een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 31 van 299

18 december: Verhalen in Roderwolde.

“Heb jij zin/tijd om mee te werken aan het kerstfeest voor ouderen in Roderwolde?”
Die vraag kreeg ik vorige maand van onze voorganger Sybrand van Dijk.
Zin? Altijd.
Tijd? Gemaakt.
Wat geschoven met mijn werkdagen/tijden zodat ik er toch bij kon zijn: om 16.00 uur in Roderwolde was nog ruim op tijd.

We hadden een aantal bekende kerstliederen uitgezocht en een klein programma samengesteld: samenzang afgewisseld met duo/solozang en twee korte kerstverhalen.
Er was koffie/thee, er waren lekkere kerstkransjes en chocolaadjes en we hadden een genoeglijke middag.
Nou gaat het zingen mij tegenwoordig niet meer zo gemakkelijk af als vroeger.
Sinds de problemen met mijn stem tijdens de coronaperiode is het wel wat opgeknapt door de bemoeienissen van Betty, (de zangpedagoge die me hielp), maar ik moet het toch echt wel wat doseren. Een half uur achter elkaar zingen gaat niet meer.
Maar dat hoefde gelukkig ook niet!
Sybrand zong heel veel liedjes met mij mee: hij zong dan de sopraan partij, dan kon ik de alt zingen.
We zongen kleine blokjes met 2 of 3 kerstliederen en we zongen het ook wat lager dan in het liedboek staat.
Soms wat te laag.
Organist Ad van Nes, die naast mij zat, bromde halverwege een lied in mijn oor: “Je moet het een terts hoger zingen, het is zo te laag….”
Hij had groot gelijk: daarna klonk het beter.

Bij zulke kerstmiddagen dwalen mijn gedachten altijd even af naar de talloze kerstbijeenkomsten die ik in mijn leven al heb bijgewoond.
En waar een groep mensen met kerst bij elkaar is hoort een kerstverhaal; tientallen verhalen heb ik inmiddels al gehoord.
Vroeger op de zondagschool was het vrije kerstverhaal tijdens het kerstfeest voor mij één van de hoogtepunten tijdens de kerstdagen. Roelof Hoeks was mijn favoriete verteller. Hij vertelde uit het hoofd en kreeg de zaal muisstil met verschillende stemmetjes en een mooi verhaal. Ademloos zat ik op het puntje van mijn stoel. In mijn geheugen gegrift staat het verhaal ‘Wolven in de kerstnacht’. In een tijd dat er bij ons al lang geen wolven meer in het land leefden zat ik als kind te griezelen bij de beelden die Roelof opriep: een vader die op kerstavond met de slee met een ton vol lekkers en cadeautjes uit de stad kwam, maar die het vege lijf moest redden door het eten en de pakjes uit de ton te gooien en zichzelf in die ton te verbergen.
Die moeder en die kinderen waren later zonder lekkers en pakjes zielsgelukkig dat hun vader nog leefde.
Ik kan de zucht van verlichting over een goede afloop en het gevoel dat daarbij hoorde nog zo oproepen.

Gistermiddag hoorden wij Sybrand het verhaal ‘De spin en het Christuskind’ voorlezen.
Het is een legende over waarom we engelenhaar in de kerstboom doen.
Wil het ook lezen? Hierbij een link naar het verhaal.
Ook ik mocht een verhaal voorlezen.
Over Pieter en de kerstgedachte.
En hoe vaak ik het ook al heb gedaan: voor mij blijft het een feest om het voor publiek voor te lezen.

Reageren

17 december: Hoe je een boom kunt missen.

Misschien had je het al gezien: sinds gisteren heeft deze website een nieuwe header met een kerst-tintje.
In voorgaande jaren had ik dat ook, alleen toen stond de grote, Koreaanse zilverspar nog in onze tuin. Om je herinnering even op te frissen: hiernaast een kleine weergave van de toenmalige header.
Toen de grote boom in dit voorjaar werd gekapt voorzagen we al dat we hem met kerst ontzettend zouden missen en dat is ook zo.
Maar natuurlijk kwam er wel weer wat anders.
Onze achterbuurvrouw had een sparretje in haar tuin staan dat ze eigenlijk wel kwijt wilde: of wij daar belang bij hadden.
Ja; leuk!
Gerard haalde het boompje uit haar tuin, zette het in een grote pot waar tot begin november mandevilla’s in stonden te bloeien en hing de lampjes erin.
Ik had nog wat plastic ballen en een ster met een rood-groene strik erom voor bovenin.
Na de kerst krijgt deze spar een mooi plekje ergens in onze tuin.

Als je goed op de foto rechts kijkt zie je rechts onderaan onze Gradus staan.
De laatste keer dat ik over hem schreef was eind oktober.
Hij had een nieuw plekje gekregen onder de jonge, Spaanse zilverspar, nadat onze oude Koreaanse zilverspar was omgezaagd.
Een foto van de trotse tuinkabouter vind je op het blog ‘Is dit nu mijn leven?‘ uit mei van dit jaar.
Maar helaas: die Spaanse zilverspar was helemaal bruin en dood toen wij uit Italië terugkwamen.
Gradus stond met zijn laarsjes tot de enkels in de bruine sprietjes.
Daarna hield hij de wacht onder de zonnewijzer tussen de twee zomerpotten met mandevilla’s in, maar dat is natuurlijk niet echt een goede plaats voor een houthakker.
Sinds vorige week staat hij nu met een kerstbal aan zijn muts voor de buitenkerstboom.
Tussen een zilveren ster en een zilveren bal in.
Onze kleine houthakker staat weer voor een boom!

Inmiddels hebben we een nieuwe Koreaanse zilverspar.
Die staat nu versierd in onze woonkeuken voor kerstboom te spelen en dat gaat hem goed af.
Na de jaarwisseling zal dit boompje ook in de tuin komen te staan en gaat Gradus weer op hem passen.

Reageren

16 december: Ophouden?!

Het was een weekend met veel ‘kerk’ omdat ik twee dagen gastvrouw was in de Catharinakerk tijdens de Weihnachtsmarkt Roden.
Daarom gingen wij gistermorgen niet naar de PKN-viering op de 3e zondag van Advent, maar ik wilde wel graag naar de vesper om 19.00 uur: in die avondviering konden we luisteren naar

Kamerkoor Cantus (afbeelding website van het koor)

Kamerkoor Cantus onder leiding van Karel Stegeman, ook cantor van onze cantorij.
Dit stond er over op de website van de kerk:
Hij heeft dit koor zelf opgericht. Jonge, geschoolde zangers zingen prachtige advents- en kerstmuziek.
Het wordt een mooie avond, aangevuld met onze gebeden, zang en aandacht. 
Van harte bij iedereen aanbevolen!”

Voor vesper-begrippen was de kerk behoorlijk vol; dat kwam ook omdat er heel veel cantorijleden aanwezig waren die ‘dat andere koor van Karel’ wilden horen zingen.
Het was prachtig; absoluut prachtig!
Jonge stemmen die met gemak de hoge noten haalden.
We hoorden en zongen mee met bekende stukken, zoals ‘Once in royal Davids city’ en ‘O come all ye faithfull’ maar ook (voor mij) onbekende stukken, zoals ‘Die drei Könige’ en ‘Ein kind geboren zu Bethlehem’. Mooi, die oude Duitse kerstmuziek. Ik vroeg me gelijk af waarom in Nederland eigenlijk vooral de oude Engelse carols worden gezongen: die Duitse liederen zijn ook mooi.
Maar wel minder bekend natuurlijk.
Waar ik dacht dat ik een lied kende, ‘In the bleak midwinter’, bleek het toch een iets andere versie te zijn.

Er was ook een lied dat ik wel goed kende: ‘In dulce jubilo’, dat we ook met de cantorij zingen.
En daar houdt dan ook iedere vergelijking op.
Kamerkoor Cantus splitste zich op in twee delen en zongen een betoverende uitvoering van dit lied.
Tip: ze zingen dit lied aan het eind van de vesper op verzoek van voorganger Sybrand van Dijk nog een keer, je kunt de viering terugluisteren via Kerkomroep en via het You Tube-kanaal van onze kerk.

Toen we na de dienst met elkaar naar de uitgang liepen zei één van de cantorijleden: “Nou, wij kunnen wel ophouden met ons koor…”
Met andere woorden: zo mooi als zij zingen wordt het bij ons nooit.
Nee.
Natuurlijk niet!
Wij hebben geen geschoolde stemmen, wij zijn gemeenteleden die in een koor zingen om de gemeentezang te ondersteunen.
En wij hebben een fantastische dirigent die er uit haalt wat er in zit en daar heeft onze PKN-gemeente én wij plezier van.
Bij een kerkdienst gaat het om andere dingen dan perfecte zang; maar het is wel fijn als je als cadeautje eens zo’n koor in een viering hebt.

Meer weten over Kamerkoor Cantus? Hierbij een link naar hun website.

Reageren

15 december: Kale boom.

Sinds vorige week, 2e advent, staat er in de Catharinakerk een metershoge kerstboom.
Versierd met lichtjes, slingers en een paar ballen.
Het onderste stuk van die boom was niet versierd met ballen: tijdens de Roder Weihnachtsmarkt  (14 en 15 december) kon je in onze kerk een bal kopen waar je iets op kon schrijven: en wens, een spreuk, of bijvoorbeeld de naam van een geliefde.

Er werd massaal gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een bal in de boom te hangen.
Op zaterdag én op zondag stond ik drie en een half uur als gastvrouw/gids in de kerk en raakte regelmatig ontroerd door wat ik zag en hoorde.
Mensen dachten serieus na over wat er op de bal moest worden geschreven.
Er kwamen wensen op te staan, zoals ‘Hoop op vrede’ en ‘een vredig kerstfeest’, maar ook namen van mensen die overleden zijn.
Twee kleine meisjes hingen met een serieus snoetje een bal in de boom voor opa, die kanker had.
Oma, die van opa was gescheiden, stond er emotioneel bij.
‘Ik kom nooit in een kerk. Ik word hier helemaal week van…’

Het viel me op dat vooral kleine kinderen heel erg onder de indruk zijn van het grote, oude gebouw en van de enorme kerstboom.
Die komen binnen aan de hand van papa of mama en op hun gezicht zie je de verbazing en verwondering.
Moeten zo hoog kijken om de ster boven in de boom te zien, dat ze bijna achterover vallen.
Staan met de kerstbal met ‘voor oma’ erop  in hun handjes te zoeken naar een vrij takje; als de bal hangt kijken ze trots omhoog naar hun ouders, die dan natuurlijk nog even een foto maken.

En natuurlijk vertel ik op zo’n middag wel over de kloostermoppen die in de 13e eeuw werden gebruikt bij de bouw van de kerk en over de crypte van Coenraad Wolter & Gezina, maar je hebt gewoon heel ander publiek dan op een zomermiddag in augustus.
Het was een drukte van belang in de kerk en soms willen mensen ook alleen maar even schuilen tegen de regen.
“Hai jong. Nou. Eem zitt’n heur.”
Gesprekjes over kerk en vroeger.
“Karken jullie hier nog ’s zundags? Gien banken meer maor nog wel lange preken zeker…”
“We zijn in deze kerk getrouwd!”
Wie ik wel van alles over de geschiedenis van de Catharinakerk mocht vertellen waren mijn buurvrouw en mijn overbuurvrouw.
Die sprak ik tijdens de buurt-barbecue eind augustus en toen ik vertelde over mijn vrijwilligerswerk waren ze nieuwsgierig.
“Mogen wij ook eens bij jou langskomen?”
Dit weekend was natuurlijk een mooie gelegenheid en zo vertelde ik ze vanmiddag van alles over onze oude kerk en waar het spreekwoord ‘Gods water over Gods akker laten lopen’ vandaan komt.

Hoe liep het af met die kale boom?
Toen ik wegging gistermiddag hing hij helemaal tjokvol.
Zo wordt er ook aan de mensen van voorbij gedacht en hangen er hele lieve woorden in de kerstboom waar iedereen van mag genieten.

Reageren

14 december: Kerststal.

Meestal zingen we met onze cantorij in één van de kerken van onze PKN-gemeente, maar heel af en toe zingen we ergens anders.
Gisteravond moesten we om 18.45 uur verzamelen in de recreatiezaal van de Noorderkroon, een woon/zorgcentrum aan de rand van Roden: we werkten mee aan de kerstviering georganiseerd door het wijkteam van onze kerk. Cantor Karel had een dubbelrol: hij was de pianist die de gemeentezang begeleidde en hij was onze cantor.
In die rol vertelde hij af en toe iets over de muziek die we gingen zingen.

De zaal waarin dit soort bijeenkomsten altijd plaatsvinden had een metamorfose ondergaan.
Het heet nu ‘Bij de buren’ en ik ontdekte dat dat een concept van Zorggroep Drenthe is, dat is uitgerold over verschillende woon/zorgcentra in de omgeving. zoals de Vijverhof in Assen en Mozaïk in Zuidlaren. Dit is wat ik erover vond op hun website: ‘Bij de buren’ kun je ontspannen, sfeervol en lekker eten en kennis opdoen. Het is er gezellig en er is altijd wat te doen. Ons team van medewerkers biedt u een gastvrij onthaal. Kom gezellig eens langs bij de buren!
Het is ook geopend voor bezoekers van buitenaf, als je er wilt eten moet je vooraf reserveren.
Meer weten? Hierbij een link naar de website. 

Er waren zitjes ingericht en ter gelegenheid van kerst was de hele ruimte mooi versierd.
Op het podium stond een heuse, levensgrote kerststal.
In eerste instantie zagen we daar niet zoveel van omdat we aan de zijkant van de zaal ‘verstopt’ zaten achter de piano
Het was een fijne kerstviering en het zingen ging goed; het was hooguit wat te warm.
Het was niet helemaal foutloos en het ging anders dan in een gewone kerkdienst, maar het was wel hartverwarmend.
We zaten als cantorij een beetje door elkaar heen, daardoor klonk het mij wat anders in de oren.
De bassen zaten aan de linker-zijkant en als gevolg daarvan zat ik naast de sopranen.
Voor ons zaten de tenoren, die af en toe zorgelijk achteromkeken; alten hebben kennelijk meer lawaai dan bassen.
Verder was er een mooi verhaal, bekende liederen en een korte, pakkende overdenking van pastor Geertje van der Meer.

gehaakte collectezak

En het collectegeld werd opgehaald met een zelfgemaakte collectezak!
Die moest ik natuurlijk even  van dichtbij bekijken: is het gehaakt? Of gebreid?
Het was gehaakt met stokjes en er was met een ketting van lossen een D op geborduurd. Van Diaconie.

De nazit was trouwens ook erg gezellig.
Er waren gesprekken met verscheidene oudere gemeenteleden, er was koffie/thee, heerlijk appelgebak mét slagroom en we kregen allemaal een glaasje glühwein.
Toen konden we de toestanden rondom de geboorte van het Christuskind op het podium wat beter bekijken.
Toen zagen we pas dat voor het kolossale schaap een kameel stond!
Die had zijn kop in het zand gestoken, maar Ilse trok dat voor de foto even omhoog.
Later ontdekten we dat achter de piano nóg een kameel stond en dos & dezel stonden warempel ook nog in de stal!
Zie jij ze ook?

Reageren

13 december: Wat voor hemeltje?!

Het was maar één middag die ik doorbracht met neef Cor in en om Assen, maar ik kan er wel drie blogs over schrijven.
Een stukje stad, een hunebed en grafheuvels hadden we al gehad toen Cor mij in het stroomdalgebied van het Deurzerdiepje (tussen Assen en Rolde) over een vlonder meenam naar het zogenaamde ‘Poepenhemeltje’ ook wel ‘Het schansje van Van Galen’ genoemd.
Zonder vlonder zou je daar niet kunnen lopen; in dat stroomdalgebied is het zompig, moerassig en als het veel geregend heeft staat het onder water.
Bisschop Bernard van Galen (Bommen Berend) zou hier in 1672 overnacht hebben toen hij de stad Groningen belegerde.
Het schansje kreeg zijn bijnaam door de Duitse seizoenarbeiders  (‘Poepen’), die in de schans een plek vonden om te overnachten in de 18e en 19e eeuw.
Het was halverwege de vorige eeuw aardig in verval geraakt (het was haast niet meer te herkennen in het landschap), maar in de jaren ’80 werd de schans gerestaureerd c.q. gereconstrueerd door Landschapsbeheer.

Het is daar trouwens prachtig.
Woon ik al mijn hele leven in Drenthe, was ik nog nooit in Deurze geweest.
Het is een piepklein gehuchtje tussen Assen en Rolde; het is al best wel oud.
Als nederzetting wordt het voor het eerst genoemd in 1259, toen heette het nog Durse.
Het bestaat uit een lint van boerderijen en het is onderdeel van het Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa. Durse was nog veel kleiner dan het huidige dorp: eerst was het één boerderij met een watermolen met bijbehorende landbouwgrond.
De eerste eigenaar was de graaf van Bentheim, maar door een ruil hoorde het daarna bij het klooster Mariënkamp, dat naar aanleiding van de slag bij Ane verhuisde van Coevorden naar Assen.
Toen dat klooster in 1601 werd opgeheven had Deurze vier boerderijen. In 1832 was dat aantal gegroeid naar zeven en had het dorp een herberg.

Cor en ik sloten ons middagje uit af met een bezoek aan de boerderijwinkel van De Balloohoeve.
Thee met pepernoten.
En met de belofte dat Cor in het voorjaar van 2025 mij opnieuw uitnodigt voor een middag historie in zijn woonomgeving.
Ik kiek der al weer naor uut.

Hierbij een link naar de twee vorige blogs die ik schreef over deze dag.
2 november: Stadswandeling
28 november: ….. de asch van hem….

Reageren

12 december: 12 minuten.

“Wat doe jij dan voor oefeningen ’s morgens?’
Mijn collega’s waren benieuwd naar mijn ochtendritueel en dan met name het rekken en strekken dat ik iedere morgen doe.
“O, dat wil ik wel laten zien, hoor. Doen jullie dan mee?”
Gisteren was er één collega die meedeed en één die foto’s maakte; het hele ochtend-riedeltje aan Pilates-oefeningen kwam voorbij.
Vanmorgen was ik weer op het werk en de mare was al rond gegaan dat ik gisteren de oefeningen had voorgedaan.
Nu waren er twee collega’s die meededen en één die een filmpje maakte.
Die dat gelijk even doorstuurde naar de teamleider.
“Kijk wat wij hier tussen de middag doen.”
Teamleider stuurde een foto terug van zichzelf met een collega; allebei een kersttrui aan en een kerstmuts op…..
Verbaast u niet, verwondert u slechts.

Als je iedere morgen dat riedeltje doet dan is je lichaam daar aan gewend, maar de collega’s die meededen doen dat niet.
En ze vonden het ook best pittig.
Iedereen was het er over eens dat Pilates iedere morgen heel verstandig zou zijn.
Maar er werd ook gesomberd over het vervolg.
“Dat gaat me vast niet lukken, dat hou ik toch niet vol.”
Jammer.

Want als je boven de vijftig komt wordt je lichaam strammer en dit is een goede manier om je lijf wat soepel te houden.
Iedere dag 12 minuten.
12.
Van de 1440 minuten die je iedere dag tot je beschikking hebt.
12 minuten minder scrollen en/of spelletjes doen op je telefoon.
Of 12 minuten minder op Facebook/Instagram.

Wil je weten welke oefeningen ik ’s morgens doe?
Kijk dan op het blog  Yogaclinic in Bakkeveen >>>.
Daar vind je een link naar een PDF met een beschrijving van de oefeningen.
En bedenk: je hoeft niet gelijk alles te doen; drie of vier is ook al goed.
Soms vind ik mezelf een bewegings-Jehova; ik loop nog net niet met foldertjes langs de deuren.
Maar net als bij de échte Jehova’s: het is voor een goede zaak.
Roept uit aan alle stranden, verbreidt van oord tot oord…..

Reageren

11 december: Toscane -12. Marina di Pisa

Als je ‘Marina di Pisa’ letterlijk vertaalt betekent het Haven van Pisa, maar dat is niet helemaal waar.
Toen in de middeleeuwen de haven van Pisa verzandde, verlegde de handel van overzee zich naar Livorno, dat een een paar kilometer zuidelijker ligt.
Vanaf het strand van Marina di Pisa zagen we Livorno even verderop liggen; enorme cruiseschepen meerden daar aan in de haven.
Van daaruit worden bussen vol toeristen naar Pisa gereden om ‘de foto’ te maken.

Maar wat is Marina di Pisa dan?
Het is het plaatsje dat ligt bij de monding van de Arno, die daar in de Ligurische zee stroomt.
Het is ontstaan  in de late 19e eeuw als badplaats die voornamelijk wordt bezocht door Italianen; vooral in het weekend komen heel veel badgasten uit Pisa naar het strand en/of de boulevard om ’s avonds de zon in de zee te zien zakken.
Ook op deze dag zetten we de auto een stukje van het strand af en fietsten het laatste stuk.
Tot onze grote verrassing was er een prachtig fietspad, dat ongeveer 500 meter van de Arno aflag en ons naar Marina di Pisa voerde.

Ook nu was het strand trouwens amper te bereiken; we zetten onze fietsen doodleuk in een fietsenstalling bij een hotel en wandelden met onze tassen naar de zee. Het leek ons wel leuk om nog even een strandstoel op te halen om nog even bij het de zee te zitten.
Toen we vroegen wat het huren van een strandstoel kostte zei de mevrouw achter de balie met droge ogen “Twenty five euro”.
Let wel: het was toen 16.30 uur. Moesten we € 50,=  betalen voor twee strandstoelen.
We vertelden de dame in kwestie dat we Nederlanders waren en dat we deze prijs niet normaal vonden.
DOEI!

We ploften maar gewoon in het zand, maakten nog een mooie strandwandeling en zochten toen de boulevard op.
De zee en het strand waren natuurlijk prachtig, maar het leukste op deze dag was toch wel het fietspad.
We wachtten de zonsondergang niet af, maar fietsten terug door een stuk bos en nog een stukje langs de jachthaven en zochten toen onze auto weer op.
Je kunt je er vast wel iets bij voorstellen: ’s avonds om 20.30 uur na een warme dag, de zon is bijna onder en dan met z’n tweeën nog twintig minuten fietsen langs de kust. (klik op de afbeeldingen voor een vergroting) We volgden de bordjes Lungarno in bici;  ‘Lungarno’ betekent: langs de Arno en ‘in bici’ op de fiets.
We wilden nog even bij de Arno kijken die avond, maar we konden niet bij het water komen; aan de oever stonden stacaravans/bungalows/huisjes zij aan zij en de hekken en schuttingen boden geen mogelijkheid om met de fiets bij de rivier te komen.
Je mag als toerist in Italië wel overal voor betalen, maar de Italianen willen je niet overal hebben.

Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1  onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.

Reageren

10 december: Nederlands maar dan anders (42)

Als ik in mijn eentje de inhoud van de blogs in deze serie zou moeten vullen, dan zou er beslist minder vaak een aflevering van Nederlands maar dan anders verschijnen.
Maar gelukkig: ook deze keer kreeg ik weer een aantal mooie varianten van onze taal toegestuurd.

Annemarie (van het blog Dagelijks (onzin)Dingen) stuurde mij deze toe:
Afgelopen week had ik een gesprek met een zieke medewerker en toen ik aan hem vroeg hoe het ging barstte hij los, want hij was boos. Boos op instanties waar hij zich niet gehoord voelde en midden in zijn betoog sprak hij de prachtige zin: “Nou ik heb ze wel even met rake vlakken om de oren geslagen!
Toen ik de zin langzaam tot mij door liet dringen, moest ik direct aan jou denken. Vind je dit ook geen schoonheid van een zin in het Nederlands maar dan anders?
Na een half uur spuien, waarin ik geduldig naar hem luisterde en af en toe even humde om te laten weten dat ik er nog was hield hij op met zijn betoog en bedankte me met de woorden: Nou Annemarie, bedankt hoor dat je me weer je luisterende oren hebt gegeven!

Ook Essina stuurde er twee in:
Ze had een overlijdensadvertentie gezien met bovenaan in grote letters: EINDELIJK RUST!
Zij vroeg zich af: Voor wie zou dat bedoeld zijn?
Een kennis van haar had het altijd wat moeilijk met spreekwoorden.
Hij had het over iemand: “die was zo bekend als een bonte hond in een vreemd pakhuis.

…..geen brug…?

Deftige Odilia de Ranitz babbelt er vrolijk op los in de podcast ‘Royal Tea’.
Ze vertelt over het ontstaan van een wereldberoemd modemerk: “Christian Dior had een vooruitzichtelijke blik!
Als het nieuws wordt besproken over de zoon van Mette Marit, die ineens nog meer aangiftes aan zijn broek kreeg zegt ze: “Ja, dat is net als met ‘Me Too’, als er één schaap over de brug is….”
In de aflevering van week 48 vertelt ze dat ze is opgekomen voor iemand die onrecht is aangedaan. “Toen heb wél mijn kop voor hen uitgestoken...” en over de extravagante foto’s van Erwin Olaf zegt ze “Hij heeft wél zijn hoofd uitgestoken...”. Ze kletst er uit, maar kan het woord dat bij de uitdrukking hoort kennelijk niet vinden.
Om de haverklap zegt ze quasi hip ‘nou annieweeee‘ en soms draaft ze zo door dat ze zelf niet meer weet wat ze wil zeggen; over Eloise zei ze dat die zelf denkt ‘dat ze the star of the ding is’.

Van de werkvloer:
een collega beschrijft de toestand van een teamleider die zichtbaar met iets in haar nopjes was: “Ze was helemaal ofeurisch!”
Verder was er nogal wat druk uitgeoefend op een collega om een klus uit te voeren. Een collega zei daarover: “Ze werd wel een beetje onder vuur gezet...”
Collega heeft veel last van het gezeur van een medewerker over de verhuizing. “Ik word er hondsdol van.

In een nieuwsrubriek op Radio 1 hoorde ik een item over de schaatsster Irene Schouten.
Zij had ‘in verband met een rechtszaak een advocaat in handen genomen.’

Schoonzoon Jon wilde zeggen dat buurman Henk wel heel veel betekende voor de zieke buurvrouw, maar hij vertaalde het woord ‘heilige’ vanuit zijn Engelse brein: “Henk is een Sint!”

Hierbij een link naar Nederlands maar dan anders (41) van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.

Hoor jij ook wel eens een nieuwe variant van onze Nederlandse taal?
Doe als Annemarie en Essina: vertel het aan mij!

Reageren

9 december: Sokterklaas?

4 uur.
Zolang deden we erover om alle pakjes uit te pakken en alle gedichten voor te lezen die we hadden gekregen van Sinterklaas.
2 gewone jutezakken en ééntje met breekbaar spul.
We zijn niet aan één stuk door aan het uitpakken en lezen hoor.
We drinken koffie/thee met Sinterklaaslekkers, schenken een glas in vergezeld van chips & bitterballen en ik mocht mijn nieuw-gekregen borrelplank gelijk uit proberen: kaas en worst.
Aan het eind van de middag was er nog een grote pan groentesoep en een Italiaans breekbrood: kun je allemaal van te voren voorbereiden en tijdens het feest is het zelfbediening.

Iedereen had natuurlijk iets gekocht voor zijn of haar persoon, maar daarnaast wordt er nog van alles bij in de zakken gedaan.
Dit jaar waren er opvallend veel zelfgemaakte dingen: kleurige stoffen opberg-etuis met vakjes en ritsjes voor kleurpotloden of spelbenodigdheden voor Dungeons&Dragons  bijvoorbeeld.
Een mooie, geweven sjaal, het eerste project door Jon gemaakt op zijn weefgetouw.
Drie paar zelfgebreide sokken; die hoorden bij het element  ‘Sokterklaas’.
Iedereen kreeg ‘iets’ dat te maken had met een sok: gebreide sokken, ludieke sokken, huissokken of een speel-kerst-sokje voor de kat.
Bij dat pakje kreeg iedereen ook nog een stukje van een fotopuzzel.
Als die was opgelost mocht er ‘een gezinscadeautje’ worden geopend: dat was het boek ‘Een virus in het zwart’, geschreven door Jan Vonk.
(zie het gastblog dat Jan daar in november zelf over schreef).

Schoonzoon die volgend jaar 50 wordt moest een test afleggen of hij wel recht had op de titel ‘Ouwe sok’.
Gerard en ik hadden een quizje voorbereid met allemaal vragen over reclames uit de jaren ’80.
Weet jij ze nog?
Wat was bijvoorbeeld de witte motor?
En ‘Wast een berg, kost…..’  En van welk wasmiddel was dat?
We lieten een hilarische reclame zien van C&A waarin Johnny Kraaykamp zingt:” C&A brengt nieuwe mode!”
Onze vraag was:  “Wat zongen zij anders altijd….?”
Als je net wij ‘een ouwe sok’ bent, dan weet je dat.
Filmpje ook even terugzien? Hierbij een link. 
Hij wist ze bijna allemaal en  slaagde met vlag en wimpel.

Verder was er natuurlijk weer een gezongen gedicht van Harriët, die samen met Cees ook nog voor iedereen een flowchart had gemaakt: een stroomdiagram dat helpt om processen te visualiseren.
Werd ik toch even fijntjes op de hak genomen met mijn principes waar ik soms zelf last van heb: ik vertik het om een kaartje te kopen om een ruïne te zien of een kerk van binnen te bekijken.
De vraag was: “Zal ik deze ruïne/kerk binnengaan?”
In het stroomdiagram waren er verschillende mogelijkheden, maar je snapt het al: wat er ook voor mogelijkheden werden geboden, ik ging niet naar binnen want ik moest altijd langs de balie om entree te betalen. Klik op de afbeelding hiernaast, dan krijg je een idee.
De flowchart van Gerard ging over de vraag of hij met de vriendengroep in de luchtballon ging; bij iedere mogelijkheid stond: ‘Jammer, joh..’

Op internet las ik een mooie tekst: “Liefde is als Sinterklaas; je moet er wel in blijven geloven.”
Vertel ons niet dat Sinterklaas niet bestaat.

Reageren

Pagina 31 van 299

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén