks was omdat hij die dag wel vier keer naar de markt ging. Dat had wel efficiënter gekund. Maar hij vertelde ook dat die eigenaar ook vooral keek naar de werkers die op de markt stonden. Die zich zorgen maakten omdat ze die dag waarschijnlijk geen geld zouden verdienen.
Wij kijken in onze tijd alleen maar naar het geld. De economie.
Sijbrand vertelde: “Rutte liet de koning deze week zeggen: “Om te kunnen delen moet er wel eerst iets verdiend worden.” Maar dit ligt volgens mij toch anders: om te kunnen delen moet je eerst kijken. Kijken naar wat er is om te delen.”
Een andere eye-opener in dit verband was het korte verhaaltje voor de preek.
Een aantal studenten studeert af in vak ‘chirurgie’. Ze weten antwoord op alle vragen over het instrumentarium, het menselijk lichaam en de operatiekamer. Alleen bij de laatste vraag ging het mis.  “Wie maakt deze ruimte altijd schoon voor en na de operatie?”
Geen van de studenten wist het antwoord op de vraag. Wat een verhelderend verhaal bij deze gelijkenis.

Je kunt deze viering niet terugluisteren, want in de Jacobskerk is geen opname-apparatuur en geen beamer.
En er is ook geen koffiedrinken na de dienst.
Maar dat deed ik fijn weer thuis, waar nog wat kostgangers van zaterdag waren blijven hangen.