Maar hoe kwam ik nou met die frisse tegenzin toch weer aan het betaalde werk?
Gerard was bij zijn toenmalige werkgever lid van Ondernemingsraad; die hadden voor 8 uur een secretaresse, Annemiek, voor het notuleren en uitwerken van de agenda en het voorbereiden van de agenda.
Dat werk deed zij ook 8 uur voor het Vertegenwoordigd Overleg (VO) van Beatrixoord, maar zij ging met beide baantjes stoppen, want ze ging werken voor de praktijk van een kinderpsychologe in Groningen.
Ik solliciteerde, op voorspraak van Annemiek (die ik kende uit Roden) op de 8 uur in Beatrixoord en die baan kreeg ik.
Eén dag in de week, op donderdag, reed ik naar Haren en nam alle taken van Annemiek over.
De voorzitter van het VO (waar verpleegkundigen en artsen in zaten) heette Froukje en samen met haar bereidde ik de vergadering voor. Lees: zij zei wat ik moest doen en ik werkte het uit.
De vergadering voorbereiden betekende toen nog: een agenda maken en alle stukken/bijlagen kopiëren voor de VO-leden en in hun bakje leggen/naar hen toesturen.
In die tijd was de fusie van Beatrixoord en UMCG in voorbereiding en dat gaf een hoop gedoe. Mensen waren onzeker over hun baan en over hun toekomst; de vergaderingen die ik moest notuleren waren enerverend en dat is een understatement. Die VO-vergadering was één keer in de maand en af en toe niet in Haren maar in het UMCG: dat vond ik ontzettend spannend.
Fietsen naar de stad! Druk! Niks gewend! In Roden hebben we maar één stoplicht…….
Maar net als bij Justitie en het moederschap: ik wende aan het werk.
Aan de stapels kopieën die ik moest maken; in het begin vergat ik nog wel eens de achterkant ook af te drukken, maar dat overkomt je maar één keer.
Ik kon nog gebruik maken van mijn opleiding Steno bij Scheidegger en het notuleren ging me goed af. Dat deed ik immer altijd al: vergaderingen van de zondagschool, de IKJ, van de wijkvergaderingen van de kerk en het Rodens Christelijk Gemengd Koor: ik notuleerde altijd, want ik was secretaris.
Froukje vond het wel handig dat ik er die ene donderdag in de week was. Toen ik het werk voor het VO onder de knie had kreeg ik steeds meer klusjes van haar doorgeschoven onder het mom van: ‘Ik ben niet zo handig met die computer. Wil jij dit voor me uitzoeken?’
Ik maakte roosters voor de nachtdiensten, regelde vergaderruimtes, redigeerde haar brieven en hielp haar met wegwijs worden in de digitale wereld. Wij hadden vanaf 1994 thuis een computer, dus daar was ik al redelijk handig in.
Het werk voor Froukje stopte toen Beatrixoord definitief fuseerde met het UMCG: mijn baan hield op te bestaan.
Maar toen was daar weer Annemiek uit de eerste alinea die uitkomst bood: zij werkte nog steeds bij de kinderpsychologe Christine Brons en die had dringend behoefte aan meer secretariële ondersteuning: wilde ik niet solliciteren?
En zo rolde ik in mijn eerste duo-baan.
Benieuwd naar de hele serie?
Hierbij een link naar deel 1: onderaan dat blog vind je een overzicht van de al gepubliceerde blogs.

Geef een reactie