een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 11 van 272

4 oktober: Toscane – 4. Op een terras in Italië

In het blog over ons bezoek aan het Romeinse amfitheater noemde ik het al even zijdelings: Maar toen we aan het eind van de dag op de fiets naar Fiesole gingen om een hapje te eten vonden we zomaar bordjes naar Museo Archeologico di Fiesole.
Vandaag een blog over het avontuur dat met ‘hapje eten’ in twee woorden is benoemd, maar dat een eigen blog verdient.

Toen we de tweede dag met de bus uit Florence terugkwamen hadden we nog geen warm eten gehad.
“We kunnen wel even op de fiets naar Fiesole” bedachten we.
We stelden Google Maps in op Fiesole ‘met de fiets’ en begonnen welgemoed aan onze eerste fietstocht.
Maar Google stuurt je dan over de kortste weg en dat betekende hellingen van meer dan 18%.
Dat kon ik niet.
Amechtig hijgend hing ik over het stuur: dit moet anders.
We kozen toch maar voor een grotere, maar ook geleidelijker weg wat hoogte betreft.
Wel wat meer autoverkeer, maar minder steile hellingen.
We gebruikten die avond voor het eerst onze helm!
We kwamen in Fiesole.
Met de versnelling in zijn 1, de ondersteuning op max en toen kwam ik nog ‘achter de poeste’ boven op de berg aan.

We verkenden het dorpje en streken rond een uur of zes neer op een terrasje bij een klein restaurantje; na twee dagen Florence met horden toeristen en grote drukte was het een verademing.
Het was vrijdagavond en op het terras zat voornamelijk de plaatselijke bevolking.
Er nam een middelbaar echtpaar plaats, dat even later gezelschap kreeg van een tweede echtpaar.
4 vrienden die elkaar een tijdje niet hadden gezien: er was een warme omhelzing, ze dronken samen een glas, bestelden wat te eten en klepten ondertussen honderduit.
Aan een ander tafeltje zat een groepje van 6 personen, waarvan een jong stel hun baby had meegenomen.
Het was allemaal familie van elkaar, want de baby ging van arm naar arm onder luide Italiaanse uitroepen van hoe schattig het kindje was.
Denk ik, want ik spreek geen Italiaans.
Naast ons zat een moeder met twee volwassen zonen.
Moeder kreeg telefoon van een bekende, die de zoons kennelijk ook kenden, want het duurde maar even, toen zaten de zoons ook gezellig mee te tetteren in moeders telefoon.
Een ouder echtpaar werd door de ober allerhartelijkst verwelkomd.
Stoelen werden aangeschoven en ze hoefden de kaart niet te zien: de ober wist wat er moest komen.
Ze kregen allebei een groot glas wijn en proostten guitig over hun glazen heen.
De meneer vond de ijsklonten die er in zaten kennelijk niet nodig, want hij graaide ze met met zijn vingers uit het glas en legde ze naast de tafelpoot waar hij bij zat.

Een zomeravond begin september op een Italiaans terras.
We verstaan helemaal niets van wat er wordt gezegd,  maar dat is ook niet nodig.
We hebben genoten.

Toen we terugfietsten was dit ons uitzicht: Florence in het dal vlak na zonsondergang.
Mooier wordt het niet.

Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1  onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.

Reageren

3 oktober: Weet ik niet….!

“Kijk, ik brei een soort handdoekje.”
Het breiwerk wordt bekeken door de buurvrouwen links en rechts.
“Wat voor steek is dat dan?”
“Weet ik niet. Ik doe gewoon twee recht, twee averecht en dat afwisselen.”
“O, dat is de dubbele gerstekorrel” wist een van de dames te vertellen.
Zat iemand zomaar dubbele gerstekorrel te breien zonder dat ze het wist!

Dit gesprekje werd gevoerd aan de grote tafel op de eerste dinsdag van de maand: Holy Stitch.
De eerste bijeenkomst in september had ik gemist, maar nu zat ik er weer bij!
Razend benieuwd was ik naar het verhaal over de breiende oma op de wagen van de Hoeksteen: daar hadden meerdere Holy-steeksters aan meegebreid.
In geuren en kleuren vertelde Corrie Poot hoe het allemaal was gegaan.
Dat kleinzoon Jasper aan oma Corrie had gevraagd om mee te helpen en dat Corrie vervolgens werd meegezogen in de energievretende ziekte die veroorzaakt wordt door het Rodermarkt-virus.
Ze had een aantal dames van onze groep gevraagd om mee te breien aan de grote deken achterop de wagen.
We hoorden over bezemstelen die breinaalden werden.
Waar plastic omheen werd gedaan omdat de steken dan beter over de ‘naalden’ gleden.
Ze vertelde over meerdere vrouwen die uren lossen hadden gehaakt om de bol garen te maken die op de wagen aan oma’s breiwerk vastzat.
En over heel veel verschillende lichtblauwe en witte lapjes, gebreid met verschillende steken, die een soort ijsberg vormden in een winters decor.

Wat een heerlijk verhaal!
Ze stuurde mij een foto die gemaakt is op de ochtend van de Rodermarktparade: Corry als een soort koningin op de troon achterop de wagen.
“En ik had mijn SLOFFEN nog aan!”
Klik op de foto voor een vergroting: dan zie je de lapjes, de bezemstelen, de bol én de sloffen.

En verder was het vooral fijn om elkaar weer te zien en om te bespreken waar iedereen mee bezig was.
We willen eigenlijk wel aanhaken bij de actie waar Sijcolien en Jannie de vorige keer over vertelden.
Er was wol meegenomen, er werden vierkantjes gebreid, maar niemand wist precies waar bij deze klok de klepel hing, want zowel Sijcolien als Jannie waren er niet.
Wordt vervolgd.
Hennie legde uit dat ze heel veel vierkantjes breit voor een deken, die haar dochter voor haar aan elkaar zet. Maar als ze alle vierkantjes die al af zijn naast elkaar legt zitten er soms exemplaren tussen die ze zelf niet mooi vindt, dus die gooit ze dan alvast maar weg voordat haar dochter is geweest.
“Ja. Dat heet achteruit breien….” merkte mijn buurvrouw Ilse op.

En zo vloog de middag voorbij.
De middag werd afgesloten met het voorlezen van wat ik had gelezen op de website ‘Wolplein‘ over de acht voordelen van handwerken.
Het laatste voordeel was: niemand begrijpt jou zo goed als andere creatievelingen die ook handwerken. Het is dan ook fijn als je iemand ontmoet die net zo blij wordt van garen, naalden en patronen als jij.
Dus: blij met Holy Stitch!

Reageren

2 oktober: Toscane – 3. Romeins óp Etruskisch.

In Florence hadden we in twee dagen al veel gezien,  maar de tijd ontbrak voor een uitstapje ‘wieth zze red route’ naar Fiesole, waar we een Romeins amfitheater konden bezichtigen.  Maar toen we aan het eind van de dag op de fiets naar Fiesole gingen om een hapje te eten vonden we zomaar bordjes naar Museo Archeologico di Fiesole.  Het was toen één minuut voor 7 en om 7 uur ging het museum dicht. En je kon er niks van zien: alles zat achter de muur en de poortjes van het museum. Jammer ja.

De volgende morgen zouden we vertrekken naar ons volgende logeeradres in de buurt  van Siena, maar die reis duurde maar anderhalf uur. En we moesten om 10.00 uur al uit ons hotel zijn.
Je kunt vast wel bedenken wat wij de rest van de ochtend hebben gedaan…..

Om 11.00 uur liep ik als een kind zo blij op de plek waar 2000 geleden de Romeinen woonden.
En daarvóór de Etrusken, zo oud is het al!
De antieke stad Faesulae werd in 283 voor Christus door de Romeinen veroverd.
We keken dus naar restanten van de Romeinse tijd, die destijds gebouwd waren op de fundamenten van de Etruskische stad.
Het amfitheater is niet helemaal bewaard gebleven: de bovenste rijen van de tribune ontbreken en van het podiumgebouw zie je alleen nog de fundamenten. Er stond nu een groot podium opgesteld, want in de zomermaanden wordt dit theater gewoon nog gebruikt voor opera-uivoeringen.

Verder waren er overblijfselen van een tempel, thermen,  een oude stadsmuur en delen van de stadsmuur uit 100 na Christus.  We kregen er een tablet bij met 9 ‘informatiepunten’ die ons met bewegende beelden meer vertelden over deze bijzondere plek. Bijvoorbeeld over de ouderdom van de plek, die dus 500 jaar voor Christus dus al een Etruskische nederzetting was.

Het doet iets met me, zo’n eeuwenoude plek.  Dat je loopt waar Romeinse sandalen hebben gelopen.  Dat je zit waar Romeinse theaterbezoekers hebben gezeten.  Dat je het poortje ziet waar de slaven doorliepen naar het gloeiend hete stookhok, waar met open vuur het water werd gekookt om de thermen te verwarmen.  In mijn fantasie zie ik de burgers socializen en handel drijven, want dit was ’the place to be’: zien en gezien worden was belangrijk.

Een cadeautje,  zo heb ik die morgen beleefd.
Een feest voor de geest.
Die geest vermaakte zich prima, maar het lijf had af en toe bedenkingen. Het was namelijk boven de 30 graden en het was klimmen en dalen rondom de het archeologische restanten: regelmatig moest ik even op een bankje in de schaduw uitrusten.
Rust om te genieten van de sensatie van ‘dat ik hier nu ben!’

Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1  onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.

Reageren

1 oktober: Niet voor mannen?

Begin september kregen we een appje van Janneke in ‘de Havenstappers’-app:
Zondag 29 september is het zover: als Havenstappers gaan we op familiebezoek.
Ze is op de hoogTe.
Het familiebezoek zal in verband met haar leeftijd tot max. 18.00 uur duren.
Deelname graag doorgeven in verband met de bezoekregeling.
Dit mag je gerust een cryptische omschrijving noemen.
Wat gaan we dan doen?
Wij kennen elkaar als ouders van basisschool ‘De Haven’ die in de jaren ’90 voor de school samen een wagen bouwden voor de Rodermarktparade.
Welke gezamenlijke familie hebben wij dan?

Vorige week werd er weer een tipje van de sluier opgelicht:
Hierbij sturen wij jullie namens tante – die het overigens goed maakt- de adresgegevens. 
We werden verwacht bij Tante Til, Dorpsstraat 5 in Enumatil.
Gerard en ik hadden zaterdagavond nog even een discussie: “Wie rijdt er morgen?”
“We kunnen misschien ook op de fiets. Hoe ver is het eigenlijk?”
Het was 12½ kilometer en we gingen op de fiets, want het was heerlijk weer.
We fietsten door een prachtige omgeving langs het Leekstermeer en Lettelbert.
Halverwege de fietstocht kwamen Klaas en Joke ons al achterop fietsen.
Heb je elkaar een jaar niet gezien, praat je zo weer verder!

Tante Til had voor ons een heerlijke hightea voorbereid.
Bert vertelde dat hem ter ore was gekomen dat een hightea niet voor mannen was.
“Dat is alleen voor vrouwen, hoor.” had iemand gezegd.
Alsof mannen geen theedrinken.
En zich ongans kunnen eten aan lekkere hartige en zoete hapjes.
Het was allemaal heerlijk wat we kregen.
Een glaasje mosterdsoep, een lepeltje eiersalade, hartige sandwiches, scones met jam en clotted cream, poffert, taart, soesjes…… te veel op te noemen. We kregen thee geserveerd in oude, porseleinen kopjes, zoals vroeger bij onze tantes.

Lekker man.
En gezellig.
Alle tijd om elkaar uitgebreid te spreken en te genieten van de hapjes, drankjes en verschillende soorten thee.
Natuurlijk werd er veelvuldig op elkaars telefoon gekeken. “Kijk, dit is…..”: verbouwingen, kinderen, kleinkinderen, er gebeurt natuurlijk van alles in een jaar en iedereen heeft zijn fotoalbum tegenwoordig bij zich.

Het lukte niet om iedereen te spreken te krijgen, maar dat hoeft ook niet; met de meesten heb ik wel wat woorden gewisseld.
Jan vond het allemaal reuze gezellig en opperde dat we deze bijeenkomst wel drie keer per jaar konden doen.
Lijkt mij niet. Het bleef nu al stil toen Janneke en Jan vroegen wie zich wilden opgeven voor de organisatie van dit gebeuren voor volgend jaar…..
Nettie maakte zich daarover nog wat zorgen: “We moeten nu wel wat afspreken, anders komt het er niet meer van.”
Maar verder dacht iedereen dat dat wel mee zou vallen; we hebben immers de groepsapp!

We fietsten terug met Henk en Mieneke, die we zo dus ook nog even spraken.
En dan weet je dat de zomer echt voorbij is, want ik had me toch koude handen toen we thuiskwamen!

Meer weten over ‘de Havenstappers’? Hierbij een link naar het blog van twee jaar geleden  ‘Iedereen heeft wat’.
Onderaan dat blog vind je een overzicht van alle bijeenkomsten vanaf 2014.

Reageren

30 september: Niets nieuws onder de zon.

Wat schrijf je over een kerkdienst?
Wat ik vaak tegen mensen zeg: “Wat ik schrijf in mijn blog zijn geen notulen”.
En zelfs bij notulen wordt niet alles opgeschreven wat er wordt gezegd.

Paulus

Wat haalde ik uit de viering van gistermorgen?
We hoorden dominee Walter Meijles de apostel Paulus vergelijken met een moderne influencer.
Hij is zeer effectief, maar krijgt ook te maken met mensen die het helemaal niet met hem eens zijn en die op allerlei manieren proberen om hem tegen te werken.
We lazen handelingen 24 (hierbij een link naar het verhaal in de Basisbijbel Online).
Paulus wordt aangeklaagd, hij verdedigt zich, maar wordt na een schijnproces toch gevangen gezet.
Een paar zinnen uit de overdenking van de voorganger die ik er uit wil lichten:
“Het is pijnlijk om te zien hoe religieuze vroomheid en het willen beschermen van de eigen cultuur bodem kan geven onder zulke felle haat tegen buitenlanders die op de ongewenste plek zijn.”
“Leugen en manipulatie staan de hogepriesters en andere religieuze leiders zich toe rondom dit proces, net als toen bij Jezus. 
We zien hier de wetmatigheden aan het werk van een wereld die gedrenkt is in eigenbelang, in manipulatie, in corruptie, valse verhalen om een ander kapot te krijgen. De wereld van toen, maar zoveel is nog herkenbaar in de wereld van nu.”
Niets nieuws onder de zon.

Wat wel nieuw was voor mij, was wat de predikant vertelde over het proces van Paulus en dat hij naar Rome werd gebracht omdat hij daar zelf om vroeg. De Romeinse leider Festus stelde namelijk voor om terug naar Jeruzalem te gaan, maar daar had Paulus zelf (vanwege slechte ervaringen) geen oren naar. In Rome is Paulus vervolgens ter dood veroordeeld.
Op dat punt in de overdenking stelde de dominee de vraag: “Was dit lot wat Paulus overkwam nou de hand van God? Of was het een toevallige samenloop van omstandigheden?”
Wanneer ervaar je zelf de hand van God in je leven?
Of hangt jouw leven van toevalligheden aan elkaar?

De overdenking werd afgesloten met de constatering dat de kleine Paulus tot enorme daden in staat is geweest, omdat hij rotsvast geloofde in de overtuiging dat God hem in dit werk wilde.  Dat deed hem volhouden, dat gaf hem kracht, dat zag hij als zijn taak in het leven.
Wij hebben ook een taak, namelijk de liefde van God, de vrijheid van Christus en de wijsheid van de geest een plek geven in ons leven; daarmee zet je anderen in het licht.

Maar een kerkdienst is meer dan een preek.
Vanmorgen werd ik opgetild door een aantal liederen die we zongen.
Het Taizélied ‘Veni Sancte Spiritus’, ‘Zolang wij ademhalen’ en ‘Ga met God en Hij zal met je zijn’; een hart onder de riem voor de nieuwe ouderling Eildert de Groot, die gistermorgen in het ambt van ouderling is bevestigd.

Reageren

29 september: Henk himself.

Vrijdag de 27e had ik de jaarlijkse BRUS-dag met mijn broer.
Vorig jaar deden we samen de stad Deventer aan, dit jaar bezochten we twee interessante plaatsen in de provincie Groningen.
Eerst dronken Henk en ik samen met Gerard koffie aan onze keukentafel en daarna vertrokken we naar ons eerste doel: het klooster in Ter Apel.
Daar was ik al eens eerder geweest met schoonzus Ali (zie Aaltjedag); voor meer informatie daarover verwijs ik dan ook naar dat blog.
Deze keer was het veel drukker dan toen met Ali, want het was slecht weer en bruidsparen die vrijdag trouwden kozen kennelijk voor ‘het

Uitzicht op de kanunnikenkerk vanaf het doksaal

klooster’ als alternatieve locatie om foto’s te maken.
Twee bruidsparen maar liefst waren er die morgen en ze liepen ons danig in de weg; stonden met een hele groep in de kruisgang te tetteren, zodat we het klankbeeld niet hoorden, stonden in de sacristrie te overleggen waar ze moesten staan, zaten met hun satijnen jurk in de priesterzetels in de kanunikkenkerk en blokkeerden de toegangsdeur naar de kruidentuin.
En een bruidspaar en één fotograaf is het probleem natuurlijk niet, maar er zwermden hele groepen opgedirkte bruiloftsgasten omheen.
Zucht.
Wij gingen eerst maar naar boven en hebben uiteindelijk alles goed kunnen bekijken.
Toen we de laatste ruimte van de rondgang, de refter, verlieten kwam ons op weg naar de uitgang een derde bruidspaar met entourage tegemoet.
Maar wij konden gelukkig weg.

Op naar doel 2: Museum Helmantel in Westeremden.
Henk Helmantel is een Nederlands kunstschilder; in zijn werk én in zijn dagelijks leven staat het christendom centraal.
Voor meer informatie over Henk én over het museum hierbij alvast een link naar zijn website: Museum Helmantel.
Het is gevestigd in de Weem, een middeleeuwse pastorieboerderij in het oude wierdedorp Westeremden. Helmantel werd in 1967 eigenaar van het pand, een villa voor de dominee die in 1914 was gebouwd.
In de tuin ontdekte hij de fundering van de oude, middeleeuwse pastorie, in Groningen een weem genoemd en Henk en zijn vrouw besloten om deze oude pastorie weer op te bouwen. Dat gebeurde tussen 1974 en 1981.
Het is werkelijk betoverend mooi daar in Noord Groningen.
Ook al zou je helemaal niet houden van zijn schilderijen, dan is een bezoek aan Weem alleen al een aanrader vanwege de plek en de entourage.

Maar die schilderijen zijn natuurlijk ook prachtig.
Stuk voor stuk.
Je moet er heel dichtbij gaan staan om de penseelstreken te kunnen zien, anders zou je denken dat het een foto is.
Als voorbeeld hieronder het schilderij van een druiventrosje, met een uitgelicht detail.
Dan denk je toch dat je die druiven zo op kunt eten?

Aan het einde van de rondgang kregen we een kop thee/koffie van een vrijwilligster, waar we een gezellig praatje mee aanknoopten.
En daar kwam zo ineens de meester zelf voorbij.
Vale spijkerbroek, zijn haar en baard verward en alle kanten op.
“Ja, ook goedemiddag” en weg was hij weer.

Ga daar eens heen en laat je ook verrassen!
Door de weem, de schilderijen en misschien wel door Henk himself.

Reageren

28 september: Nooit weer naar Groningen.

Gistermorgen gingen Gerard en ik onze coronaprik halen.
In voorgaande jaren moest dat altijd in Groningen in van die grote hallen met rijen mensen en kleine hokjes, dit jaar kregen we een uitnodiging van het Ministerie van Volksgezondheid dat we ons konden melden in het dorpshuis in Nieuw Roden.
We gingen op de fiets.
Goed dat we een helm op hadden, want het regende eikels.
Echt waar.
Bij het dorpshuis troffen we geen parkeerwachters aan.
Het was rustig en we zetten onze fiets onder het afdakje bij de voordeur en werden na die deur hartelijk welkom geheten door een mevrouw van de GGD. Ze controleerde of we het formulier hadden ingevuld (ja) en of we hadden gedacht aan onze identificatie (ja) en toen mochten we doorlopen naar de inschrijfbalie.
Het leek op een stembureau bij de verkiezingen.
Er zaten twee mensen met een laptop en een afvinklijstje aan een lange tafel, die beiden hetzelfde deden: formulier en ID controleren en een aantal vragen stellen.
Eén van de twee was er die ochtend kennelijk voor het eerst, want als je door hem werd geholpen duurde het heel lang.
Toen de rij wachtenden tot bij de voordeur gegroeid was werd er in allerijl een derde laptop met bijbehorende GGD’er bijgezet.

Eenmaal voorbij de controle mocht je naar een volgende zaal lopen waar 4 lange rijen stoelen stonden opgesteld.
“Wilt u links of rechts worden geprikt?”
Links natuurlijk, want ik ben rechts.
“U mag achter die meneer gaan zitten”.
Dan zit je achter een meneer alsof je in een trein zit.
De meneer die achter mij kwam zitten was Gerard.
Je hoefde niet meer op te staan van je stoel: er kwam een medewerkster van de GGD op een verrijdbare kruk aan links-prik-kant bij de rij langs, zette een prik, deed er een pleistertje op en rolde naar de volgende ontblote bovenarm.
Na een kwartiertje mocht je opstaan en de zaal via een zijdeur verlaten.
Logistiek zat het perfect in elkaar.

Kennelijk had het ministerie de uitnodigingen op volgorde van postcode verstuurd, want waar je in Groningen wat ongemakkelijk tussen allemaal vreemden staat kwamen hier nogal wat bekenden, vooral buren, binnendruppelen.
En dan wordt het natuurlijk al gauw gezellig.
‘Moi! Bi’j hier ok!”
Er viel weer genoeg te genieten.
Een man, geboren in 1933, werd begeleid door zijn zoon uit Baarn, geboren in 1966 (dat wordt ook gewoon door de zaal heengetoeterd) die zijn ‘pap’ liefdevol door de procedure heen loodste.
Toen pap even opstond dacht de zoon dat hij weg wilde lopen “nee pap, je moet gewoon blijven zitten”, maar de oude heer wilde alleen even zijn jas aan doen, want het was wat koud.
Een oudere mevrouw kwam opgewekt de ruimte binnen met een langharige jongeman.
“Ja ik heb mien kleinzeune metnummen, die zörgt goed veur mij!”.

We wachtten het kwartiertje lijdzaam af, riepen nog wat over ‘het weer en de eikels’ naar een aantal buurtgenoten op andere plekken in de trein en fietsen na deze enerverende gebeurtenis weer naar huis.
Nooit weer naar Groningen voor zoiets.

Reageren

27 september: Kerkdingen.

Toen we terugkwamen van onze zomervakantie was het zomaar herfst.
De cantorij had al een maand gerepeteerd, de Holy Stitch-wichter hadden al een bijeenkomst gehad en op mijn werk was het na de ‘Hé-wat-leuk-dat-je-terug-bent-hoe-was-het’-dag business as usual.
We vielen op de dag van onze terugkomst midden in het Rodermarktgebeuren en daarna ging het gewone leven weer zijn gang.
Op de Rodermarkt kwamen we trouwens onze PKN-kerk nog tegen!
Er stond een ‘event-shelter’ (zie afbeelding) waar een bankstel in stond waar je even kon zitten en er stond een sta-tafel met een rad van avontuur.
Niet met prijzen, maar met gespreksonderwerpen!
Je kon (gratis) aan het rad draaien en over het onderwerp waar het dan stil bleef staan kon je een gesprekje voeren met iemand van de kerk.
Bij mij bleef het rad staan bij ‘geluk’, bij Gerard bij ‘luiheid’ 😉
Wij voerden een leuk gesprek met Tineke en vonden het geweldig dat ‘we’ als kerk op de Rodermarkt vertegenwoordigd waren.
Ook het idee om dat met een shelter te doen sprak ons wel aan.
Als je het woord ‘shelter’ opzoek in het woordenboek tref je deze synoniemen aan:
· onderdak
· schuilplaats
· beschutting
· opvang
· asiel
· schuilen
· onderkomen
· opvanghuis
· toevlucht
Allemaal woorden die te linken zijn aan de kerk!

Iets anders ‘kerks’:
Op de activiteitenmarkt van onze PKN-gemeente in april hadden collega-Holy Stitcher Ilse en ik een activiteit aangeboden: Irisvouwen met theezakjes. Daar schreef ik al eens een blog over onder de titel ‘Irisvouwen in de praktijk’
Wij gaan op dinsdagmiddag 8 oktober laten zien hoe het irisvouwen met theezakjes in zijn werk gaat.
Vind je het leuk om dat ook te leren? Je kunt nog meedoen!

Nóg iets anders ‘kerks’:
In oktober organiseren Gerard en ik voor onze gemeente een avond met de titel ‘Baat bij muziek’.
Deze avond gaan we antwoord geven op de vraag: ‘Welk lied raakt je in je ziel?’
Soms kun je dat niet eens uitleggen aan een ander, maar we gaan wel een poging doen.
Niet iedereen heeft iets met muziek. Muziek kan ook irriteren.
Een lied kan voor de één betekenisvol zijn, maar kan door een ander als ‘geneuzel’ worden ervaren.

Bij het beantwoorden van bovenstaande vraag kun je denken aan de volgende dingen.
Waarom knap je er enorm van op?
Waarom emotioneert het of geeft het troost?
Is het sterk verbonden met een persoon of gebeurtenis?
Wat is de kracht van de tekst?
Deze avond horen we het lied en luisteren naar het verhaal daarachter.
Datum: 30 oktober 2024.
Plaats: Op de Helte, Touwslager
Tijd: 19.30 – 21.30 uur.

En Gerard kwam ook nog met een kerkding: op 5 en 12 oktober worden er appels en peren ingezameld voor de ‘sapactie’.
Dat wordt georganiseerd door de werkgroep ‘Groene Kerk’ en de opbrengst van de actie is voor de voedselbank.
Heb je appels en/of peren over? Gerard komt ze met liefde bij je ophalen.
Daarna kun je natuurlijk ook een pak sap kopen!

Zoals ik al schreef in de eerste alinea: het gewone leven is weer begonnen.
Deze weken ben ik al weer druk met de Taizé-vesper op zondagavond 13 oktober.
Daarvoor hebben we een combo bij elkaar gekregen met een cello, een viool, een dwarsfluit, een blokfluit en drie gitaren.
ZINNAN!

Reageren

26 september: Gekregen.

In het Rodermarktweekend kregen we van een vriendin van Frea en Jon totaal onverwacht een heel mooi cadeau.
Het was een tekening van de Winsinghhof op de Brink in Roden met de kerk op de achtergrond.
Maartje was die zaterdag van de optocht met Frea en Jon meegekomen voor de optocht en aanverwante gezelligheden en haalde toen we een borrel zaten te drinken een fotolijst te voorschijn waar de bovengenoemde tekening in zat.

Daar zat het volgende verhaal bij.
Haar ouders waren rond 1985 uitbaters van de Winsinghhof en hadden bij het 12½ jarig bestaan daarvan deze tekening gekregen.
Inmiddels zijn die ouders allebei overleden en zij had natuurlijk al hun spullen geërfd.
“Deze lijst is al drie verhuizingen met mij meeverhuisd. Eigenlijk wilde ik hem wel wegdoen, naar de kringloop of zo, maar ik kon het steeds niet. Het is iets wat bij mijn ouders hoort, maar mij zegt het niet zoveel, want ik heb maar heel kort in Roden gewoond.
Misschien vinden jullie het mooi? Dan heb ik het gevoel dat ik er iemand een plezier mee doe en komt het goed terecht.”

Wij voelden ons vereerd; wat een mooi en persoonlijk cadeau.
Het heeft inmiddels al een plekje bij ons in de hal.

Dinsdagmiddag, tijdens de Rodermarkt, stonden we op de Brink voor de kermis met een bakje kibbeling.
De Brink, anders een prachtig historisch plaatje met de kerk en de Winsinghhof, was bezet door de kermisattracties en het was een drukte en een lawaai van jewelste. Ot & Sien stonden ingeklemd tussen een patatwagen en een kinderdraaimolentje.
Mij trof het beeld dat je hiernaast ziet: de oude kerktoren die zich majestueus verheft boven het kermisgedoe.
De Rodermarkt werd in 1727 voor het eerst georganiseerd, toen stond die toren daar al minstens 3 eeuwen.
In 2027 viert Roden het 300-jarig bestaan van de Rodermarkt.
Als die toren toch eens kon praten.

Nog even een vraagje over die tekening.
Er staat een handtekening onder van een meneer of mevrouw Piek.
Weet iemand meer van deze plaatselijke kunstenaar?
Op de afbeelding hiernaast zie je de signering van de tekening.

Reageren

25 september: Toscane – 2. Florence met de bus.

De eerste dagen van onze vakantie brachten we door in Florence in hotel Villa La Stella.
En dan ben je in Florence!
Vanuit onze hotelkamer keken we uit over de stad: we zagen de dom liggen.
‘Op de fiets Florence in’ hadden we al uit ons hoofd gezet.
Op de avond van aankomst hadden we ergens in de stad een pizza gegeten, maar toen zagen we ook al hoe ongelofelijk druk het was in de stad, daar gingen wij ons niet met onze rijwielen in begeven. Zelfs niet met helm.
Ons hotel lag een kilometer of 5 van de stad af.
Hoe gaan we dan? Volgens de receptionist konden we het beste met de bus naar de stad: hij kon voor kaartjes zorgen.
Dank. Maar het antwoord op die vraag leverde al weer meer andere vragen op.
Waar is de halte?
Waar moeten we het kaartje afstempelen?
Waar moeten we er uit?
We gingen er maar uit waar iedereen uitstapte: bij het hoofdstation.

We hadden bedacht dat we kaartjes zouden kopen voor de Hop-on-hop-off-bus, zodat we niet hele einden hoefden te lopen in Florence.
Er bleven maar vragen bij ons opkomen.
Waar zijn we nu?
Waar is de opstapplek van de hop on hop off bus?
Toen we die hadden gevonden wilden we bij zo’n kioskje kaartjes kopen,  maar dat had nog wel wat voeten in de aarde.
De Italiaanse mevrouw sprak Engels,  maar zo klonk het niet in onze oren. Ze had het over ‘ to switch from zze blue line to zze red line’ en streepte hier en daar enthousiast  wat dingen aan op het foldertje.
Het onbegrip stond kennelijk op mijn gezicht te lezen want ze stopte met ratelen en zei: ” OK.  I’m too fast. Sorry, I’ll try to slow down”

Mochten wij gedacht hebben dat het in september wat rustiger zou zijn in Toscane: dat was geenszins het geval. Toen we de opstaphalte hadden gevonden stonden er zoveel Amerikanen, Japanners en andere toeristen te wachten dat we moesten wachten op de volgende.
We hebben ons er ons als ware toeristen ingestort en we hebben twee dagen rondgedwaald in de oude stad; het is net alsof je in één groot openluchtmuseum loopt. We staken de rivier de Arno over via de Ponte Vecchio, de bekendste brug van Florence. De brug is vooral bekend geworden om zijn winkeltjes, die zich aan of op de brug bevinden. Vroeger waren dat smeden, looiers en slagers, maar tegenwoordig zijn het  vooral juweliers. We zagen het beroemde beeld van David van Michelangelo en het Palazo Vecchio. Verder bekeken we natuurlijk de dom en meerdere andere kerken en vergaapten ons aan de peperdure winkels van o.a. Valentino, Armani en Chanel.
Even buiten het drukke toeristische centrum was het minstens zo interessant: kleine winkeltjes, mooie, oude panden en andere bruggen over de Arno. We kochten nog wat fruit in zo’n klein winkeltje, bekeken etalages van popperige etalages en zaten hier en daar op een terrasje te genieten van wat er zoal in zo’n stad aan je voorbijtrekt.

In de bus op de terugweg naar het hotel was het zo druk dat Gerard en ik niet bij elkaar zaten.
We lieten allebei op onze telefoon Google Maps ‘meelopen’ om er zeker van te zijn dat we bij de goede halte uitstapten; op de tweede dag stapten we al geroutineerd in en uit.
Maar stadsmensen zullen wij nooit worden.

Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1  onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.

Reageren

Pagina 11 van 272

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén