In februari schreef ik er al eens over in het blog ‘Kladiladi’: het gat tussen ‘mij’ en ‘hip & happening’ wordt steeds groter.
Toen vertelde ik over de lunch tussen de middag op het werk.
Dat merk ik ook op het werk als we met elkaar zitten te lunchen.
Er komen allemaal bakjes op tafel met salades, kwarkjes en wrapjes.
Daar pas ik met mijn dagelijkse boterham met kaas en een beker karnemelk niet meer echt bij.
Maakt me niet zoveel uit; ik bemoei me niet met hun eten, zij zich niet met het mijne.
Maar er wordt wel op gelet, want heel soms heb ik een gebakken ei op mijn broodje.
“Hé! Géén kaas?”
Donderdagmiddag lunchte ik bij dochter Harriët in Almelo.
We wisten niet precies wat we zouden gaan doen.
Ergens lunchen?
Ergens terrasje?
In ieder geval zouden we even Almelo in.
De lunch deden we gewoon thuis had ze bedacht, ‘dan nemen we in Almelo wat lekkers op het terras’.
Prima, ik pas me aan.
“Voor de lunch heb ik een pastasalade voorbereid.”
Even schoot het broodje kaas door mijn hoofd, maar ik zei: “Lekker!”
Eenmaal aan tafel was het heerlijk wat ik kreeg.
Verse sla, kleine staafjes pasta, stukjes geitenkaas, avocado, walnoten, sla en een dressing van courgette en koriander.
Géén broodje kaas dus.
Maar …… kaas zat wel weer op de schaal met nacho’s die we ’s middags bestelden!
Willem
Zoals we tegenwoordig ook de patatgeneratie kennen, kunnen we de ‘oudere’ generatie wel de kaasgeneratie noemen. Mijn broers en zussen en ikzelf ook, zijn er in ieder geval ook groot mee geworden, al wil een pindakaasfabrikant je anders doen geloven. Het enige dat we met dat ventje gemeen hebben is dat we ook allemaal blond zijn en blauwogig en op latere leeftijd, op mijn oudste broer na, allemaal seniorenblond geworden zijn. En we houden allemaal nog steeds van kaas.
In de jaren ’90 heb ik vanwege het werk doordeweeks bijna twee jaar bij mijn jongste broer in Emmen gewoond en toen zijn buurman met vakantie ging kwamen ze ’s avonds even langs om nog wat oppasregels door te spreken en en passant gaf de buurvrouw nog een stukje kaas van 3 ons, dat net gekocht was en nog niet aangebroken. Dat namen ze niet mee en misschien kunnen ‘jullie’ dat opmaken. Wat mijn broer (toen de buren weer weg waren) de opmerking ontlokte “Wel kocht nou een stukkie kees van 3 ons”. Ik voelde helemaal met hem mee, want wij waren thuis gewend in kilo’s kaas te denken, maar mijn schoonzus begreep het wel.