een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: november 2024

6 november: Christmas sells.

Een titel in het Engels vandaag op mijn blog.
Het onderwerp komt ook uit Engelstalige landen naar ons toewaaien.
Beetje cryptisch begin van een blog, maar ik kan het uitleggen.

Gistermorgen stond ik om 09.15 uur bij de lege flessenautomaat bij de Jumbo.
In het looppad naast de rijen winkelwagentjes stonden grote pallets van Maripaan met groene plastic guirlandes opgedirkt met gouden ballen.
Ik dacht: “Die zetten ze vast nog even in het magazijn, het is immers nog maar begin november” maar toen ik met mijn boodschappen bij de zelfscankassa’s kwam was het daar een drukte van belang, want bij iedere kassa werd een groot kerst-ornament opgehangen: groene plastic  guirlandes met gouden ballen. En lichtjes.

In augustus liggen de pepernoten al in de schappen en terwijl Sint Maarten nog niet is gevierd en Sinterklaas nog niet eens in het land is, is het al volop kerst bij de Jumbo.
Ieder jaar is het vroeger kerst.
Op 7 december 2018 publiceerde ik het blog ‘Omschakelen’.
Daarin schreef ik : “Gistermorgen zag ik twee speciaal ingehuurde krachten als een razende de supermarkt in kerstsfeer brengen. Want 6 december. Snel, het is maar zo weer kerst!”
Dat blog nog eens lezen? Klik hier.
Nu schrijven we 5 november.
6 jaar later is het een maand eerder ‘Christmas in the supermarket’.
Zoals ik al schreef in de bovenste alinea: dit fenomeen komt uit de Engelstalige landen naar ons toewaaien.
Daarom hebben wij in Nederland nu ook Halloween, Black Friday en Valentine.
Meer feesten en eerder kerst.

Zouden we daar nou echt zoveel gelukkiger van worden?

Reageren

5 november: Gastblog van Jan Vonk – Een virus in het zwart.

Ik ben Jan Vonk en ken Ada al van 25 jaar geleden toen ik samen met haar dochter Frea in de klas zat op de middelbare school. Daarnaast kwam ik Frea en Ada geregeld tegen in de kerk. Heel erg bedankt Ada, dat ik voor jouw website een gastblog mag schrijven over hoe ik tot het schrijven en publiceren van mijn niet zo alledaagse boek ben gekomen.

Ik ben verzot op spellen en boeken, maar zag ze altijd als twee aparte dingen. Totdat ik ongeveer tien jaar geleden een PDF van een spel online vond. Het was een zogenaamd “gamebook”. Een spel in boekvorm waarin de tekst is opgedeeld in secties en je aan het eind van elke sectie uit een of meerdere mogelijkheden kan kiezen om het verhaal te vervolgen. Dit principe kende ik al, maar wat dit boek speciaal maakte was dat het ook spelmechanismen bevatte. Met pen en papier moest je bepaalde keuzes en informatie bijhouden die later weer invloed op het verhaal hadden.

Online kwam ik er achter dat er in het Engels een heel genre bestond van dit soort gamebooks. Hoe meer ik las, hoe enthousiaster ik werd. Aangezien er vrijwel geen Nederlandstalige gamebooks waren, vroeg ik me af of ik ook zoiets zou kunnen bedenken.
In mijn jeugd hield ik erg van schrijven, voornamelijk griezelverhalen. Het hoogtepunt was dat ik een van mijn verhalen mocht voorlezen op het kamp van groep acht. Bij het kampvuur werd er gegriezeld en iedereen, mezelf inbegrepen, genoot van het verhaal.

Daar aan terugdenkend, bedacht ik me dat ik misschien ook wel een gamebook zou kunnen schrijven. Al snel spookten allerlei ideeën voor een boek door mijn hoofd en was ik aan het experimenteren met spelmechanismen.
Na een heel aantal mislukte proefballonnetjes had ik een concept waar ik enthousiast van werd: een detective/thriller waarin je onder tijdsdruk een aanslag moet proberen te voorkomen. Ik kwam in een flow en het schrijven verliep soepel. Daarnaast bedacht ik spelmechanismen waardoor je je tijdens het lezen een echte detective waant.

Door corona en de komst van onze tweede dochter kwam het schrijfproces volledig stil te liggen. Toch was het boek niet uit mijn hoofd verdwenen en begon ik me steeds meer te realiseren dat dit idee het waard was om verder uitgewerkt te worden. Na twee jaar begon het zo te kriebelen dat ik er weer mee verder ben gegaan.

In die periode begon het boek als een puzzel in elkaar te passen. Waar het voorheen nog losse verhaallijnen en ideeën waren, werd het steeds meer één geheel. Het was een spannende fase waarin ik nog steeds niet helemaal wist wat ik met het boek wilde doen. Uiteindelijk gaf mijn vrouw mij het laatste duwtje om op zoek te gaan naar proeflezers.

Het bleek niet zo lastig om een aantal mensen te vinden die het boek wel wilden lezen en van feedback voorzien. De proeflezers vonden het verhaal, de puzzel en de beleving die het boek bood erg boeiend. Met hulp van mijn proeflezers en veel uitzoekwerk heb ik mijn boek verder klaargemaakt voor publicatie.

Nu is het bijna zo ver. Op negen november gaat mijn boek de wijde wereld in. Ik hoop dat de lezers, net als ik, genieten van een boek waarbij het verhaal en de spelmechanismen samenkomen en een unieke belevenis vormen die voor niemand hetzelfde is.

Op 9 november om 14:00 uur presenteer ik mijn boek “Een virus in het zwart” in de boekhandel Daan Nijman in Roden. Meer informatie en een PDF met demo versie van het boek kun je vinden op mijn website: janvonkgamebooks.com.

Reageren

4 november: Toscane -10. Wat nou scheef?

Als we vertelden dat we in Toscane waren geweest, was bijna altijd de vraag “En? Heb je de toren van Pisa ook gezien?”
Jazeker.
We gingen er met de auto heen en zetten die op een grote parkeerplaats buiten de binnenstad.
We stonden eerst wat gebrekkig te communiceren met een jong stel over het kopen van een parkeerkaartje, maar na een paar zinnen bleek dat zij ook Nederlands waren. Wat praat je dan ineens gemakkelijk!

We hadden in het ANWB-boekje van Toscane een plattegrondje van Pisa en zochten eerst maar eens de beroemde toren op.
Het is een toeristische attractie van wereldformaat, net als de Eifeltoren, dus er zijn heel veel toeristen.
Wij hebben ons een tijdje kostelijk vermaakt met het kijken naar mensen die ‘de foto’ wilden maken van de toren: met je handen tegen de scheve toren zodat het lijkt alsof je hem recht duwt.
Natuurlijk maakten wij ook zo’n foto, maar niet met onze handen, maar met een scheve Gerard ervoor.
“Als je de foto dan rechtzet lijkt het net of de toren niet scheef staat….”
Als je kijkt naar de twee foto’s hieronder zie je het resultaat.
Gerard stond kennelijk nog schever dan de toren, want de toren is digitaal rechtgezet, maar Gerard helt nog een beetje opzij!

Even een klein stukje geschiedenis: het is een campanile (klokkentoren), die hoort bij de kathedraal Duomo di Pisa.
Toen men met het ding begon te bouwen in 1173 begon de toren al over te hellen. Men bouwde toch ‘loodrecht’ door op dat verzakte begin, waardoor de toren niet alleen scheef, maar ook krom is. In 1990 is er een grote restauratie geweest om te voorkomen dat de toren om zou vallen; toen is de helling teruggebracht van 5.5 graad naar 3.99 graad. Hij staat nu 3.9 meter uit het lood.
Toen wij daar waren, werden we overvallen door een dikke regenbui.
We stonden onder een wat krakkemikkige paraplu met onze rug tegen de dom aan en vonden dat we wel heel veel water op ons parapluutje kregen. Achteraf bleek dat we onder een lekke dakgoot stonden….

We schuilden met veel mensen in de hal van het Sinopie Museum, waar een plaquette hing met het verhaal van het gebouw: het was een voormalig ‘ziekenhuis’ waar armen, pelgrims en zieken werden verzorgd. Het maakte deel uit het kerkelijke complex waar ook de dom en de toren bij hoorden.
Waar je ook bent in Italië: het is allemaal oud en maakt deel uit van de middeleeuwse geschiedenis.
Pisa was een maritieme republiek van belang in Italië; de stad beleefde haar glorietijd in de 12e en 13e eeuw; in de 14e eeuw werden scheepvaart en handel onmogelijk door de verzanding van de haven.

We maakten nog een mooie stadswandeling langs de oevers van de Arno, waar ik nog een foto maakte van de wegtrekkende donkere wolken die de bovengenoemde regenbui veroorzaakten.
Ook in Italië is het niet altijd mooi weer.

Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1  onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie

Reageren

3 november: De groene vakjes zijn klaar…..

Het zit al even in de pijplijn: er komt een tijdschrift aan ter gelegenheid van het 10-jarige bestaan van de website.
Met ons gezin zijn we er al even druk mee: we denken dat we het eind dit jaar kunnen uitgeven.
Er staat al mooi wat in de steigers: collega’s, vrienden, medezangers, familie en bekenden die ik had gevraagd om een bijdrage te leveren aan mijn tijdschrift hebben hun teksten en foto’s al aangeleverd, Gerard is ook al klaar en de dochters en ik leggen de laatste hand: wij zijn bezig met de puntjes op de i.

Op de afbeelding hiernaast zie je het werkdocument dat al een tijdje op ons prikbord hangt.
Ieder hokje (4o in totaal) is een bladzijde van het tijdschrift.
Als het hokje groen is, dan is die pagina helemaal klaar: tekst, foto’s en het goede lettertype.
‘Spannend’ is een understatement.
Vorig weekend bogen dochter Harriët en ik ons over de vraag: hoe gaat het dan als mensen je tijdschrift willen bestellen?
Hoe zit het met de verzendkosten?
Weet ik niet.
Wordt vervolgd; ze heeft toegezegd dat ze gaat uitzoeken hoe het zou kunnen.
Binnenkort gaat er een PDF bestand naar de drukploeg van onze PKN-gemeente voor een proefdruk-exemplaar, daarna lopen we alles nog eens langs en moet het klaar zijn.

Tien jaar ‘De waarde van de dag’ in 40 pagina’s.
Iedere dag een blog: ik draai er mijn hand niet voor om. Maar zo’n tijdschrift maken, dat is ‘different cook’ zou Van Gaal zeggen. Bijna iedere dag ben ik er wel even mee bezig; hier nog een foto bij, daar nog een kantlijn wat opschuiven, een zin aanpassen die niet helemaal goed loopt, een kopje tekst aanpassen……. wanneer is het helemaal af?
Aan de andere kant: helemaal perfect krijg je het nooit. Er staat vast wel ergens een typefoutje, ongetwijfeld mist er toch nog iets en we vinden achteraf vast dat sommige dingen anders hadden gemoeten. En ook al is het iets dat ik me helemaal zelf op de hals heb gehaald: ik denk dat ik straks blij ben als het definitief bij de drukker ligt.
Nog even geduld dus, maar het wordt leuk!

Reageren

2 november: Stadswandeling

Gistermiddag belde ik rond 12.00 uur aan bij het huis van mijn broer en schoonzus in Assen; ik had namelijk een afspraak met onze neef Cor voor een stadswandeling in Assen.
Cor studeert geschiedenis aan de Universiteit in Groningen en als je mijn blog al een tijdje volgt, dan weet je dat ik graag met hem op pad ben, al was het alleen al omdat we dan oeverloos kunnen kleppen over geschiedenis.
Hij zou mij Assen laten zien en misschien ook wat plekken die ik nog niet kende.

Maar we gingen eerst met z’n tweeën lunchen.
Hij kroketten, ik courgettesoep; lekker en gezellig!
Daarna liepen we over de Brink naar de plek waar het oude Wilhelminaziekenhuis heeft gestaan, maar dat wist ik natuurlijk al, want daar is onze oudste dochter geboren!
Even bij Bartje langs en toen langs de oude abdijkerk.
“Hoe zal dat dan geweest zijn met dat klooster toen” vroeg Cor “ik zie die nonnen hier dan al lopen …….”
Kijk.
En dát is dus het geschiedenisgevoel dat ik ook al met mijn vader deelde: in onze verbeelding zien we op zo’n historische plek de dingen voor onze ogen gebeuren.
Hoe herkenbaar.

….. fundamenten…..

Na de binnenstad nam Cor me mee naar Landgoed Valkenstijn.
Het landgoed is er nog wel, maar het bijbehorende huis niet meer; het enige wat er nog van over is zijn de fundamenten.
En een graf.
In de tuin van het landgoed liggen Augustinus van Valkenstijn en zijn vrouw Louise Aubry d’Arancey begraven.
Een zwart doodshoofd kijkt je grimmig aan vanaf een grote, ijzeren kist.
Toen Alexander en Louise er nog woonden zonderden ze zich nogal af van de andere bewoners van Assen, waardoor er nogal wat verhalen over hen de ronde deden, maar niets daarvan is ooit bewezen.
Na hun dood is het huis nog wel door een aantal mensen bewoond, maar het verkrotte op den duur.
Meer weten? Hierbij een link naar een artikel over het landgoed op Wikipedia.

Maar gelukkig: het park erom bestaat nog en dat is een echt aanrader: het was prachtig gisteren met die mooie herfstkleuren!
Was dat het?
Nee man! We gingen nog naar een hunebed en naar een poepenhemel.
Hè?
Ja. Je leest het goed, maar dat past allemaal niet op één blog.
Wordt vervolgd.

Reageren

1 november: Een waarschuwing.

En weer heb ik een diploma gehaald! Een heel klein certificaatje weliswaar en het kostte ook maar een half uurtje tijd, maar toch.
Het was een les die we konden volgen op intranet van onze werkgever en het onderwerp was: “Hoe ontmasker ik een phishing mail?” Je leerde waaraan je een phishing mail kunt herkennen en wat je moet doen als je er één ontvangt.

Bij phishing proberen internetcriminelen je met e-mails naar valse websites te lokken om vervolgens gegevens of geld te verzamelen. Die mails worden steeds echter en daarmee moeilijker te onderscheppen. Een gevaar voor je privé gegevens, maar ook voor onze werkgever.
Hoe onschuldig het soms ook lijkt, de risico’s zijn groot.

De afgelopen jaren heeft onze ICT-afdeling een aantal phishing-simulaties uitgevoerd om de risico’s binnen ons bedrijf in kaart te brengen. Dan stuurden ze aan alle medewerkers een email vanaf een vals emailadres, waarbij ze vroegen om je gebruikersnaam en wachtwoord. De eerste keer trapte ik er in en ik was  beslist niet de enige. De collega’s van Automatisering gebruikten daarna omfloerste taal: “De resultaten lieten zien dat we hierin nog veel werk te verzetten hebben…..”
Maar je word wel alert van dit soort test-phishing mails. Als er nu gevraagd wordt naar persoonlijke gegevens vul ik die pas in als ik zeker weet dan het van ons bedrijf is.

Benieuwd naar waar je op moet letten bij phishing mails?
Hierbij een link naar de website van het Ministerie van Economische zaken over dit onderwerp.

Bij ons koffieapparaat hangt nu een A4-tje met 7 aandachtspunten: zo ontmasker je phishing.
Gaat, net als bovenstaande website, als service van de zaak als afbeelding bij dit blog.
(klik op de afbeelding voor een vergroting).

Want je krijgt thuis ook van die mails en je wilt niet opgelicht of gehackt worden.
Weest op uw hoede!
1 Petrus 5 vers 8 😉

Reageren

Pagina 3 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén