Vorig jaar werd mijn broer 60. Ook al vintage!
Wij gaven hem geen cadeau, maar een uitnodiging voor een familie-uitje: met z’n vieren een dagje weg.
Het tweede weekend van maart leek misschien nog wat vroeg in het jaar, maar we hoopten dat het weer een beetje mee zou vallen.
‘Meevallen’ is een understatement: zulk fantastisch weer hadden we absoluut niet verwacht!

Het reisdoel van zaterdag 8 maart was familie-gerelateerd: we gingen nog eens een bezoek brengen aan de camping van Ome Jo.
Het was de jongste broer van mijn vader en lichtelijk onaangepast; daarover schreef ik al eens blog met de titel: Ome Jo en Rudolf Schock.
Hij bleef zijn hele leven lang vrijgezel, deed door zijn levensstijl af en toe wat stof opwaaien in de familie en ging altijd zijn eigen, ondoorgrondelijke gang.
In de jaren ’70 had hij een vaste plek op een camping aan de Ems in Steinbild, een dorpje in Duitsland ter hoogte van het Groningse Sellingen.

Dit uitje besloeg meer dan 24 uur, want we nodigden hen uit om alvast op vrijdag bij ons op Casa Grada in Westerbork te komen.
’s Middag om 17.00 uur zaten we met z’n vieren aan de vrijdagmiddagborrel op ons terras aan het water.
Niet te geloven!
7 maart, 18 graden!
En wat fijn dat je dan meer dan 24 uur hebt om eens uitgebreid met z’n vieren bij te praten.
De laatste keer dat we elkaar zagen was begin januari op verjaardag van hun zoon Cor, maar toen spraken we vooral Annette’s broer en zijn zoon; zo gaat dat nu eenmaal op verjaardagen.
Tijdens het avondeten genoten we van zelfgemaakte nasi goreng met kipsaté en toebehoren en die avond zaten we met elkaar te kijken naar de quiz Twee voor Twaalf, waar we allemaal fan van zijn en waar we anders elkaar wel eens over appen. Dan moet je denken aan teksten als “So hee, wát een goed koppel was dat!” en “Wat zoekt die vent slecht…. die hebben daar toch ook niets te zoeken.”

Later die avond bereidden we ons alvast wat voor op het reisdoel van de volgende dag en haalden herinneringen op aan Ome Jo en aan die keren dat wij als gezin daar op die camping geweest waren. Mijn broer ging daar later ook graag in zijn eentje of met vrienden naar toe.
Mooie verhalen.
Over de speedboot die ome Jo in een opwelling had gekocht, maar die heel duur was in onderhoud.
En de benzine was ook niet goedkoop….
Over hele weekenden klaverjassen.
Over te veel drank en een vrijgezellen-caravan waar mijn moeder als propere huisvrouw van gruwde.
Over de Familiedag Vrieswijk, die ome Jo (als het zijn beurt was) altijd organiseerde in Duitsland met altijd dezelfde inhoud: kegelen en schnitzels eten.

We besloten de dag bij kaarslicht aan het water.
Toen was het al 8 maart…..
In de komende tijd zal ik af en toe in een blog iets vertellen over onze reis.
Over de öl-sprüh-flasche bijvoorbeeld. En over ‘ein Holländisches Vitamienchen’. En of we die camping überhaupt wel hebben gevonden….?