een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 121 van 263

21 juni: Zomervakantie.

Na de kerstvakantie heb ik vanaf 5 januari iedere dag een blog gepubliceerd, ook in coronatijd.
Het is best bijzonder om te zien dat er zonder cantorij, gespreksgroep, collega’s, visite’s, koffie-ochtenden, sport en dagjes uit met deze en gene toch iedere dag wel iets van waarde was om over te schrijven.
Ons fotoboek van het eerste half jaar van 2020 laat ook dit beeld zien: anders dan anders, maar niet verkeerd. Veel gewandeld, veel gefietst en flink uitgerust.
Langzamerhand gaat het leven weer zijn gewone gang, al is het nog lang niet weer zoals voor corona en we weten ook nog niet wat ons in de komende tijd met betrekking tot corona boven het hoofd hangt.

Op dit moment is er een andere klus die even mijn aandacht nodig heeft, dus ik neem een poosje vakantie van mijn blog. In eerste instantie ga ik uit van twee weken, dan meld ik mij weer.

Denk je: die leegte wil ik wel een keer een dag vullen?
Be my guest en schrijf een gastblog.

Reageren

18 juni: ’t Kun minder.

Iedere Drent wet dat de woorden ’t kun minder‘ betiekent dat het best wel goed giet.
Het is zu’n uutdrukking die ok in t’Grunn’ns en Twents veurkomt.
Het is jammer dat de streektaol in het dagelijks leven terrein mut priesgeven, maor ’t is niet aans. Daorum vandage een paar mooie Drentse uutdrukkings en woorden die we eigenlijks niet vergeten moet.

As iene graag an’t woord is, dan het dat in Drenthe: ‘Die gruit de spinnewebben niet veur de mond’.

Veur het spreekwoord van Johan Cruyff ‘elluk foordeel hep se nadeel’ is d’r al hiel lang een streektaol alternatief: He’j knienen, dan he’j ok keutels.

Zölf gebruukte ik lest argens het woord ‘verinneweert’.
“Wat?” vreug een collega.
Finaal kapot betiekent dat.
Ok het woord ‘franterig‘ is zu’n woord dat niet overal bekend is; het stiet veur chagerijnig, gauw anbrand.

As een Drent met iene prat die haost gien tied hef veur een praotie, dan vrag e “Moe’j hen heuien of zo?

Veur iene die altied commentaar hef op van alles en nog wat en zölf bijna niks uut stee zet is ok een hiele mooi uutdrukking: ‘een zittend gat hef altied wat’.

Was d’r vrogger iene overleden dan zee mie va soms eufemistisch: ‘Die hef de klompen an de kaante zet’.

Schoonzeun Jon hef een half jaor bij oons in huus woont en hef soms een Drentse tongval in zien Nederlands. Daor bin ik stiekem wel een beetie trots op.
Lest mus e nog eem hen de wc veurdat e in de auto stapte, toen zee e: “Ik gao nog eem de eerappels ofgieten”
Ik weet niet iens of dat nou een Drentse of een Waningse uutdrukking is, maor wij holt em in oons gezin in ere.

Gusteraomd hadden wij een feessie met de familie Waninge: schoonzussie weur 65.
Wij kwamen bij mekaar in de kantine van een aandere schoonzus en zwaoger. Die hebt een mini-camping en daor is wat meer ruumte um zu’n verjaordag te holden.
Wij zaten keurig anderhalve meter uut mekaar; op de deuren zat een mooie sticker.

Hol afstand dus: twee Drentse heideschaopen.

Reageren

16 juni: Digitale spelletjes met meer mensen.

In coronatijd leerden we digitaal klaverjassen.
Dat deden we met de kinderen en met vrienden, maar er gaat niets boven een échte boom. Zaterdagdagavond zaten we weer voor het eerst met onze vrienden uit Peize aan een échte tafel met échte kaarten: blij dat het weer kan/mag.

Gerard en ik downloadden een tijdje geleden ook de app van ‘Met het mes op tafel om met z’n tweeën te spelen.
Leuk.
Maar niet altijd eerlijk, vooral niet in de laatste ronde.
En wij misten Herman ook wel een beetje……
Verder werden we door ons gezin uitgenodigd om mee te doen met de spelletjes-app Happening. Dan doe je verschillende spelletjes naast elkaar; er zit een woordspelletje bij, je moet af en toe een selfie maken van een opdracht die je moet uitvoeren, iets tekenen en nog wat dingen die ik ben vergeten. Gerard deed vanaf het begin al niet mee en ik vond het wel even leuk, maar het was niks voor mij.
Denk daarbij aan Wim Sonneveld: “Ach, ik ben te oud voor die rotsooi….”

Een ander spelletje dat ik sinds corona doe is Wordfeud.
Voor mij helemaal nieuw, maar het was al een hype in 2011.
Wordfeud is een blijvertje.
Inmiddels ben ik het aan het spelen met alle drie de dochters, maar ze zijn niet allemaal even ‘aanwezig’.
Het duurt soms dagen voor ik weer een woord kan leggen.
Is ook niet erg, we hebben immers geen haast.
Wat wel ergerlijk is dat er soms woorden afgekeurd worden die wel goed Nederlands zijn; verder hebben we vooral veel plezier met het spelletje.
In een spel met Carlijn hebben we ooit eens eindeloos het woord ‘quote’ uitgebreid.
Quote. Quoten. Quotend. Quotende. Quotenden. En steeds weer die 10 punten van de Q er bij!

Vanmiddag sloot ik een spelletje met Frea af. Ik won; ik stond al voor en in de voorlaatste beurt legde ik het woord  ‘bosjes’ met 2x en 3x woordwaarde erin. 86 punten.
Prompt kreeg ik een berichtje “Was dat nou nodig..!’
Daarop schreef ik “Sorry, het kwam net zo uit, ik had ook wel erg geluk met de letters”.
Hoon was mijn deel.
“Hahahahaaaa, zegt ze sorry! Nee man! Dan moet je extra blij zijn man!”
Natuurlijk.
Mijn kinderen zijn Waninge’s.
Lees: competitief.
“Revanche?”

Reageren

15 juni: Waar ligt dat dan?

Gistermiddag zagen we na maanden onze vrienden weer.
We hadden elkaar voor het laatst gezien toen we afscheid namen op vliegveld Eindhoven na onze reis naar Marrakech.
De verjaardagen die we zouden vieren in maart en april gingen niet door en hemelvaartsdag mochten we elkaar ook nog niet zien.
Zondagmiddag 14 juni hadden we gepland staan in Beilen en gelukkig: deze keer kon het doorgaan.

We konden niet buiten zitten, maar we hadden de beschikking over een hele grote schuur waar we in een grote kring anderhalve meter uit elkaar konden zitten.
Natuurlijk hebben we het eerst uitgebreid gehad over het ongeluk dat de moeder van Nelly is overkomen, over de begrafenis daarna, de nasleep van alles en over de impact die dit op de nabestaanden had gehad.
Maar daarnaast was er ook genoeg om te delen met elkaar: twee van ons hadden een nieuwe baan, één van ons wacht op een operatie, één van de kinderen had verkering gekregen, één van de kinderen ging samenwonen en het enige kleinkind van onze groep groeit als kool en is het liefste en mooiste kind van de hele wereld (zoals alle kleinkinderen).

Halverwege werd de barbecue voorbereid en stonden we al weer genoeglijk met elkaar  in de keuken stokbrood en meloen te snijden, waarbij de anderhalve meter geleidelijk aan uit het oog werd verloren.
Het valt niet mee, mensen. Gezelligheid kent geen tijd en kent ook geen anderhalve meter.
We bespraken onze vakantieplannen die dit jaar allemaal niet door gaan.
“Wij gaan niet naar…..”
Eén stel ging misschien nog wel naar Spanje. Hun dochter ging daar heen en had haar ouders uitgenodigd om ook langs te komen. De plaats waar ze heen gingen kreeg ik niet helemaal mee, maar de consternatie daarna wel.
“Waar ligt dat dan?”
“Costa del sol”.
Dan is er altijd wel iemand die een toepasselijk lied kent en welgemoed inzet:
’t Was aan de Costa del sol (tingelingeling) daar sloeg mijn hartje op hol (tingelingeling)!  en ja hoor: het vreselijke lied van de zangeres zonder naam wordt vrolijk meegezongen.
Tussen de worstjes en de zalm door zong af en toe nog iemand ’tingelingeling’ want zo’n lied blijft in je hoofd zitten, hoe afschuwelijk het ook mag zijn.

Het mag duidelijk zijn: het was weer zeer aangenaam.
4 juli komen ze aan de Boskamp.

Naschrift: vanmiddag kreeg ik het recept voor de lekkere salade met koolrabi en appel die gistermiddag bij de barbecue op tafel stond.
Hierbij de ingrediënten:
– een halve koolrabi (bij hen vers uit de tuin, zie afbeelding rechts)
– 1 groene appel
– 3 eetlepels rozijnen
– 2 eetlepels pijnboompitten
Voor de dressing: 3 eetlepels olijfolie en 2 eetlepels citroensap.

Dit moet je doen:

– Bak de pijnboompitten goudbruin en laat ze afkoelen op een bord.
– Schil de koolrabi en snijd hem in kleine blokjes.
– Was de appel goed, schil hem niet, snijd het klokhuis er uit en snij ook deze in kleine blokjes.
– Meng in een kom de olijfolie en citroensap goed door elkaar en voeg dan alle andere ingrediënten toe. Goed door elkaar husselen: klaar.
Volgens mij hadden onze vrienden er ook nog verse munt doorheen gedaan; het was in ieder geval lekker!

Reageren

14 juni: Erfenis.

Als je naar de kerk gaat ontwaar je soms de stem van God.
In de muziek, als er uit de bijbel wordt gelezen, een gedicht, in de overdenking: het kan van alles zijn.
Vanmorgen bekeek ik op mijn tablet de viering vanuit de Catharinakerk.
Dominee Sijbrand van Dijk legde de vinger in deze kerkdienst op de zere plek en dat is natuurlijk de onrust die wereldwijd is ontstaan door de ‘Black lives matter’-demonstraties.

Deze week kreeg ik van een gemeentelid een column toegestuurd uit Trouw van Stevo

Abraham Kuyper (afbeelding: Wikipedia)

Akkerman onder de titel ‘Modderspruit’. Het ging over de ongemakkelijke ontdekking van een theologiestudent dat Abraham Kuyper een racistische kant had die hij niet kende. Kuyper zag Afrikanen als minderwaardig en met Kuyper in de hand hebben veel Nederlandse Christenen tot het einde toe de apartheid verdedigd.
Mijn vader hoorde daar ook bij. Hij zat als kind op de Paul Krügerschool in Coevorden en was duidelijk voorstander van de boeren in Zuid Afrika, hij kon mooie verhalen vertellen over de Boerenoorlog.
Zo was hij immers opgevoed.
Maar dat botste met wat ik voorgeschoteld kreeg op de Christelijke Scholengemeenschap in Assen. Het heeft mij veel energie, tijd en verdriet gekost om een weg te vinden tussen aan de ene kant een vader waar ik zielsveel van hield en aan de andere kant de vader waar ik het op dit gebied pertinent mee oneens was.
Het onderwerp is voor mij een wond die nooit helemaal dicht gaat.

Vanmorgen luisterde ik naar de preek van Sijbrand.
Hij zei o.a. “Schouder aan schouder, zo zijn wij geschapen.
Niet met de voet van de één op het hoofd van de ander.
……
Nu is het aan ons om het op te pakken.
Het is de hoogste tijd om op te staan.
Ga en genees.
Breng bijeen en maak heel wat kapot is gegaan.
Ga.
Luister.
Zegen.
Doe recht; vooral dat,  doe recht.”

Zo’n overdenking helpt mij om in de veelheid van gedachten, meningen, opinies én de herinneringen vanuit mijn eigen geschiedenis mijn gedachten te ordenen.
De voorganger sloot de dienst af met de Franciscaner zegenbede, waarvan de laatste regels zijn:

Moge God ons zegenen met voldoende dwaasheid
om te geloven dat we verschil kunnen maken in deze wereld,
zodat we kunnen doen waarvan anderen zeggen dat het onmogelijk is.

Wij zitten als witte Europeanen met een collectieve erfenis van schuld en verdriet om wat er in onze geschiedenis is gebeurd.
Als je kijkt naar de viering van vanmorgen (hierbij een link) zie je aan het eind een video, opgenomen met een aantal kleuters met een witte en een zwarte pop.
Wat die kleuters laten zien is het resultaat van eeuwenlange onderdrukking van andersgekleurde bevolkingsgroepen.
Het laatste meisje verdient volgens onze dominee de Nobelprijs voor de vrede.

Deze website is een digitaal tijdschrift met iedere dag een nieuw artikel.
Het beschrijft mijn waarde van de dag, waarbij ik de ene keer wat meer van mezelf laat zien (zoals vandaag) dan de andere keer.
Het is niet bedoeld als discussieforum; neem van mij aan, dat heb ik in mijn leven al genoeg gedaan. 

Reageren

13 juni: Matje op dekbedovertrek.

De laatste keer dat ik een FysiYoLates-les bijwoonde van Trijntje was op 6 maart; daarna hield het abrupt op. Natuulijk bleef ik elke ochtend mijn eigen oefeningen-riedeltje doen, maar ik miste wel de wekelijkse bijeenkomsten waarbij we even weer flink worden opgerekt.
Nu er weer meer mogelijk is heeft Trijntje besloten de 7 overige lessen van dit voorjaar alsnog aan te bieden, dus fietste ik gistermiddag naar Roderesch.
Als een kind op de eerste schooldag was ik veel te vroeg, dus ik ging even lekker in het zonnetje zitten.

Als het kan worden deze inhaallessen buiten gegeven en gistermiddag kon het.
We verzamelden ons op grasveldje achter het RAS-huys, haalden een matje en kregen uitleg over hoe we het gingen doen.
We kregen allemaal een dekbedovertrek en een kussensloop. Het dekbedovertrek kwam op het gras te liggen (dat nog wat vochtig was) en de sloop ging om het kussentje.
Allemaal onder invloed van de maatregelen van het RIVM.

In de buitenlucht is het beslist anders dan binnen.
Omdat we anderhalve meter bij elkaar vandaan staan kon ik Trijntje minder goed horen en als iedereen op de rug ligt met opgetrokken knieën hoor ik  haar eigenlijk helemaal niet; dan kijk ik gewoon wat de buurvrouw doet, die het op haar beurt ook weer afkijkt van haar buurvrouw.
Wat niet anders is, is dat ik niet alle oefeningen even goed mee kan doen, dat kon ik voor corona ook al niet. Op de hurken zitten en zonder handen op de grond opstaan bijvoorbeeld. Of langdurig op één been staan. De extra lessen zijn voor mij beslist niet overbodig.

Buiten ben ik sneller afgeleid.
Tijdens de zonnegroet zie ik ineens mieren op mijn matje!
Er zijn vliegen, torretjes, hommels en kleine groene kevertjes.
Tijdens het draaien met de heupen zie ik in mijn ooghoek het bosje achter mij, waar ook van alles te zien is.
Als we aan het eind van de les heerlijk ontspannen zak ik minder diep weg dan anders, omdat er een mugje op mijn arm kriebelt of een lieveheersbeestje over mijn been loopt.

Maar wat was ik blij dat we dit weer met elkaar konden doen!
Liggend op mijn matje, kijkend naar de bomen boven mij, vind ik dit uitzicht toch een stuk aangenamer dan dat saaie plafond in het RAS-huys.
Door de wind ruisen de bladeren en in de ontspan-stilte fluiten de vogels.
De zon schijnt af en toe op mijn gezicht en ik geniet van deze momenten.

Na de les geen thee en gezellig bijkletsen, maar aan het werk.
Matje schoonmaken met een nat doekje, dekbedhoes en sloop uitkloppen en op de picknicktafel verzamelen, matje naar binnen gooien en doekje in de afvalcontainer.
Tot volgende week!

Het kan weer, het mag weer, maar het is allemaal minder ontspannen en minder vrolijk.
Iedereen is op zijn hoede en afwachtend.
Was het maar weer ‘gewoon’…..

Meer lezen over de avonturen bij Trijntje?
Hierbij een link naar het vorige blog over FysiYoLates >>>
Onderaan dat blog staat weer een link naar voorgaand verslag.

Reageren

12 juni: Nederlands, maar dan anders (15).

Wat is Nederlands toch een mooie taal en wat gebruiken we veel spreekwoorden en gezegden. Dit blog geeft een aantal voorbeelden van amusante versprekingen op dit gebied.

Jeroen van Inkel sluit het tweede uur van zijn ochtendshow ‘Je dag is goed’ af en noemt alvast één ding dat hij in het volgende uur gaat doen “Ik ga alvast een tipje van de sluier prijsgeven!”
Op een andere morgen zit hij te vertellen dat een hacker heeft ingebroken in een Zoom-vergadering die werd gehouden in een gemeentehuis. De verdachte maakt misbruik van Zoom-gegevens en maakt inbreuk op de vergadering. Jeroen kan lekker snel: “Daar heeft die hacker inbreuk van gemaakt.”

Onze voorganger Sijbrand van Dijk maakt een videoclip met Walter Meijles.
Hij staat midden in het dorp Roden en vertelt: “Als je niet bij de plaatselijke winkeliers koopt draai je het stadshart van Roden de das om!’

Een mevrouw op de radio vertelt dat ze maatregelen hebben getroffen in hun bedriijf vanwege het corona-virus. Collega Elke is daar veel mee bezig geweest. “….waar Elke zich heel erg druk mee heeft gehouden! ”

Iemand vertelt op de radio dat er ergens in de rimboe van Nieuw Guinea een vliegtuig is gevonden dat in de jaren ’50 is neergestort maar nooit is getraceerd. Hij beschrijft wat ze hebben gezien: “Het zijn echt afschrikbarende beelden..”

Ook van vaste lezers kreeg ik twee leuke versprekingen doorgestuurd.
Collega Jacquelien stuurde mij deze:”Dinsdag gehoord op de televisie: “mijn mond staat ervan open met volle tanden”.

Kathy, lid van onze PKN-gemeente, attendeerde mij op het volgende:
“Gisteravond keek ik naar de televisie. Staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Financiën) zei over de belastingdienst en gedupeerde ouders: “Het is belangrijk dat ouders ons achter de deur, achter de stok blijven zitten.”  

Dit blog sluit ik af met een blunder van mezelf.
Gerard en ik kijken naar de quiz Twee voor Twaalf. Missen we nooit; we zijn altijd blij dat wij daar niet zitten, maar doen enthousiast mee. Soms weten we een antwoord, maar ook vaak niet.
De vraag is: “Wat is de gangbare naam voor vitamine B12 die wordt geslikt in de eerste maanden van de zwangerschap?”
Dat wist ik!
“Aluminiumzuur” riep ik.
De kandidaat zei: “Foliumzuur.”
O ja. Een verkeerde associatie met aluminiumfolie……..

Klik hier  voor het blog Nederlands maar dan anders deel 14, daar vind je ook een link naar de voorgaande delen 1 tm 13. Kijk ook nog even op het instagram-account Treintaal.
Het is weer vermakelijk wat er allemaal in de trein wordt gezegd.
Dit bijvoorbeeld  “Dan ben je helemaal in de Sjaak gelogeerd!”

Reageren

11 juni: Ge-reset.

Toen ik de titel van dit blog getypt had dacht ik: “Wat een raar woord eigenlijk.” maar toch is dit wat we gisteravond met elkaar constateerden. We zijn collectief ge-reset.
‘We’ zijn de leden van Gespreksgroep ’93. Op 2 maart hadden we onze laatste bijeenkomst.
Toen ik even terugbladerde in mijn agenda zag ik een volbeschreven blad van een week waarvan we toen al zeiden: “Drukke week!” Het lijkt wel een ander tijdperk.

Het was de bedoeling dat we gisteravond samen met predikant Sijbrand van Dijk even gingen kijken in de aangepaste kerkzaal van Op de Helte waar misschien binnenkort weer kerkdiensten gehouden worden voor 30 personen. Het begin was al weer heerlijk: even geiten aan de bar met koster Gerard en bijpraten met Saakje.
Gisteravond waren we met z’n tienen; we zaten in een vergaderruimte in een grote kring met allemaal een tafel voor ons en anderhalve meter tussen ons in. Een heel andere setting dan onze gebruikelijke bijeenkomsten: gezellig met z’n drieën op één bank bijvoorbeeld in iemands huiskamer; nu  leek het meer op een vergadering. Maar wát een leuke vergadering!
Het was maar goed dat Tini de leiding nam en iedereen om de beurt aan het woord liet, anders was het één kakafonie van verhalen geweest. Wat hadden we elkaar veel te vertellen, wat is er veel niet doorgegaan, maar wat is er ook veel wel gebeurd.

We vertelden elkaar hoe we door de coronacrisis heen zijn gekomen, wat het met ons deed. Daar kwam het resetten aan de orde. Hoe gaan we na corona verder? Gaan we dingen anders doen? Want het was namelijk niet alleen maar kommer en kwel. Er was ook tijd: voor elkaar, voor hobby’s, voor een gesprek met een oude tante die anders altijd ongelegen belt maar nu langdurig te woord kon worden gestaan, kortom: meer rust in de tent.
Ook niet verkeerd, constateerden we met elkaar.

Sijbrand wilde graag weten hoe we de kerkdiensten hadden ervaren.
Het bleek dat iedereen wel kijkt, maar het zingen werd als ‘niet fijn’ ervaren.
“Ik moet eerlijk bekennen dat ik dat soms doorspoel” merkte iemand op.
Verder wordt de interactie gemist; ook Sijbrand vond dat een groot nadeel, je hebt geen contact met gemeenteleden.
Iemand zei: “Ik zie die on-line-vieringen’ als een pleister. Het is fijn dat het even zo kon, maar we moeten zo snel mogelijk weer naar echte ontmoetingen.  Als dat niet kan zoals we gewend zijn, dan moet het anders. Misschien is dit wel het kantelpunt in de protestantse traditie van ‘dominee spreekt – gemeente luistert’; zo’n crisis biedt ook kansen om vastgeroeste gewoontes te veranderen”.
Er werd nog even gebrainstormd over mogelijkheden en uitdagingen en toen was het al weer ruim over tienen.

Met rode wangen kwam ik thuis.
Wat een leuke avond, wat heb ik dit gemist!
Maar ook: te volle dag.
Gefietst naar Groningen, gewerkt, boodschappen gedaan, gespreksgroep….. dit wou ik toch anders gaan doen…?

Reageren

10 juni: Cornelis Prul en vele anderen.

Voor de gebruikelijke spelletjes die we anders altijd doen als we bij elkaar zijn is het op z’n minst onhandig als je anderhalve meter uit elkaar moet blijven.
Onze dochters bedachten tijdens de Gradagen een alternatief: een quiz.
Net als een pubquiz, maar dan zelf de vragen bedenken.
Wat ja een goed idee!
We kwamen uit op de volgende spelregels: ieder lid van de groep bedenkt tien vragen, hoeft niet met een thema, mag wel.
Als de tien vragen worden gesteld schrijft ieder voor zich de antwoorden op en na de tiende vraag worden de antwoorden gelijk gegeven en houdt iedereen zijn eigen punten bij.

Cornelis Prul (afbeelding: Duckipedia)

Maar dat was leuk; wat een lol kun je hebben met zoiets simpels!
Er was een ronde met vragen over stripfiguren, (Wie is de stichter van Duckstad?* ) over iemands werkgever IKEA (hoeveel kost het bezorgen van een kookeiland?) , een ronde met persoonlijke vragen (Hoeveel  gram proteïne zit er in de koekjes die ik bak…?), eentje met allemaal vragen over iemands studie psychologie (Welke van deze drie complexen is niet beschreven door Freud?), een ronde met vragen over mythologie (Wie waren de stichters van de stad Rome?) en vragen uit onze familiegeschiedenis (Hoe heette de steenfabriek waar opa Vrieswijk werkte?)
Gerard had allemaal vragen over onze vorige vakantie op Lanzarote.
Die antwoorden weet iedereen wel.
Dacht hij.
Maar dan moet je niet vragen wat de merken waren van de twee huurauto’s die we toen hadden. Wie weet dat nou?

Jon vond het allemaal best moeilijk. Als je niet uit Nederland komt weet je  niet waar Duckstad ligt, wie Marsipulami is en al helemaal niet wie Danny Christian is.
Hij had voor ons 10 vragen over Engelse spreekwoorden.
Weet jij bijvoorbeeld wat deze betekent?
You can’t make an omelet without breaking eggs.
En deze?
The squeaking wheel gets the oil.
Niet te verwarren met het Drentse ‘Kraokende waogens rieden het langst’.
Dat betekent heel wat anders…..

*De afbeelding op deze pagina is van Cornelis Prul, de stichter van Duckstad.
Die vond ik op Duckipedia, een website met alle mogelijke informatie over Donald Duck-figuren. Hierbij een link naar de pagina die gewijd is aan Cornelis Prul.
Kijk eens wat rond op die website: erg leuk!
Heb ik ook gedaan.
Nu ben ik helemaal op de hoogte van de geschiedenis van Zwarte Magica, Madame Mik Mak en oma Duck.
Ben je zo weer een half uur verder!

Reageren

9 juni: Modern.

Al een aantal weken kun je bij de Jumbo in Roden je boodschappen zelf scannen.
In dat soort dingen loop ik nooit voorop; ik kijk eerst uitgebreid naar wat anderen doen, hoe ze het doen en voordat ik me er überhaupt aan overgeef wil ik eerst met iemand praten die ook al eens met zo’n scanapparaat door de winkel heeft gelopen.
Door corona heb ik de afgelopen maanden niet heel veel mensen gesproken, maar gisteravond legden we een kaartje met Frea en Jon en Frea had al eens boodschappen gescand.  Ze vertelde uitgebreid haar verhaal.
Over dat ze om de klip klap vergat om artikelen te scannen.
Dat ze de boodschappen niet alvast in de tassen had gedaan, zodat ze bij de kassa alles nog bij elkaar moest graaien. Frea spreekt snel en beeldend; het is alsof ik mezelf hoor praten.

Gisetermorgen was ik al rond 09.00 uur bij de Jumbo en er was bijna niemand: een mooie gelegenheid om de scan uit te proberen.
Toen ik voor het  rek met scanners stond wilde ik er al eentje uittrekken, maar dat was geenszins de bedoeling. Je moet eerst op een schermpje op START drukken, een trits regels en voorwaarden tot je nemen en pas bij de tweede OK licht één van de scanners fel groen op.

Bij het eerste onsje vleeswaren stond ik onhandig het apparaat tegen de streepjescode te drukken; toen bleek dat bovenop de scanner het oog zit dat rood oplicht als het artikel is gescand. Gelukt!
Mensen die mij kennen weten dat ik altijd boodschappen doe met een briefje.
(niet bekend? Lees dan het blog ‘Ordnung muss sein’ uit 2015.)
Dat betekent dat ik in mijn rechterhand de pen heb (om af te strepen) en in de linkerhand het briefje; de pen pak ik steeds over als ik een artikel in de kar doe.
Nu komt de scanner er dus ook nog bij; ik kom gewoon handen te kort!
Verder moet ik mij sinds de coronamaatregelen ook houden aan de voorgeschreven looproute, die qua volgorde precies aan de andere kant begint van mijn ‘op-de-volgorde-van-de-winkel’ vooraf uitgeprintte boodschappenbriefje.
In opperste concentratie liep ik te winkelen gistermorgen.
– Artikel gevonden? Check.
– Artikel afgevinkt op het briefje? Check.
– Artikel gescand? Check.
– Zit ik nog op het juiste pad? Check.
Ik was blij dat ik geen bekenden tegenkwam……..die halen je helemaal uit je concentratie!

Op maandag heb ik altijd maar weinig boodschappen, dus ik  heb mij voorgenomen om op maandag de scanner te gebruiken.
Op donderdag kan ik dan de boodschappen onbekommerd in de kar kwakken.
Het mooiste moment kwam bij de kassa.
Na het verhaal van Frea had ik de boodschappen alvast in twee tasjes gedaan.
Ik leverde mijn scanner in, pinde het bedrag, wilt u de bon mee, nee, wilt u zegeltjes nee, prettige dag nog verder en ik kon weglopen.

Och, wat vind ik mezelf dan modern.
Later die maandag hoorde ik Frea vertellen dat Carlijn en Wim een gezamenlijke boodschappenapp op hun telefoon hebben, waar ze allebei dingen op kunnen zetten.
Als dan iemand boodschappen gaat doen, zit het up-to-date-boodschappenbriefje al in de telefoon.
Ik heb nog een lange weg te gaan met m’n papieren briefjes.

Reageren

Pagina 121 van 263

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén