een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Kerk & gemeente Pagina 1 van 56

Kerkdiensten, bijeenkomsten van de PKN-gemeente Roden-Roderwolde

30 november: 1e Advent – Hoop.

Vanmorgen rond 09.30 hoorde ik op de de radio het liedje ‘De tijd stond even stil’ van Ramses Shaffy en Liesbeth List.
Mooi liedje. Kende ik niet.
Presentator Jacques Klöters vertelde daarbij iets over het stilstaan van de tijd. Dat er in het Grieks twee woorden waren voor tijd, die allebei iets anders betekenden: Chronos,  dat staat voor kloktijd, meetbare tijd  en Kairos, daarbij gaat het om de innerlijke tijdsbeleving.
Meer weten? Op de website ‘Grit in education’ vond ik een mooi artikel over dit onderwerp: Chronos en Kairos – twee gezichten van de tijd

Hoe wonderlijk is het dan dat in de PKN-viering van vanmorgen dominee Sybrand van Dijk ons bij de liturgische bloemschikking vertelde over die twee soorten tijd.
Dat iets soms al twee jaar geleden is, terwijl je denkt; “Twee jaar alweer! Voor mij is het als de dag van gisteren…..”
De tekst bij het bloemstuk was: schijnbaar dode takken met dikke knoppen als teken dat er weer nieuwe toekomst is.
Bijzonder was dat Sybrand al weer voorging in deze dienst, nadat we deze week afscheid hebben genomen van zijn Henk.
Hij zei daar zelf over: ‘Je moet de dingen gewoon weer doen. Elkaar ontmoeten, elkaar begroeten, het leven van alledag leiden in al zijn facetten, daarin ontmoet je de ander en dat is helend voor jou en en je verdriet. Dat heb ik de afgelopen jaren bij velen van u gezien. Hoe groot de ontreddering ook is en hoe groot het gemis: het helpt als je weer gewoon je dingen oppakt die je anders ook deed.’ De herkenning én de ontroering was voelbaar en zichtbaar vanmorgen.

In de overdenking lag de nadruk op de hoop en waar ik anders nog wel eens terugluister via kerkomroep of YouTube was dat vanmorgen niet mogelijk: de viering is niet opgenomen. Maar strekking van het verhaal wordt samengevat in onderstaande tekst van Vaclav Havel.

Inspiratietekst ‘Hoop’

Diep in onszelf dragen wij hoop.
Als dat niet het geval is, is er geen hoop.
Hoop is een kwaliteit van de ziel en hangt niet af van wat er in de wereld gebeurt.

Hoop is niet voorspellen of vooruitzien.
Het is een gerichtheid van de geest, een gerichtheid van het hart, verankerd voorbij de horizon.
Hoop in deze diepe en krachtige betekenis is niet hetzelfde als vreugde omdat alles goed gaat, of bereidheid je in te zetten voor wat succes heeft.
Hoop is ergens voor werken omdat het goed is, niet omdat het kans van slagen heeft.
Hoop is niet hetzelfde als optimisme; evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen.
Het is de zekerheid dat iets zinvol is onafhankelijk van de afloop, onafhankelijk van het resultaat.

Vandaag is het de eerste zondag van Advent; vanmorgen staken we in de kerk de eerste kaars aan.
Voor op de salontafel maakte ik zaterdag een adventsbloemstuk.
Dat doe ik ieder jaar, maar ook ieder jaar weer anders.
Benieuwd? Klik hier naar het blog daarover van vorig jaar, onderaan vind je een overzicht van de voorgaande jaren.

Nog even terug naar dat liedje van Ramses en Liesbeth.
Mooi liedje; ik zocht het op: De tijd stond even stil 

Reageren

27 november: Henk en Jakob.

Vorige week overleed Henk van Donk, de partner van onze voorganger Sybrand van Dijk.
Dinsdagavond zongen we met de cantorij in de avondwake om 19.00 uur.
Het was in meerdere opzichten een bijzondere en indrukwekkende bijeenkomst.
Henks lichaam stond niet in de kerk, maar het podium straalde één en al Henk uit: een kleurig geheel van zijn schilderijen, een hart waar zijn foto in stond versierd met gekleurde bloemen en vazen vol kleurrijke bloemen die waren meegenomen door de vele aanwezigen. (klik op de afbeelding voor een vergroting).

Op de orde van dienst stond Henk omschreven als:
Mijn man met honderd plannen
onze papa
trotse opa
vriend, inspirator, zanger, gemeentelid, kunstenaar
en zo veel meer.

De schriftlezing was uit Genesis 32. We hoorden het verhaal van de nachtelijke worsteling die Jakob heeft met God, waarna hij de naam Israël krijgt en mank wordt.
De voorganger, Barbara de Beaufort, vertelde aan het begin van haar overdenking dat ze de nagedachtenis aan Henk én de uitleg van de gelezen tekst ging combineren.
Het was een verhaal dat Henk graag hoorde; hij vond dat dat ook zijn verhaal was.
Bijzonder eigenlijk dat zo’n oud verhaal kan spiegelen wat wij hier en nu meemaken.
“Dit is het verhaal van mijn coming out.” zei hij daarover. Voor Henk was dat een eenzame worsteling geweest.
Net als de worsteling tegen de vele tegenslagen als het ging om zijn gezondheid.
Henk hield niet van vechten, maar hij wilde wél leven.
En dat vechten deed hij alleen; hij stuurde (net als Jakob) zijn geliefden naar de overkant.
Dat was niet alleen eenzaam voor Henk, maar ook voor zijn naasten.

Eind vorige week was zijn schijnbaar onuitputtelijke voorraad energie op en zijn geest moest met zijn lichaam mee.
Maar Henk was het er niet mee eens.
De voorganger besloot haar overdenking met deze woorden:
“Diep in Henk zat een vonk van de voor hem zo geliefde opgaande zon. Daar brandde een vuur dat zijn warmte, zijn kleur en zijn bemoediging zal blijven afgeven.
Die warmte zal niet doven en zal blijven opgloeien op onverwachte momenten. Als een inspiratie, als een opdracht aan ons: Geef het niet op! Blijf actief op zoek naar wat jou goed doet en deel dat met elkaar in volle overgave. Dan doe je recht aan het leven dat God je heeft gegeven. Je hebt gelijk Henk: als Jakob het kon en jij het kon, dan moeten wij het toch op zijn minst proberen.”

Woensdagmorgen werd in een besloten bijeenkomst in Roderwolde afscheid van Henk genomen.
En ging het dinsdag voornamelijk over de bijbelse figuur Jakob, woensdagmorgen hoorden we ook Henks overeenkomsten met Mozes.
Hierbij een link naar ‘Het lied van Mozes’ van Stef Bos: Onbereikbaar dichtbij.
Tijdens de plechtigheid trof mij de explosie van kleur aan de rechterzijmuur; door de bijzondere raamversiering in de Jacobskerk en de daarop schijnende zon leek het net alsof Henk op die muur nog aan het werk was met licht en kleur.

Leven, zeg ik, je bent prachtig*
Je had niet mooier kunnen zijn
Wislawa Szymborska

* Allegro-ma-non-troppo

Henk was in april 2020 ‘Lezer van de maand’ op deze website.
Hierbij een link naar dat blog; daarop vind je afbeeldingen van twee van zijn schilderijen. 

Reageren

16 november: Van wie?

In de lezing van vanmorgen stellen de Sadduceeën een vraag aan Jezus. “Van wie zal een vrouw die meermalen getrouwd is geweest na de opstanding de echtgenote zijn?”
In de vraag wordt zelfs gesproken over zeven broers die allemaal met die vrouw getrouwd zijn geweest. Die vraag was bedoeld om de opstanding belachelijk te maken en Jezus voor schut te zetten.
Jezus zegt: “Wanneer mensen uit de dood opstaan trouwen ze niet en worden ze niet uitgehuwelijkt, maar zijn ze als engelen in de hemel.”
Het antwoord op de vraag is dus ‘Van niemand. Het gaat immers niet om eigendom en bezit, maar om ‘zijn en delen’.

De achterliggende gedachte van de overdenking van vanmorgen was ‘laat het los’.
Hou niet krampachtig vast aan wat er was (kinderen, ouders, werk of waar je dan ook maar aan vast zit) maar laat het los, dan komt er ruimte voor iets anders; leven heeft veel verschillende verschijningsvormen. Aan het begin van zijn verhaal liet voorganger Sybrand van Dijk ons verschillende zaden zien, die allemaal heel andere omstandigheden nodig hadden om te kunnen ontkiemen. Het ene moest onder de grond, het andere moest in de zon, weer een ander moest wellen in water, maar alle zaadjes ontkiemden tot een plantje of een bloem. Op hun eigen manier.
Zonder hulp van mensen: het enige wat mensen moeten doen met zaadjes is zaaien en vervolgens loslaten. En niet ondertussen het zaadje opgraven om te kijken of er al worteltjes aankomen.

Het zingen ging vanmorgen wat stroef.
We zongen nogal wat onbekende liederen die heel goed bij het thema pasten, maar als je zo zit te hannesen met noten en woorden besef je niet goed wat je zingt.
‘Mijn leven is een splinter aan de tijd’ bijvoorbeeld, lied 847.
Die tekst deed me door de woorden ‘stofje van de eeuwigheid’ denken aan het liedje ‘En toch…’ van Elly & Rikkert Zuiderveld.
‘De wereld in Gods hand is als een zeepbel, Hij zou zo kunnen knijpen als Hij wou, de mensen zijn een stofje aan de weegschaal, hij zou zo kunnen blazen als hij wou….’
Luister maar eens: En toch.
Met dat liedje in mijn hoofd lukte meezingen al helemaal niet meer.

Het laatste lied was heel bekend, dat wil zeggen: de melodie.
We zongen lied 793 ‘Bron van liefde, licht en leven’, op de wijs van ‘Wat de toekomst brengen moge’.
De tekst is geschreven door André Troost
Het lied beschrijft God als een bron van liefde, licht en leven en in drie coupletten zing je elkaar als gemeente deze troostvolle woorden toe.
We zongen het ook al eens tijdens een begrafenis; daar moest ik vanmorgen aan denken bij het tweede couplet.
Toen lukte zingen even niet meer zo goed.

Bron van liefde, licht en leven, zon die hartverwarmend schijnt,
woord van hogerhand gegeven, trouw en teder tot het eind – 
al zou ons een vijand haten, al gaat zelfs de liefste heen,
liefde zal ons nooit verlaten, Gij laat ons geen dag alleen. 

Reageren

13 november: Komt allen ….

Als je in het Nederlands de woorden ‘Komt allen …’ zegt, dan zal een groot deel van ons dat aanvullen met ‘…. tezamen’. Eén van de bekendste Nederlandse kerstliederen.
Gisteravond zongen we dit bekende lied in het Engels, want we zaten in de hal van Op de Helte voor de eerste repetitie van het PKN-Christmas-carolskoor.
29 deelnemers maar liefst hadden zich opgeven; een aantal van hen is er al vanaf het begin bij.
Het is dan ook beslist al gezellig als de stemgroepen bij elkaar zitten.

Zo’n eerste bijeenkomst is altijd een ‘probeer’-repetitie en is voor mij altijd een beetje  spannend. Hoe is de stemverdeling in het koor? Krijgen we de melodiën een beetje onder elkaar? Is het niet te moeilijk? We begonnen met ‘Joy to the world’, dé kersttophit die we alle drie de keren (2019/2022/2023) hebben gezongen; na wat strubbelingen stond het onder elkaar en konden we alle drie coupletten vierstemming zingen. Puntjes op de i zijn voor de volgende repetitie.

Komt allen tezamen is in het Engels ‘O come all ye faithfull’. Dat is één van de twee carols die we nog nooit hebben gezongen.
We zetten vierstemmig in, maar het klonk echt nergens naar; de alten riepen vertwijfeld dat ‘het helemaal niks was’ en ook de mannen ‘kwamen er maar niet in’. Maar gelukkig: Annelies was er ook. Zij zingt sopraan, maar ze kan ook piano spelen. We oefenden de verschillende stemmen apart en na twee drie keer afzonderlijk doorzingen, kregen we het toch voor elkaar: we zongen het 1e couplet vierstemmig.

Een aantal alten was het onderling roerend eens: “Wij hebben een vraag! Waarom zingen we ‘Away in a manger’ niet? Dat vinden we altijd zo’n mooi lied!”
O ja, ik ook. Een ontzettende kerst-smartlap waar we met dit ad-hoc koor met enthousiaste zangers altijd enorm van genieten. Net als het overbekende “We three kings of Oriënt are’. Met die solo’s van de mannen.
Maar ik wil niet iedere keer dezelfde liederen zingen, er moet wel een beetje uitdaging in zitten.
We kwamen tot een compromis: we nemen Away in a manger wel op in het repertoire, als er tijd over is zingen we die alsnog. We zijn per slot van rekening een democratisch koor.

Happiness is singing in a choir!

Het was maar goed dat Annelies er was, want er moest bij meer liederen even een piano bij voor de broodnodige ondersteuning. Gisteravond zongen we ook de carol ‘Deck the hall’ voor het eerst, het andere nog onbekende lied voor dit koor.
Je kent het wel, van “falalala, lalalalaaaah!” Het stond redelijk onder elkaar maar de alten kregen één regeltje niet onder knie. “We gaan deze week heel goed thuis oefenen!’ beloofden ze, nog nahikkend van het lachen.

Het wordt vast mooi. De ervaring vanuit de voorgaande edities leert dat er na drie repetities een behoorlijk koor staat dat met plezier de oude, vertrouwde carols staat te zingen. Niet perfect uitgevoerd, niet loepzuiver, maar wel met gedeeld zangplezier en gezellige, onderlinge ontmoeting.
Mijn waarde van de dag!

Reageren

2 november: Missen.

Vandaag is het Allerzielen; op die dag worden in de Rooms Katholieke traditie alle overledenen herdacht. In onze PKN gemeente doen we dit op de eerste zondag van november, dit jaar dus op deze 2e november.
Het is een viering die bol staat van de rituelen die horen bij deze gedachteniszondag.
Deze keer kon er voorafgaand aan de dienst al een kaarsje worden aangestoken voor een dierbare, zodat de trap voor het liturgisch centrum al helemaal vol stond met lichtjes toen de kerkdienst begon.

Er werden kaarsen ontstoken voor de overledenen, er werden namen genoemd en er werden toepasselijke liederen gezongen, waarbij wij als cantorij een grote rol hadden.
Bea Sportel had een gedicht geschreven en haar partner Peter Gerrits had daar een zeefdruk bij gemaakt; je ziet een afbeelding van die zeefdruk hier rechts.
Bea zei daarover: “Dit beeld laat iets zien van vertrouwen. Vertrouwen hebben in de ander. Als je elkaar echt blind durft en kunt vertrouwen, dan kun je zo zwieren en zwaaien. Maar wat als die ander jou helaas moet loslaten? Of jij hem moet loslaten? Daarover gaan de volgende woorden. 

dansend de wereld rond.
jij en ik
in evenwicht
prachtige balans
maar toen…
moest ik jou loslaten
dat betekende voor mij
de bocht uit vliegen
niets meer onder controle hebben
en nog steeds
ben ik mezelf niet
ben ik mezelf kwijt geraakt
jou verliezen raakt me zo diep
tot in en voorbij mijn kern
ik moet evenwicht hervinden
ik moet opnieuw leren balanceren
alleen lukt me dat amper
leer me met jouw ogen te kijken
leer me dankbaar te zijn…
zodat ik weer kan dansen
alleen en in balans.

Pastor Geertje van der Meer nam ons in haar overdenking mee naar het moment dat er afscheid moest worden genomen van de dierbaren die dit jaar zijn overleden.
“Wij leggen onze doden in de handen van God; niet alleen de herinnering aan hen blijft, maar wij geloven ook dat ze voortleven in Gods belofte.
Elke herinnering die onze overledenen nalieten wordt aan God toevertrouwd.”

We herdachten in deze dienst 37 gemeenteleden.
Vanmorgen werd ik vooral bepaald bij het overlijden van Gladys (de vrouw van bas Jaap) en van Klaas Kuiper. Jaap zat vanmorgen met zijn familie in de kerk en Klaas……..vorig jaar, begin november, stonden we nog naast elkaar te zingen.
Een cantorij is geen gewoon koor; we zijn onderdeel van de liturgie en samen zingen is ook samen de viering beleven; het voelde voor mij vanmorgen of Klaas er toch nog even was.

Na de viering sprak ik Arjan Schippers en gaf hem een compliment: hard gewerkt vanmorgen en prima gespeeld!
Er viel dan ook veel te genieten.  Een prachtige solo van Karel (Bist Du bei mir), een oor-strelende uitvoering van La Cygne (de Zwaan) gespeeld door Lieke op haar viool, Monique op haar dwarsfluit die de liederen van cantorij omspeelde en mooie solo’s van Rieke: het was allemaal prachtig.
Ook even luisteren?
Dat kan via Kerkomroepen YouTube

Reageren

29 oktober: Niet zwanger.

“Als je geen activiteit hier in je onderbuik voelt….” zei cantor Karel op de cantorijrepetitie over wat we moesten voelen tijdens de buikademhaling als je goed zingt “….dan ben je niet zwanger!” vulde alt naast mij fluisterend aan. Gedeeld stil plezier op de achterste rij. Niemand hoort dat verder, want we

….buikademhaling….

mogen eigenlijk niet beppen tijdens de repetitie. Karel had ons voor het inzingen al streng toegesproken: “Zondag werken we mee aan één van de belangrijkste vieringen in het kerkelijk jaar (de gedachtenisdienst waarin de gemeenteleden worden herdacht die zijn overleden het afgelopen jaar) en we hebben een vol programma. Ik vraag vanavond van jullie opperste concentratie en geen geroezemoes tussendoor.”

Maar dat lukt natuurlijk nooit, temeer omdat Karel zelf soms hele rare dingen zegt waar je wel op móet reageren.
“Mannen: dit moet gezongen worden als boter! En dan niet van die harde, nee, boterzacht. Denk aan van die 100% pindakaas die je op je boterham smeert: zo moet je zingen.”
De mannen zingen vervolgens als 100% pindakaas en wij staan met een uitgestreken gezicht achter hen ons lachen in te houden.
De tenoren zingen niet alleen boterzacht, ze zijn ook wel een beetje hardleers.
“Tenoren. Jullie hoeven écht niet bang te zijn dat de mensen jullie niet horen, het moet zachter”. Dit thema komt iedere repetitie minstens één keer aan de orde. Ook de alten moeten regelmatig dimmen en de sopranen moeten zich vooral laten hóren: vlammen! Toe maar!

De hele repetitie was een feest gisteravond, want Rieke (vriendin van Karel en mezzo-sopraan) zong bij een lied een mooie solo, Arjan was er de hele avond bij om ons te begeleiden op de piano en Monique speelde mee op haar dwarsfluit. Karel had daardoor alle tijd en ruimte voor het dirigeren en coachen van de cantorij.
Maar door de aanwezigheid van deze musici worden er soms ondoorgrondelijke aanwijzingen gegeven. “We doen dit in As groot!” roept Karel.
Wij kijken elkaar aan op de achterste rij en denken ‘Wij ook?’
Vervolgens klinkt er een mooie uitvoering van het lied en hebben wij ‘het’ zonder het te weten tóch in As groot gedaan.

Het feest werd compleet aan het eind van de repetitie, toen we het lied ‘Zou ik niet van harte zingen’ (lied 903) gingen repeteren. Karel heeft van dit lied een geheel nieuwe bewerking gemaakt: vierstemmig met piano, dwarsfluit én orgel. Daar hebben we de laatste weken hard aan gewerkt en ook thuis geoefend. We moeten bij dit lied zelf meetellen, want er zitten instrumentale stukjes tussen en het is belangrijk dat we als koor weer op tijd ademhalen en zelfverzekerd inzetten. Voortdurend opletten dus. Het veroorzaakt bij mij kippenvel als het dan goed gaat.

“Zondagmorgen wil ik om 08.40 uur graag inzingen: zorg dan dat je er bent en niet 10 minuten te laat!”
Karel maakt geen grapje.
Hoef je geen wekker meer te zetten voor je werk, zit de cantor je op zondagmorgen op je nek!

Reageren

27 oktober: Ongemakkelijk?

Welk woord schiet je te binnen bij het woord ‘stilte’?
Bij mij was dat heel lang ‘ongemakkelijk’.
‘En dan valt er zo’n ongemakkelijke stilte….’; ik hoef het vast niet uit te leggen.
Voorganger Bart Elbert leerde mij in de periode dat hij in Roden voorganger was dat stilte niet ongemakkelijk hoeft te zijn. Hij zei destijds al: “Stilte is de nieuwe luxe.”

Met die constatering begon dominee Sybrand van Dijk gistermorgen de zondagse viering van onze PKN-gemeente. In de vooraankondigingen hadden we al gelezen dat het een bijzondere dienst zou worden, want het was gisteren ‘de dag van de stilte’.
Voorop de orde van dienst stond het thema: ‘De stilte maakt ruimte’.
Eén van de mooiste onderdelen vond ik het voorlezen van het prentenboek ‘Het vosje en de stilte’. Voorgelezen worden uit een prentenboek: ik voel dan altijd even weer het kind in mijn blij worden worden.
Het ging over een klein vosje dat van zijn mamma niemand binnen mag laten, maar als de Stilte aanklopt is het vosje zo nieuwsgierig dat hij de onbekende gast toch binnenlaat. De Stilte laat aan het vosje zien hoe het is om stil te zijn en te luisteren naar je lichaam en je gedachtes. De Stilte werd op de illustraties prachtig in beeld gebracht. Je zag eigenlijk alleen maar een doorzichtig wezen, vorm gegeven door een witte lijn, maar je zag die Stilte de kamer vullen, aan tafel zitten en dansen. We leerden dat je ook kunt genieten van de stilte!

De viering was voorbereid met de vrijwilligers van het Stilte-uur in de Catharinakerk* en in de dienst was er vier keer een moment waarop een kaars werd aangestoken; daarna werden we in de gelegenheid gesteld om in stilte na te denken/tot onszelf te komen.
Gerard en ik hadden een enerverende, maar betekenisvolle week achter de rug. Als gevolg daarvan zat ons hoofd nog vol met onrust van alles wat er de laatste dagen gebeurde. In de stilte ben je alleen met je eigen gedachten, dan is er ruimte om stil te staan bij je eigen emoties en gevoelens.

Gistermorgen ontdekte ik het verschil tussen het ondergaan van stilte ten opzichte van het luisteren naar muziek, want wanneer waren mijn gedachten/emoties over het pensioen/verjaardag/feestge(d)ruis even weg? Tijdens het stilmakende pianospel van Erwin Wiersinga, die een indrukwekkend stuk van Ravel speelde. Tijdens de stilte was ik alleen met mijn gedachten, maar tijdens het luisteren naar de pianomuziek was de ruimte voor reflectie weg: ik genoot van de pianomuziek. Conclusie: stilte is vooral effectief als je het niet gelijk weer opvult met iets anders.
In onze tegenwoordige maatschappij moet je die stilte dus bewust zoeken en daarmee is het inderdaad een luxe product geworden.
In onze prestatiegerichte maatschappij wordt stilte vaak als ongemakkelijk of nutteloos gezien, maar in werkelijkheid is het een van de krachtigste manieren om tot rust te komen.
Ook voor dit inzicht ga ik naar de kerk.

*iedere vrijdag is de kerk open tussen 11.00 en 12.00 voor meditatie en/of gebed.

Reageren

19 oktober: Resoneren.

In de viering van onze PKN-gemeente vanmorgen was het belangrijkste woord ‘resoneren’.
We hadden het verhaal gehoord van de 10 melaatse mensen die door Jezus waren genezen en negen van de tien bedankten hem niet.
Voorganger Geertje van der Meer schetste een beeld van die 10 melaatsen vóór hun genezing.
Ze leefden apart in een groep buiten de maatschappij; melaatsheid was erg besmettelijk en niemand wilde met hen in aanraking komen. Als er mensen voorbij kwamen moesten de melaatsen heel hard ‘ONREIN, ONREIN’ roepen. Hun ziekte werd in die tijd gezien als een straf van God voor hun zonden. Een afschuwelijk lot. Ziek zijn en ook niet meer mee mogen doen met het volle leven.

Geertje nam ons in haar overdenking mee van dit verhaal naar onze huidige maatschappij en kwam toen met het woord ‘resonantie’.

Resoneren is een natuurkundig verschijnsel en het betekent  letterlijk meetrillen of weerklinken, zoals een snaar op een gitaar die mee trilt met een andere snaar op dezelfde toon. Figuurlijk wordt het gebruikt om aan te geven dat een idee, emotie of boodschap aanslaat of gevoelsmatig aansluit bij iemand. Dat resoneren gebeurt als je in een gesprek echt contact heb met de ander. Dat jouw woorden bij iemand ‘landen’ en een reactie oproepen. Resonantie is bijna een voorwaarde bij intermenselijk contact.

‘En wie ben ik in dit verhaal?’ denk ik dan in zo’n kerkdienst. Wie zijn de ‘melaatsen’ in onze samenleving? Een asielzoeker die onze taal niet spreekt? Een oudere met beginnende dementie met niet een heel groot netwerk? Mag bij ons iedereen meedoen of sluiten wij ook mensen  buiten? Tegenwoordig ligt de nadruk vooral op ‘ik en mijn persoonlijke behoeften’. Daarbij merkte de pastor op dat we, als we voorovergebogen op ons telefoonscherm zitten te kijken, onszelf afsluiten van de ander, de ander als het ware buitensluiten.

De hele preek was een oproep voor meer resonantie.
Jezelf openstellen voor een ander, functioneren als een soort klankbord, maar ook proberen om de juiste snaar bij de ander te raken. ‘Snaar’ is dan een mooi woord als het om resoneren gaat…
Kijk om je heen. Wiens stem wordt nooit gehoord? Wie zijn de nieuwe ‘melaatsen’? Welke groepen worden nu uitgesloten van het volle leven?

Binnenkort gaan we naar de stembus.
Welke overwegingen neem jij mee in je beslissing op welke partij je gaat stemmen?
Deze preek gaf me weer een heleboel stof tot nadenken.
A.s. donderdagavond 23 oktober om 19.30 u is er in Op de Helte een avond van onze PKN-gemeente met als onderwerp ‘Geloof & politiek’.
Vul je wel eens een stemwijzer in? En welke vragen zijn dan leidend bij jouw keuze?
Het gaat op die avond niet zo zeer om de vraag op welke politieke partij je
stemt en het gaat ook zeker niet om de ander te overtuigen of om gelijk.
Het gaat er wel om dat we naar elkaar luisteren, elkaar vragen durven te
stellen en antwoord willen geven.
Meepraten? Welkom!

Reageren

13 oktober: Gelukkig.

“Wanneer ben je gelukkig?”
Die vraag stond centraal in de ‘Ik-zie-jou’-viering van onze PKN-gemeente gistermorgen.
Met de kinderen ging de voorganger op zoek naar het antwoord op die vraag.
Wat vind je het belangrijkst op je verjaardag?
De cadeautjes of wie er langs komt om het met je te vieren?
Als ik gisteren een antwoord had moeten geven op die vraag zou ik hebben gezegd: “Vanavond op de achterste rij van de cantorij als ik de altpartij van de Taizé-liederen meezing.”

Al meer dan twintig jaar speel ik gitaar in het combo dat de Taizévesper begeleidt. Dat is altijd leuk om te doen, maar ik vind de Taizéliederen ook heel fijn om te zingen, want dat zijn mooie zettingen.  Als ik met de gitaar om mijn nek sta te spelen ben ik altijd zenuwachtig omdat die akkoorden zo moeilijk zijn en dan kom ik te weinig aan zingen toe.
Daarom vroeg ik bij Karel voor één keer dispensatie aan en mijn verzoek werd ingewilligd: ik mocht gewoon alt zingen. Als ik maar wel de communicatie voor het combo wilde doen. Tuurlijk.

Domweg gelukkig op de achterste rij de Taizé-muziek écht beleven.
Wat Taizé-muziek zo bijzonder maakt is  de meditatieve aard van de muziek. Door de korte, eenvoudige zinnen die vaak herhaald worden kan de tekst dieper doordringen. Deze vorm van zingen is gebaseerd op de traditie van het gebed dat in kloosters word gedaan. Daarbij ontstaat een sfeer van verstilling en rust die erg toegankelijk is. Je zingt als het ware een meditatief gebed dat helpt bij de persoonlijke verbinding met jezelf, met anderen en met God.
Bij het gitaarspelen kom ik niet in die toestand van ‘verstilling en rust’; daarvoor ben ik te geconcentreerd met de grepen van de akkoorden bezig.

Gisteravond kon ik me overgeven aan de muziek; het combo (Piety & Fokelien gitaar, Monique dwarsfluit en GréHilde altfluit) omspeelde het allemaal prachtig.
En natuurlijk: mensen die zelf in Taizé zijn geweest zeggen dat het daar heeeel anders is.
Ik citeer: “In deze vespers worden de liederen eigenlijk veel te mooi gezongen. Te ingestudeerd. Te ‘van te voren bedacht’. Te weinig ontspannen. En vooral: de liederen worden niet genoeg herhaald. Er is geen tijd om er meditatief ‘in te komen’.”
Dit schijnt een probleem te zijn bij alle Taizé-vieringen die worden georganiseerd: in een kerkdienst willen we altijd structuur aanbrengen en dat strookt kennelijk niet met de geest van Taizé.
Want er is altijd een liturgie. En een tijdslimiet. En een commissie die het allemaal voorbereidt. De musici moeten weten wat ze moeten spelen en hoe vaak. We moeten als cantorij weten wat we zingen en daarbij voortdurend op Karel letten en de sprekers bedenken van te voren wat ze gaan zeggen. Je krijgt het dus nooit helemaal zo als het in Taizé overkomt.

Het maakt mij echt niet uit.
‘In de geest van Taizé’ vind ik al heel mooi en met elkaar doen we ons best om er iets moois van te maken
De foto’s op dit blog maakte ik gisteravond: de entourage verzorgd door Dea Smith.

Wil je de Taizévesper terugluisteren?
Dat kan via Kerkomroep en YouTube

Reageren

12 oktober: Doe het zelf?

“Ik weet niet of ik daar wel heen ga; ik ben immers geen vrijwilliger voor een kerkelijke activiteit?”
Deze opmerking werd de afgelopen week vaak gemaakt als het ging over de feestelijke avond voor vrijwilligers van onze PKN-gemeente: iedereen was uitgenodigd voor de voorstelling ‘De ‘Doe-het-zelver’ van de christelijke cabaretier Ruurd Walinga.
“Tuurlijk kun je daarheen!” riep ik afgelopen week tegen een collega-alt “Wij zitten immers op zondagmorgen allemaal vrijwillig in de kerk, dus we zijn allemaal vrijwilliger.”
Was ook zo.
De kerkzaal was gisteravond ingericht met losse tafels met groepjes stoelen erom heen, wat natuurlijk gelijk al zorgt voor een heel andere sfeer dan op zondagmorgen.
We begonnen met koffie en toen iedereen zat kwam Bouwvakker Douwe binnen met keiharde muziek met een lat op zijn schouder. Die legde hij bij een dame neer: had ze alvast een lat-relatie. Douwe was een échte bouwvakker, met de bijbehorende bouwvakkerspraat en (soms afzaagde) woordgrappen, maar het was wel een onderhoudend verhaal.

Douwe heeft het familiebedrijf verlaten en is voor zichzelf begonnen. Hij denkt alles te kunnen maken. De achterliggende gedachte is dat ‘Douwe de bouwvakker’ staat voor de verloren zoon.
Aan het begin van de voorstelling haalt hij het bedrijfslogo (een kruisje) van zijn overall, ontdoet zich van de werkschoenen met stalen neuzen en doet rubberlaarzen aan, zet zijn helm af, doet zijn gereedschapsgordel af en haalt de woorden ‘regels’ van zijn borst, die hij vervolgens aan zijn laars lapt.
Hij kan het allemaal wel alleen.
Douwe is aan het werk in de werkplaats, die hij geërfd heeft van zijn opa.
Wat doe je met zo’n erfenis? Hoe herkenbaar is het dat wij in ons leven soms ‘ballast’ van ons afgooien die ons door de generaties voor ons is meegegeven?

Gedurende de voorstelling komt Douwe er achter dat hij het helemaal niet alleen kan en er wordt van ons verwacht dat we dat luid en duidelijk én ieder voor zich met hem meezingen: “Ik kan het niet alleen, ik kan het niet alleen, ik kan het niet alleeheen!” En inhaken maar!
Verder vertelt hij over de zoon van de baas (de zoon van de timmerman) die het licht, de weg en de waarheid is.
Die voor ons alvast naar het huis van zijn vader is gegaan om voor ons een woning te maken.
Aan het einde van de voorstelling brengt hij alles wat hij in het begin heeft af- en uitgedaan weer aan op zichzelf.
Dat deed mij denken aan de wapenrusting Gods, die Paulus beschrijft in zijn brief aan de Efeziërs en waar Elly en Rikkert over zingen in het lied: ‘Doe doe je wapens aan!’
Hierbij een link naar dat aanstekelijke liedje (Doedoewiwap…)
De show werd afgesloten met het grote vrijwilligerslied.

En toen? Kwam Loekie de Leeuw in beeld: reclame!
Niet voor Dreft of Corendon, maar voor het steunen van het projecten waar onze diaconie ons op attent wilde maken, zoals ‘Pakjesboot Noordenveld
Daarna werden er dienbladen vol consumpties binnengebracht en werden we getrakteerd op lekkere hapjes uit de frituur!

Meer weten over Ruurd Walinga en zijn programma?
Hierbij een link naar zijn website.

Reageren

Pagina 1 van 56

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén