een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Kerk & gemeente Pagina 1 van 50

Kerkdiensten, bijeenkomsten van de PKN-gemeente Roden-Roderwolde

14 juli: Schuld.

“Vanmorgen doe ik het anders dan anders, ik wijk af van de orde van dienst die we op andere zondagen volgen.”
Dat zei Geertje van der Meer, onze pastoraal werker ouderen, die vanmorgen voor het eerst voorging in Op de Helte.
Ze had gekozen voor het thema ‘schuld’ en liet ons vanmorgen als gemeente een schuldbelijdenis uitspreken.
Vroeger in de kerkdiensten in Hoogersmilde hoorden we die iedere zondag, evenals de tien geboden.
In onze moderne liturgie heeft die traditionele schuldbelijdenis zijn vaste plaats verloren en wordt bij de verschillende andere onderdelen (zoals gebeden) soms wel genoemd.
In de katholieke kerk, waar Geertje ook af en toe kerkt omdat veel vrienden/familieleden katholiek zijn, is de schuldbelijdenis wel vast onderdeel van de orde van dienst.
“Ik schiet altijd vol bij de woorden ‘Mijn schuld, mijn schuld, mijn grote schuld…” vertelde ze.

We kennen allemaal het schuldgevoel dat mensen nu eenmaal hebben.
Te veel vlees eten bij de barbecue, te weinig bewegen….. ik hoef het vast niet uit te leggen.
Maar in deze viering ging het om wat anders.
Geertje legde in haar overdenking heel duidelijk uit waar het probleem zit:

Wij mensen zijn heel goed in het afschuiven van de schuld.
We geven de migranten de schuld van onze problemen.
Of we verwijten het de media/de journalisten.
Je hoeft maar terug te kijken naar het eerste openbare debat van onze nieuwe regering en je weet precies hoe het tegenwoordig in onze maatschappij gaat: de ander doet het fout, de ander ziet het verkeerd, de ander heeft het gedaan.
Maar bij schuld gaat het er volgens Geertje om dat je niet naar de ander wijst, maar naar jezelf.
Een klein stukje uit haar verhaal:

We moeten iets doen met schuld of vermeende schuld als je dat in weg zit, anders kom je als mens geen steek verder.
We moeten ons van onze schuld bewust worden en aanvoelen waarin we de ander of onszelf te kort doen.
Die schuld moeten we erkennen door excuses te maken, door mensen uitleg te geven, te vragen, door iets proberen heel te maken.
Alleen dan kun je vrij staan tegenover andere mensen en tegenover God; dan kunnen we ons met elkaar verbinden, kunnen we verder. Constructief omgaan met schuldgevoel: je verstopt je niet, je moffelt het niet weg, je neemt de verantwoordelijkheid en grijpt het aan als uitdaging om het leven beter te maken en daarmee de samenleving.

Gerards buurman zei vanmorgen na de preek tegen hem: “Ik heb in mijn leven heel wat preken gehoord waar ik na een uur al niks meer van kon navertellen, maar deze zal ik onthouden.”
Ik ook.

Benieuwd naar Geertjes hele verhaal?
Je kunt de viering terugluisteren via Kerkomroep en via het You Tube-kanaal van onze kerk.

Reageren

24 juni: Roze zaterdag.

Eergisteren was het roze zaterdag.
In de weekend-krant was een hele bijlage gewijd aan dit fenomeen.
Het ging over een vrouwencafé in de jaren ’60, over drag-queens en over acceptatie van lhbtiq+personen.
Op de laatste pagina van die bijlage stond een verhaal van een man wiens broer van 19 was verongelukt toen hij zelf 15 was.
Hij zag het verdriet van zijn ouders en nam zich voor om het zijn ouders zoveel mogelijk naar de zin te maken.
Hij werd verliefd op een jongen uit zijn klas, maar dat kon hij zijn ouders niet vertellen.
Hij trouwde met een meisje waar hij het goed mee kon vinden, kreeg twee dochters en leefde zijn leven waar zijn ouders erg blij mee waren.

Maar.
Rond zijn 40e ging het knagen en vertelde hij zijn gezin dat hij liever met een man wilde samenwonen.
In het artikel werd niet eens zo uitgebreid beschreven wat de gevolgen daarvan waren, maar dat laat zich raden.
Dat zijn ouders toen al overleden waren hielp wel bij het uit de kast komen.

Gistermorgen in de PKN-viering in de Catharinakerk vertelde dominee Sybrand van Dijk een soortgelijk verhaal over een man die al meer dan 40 jaar getrouwd was, kleinkinderen gehad en op training op zijn werk de vraag had gekregen: “Wat houd jij voor iedereen verborgen?”
Toen hij daarover na was gaan denken had hij de knoop doorgehakt en zijn vrouw opgebiecht dat hij verliefd was geworden op een mannelijke collega.

Over de kerkdienst had de voorganger van te voren geschreven dat het in de viering zou gaan over de stelling ‘Wie rechtvaardig wil zijn zal storm over zich afroepen.’
Als je iets helemaal anders wilt gaan doen, zal iedereen daar wat van vinden en dat zal niet gemakkelijk zijn.
Alles bij het oude houden is dan eenvoudiger.

Hoe reageren wij als we horen dat iemand een geslachtsverandering wil ondergaan?
Als iemand besluit om het roer om te gooien, zijn baan op te zeggen en in een derde-wereldland ontwikkelingswerk gaat doen?
Wat doe je zelf?
Wat doe je of zeg je niet omdat het anders zo’n gedoe is? Ben je bang voor de storm of volg je je hart.

Soms brengt een kerkdienst me niet wat ik er van verwachtte.
Vanmorgen zat mijn hoofd nog te vol met de drukte van de vrijdag en de zaterdag.
Het zingen was bijvoorbeeld geen onverdeeld genoegen: onbekende liederen en niet zo mijn smaak.
Kan gebeuren.

Liefde geven, liefde ontvangen….

Verder zat er een spelfout in een couplet van een lied dat we zongen:
God verhoede dat er iemand in de liefde wordt gekrengt, 
ware liefde oordeelt niemand, maar aanvaardt haar als geschenk. 
Van zo’n foutje schiet ik in de lach; het moet toch echt ‘gekrenkt’ zijn….
Maar dit gemuggezift valt natuurlijk onder het hoofdstuk ‘beroepsdeformatie’, want de woorden die we zongen zijn prachtig.

Reageren

16 juni: Ziet op u zelve.

Doodstil was het in de kerk na het ‘Amen’ van de overdenking.
Zo.
Dat kwam wel binnen.

Nou was het sowieso al een moeilijk thema vanmorgen in de viering van onze PKN-gemeente.
We hoorden het verhaal van Stefanus, de eerste martelaar in de christelijke geschiedenis.
Hij werd gestenigd, omdat hij in een vurig betoog de leden van het Sanhedrin tegen de haren in streek.
Hij noemt ze eigenwijs en ongelovig en verwijt hen dat ze de profeten die God heeft gestuurd hebben vermoord, met als dieptepunt het kruisigen van Jezus.

Aan het begin van de viering had dominee Walter Meijles ons een foto laten zien van Ali B. voor de rechtbank.
“Ik neem aan dat jullie het nieuws volgen en dat jullie weten wie dit is.”
Instemmend geknik.
“Hij is nog niet veroordeeld, maar heel Nederland heeft zijn oordeel al over hem uitgesproken. Hij komt niet meer op televisie, is niet meer ‘de geliefde bekende Nederlander’ en heeft zijn straf eigenlijk al gehad.
Maar.
Wat zegt dit ons?
Wat is onze rol hierin?
Geloven we het relaas van de slachtoffers?
Geloven we in het verweer van de dader?
Wij hebben helemaal geen rol in dit verhaal, want wij zijn er niet bij betrokken.
Wat dit ons leert is, dat we te rade moeten gaan bij onszelf.
Wanneer heb ik ‘nee’ gezegd en werd mij tegen mijn zin iets aangedaan?
Wanneer zei een ander ‘nee’ en heb ik mijn zin toch doorgedrukt?”

In zijn overweging schetste de voorganger hoe Lukas, de schrijver van het boek Handelingen, Stefanus voor het voetlicht brengt en hoe de tegenstanders worden beschreven. Een gekleurd verhaal, om duidelijk te maken hoe het evangelie van Jezus Christus is verspreid over de hele wereld. Als lezer móet je wel sympathie hebben voor Stefanus. Maar is dat wel het hele verhaal? Wat leren wij  van dit verhaal? Wat is de waarheid en hoe ga je een discussie aan met mensen die het niet met je eens zijn?

Wat nam ik mee van deze viering?
Hoe gruwelijk de straf ‘stenigen’ is.
Verder kijk ik nu met andere ogen naar het verhaal over Stefanus en kreeg ik nieuwe blik op het bijbelse spreekwoord: ‘Wie zonder zonde is werpe de eerste steen’.
Want er zijn vaak stenen zat……

Wil je weten wat Walter Meijles ons vanmorgen vertelde voordat hij het ‘Amen’ uitsprak’?
Je kunt de viering terugluisteren via Kerkomroep en via het You Tube-kanaal van onze kerk

Reageren

8 juni: Eén mens met pit….

“……en nu is het vrijdagmiddag.”
Ze slikte haar tranen weg toen ze het zei.

Dat was gisteren, vrijdagmiddag 7 juni.
We hadden in een ontroerende dienst afscheid genomen van Geert Weistra.
Betrokken PKN-gemeentelid, voormalig koster van onze gemeente en werkzaam voor ‘de Laatste Eer’, begrafenis- en crematievereniging in Roden. Hij was ook beheerder van de aula aan de Borglaan.
We waren in gesprek met een collega van hem van Monuta.
Ze vertelde dat ze een aantal weken geleden nog heel druk waren geweest met een aantal begrafenissen in Roden en toen dat achter de rug was had ze tegen Geert gezegd: “Eigenlijk vind ik het nu wel tijd voor een vrijdagmiddag-borrel”. Dat had Geert ook een goed idee gevonden, “maar de rosé heb ik niet koud staan, dus dat doen we een volgende keer op vrijdagmiddag.”
Ze hadden elkaar daarna niet meer gesproken.
“En nu is het vrijdagmiddag. Ik schrok er gewoon van toen ik zag dat de uitvaart op vrijdagmiddag was.”

We kunnen ons niet voorstellen dat Geert er niet meer is.
En ja, we wisten dat hij ziek was, maar Geert was iemand die er altijd weer bovenop kwam en altijd positief was over zijn kansen.
Hij stond ook altijd aan als het ging om zijn werk voor ‘de Laatste Eer’; Geert kon je altijd bellen, die nam ook altijd op.
Strikje om, jasje aan en daar stond Geert weer: een aimabele, innemende man en een geweldige gastheer.

Hij zal ontzettend gemis worden.
Dominee Sybrand van Dijk verwoordde het zo aan het einde van zijn overdenking:
‘En weer is er ‘een leven voor’ en ‘een leven na’ een keerpunt, waarna je je leven opnieuw moet uitvinden.
Wie ben ik? Hoe gaan we nu verder?’
Maar hij stak Didy en haar familie een hart onder de riem met de woorden: ‘Het leven is sterker dan alle tegenslag. Het is de liefde die je draagt, al ervaar je nu dat de liefde van je leven hier een halt houdt. In de kerk moeten wij het hebben over God om tegen elkaar te kunnen zeggen: “Er is een draagkracht die geduldig is totdat jij je weg weer hebt gevonden.”
Hij verwees daarbij naar de tekst die op de rouwkaart stond:

Tel je zegeningen.
Tel de dagen niet, zorg dat de dagen tellen.

Vriendin Ilse benoemde in haar afscheidswoord Geerts opmerkelijke veerkracht.
Dat hij het leven vierde.
Dierbare herinneringen benoemde ze en ze gaf daarmee een inkijkje in een intense vriendschap. Ze besloot haar verhaal met een veelzeggend beeld: “Veel mensen zullen je leven binnen lopen en er ook weer uit lopen, maar alleen echte vrienden laten voetstappen in je hart achter.”

Dit blog sluit ik af met het gedicht dat werd voorgelezen in dankdienst dat zo goed past bij alles waar Geert voor stond:

Eén brandende pit 
verdrijft het duister.
Eén kleine vlam
verlicht de nacht. 

Eén warm gebaar, 
slechts één liefdevol woord…
en hoop vlamt op,
het leven krijgt kleur.

Eén mens met pit
kan het verschil maken
tussen donker en licht. 

En dat kan eigenlijk iedereen: geef licht met je pit!
Het is simpel en het kan elke dag.
Ook zonder strikje en jasje.

Reageren

2 juni: Niet de hele taart.

“Nu zijn we net Ananias en Saffira” zei ik tegen Gerard toen we 2 puntjes achterhielden van de hartige taart die ik had gebakken voor een lunch met onze PKN-gemeente.
“Nee hoor. Je moet gewoon zeggen dat het niet de hele taart is, maar dat we twee stukjes hebben achtergehouden.”
En dat is de essentie van het verschrikkelijke verhaal waar ik als kind wakker van heb gelegen.
Ken je het niet?
Het wordt verteld in Handelingen 5, je kunt het hier lezen  in de Bijbel in gewone taal.
Vanmorgen hoorde ik het weer voorlezen.
Ananias die dood neervalt en gelijk wordt begraven.
Saffira die drie uur later komt en helemaal niet weet dat haar man is overleden en ook al begraven.
Zijn vrouw nota bene!
Toen moest ik aan mijn vader denken.
Bij hem uitte ik mijn twijfel.
“Pappe! Dat kan toch niet?”
Die antwoordde vaak op mijn moeilijke kindervragen: “De bijbel is geen geschiedenisboek, het is een geloofsboek. Het staat vol met verhalen waar we iets van kunnen leren.”
Dominee Walter Meijles legde het vanmorgen in zijn overdenking ook weer duidelijk uit.
Ben je benieuwd wat hij er over zei?
Je kunt de viering terugluisteren via Kerkomroep en via het You Tube-kanaal van onze kerk

Graag maak ik mijn lezers nog attent op een wandeling waar Gerard en ik ons op verheugen:
a.s. zaterdag 8 juni organiseert Werkgroep Groene Kerk een biodiversiteitswandeling op Landgoed Mensinge.

De wandeling wordt begeleid door Jans Darwinkel.
Deze wandeling heeft twee doelen: genieten van de natuur en verrassende inzichten opdoen over de grote biodiversiteit in onze achtertuin.  Als je in Roden woont is het inderdaad je achtertuin, maar woon je in de buurt (Norg, Leek, Zevenhuizen, Vries, ik noem maar wat) dan kun je natuurlijk ook aanhaken!
Jans zal een aantal leuke wetenswaardigheden rondom landgoed Mensinghe op het gebied van biodiversiteit met de aanwezigen delen tijdens een wandeling. In het kader van: u hoeft niet ver te reizen om bijzondere dingen te zien!

De deelname is kosteloos. De ochtend zal van 09.00 tot 10.30 duren en starten op de parkeerplaats bij het Sterrenbos (eerste parkeerplaats aan de linkerhand na het verlaten van de bebouwde kom (bij de vroegere tennisbaan).  Opgave kan via groenekerk@pkn-roden.nl.

 

 

Reageren

26 mei: Drie in één.

Vandaag is het zondag Trinitatis.
Het feest van de Drieëenheid: de vader, de zoon en de Heilige geest.
Dominee Sybrand van Dijk noemde het vanmorgen een mysterie.
Hij had ons in de voorbeschouwing van de dienst op de website al aangekondigd dat het anders dan anders zou gaan vanmorgen
‘Een iets andere vorm, vandaag. Drie kleine schetsjes in plaats van één preek. Drie keer zo veel voor een en dezelfde prijs.’

Na de schriftlezingen verdween de voorganger uit het zicht van de gemeente en hij verscheen weer naast het orgel.
Hij sprak de gemeente toe als God en vertelde dat God geen man en geen vrouw was. God is liefde.

We zongen een couplet van lied 792 en daarna stond de voorganger weer achter de microfoon in het liturgisch centrum en nu vertolkte hij Jezus, die lichaam wilde worden van alle woorden die geschreven. Hij wilde die woorden waarmaken.
Hij vertelt over zijn eerste optreden in de synagoge in Kapernaüm. Dat hij tot de overtuiging kwam dat woorden alleen niet genoeg zijn en dat je iets moet doen.
“Dus ik stapte naar buiten en gelijk kwam de eerste zieke al naar mij toe. Toen ik hem zegende kwam ook al gelijk een tweede, en een derde en een vierde en ze riepen allemaal “Jezus, red mij, hoor mij doe voor mij en het werden er steeds meer.
En hoe meer ik deed, hoe meer ik zag, hoe meer er te doen was!
Ik kijk met de ogen van de woorden van God.”

In mijn hoofd zag ik op dat moment een fragment uit de musical ‘Jesus Christ Superstar’.
We zien Jezus omringd door mensen door Jeruzalem lopen. Eerst wordt hij door de journalistiek ondervraagd over wat hij nou eigenlijk aan het doen is en daarna zien we hem in blinde woede alle tafels in de tempel omgooien.
Daarna loopt hij de bergen in waar de leprozen en gehandicapten naar hem toekomen.
” See my eyes, I can hardly see, see me stand, I can hardly walk……”
Hierbij een link naar dat fragment op You Tube.
Na al die jaren maakt het nog steeds een verpletterende indruk.
‘There is to many of you! There is too little of me!”

Na weer een couplet van bovengenoemd lied zagen we de predikant helemaal niet meer.
Hij was verstopt achter de preekstoel en we hoorden alleen zijn stem: hij sprak als de geest.
Hij vertelde: “Jullie mensen hebben zoveel talenten: muziek, organiseren, luisteren, spreken. Zoveel talenten waarin iets oplicht van God en van Jezus. Dat is wat ik doe: een stukje van God in jou blazen. De wereld heeft behoefte aan mensen die weten wat liefde is en die haar in zich willen laten wonen en die haar willen laten delen.”
Toen verscheen op de preekstoel een opgeblazen rode ballon die werd losgelaten over de hoofden van de gemeenteleden.

Na de viering zei mijn buurvrouw: “Ik had eigenlijk willen applaudisseren na de preek!”
Vond ik eigenlijk ook.
Bij deze.

 

 

Reageren

22 mei: Zeg het met bloemen.

Met één blog over de viering van 1e Pinksterdag doe ik die kerkdienst te kort, want de viering was veel meer dan één lied dat na jaren in het goede tempo wordt gezongen.
Gerard en ik moesten er vroeg voor opstaan in Westerbork, maar het was ruimschoots de moeite waard.
De feestelijke sfeer, de heliumballonnen die vrolijk halverwege de kerkzaal hingen, de kleur rood die overheerste als je de kerk in keek omdat veel mensen iets roods had aangetrokken en de mooie liederen die we zongen waarbij wij als cantorij de toon aangaven: om een goed beeld te krijgen van de viering op 1e Pinksterdag zou je hem eigenlijk terug moeten terugkijken (net als Janny, zie haar reactie in de rechterkantlijn). Dat kan via Kerkomroep of You Tube.

Na een week die bol stond van de plannen die de nieuwe regering over het land uitstortte haalde ik ik troost uit een opmerking van voorganger Sybrand van Dijk.
Nadat Wilders had geconstateerd dat de zon weer ging schijnen in Nederland had iemand daarover gezegd: ‘Het land is nu weer van ons’.
De dominee citeerde een ingezonden brief van een paar dagen daarna. Iemand had geschreven: ‘Wat een vloek. Want van God is de aarde en al die haar bewonen. Dit land is van niemand en van ons allemaal.’

Verder wil ik vandaag aandacht vragen voor een onderdeel in onze viering dat wordt verzorgd door de werkgroep Liturgische schikking.
Iedere week zorgen zij voor een bloemstuk, dat onder de preekstoel staat en dat ons met bloemen iets vertelt over het thema van de dienst van die morgen.
Na de preek zette Sybrand het bloemstuk in het zonnetje en hij legde uit wat de symbolische betekenis was:

Er was voortgeborduurd op de bloemenschikkingen in de 40-dagentijd en Pasen; toen hadden we een aardbol van bruine schors.
Week na week werd die bol steeds groener omdat Christus liefde gezaaid heeft en daarmee de wereld veranderd heeft.
Op Pinksteren, 50 dagen later staat de aardbol helemaal in bloei!
De kleur waar de bol op staat is rood, de feestkleur van Pinksteren.
Rondom de bol zijn 3 lagen te onderscheiden:
1. De onderste laag van fluitenkruid geeft de verbinding met hemelvaart. Jezus gaat naar de hemel; een wolk van niet weten.
2. De grassen-laag verwijst naar de wind van de Geest die over de wereld waait.
3. De veel verschillende (gekleurde )bloemen wijzen naar de vele gaven van de Geest en alle verschillende mensen op deze aarde die aangeraakt worden door de geest.
Of je nou een boterbloem bent of een roos, ook voor jou is een plekje op deze aarde.

Wat een mooi beeld! Al die verschillende bloemen en kleuren die samen één geheel vormen.
Dat hopen wij als PKN-gemeente ook uit te dragen: zoveel gemeenteleden, zoveel verschillen, maar toch één geheel!

Reageren

6 mei: Zet de kaars voor het raam.

In de viering van gistermorgen in de Catharinakerk begon voorganger Sybrand van Dijk met de constatering: “Vrijheid is één van de grootste gaven die een mens kan krijgen”.
De hele kerkdienst stond in het teken van bevrijdingsdag; zijn overdenking begon de dominee met het benoemen van de betekenis van het woord vrijheid in onze huidige maatschappij en de daarbij horende sentimenten die ook een rol spelen bij de coalitiebesprekingen.
“Ik wil kunnen doen wat ik wil. Dat is vrijheid. Ik wil geen last hebben van andere mensen die niet bij ons horen, die niet uit ons land komen. Ik wil autonoom zijn, alles zelf bepalen en niet door regels begrensd worden.”

Wat we gistermorgen over dit onderwerp hoorden is niet in een blog te vangen.
Sybrand weet het altijd treffend en soms zelfs poëtisch te zeggen, maar het is soms lastig samen te vatten.
Een paar dingen die ik er uit haalde:
– ‘Jouw vrijheid heeft altijd te maken met de vrijheid van ‘de ander’. Ware vrijheid is de innerlijke ruimte hebben om je voor een ander in te zetten.’
– Bij ‘ik wil kunnen doen wat ik wil’ is een ander al gauw een obstakel. Ga aan de kant want ik moet er langs. Maar voor de ander ben jij dan ook een obstakel.
– Bij het chanoeka-feest in de Joodse traditie wordt de aanwezigheid van God zichtbaar gemaakt door het aansteken van een kaars. Die kaars wordt vervolgens voor het raam gezet, want het licht dat in onze levens brandt is ook voor buiten bedoeld.
– Wat Gerard en ik allebei uit de overdenking haalden was de opmerking: “Je bent iemand door de ander. Je wordt iemand door hoe de ander jou ziet. Zoals het bij jou thuis ging, zo ging het nu eenmaal. Maar je begreep pas hóe het echt ging, toen je bij iemand anders thuis kwam en zag dat de dingen daar ánders gingen. Daarmee komt je eigen leven in een perspectief te staan.”

Sybrand maakte zijn preek niet af, want er werd een mevrouw niet goed in de kerk.
Ze werd door een ambulance opgehaald; daarna maakten we de dienst toch af met een gebed en een lied.

Na de overdenking werd er aandacht gevraagd voor mensen die waren overleden; één van hen was Wim Croeze.
Betrokken gemeentelid en jarenlang enthousiast bas van de Catharina Cantorij.
Op zijn rouwkaart die zaterdag in onze brievenbus viel stond dezelfde tekst als die vanmorgen centraal stond: ‘Dit is mijn gebod, dat we elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad’.
Voor liefhebben heb je ‘de ander’ nodig.

Reageren

28 april: Poëtische geboden.

Zaterdag hadden we het al bedacht: we gaan zondagmorgen niet in Roden naar de kerk maar in Roderwolde.
“Het wordt mooi weer, hebben we een fijne fietstocht op de vroege morgen.”
Om 09.20 uur zetten we onze fietsen tegen het hek van de Jacobskerk.
Geertje van der Meer was vanmorgen onze voorganger en Ubo Jan Bolt begeleidde de gemeente op het orgel.
Tot onze verrassing was de kerk mooi gevuld.

Het met de gemeente meezingen heeft nog steeds niet over, maar als tenor kan ik (weliswaar zonder veel volume) toch alle liederen meezingen. Eén lied sprong er qua tekst voor uit vanmorgen: lied 310 ‘Eén is Heer, de God der goden’.
Het is een lied waarin de Tien Geboden bezongen worden, maar dan zonder ‘Gij zult’ en ‘Gij zult niet’.
De tien woorden werden poëtisch beschreven door tekstschrijver André Troost in zinnen als ‘dankbaar zal ieder respecteren zijn dag, zijn rust – gedenk, geniet!
Benieuwd naar de tekst? Hierbij een link naar een PDF: geboden met de tekst.
Het lied heeft 5 coupletten: kijk maar eens of je de geboden er alle 10 uit kunt halen.
Op de website ‘Liedboek Compendium’ vond ik een lezenswaardig artikel over het tot stand komen van dit lied.

In de overdenking benoemde de voorganger een artikel uit het Fries Dagblad, waarin werd geconstateerd dat in onze huidige maatschappij de oude christelijke waarden zoals trouw, solidariteit en loyaliteit dreigen te verdwijnen.
Steeds meer ligt het accent op zelfverwerkelijking en zelfontwikkeling en daarmee worden de oude maatschappelijke verbanden uitgehold.
Er is steeds minder oog voor onderlinge verbondenheid; de mens is vrij en wil helemaal zelf bepalen wat hij wil en wat goed voor hem is.

In de kerk werd instemmend geknikt.
Ja, dat herkenden we allemaal, we zien het om ons heen gebeuren.
Geertje vertelde daarna dat zij zelf ook een tijdje niet betrokken was bij de kerk en dat zij het later in haar leven weer omarmd heeft.
Daarbij gebruikte ze het beeld van de oude wijnstok, waar de nieuwe rank op wordt geënt.
Het aanhechtingsproces kost veel tijd en energie, maar die verbondenheid maakt dat de sappen door de hele wijnstok heen vloeien, waardoor stok, takken en ranken met elkaar verbonden zijn.
Die verbondenheid geeft kracht.

Het was een mooie viering vanmorgen.
De luidende klokken tijdens het Onze Vader, de enthousiaste Ubo Jan op het orgel en de troostende woorden van Geertje maakten het tot een hartverwarmend geheel.
Aan het eind zongen we met elkaar het Wilhelmus.
Enerzijds voor de verjaardag van de koning gisteren, anderzijds voor de Nationale dodenherdenking a.s. zaterdag.
Na afloop van de viering groepten we nog even bij elkaar voor de ingang van de kerk.
Net als vroeger in Hoogersmilde, waar we even een sjekkie draaiden en de toestand in de wereld met elkaar bespraken.
Alleen al vanwege die sentimenten rondom het kleine kerkje uit onze jeugd heb ik een zwak voor Roderwolde…….

Reageren

22 april: Vreugde, verwondering en verantwoordelijkheid.

Gistermorgen werd er een kindje gedoopt in de Catharinakerk.
Dat zijn altijd mooie diensten: trotse ouders, ontroerde grootouders, kerk vol familie en een schattige baby.
De doopouders hadden de liederen voor deze viering zelf uitgezocht en hadden van te voren aangegeven prijs te stellen op een eenvoudige, conventionele viering; toeters en bellen leiden alleen maar af van waar het om gaat in de kerk.

Aan het begin van de viering ging het over de doopjurk ‘die we aan het begin van ons leven bijna allemaal hebben gedragen’.
Die witte jurk staat, net als de bruidsjurk en het doodshemd, voor een nieuw begin.
Dominee Sybrand van Dijk had zijn eigen doopjurk meegenomen. Hij vertelde liefdevol over zijn moeder, die die jurk destijds zelf gemaakt had. “Kijk: hier paste ik toen nog in!”

In zijn overdenking benoemde de voorganger iets wat ik nog nooit zo geformuleerd in een doopdienst had gehoord, maar precies verwoordde wat ik beleefde na de geboorte van onze oudste dochter Frea.
‘Vreugde, verwondering en verantwoordelijkheid’.
Onbeschrijfelijk blij omdat al het spannende rondom de bevalling goed is gegaan, verwondering om een nieuw leven, een kind van ons samen maar ook: verantwoordelijkheid. We gingen met z’n tweeën naar het ziekenhuis en kwamen met z’n drieën terug.
‘Dit kindje blijft bij ons en daar moeten wij nu voor zorgen’ was een besef dat naast vreugde en verwondering in ons leven kwam.
Kan ik dat wel? Hoe weet ik wat ik moet doen? Doe ik het wel goed?
Het zette me zo aan het denken over die tijd, dat ik daarna een deel van de preek niet meekreeg.
Kan gebeuren.
Wat ik wel weer meekreeg is dat je als ouders het opvoeden van je kind perfect wilt doen, maar dat niemand dat lukt.
Het leven is nooit perfect. “Dit is het, dit ligt binnen mijn bereik en hier moet je het mee doen.”

Wat nam ik verder nog mee uit deze viering?
De oprechtheid van de jonge ouders die stralend met hun kleintje bij het doopvont stonden en het toevertrouwden aan God.
En ook: dat een viering heel goed zonder toeters en bellen kan.
We lazen over Jezus als de goede herder en we zongen daar een prachtig, oud lied bij met een tekst van Joost van den Vondel: ‘D’Almachtige is mijn Herder en Geleide.
Natuurlijk kwam bij dit thema ‘de Heer is mijn Herder’ ook voorbij, we zongen de Apostolische geloofsbelijdenis en het dankgebed werd afgesloten met het gezongen ‘het Onze Vader’ van Elly & Rikkert.
Even entre nous: Erwin Wiersinga kan fantastisch Bach spelen, maar Elly & Rikkert kostte vanmorgen wat moeite.
Het leven is nooit perfect.

Bij de afbeelding: op de avondmaalstafel ligt de papieren doopketting van onze gemeente. De naam van het laatste schakeltje is door de doopouders zelf op het kartonnen strookje gezet en aan de ketting geniet. Links de paaskaars, rechts de doopkaars die de ouders vanmorgen kregen uitgereikt.
Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Reageren

Pagina 1 van 50

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén