“We moeten iets met die kies in de rechterbovenkaak.”
Aan het woord is Tom, mijn tandarts tijdens een halfjaarlijkse controle.
Tom zegt ‘we’, maar hij bedoelt dat hij iets moet doen met die kies en dat ik moet betalen.
Deze 3 regels beslaan een periode van bijna een jaar.
Eerst komt er een offerte, dan zeg ik ja, dan moet ik eerst nog naar de mondhygiëniste die constateert dat ‘het’ nog niet kan omdat het tandvlees rondom die kies nog te onrustig is en pas bij de volgende halfjaarlijkse controle wordt er een afspraak gemaakt voor het plaatsen van een kroon. Na de zomer stelde ik alles uit ’tot na mijn pensioen’, maar in eerste week van november ging het toch écht gebeuren: dinsdag 4 november lag ik met de mondspreider op mijn lippen, een verdoofde bovenkaak en de oortjes in met mijn favoriete klassieke muziek te wachten op de dingen die gingen gebeuren.

Vroeger bestond zo’n kroonbehandeling uit twee afspraken waar minstens twee weken tussen zat, maar onze tandarts kan in zijn praktijk inmiddels zelf zo’n kroon maken.
Hij maakt een scan van hoe de oude kies in de kaak zat, maakt vervolgens een scan van het afgeslepen stompje en met die twee scans samen maakt hij dan met een soort 3D-printer een nieuwe kroon.
Om 11.30 uur werd de kies geslepen, om 15.30 uur werd de nieuwe kroon er op gezet.
De eerste behandeling  vond ik het vervelendst. Die klassieke muziek op de oortjes heb ik er graag bij om goed te ontspannen, maar als je kies wordt geslepen hoor je alleen maar ‘iiieeieiuuiiuw’.
De muziek op die bewuste afspeellijst op Spotify kan ik dromen; op het moment dat er wordt geslepen gaat de muziek in mijn hoofd verder (daar concentreer ik me op) en het is een sport op zich om dan bij de juiste tonen te zijn als het slijpen stopt. Ondertussen doe ik mijn best om zo weinig mogelijk te slikken, maar af en toe moet dat toch wel even en dan hoop ik maar dat die slijptol niet uitschiet.

Tussen de middag moet je dan eten/drinken met een bovenkaak waar de verdoving nog in zit en er zit een raar stompje op de plek waar ’s morgens nog een volwaardige kies zat, dus het is op z’n minst onwennig en onhandig. Maar gelukkig zijn er rietjes en na de middag moest ik boodschappen doen en vergat ik die ‘wattige’ kaak al weer.
’s Middags voor vieren zat de kroon er al op! Het stompje werd ingestreken met een een soort lijm en daarna kwam er ‘cement’ tegen aan, waar ook de binnenkant van de kroon mee was ingesmeerd. Het paste precies!
Indirect helpt de nieuwe kroon me ook nog bij de oefeningen tegen het kaakklemmen: zodra ik nu naar gewoonte mijn kiezen op elkaar zet voel ik dat het ‘anders’ is en laat ik de kaak weer onmiddellijk naar beneden vallen. Ziet er stom uit. Maar helpt wel!