In het oosten van het land woont mijn nicht Anja, de dochter van een broer van mijn vader.
Zij lijkt op haar moeder, ik op mijn vader, dus in die zin lijken we niet erg op elkaar.
Eén keer per jaar spreken we elkaar bij tante Trijn, de zus van mijn vader: tante & nichten-dag*.
Toen mijn moeder nog leefde zijn we daar al mee begonnen; aan het eind van zo’n dag prikken we al weer een datum voor het volgende jaar.
Gisteren zagen we elkaar weer; we houden elkaar even goed vast bij de omhelzing en leggen de tissues al vast klaar.
Vast onderdeel van zo’n bijeenkomst is het bekijken van elkaars fotoboeken.
En ieder jaar komen we weer tot de conclusie: wat lijken wij veel op elkaar.
Anja heeft ook drie dochters en als hun gezin ergens neerstrijkt vragen ze vaak een plekje ergens achteraf, ‘want met elkaar zijn we altijd wel erg aanwezig’.
In haar fotoboek zien we dezelfde groepsbijeenkomsten met verjaardagen, kerst & oud en nieuw en tussendoor als bij ons en is er wat te vieren dan ‘kan het wel bij ons.’
Een druk leven met werk, kerk, koor en vrijwilligerswerk.
Ook Anja doet de organisatie van een ad-hoc koor dat met kerst zingt.
Zegt daarbij: “Ja, het kost energie, maar ik krijg er ook zoveel energie van!”
En dan nog iets triviaals.
Halverwege de morgen zei ze: “Wat zie ik toch aan jouw gezicht, er is iets anders…”
Ik vertelde van mijn beugel en de recalcitrante hoektand in de onderkaak die niet meekwam in het rechtzet-proces.
Toen liet ze me haar ondergebit zien.
Dezelfde schreve hoektanden!
Een Vrieswijken-gebit.
Familiebanden.
Gisteren hebben we ze even weer aangehaald. .
Three of a kind.
Alle drie geen mevrouw Vrieswijk, maar wel een Vrieswijk.
Voorzichtig hebben we weer wat plannen gemaakt voor een familiedag in grote kring; met de zonen van Trijn, Anja’s broer en mijn broer.
IJs, weder en corona dienende misschien in 2023; want je moet ze koesteren, die familiebanden!
Inmiddels hebben we elkaar in 2023 alweer ontmoet, hierbij een link naar het blog ‘Een prachtig mooie dag” van 5 november van dat jaar.