Gisteravond hadden we een aantal mensen op bezoek, die we eigenlijk in september al zouden ontmoeten: op de avond van de Rodermarktparade komen we nog altijd bij elkaar met een klein clubje wagenbouwers van basisschool ‘de Haven’.
Maar wij hadden het druk met van alles en nog wat en ik stuurde een mail: “Het komt ons deze maand niet zo goed uit. In januari is het altijd rustig, dan zijn jullie welkom bij ons aan de Boskamp.”
Vond iedereen een prima idee en zo zaten we gisteravond met z’n achten aan de warme appeltaart met slagroom.
Eén van de mannen had zijn vriendin meegenomen; zijn vrouw is in 2019 overleden.
Dit was de eerste keer dat ze een klein deel van de Havenstappers ontmoette.
Vorige week tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van de kerk had ik haar ook al gesproken; toen vertelde ze over de periode dat haar man was overleden en het begin van hun nieuwe relatie.
“Toen kende ik hem al, want hij was de man van mijn collega. Ik had gezien hoe hij omging met het grote verlies. Hij nam weer deel aan het leven zoals dat op hem afkwam; paste op zijn kleinkind en ging gewoon met zijn caravan op vakantie. Dat was voor mij een voorbeeld: dat wilde ik ook”.
Hun levens worden nu langzamerhand met elkaar vermengd.
Zijn kinderen en haar kinderen.
Haar familie en zijn familie.
En op den duur komen dan ook de ‘randfiguren’ aan de beurt zoals wij: kennissen van de basisschoolperiode van onze kinderen.
Gisteravond leerden we elkaar weer wat beter kennen; het onderwerp ‘een nieuw leven opbouwen na het overlijden van je partner’ kwam ook weer aan de orde en in dat kader vertelden ze een mooi verhaal. Ze hadden zijn kleindochter van 7 en haar kleindochter van 8 samen te logeren gehad. De dames konden het gelijk al goed met elkaar vinden en hadden zich met z’n tweeën gebogen over de vraag: wat zijn wij eigenlijk van elkaar? Ze bedachten dat zij ‘bonus-nichtjes’ waren. En verder was het gewoon zoals bij alle andere kleinkinderen: opa en oma waren heel blij dat ze er waren en ze waren ook heel blij dat ze weer weg gingen. Want zeer vermoeiend.
Het is fijn als mensen elkaar na een periode van rouw vinden.
Dat was ook het onderwerp van mijn kerstverhaal in ‘de Krant’ van afgelopen december; het ging immers over mijn moeder die op latere leeftijd nog weer een relatie kreeg. Veel reacties heb ik daarop gehad: mensen vonden het een herkenbaar en troostrijk verhaal.
In januari 2020 schreef ik een verhaal over groepsgesprekken waar iemand bij is die net zijn of haar partner heeft verloren onder de titel ‘Wat zeg je?’
Als ik dat teruglees herken ik in het laatste deel de weduwnaar die gisteravond met zijn nieuwe liefde in de kring zat.
Het leven gaat door.
Elly
Wat schrijf jij toch “mooie” verhalen, Ada!