een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 60 van 263

15 oktober: Three of a kind.

In het oosten van het land woont mijn nicht Anja, de dochter van een broer van mijn vader.
Zij lijkt op haar moeder, ik op mijn vader, dus in die zin lijken we niet erg op elkaar.
Eén keer per jaar spreken we elkaar bij tante Trijn, de zus van mijn vader: tante & nichten-dag*.
Toen mijn moeder nog leefde zijn we daar al mee begonnen; aan het eind van zo’n dag prikken we al weer een datum voor het volgende jaar.
Gisteren zagen we elkaar weer; we houden elkaar even goed vast bij de omhelzing en leggen de tissues al vast klaar.

Vast onderdeel van zo’n bijeenkomst is het bekijken van elkaars fotoboeken.
En ieder jaar komen we weer tot de conclusie: wat lijken wij veel op elkaar.
Anja heeft ook drie dochters en als hun gezin  ergens neerstrijkt vragen  ze vaak een plekje ergens achteraf, ‘want met elkaar zijn we altijd wel erg aanwezig’.
In haar fotoboek zien we dezelfde groepsbijeenkomsten met verjaardagen, kerst & oud en nieuw en tussendoor als bij ons en is er wat te vieren dan ‘kan het wel bij ons.’
Een druk leven met werk, kerk, koor en vrijwilligerswerk.
Ook Anja doet de organisatie van een ad-hoc koor dat met kerst zingt.
Zegt daarbij: “Ja, het kost energie, maar ik krijg er ook zoveel energie van!”

En dan nog iets triviaals.
Halverwege de morgen zei ze: “Wat zie ik toch aan jouw gezicht, er is iets anders…”
Ik vertelde van mijn beugel en de recalcitrante hoektand in de onderkaak die niet meekwam in het rechtzet-proces.
Toen liet ze me haar ondergebit zien.
Dezelfde schreve hoektanden!
Een Vrieswijken-gebit.

Familiebanden.
Gisteren hebben we ze even weer aangehaald. .
Three of a kind.
Alle drie geen mevrouw Vrieswijk, maar wel een Vrieswijk.
Voorzichtig hebben we weer wat plannen gemaakt voor een familiedag in grote kring; met de zonen van Trijn, Anja’s broer en mijn broer.
IJs, weder en corona dienende misschien in 2023; want je moet ze koesteren, die familiebanden!

Inmiddels hebben we elkaar in 2023 alweer ontmoet, hierbij een link naar het blog ‘Een prachtig mooie dag” van 5 november van dat jaar. 

Reageren

14 oktober: Op de winkel passen.

Al vanaf mijn jeugd ben ik een fervent radio-luisteraar; ik ben gehecht aan vaste mensen bij vaste programma’s.
Regelmatig schrijf ik over mijn luisterervaring op Radio 5*  (Arbeidsvitaminen, Goudmijn en Andermans Veren bijvoorbeeld) op deze website.
Wat heb ik een moeite gehad met het wennen aan Jeroen van Inkel, die het ochtendprogramma op Radio 5 destijds overnam van Henk Mouwe en Manuela Kemp.
Wat een geblaat en wat een lawaai op de vroege morgen; maar na twee jaar was ik er aan gewend.
Maar je raadt het: na twee jaar werd Van Inkel afgelost door Bert Haandrikman.
Natuurlijk was dat ook wel even weer wennen, maar inmiddels hoort Goeiedag Haandrikman helemaal bij mijn ochtend.
De vaste items zijn voor mij een soort klok; om het half uur een nieuwsbulletin, de vroeg-vergeten-hit voor 07.00 uur, de verjaardagskalender om 07.45, het spelletje ‘Vroeger of later’ om 08.15 uur en tussen de meestal mooie muziek door uit de jaren 60, 70 en 80 wat luchtige nieuwsitems met bijbehorende gesprekjes.

Vorige week kondigde Bert aan dat hij twee weken op vakantie ging en dat iemand anders de show zou overnemen.
Nee hè.
Meestal heb je dan Jan Rietman of Henk Jan Smits en die mogen zich niet tot mijn favorieten rekenen.
Mijn vader zou daarover zeggen: “Die mucht zuchzölf graag heuren praoten.”
Maar we kregen een geheel nieuwe vervanger: Henri Schut.
Die we kennen van Studio Sport en Radio 1.

Maandagmorgen 10 oktober zette ik me al schrap: het zal wel weer wennen worden.
Maar soms vallen dingen mee.
Wat een aangename stem; ik hoefde helemaal niet te wennen!
Hij doet het fantastisch.

Eén ding heeft hij aan het programma toegevoegd en daarmee stal hij mijn hart: iedere morgen vlak voor acht uur heeft hij een telefoongesprekje met zijn 11-jarige zoon Luc, die een brug slaat tussen de generaties. Hij vertelt over liedjes van ver voor zijn tijd, die hij goed kent. Omdat ze uit een film komen die mama al honderd keer heeft gezien. (Back to the Future).
Of omdat het liedje gebruikt wordt in een reclamespot voor WiFi met een swingende kat (Dolce vita) of omdat het lied voorkomt in een hip TikTok-filmpje (ABBA).
Luc mag de plaat daarna ook aankondigen en krijgt altijd een daverend applaus van het team programmamakers.
Genieten! Vorige week werd al verteld dat de juffen van de school van Luc plotseling ook erg geïnteresseerd waren in Radio 5.

Henri gaf aan dat hij het een hele eer vond dat hij gevraagd was om ‘op de winkel van Bert’ te passen.
Ik dacht we nóg een week naar Henri mochten luisteren (Bert heeft immers twee weken vakantie), maar het was maar voor één week: volgende week zit Henk Jan Smits op die plaats.
Als ik het mag zeggen: Henri zou zijn eigen winkel moeten hebben: wat een aanwinst voor Radio 5!
Maar dan natuurlijk niet in plaats van mijn favorieten Bert Haandrikman, Hans Schiffers, Stefan Stasse of Bert Kranenbarg.

* Benieuwd naar meer blogs over Radio 5?
Vul dan bij de zoekfunctie ‘Radio 5’ in, of ‘Arbeidsvitaminen’,  dan kun je kiezen!

Reageren

13 oktober: De hand van de meester. Of het oog.

De afgelopen weken zijn we met de cantorij uitsluitend bezig geweest met het zingen van Taizé-liederen: a.s. zondagavond 16 oktober werken we mee aan een vesper ‘in de geest van Taizé’.
Piety en ik zullen dan gitaar spelen; gisteravond zouden wij met zijn tweeën alvast meespelen met de cantorijrepetitie.
’s Middags kreeg ik een mail: cantor Karel was ziek en kwam niet dirigeren. Hij hoopte dat hij er zondag weer zou zijn.
Hij vroeg via het bestuur of Piety en ik de honneurs wilden waarnemen.

“Die repetitie kan ik helemaal niet missen!” dacht ik, want vorige week zat ik immers in Westerbork en zondag is het al!
Piety en ik gingen het doen.
Spannend in het kwadraat.
We deden de inzingoefening die ik op het kinderkoor altijd deed en we zongen om er in te komen de Taizé-canon ‘Magnificat’.
Karel is altijd heel serieus met de oefeningen bezig voor het zingen aan, maar ik kan wel snel. Volgende week is de hand van de meester er weer.

Het was best een gedoe.
Mijn gitaar was op mysterieuze wijze verkeerd gestemd; dat gaf gelijk al startproblemen.
Dan zit je met z’n tweeën de gitaren op elkaar af te stemmen met 25 paar ogen van zwijgende koorzangers op je gevestigd.
Het tempo is dan het volgende probleem.
Moet het sneller? Of juist langzamer? Ook daarin missen we de grote leider, die weet zoiets altijd feilloos.
Bij sommige liederen moesten de partijen nog even apart gezongen worden.
Het was soms echt zoeken naar de juiste noten; Piety had gelukkig haar blokfluit mee, we kwamen er steeds wel weer uit.

Het is jammer dat we deze keer niet meer musici (fluit, viool etc.) hebben kunnen vinden om samen met de gitaren een combo te vormen.
Met alleen gitaren heb je niet echt een heldere begeleiding, dus het risico is dat het koor gedurende het lied zakt.
Dat was gisteravond ook zo; gelukkig wist ik nog wat Karel dan altijd zegt: “Je moet de noot hoger denken”.
En warempel….. het hielp!

We hebben alle liederen die met de gitaar begeleid worden kunnen oefenen.
Fijn dat het zo toch door kon gaan, maar instrumentaal begeleiden én alt zingen én aangeven is niet een goede combinatie.
Piety en ik hopen van harte dat Karel er zondag weer is.
Wij kunnen niet zonder de hand én het oog van de meester.
Want het oog van de meester maakt het paard vet; de hand doet de rest.

Reageren

11 oktober: Boerderij uit de ijzertijd

Vorig jaar werden we uitgenodigd voor ‘de 24 uur bij Jan & Janny.  “Dan kunnen jullie de fietsen wel meenemen! Dan blijf je een nachtje slapen en hebben we meer tijd om samen door te brengen.”
We beleefden een uiterst aangenaam etmaal (zie ‘De 24 uur van…) en met z’n vieren besloten we er een jaarlijks terugkerend gebeuren van te maken.
Wij nodigden hen uit om in het weekend van 1 en 2 oktober bij ons in Casa Grada te komen.
Het weer was niet betrouwbaar. Lees: het kon zo maar beginnen te plenzen, dus zij hadden hun fietsen niet meegenomen.

We lieten hen vanuit de auto een stukje mooi Drenthe zien, maar we begonnen bij iets waar ik zelf graag eens wilde kijken.
Even buiten het dorp Orvelte heeft men een ijzertijd-erf aangelegd. Je vindt er een boerderij, een spieker en een leemkuil. Het is in 1978 door het Groninger Instituut voor Archeologie gereconstrueerd. Daarbij is men uitgegaan van een huisplattegrond uit 200 v.Chr., gevonden bij Hijken. Het is een een combinatie van een woning en een stal. Op dit ijzertijd-erf krijg je een idee hoe het leven er uitzag in de ijzertijd. De gebouwen zijn destijds gebouwd met materialen die ook in de ijzertijd in de buurt voorhanden waren.
Voor een afbeelding en meer informatie hierbij een link naar de website van Orvelte.
We gingen de boerderij binnen en probeerden ons middenin de boerderij voor te stellen hoe het geweest is voor de mensen die hierin woonden in die tijd.
Zouden ze hier ook vuur in hebben gehad? Er was geen schoorsteen aanwezig. Buiten was een vuurplaats binnen een kring van veldkeien.
“Waar zouden ze hun behoefte dan doen?” Buiten, veronderstelden wij.
Ook de spieker werd aan grondig onderzoek onderworpen.
Op het informatiepaneel stond dat het een graanspieker was: een soort silo gebouwd op palen om het graan dat van het land kwam droog en veilig voor ongedierte te bewaren.
“Waar kon je er dan in?”
We vonden geen deur of andere opening, waarschijnlijk haalden ze het graan er dan bovenuit.

Dan sta je daar als mensen in het jaar 2022 je een voorstelling te maken van hoe het geweest zou kunnen zijn.
Wij hebben werkelijk geen idee.
Met onze kookplaten, supermarkten, wc’s en verwarmde huizen.

Wij zouden met onze conditie niet eens overleven in de ijzertijd.
Stumpers zouden we zijn.
Even een kleine illustratie van het bovenstaande: wij volgden in Orvelte de bordjes naar het ijzertijderf, maar het werd niet heel goed aangegeven.
“Ik zoek wel even met Google-maps….”

Echt waar.
Daarmee kom je kennelijk zelfs in de ijzertijd.

Reageren

10 oktober: En al die tijd …..

“En al die tijd kregen mensen kinderen en voedden ze op in hun eigen traditie.”
Dat zei dominee Walter Meijles bij het item ‘om er in te komen’ gistermorgen tijdens de viering in de Catharinakerk.
Hij vertelde over de Assyrische ballingschap van 800 jaar voor Christus. Een periode in de geschiedenis van het Joodse volk, waarin duizenden Israëlieten vanuit Samaria naar Assyrië werden gedeporteerd. Samaria werd Assyrisch. Daar kwamen weer andere mensen te wonen die hun eigen cultuur meebrachten en zich vermengden met de overgebleven Israëlieten.
Toen vertelde hij over de Babylonische ballingschap, 600 jaar voor Christus. De Babyloniërs veroverden Jeruzalem; weer werden er vele Joden gedeporteerd, deze keer naar Babylon.
“En al die tijd kregen mensen kinderen en voedden ze op in hun eigen traditie.”
De geschiedenis van de mensheid laat zien dat er in alle eeuwen groepen mensen werden verdreven of op de vlucht sloegen voor oorlog of vervolging.

Het verhaal dat vanmorgen uit de bijbel werd gelezen ging over de 10 melaatsen uit Samaria, die door Jezus werden genezen van hun huidziekte.
Eén van hen kwam terug om Jezus te bedanken en dat was de enige Samaritaan van het groepje van tien.
“Hij was de enige ‘buitenlander’ in het groepje” vertelde de voorganger.
“Dat hij terugkwam om te bedanken was niet zo gek. De andere 9 moesten volgens de wet naar de tempel voor allerlei rituelen (o.a. een offer), maar hij was na de genezing ineens weer ‘die buitenlander’ en hoorde er niet meer bij.”

Na de viering kreeg ik het met Gerard nog even over de viering.
Wat haalden we er uit?
Gerard was opgevallen dat het leven na de ziekte weer zijn gewone gang ging.
Een ziekte neemt je heel erg in beslag, maar als je die nare periode achter je kunt laten verval je al snel weer in de oude patronen.
Dat gedeelte had ik anders opgevat: ik moest aan de 2e Wereldoorlog denken.
In het verzet tegen de Duitsers vonden mensen met een verschillende levensovertuiging elkaar, maar na de oorlog richtten ‘de zuilen’ zich weer op en was de verdeeldheid weer even groot als voor de oorlog.

In de laatste grote volksverhuizing waar we met elkaar getuige van zijn geweest gaat het om de Oekraïners en wie weet hoeveel Russen hun land inmiddels al zijn ontvlucht.
Hoe gaat het daarna verder?
Ga je weer terug als het veilig is?
Of bouw je een nieuw bestaan op in het gastland.
Wat is dan je identiteit?
Wat is je fundament?
De predikant haalde in zijn verhaal het boek ‘in Europa’ aan van Geert Mak.
Daarin lees je over hoe in de geschiedenis de bevolkingsgroepen zich onophoudelijk met elkaar vermengen.
De eerste generatie Hugenoten bijvoorbeeld die naar Nederland vluchtte sprak Frans en was buitenlander, de nazaten van die generatie weet soms niet eens meer dat hun voorouders ooit Fransozen waren.
De omstandigheden kunnen de fundamenten onder je bestaan wegslaan.
De onderlinge liefde, de liefde van Gods Koninkrijk, zorgt ervoor dat het leven doorgaat.
Want al die tijd kregen mensen kinderen en voedden ze op in hun eigen traditie.

Reageren

9 oktober: Nu nog?!? – 15 Verzoend & ankylose.

Acht weken geleden schreef ik nog dat ik behoorlijk teleurgesteld was over de pittige verlenging van het beugeltraject, vier weken geleden kon ik melden dat ik al weer helemaal aan het idee gewend was dat ik nog tot april ’23 aan die beugel vastzit. Verder had ik toen niet zo heel veel te melden, dus een blog in deze serie heb ik in september maar overgeslagen. Aan het begin van die maand kreeg ik setje 3 en 4 en had ik nog 30 weken te gaan.

Afgelopen vrijdag had ik weer een afspraak; alle dingen gaan weer zoals het hoort.
Als ik de nieuwe bitjes inkrijg voelt het de eerste dag erg strak en niet fijn.
Dan is het ook vervelend om ze er uit te halen, want dan klemmen ze het gebit af en moet je soms behoorlijk wrikken.
Dat is vaak een kwestie van één dag: daarna gaat het gemakkelijker en na een week gaan ze moeiteloos in en uit.
En is het gebit weer een aantal micromillimeters opgeschoven……

In de tandartsstoel vroeg ik vrijdagmiddag hoe het kon dat die hoektand in de het vorige traject niet meekwam in de standsverandering.
“Dat noemen wij ‘ankylose” antwoordde Martijn.
Een mens is nooit te oud om te leren, dus hij legde gelijk uit wat het is.
“In het gebied in de kaak om die hoektand heen was bijna geen bewegingsmogelijkheid, die zat dus gewoon heel erg vast.”
‘Onwrikbaar’ was het woord dat in mij opkwam; zoals het zwaard Excalibur in de steen.
‘Standvastig’ past er ook goed bij.

Op zich geen verkeerde eigenschappen, maar in dit geval was een iets minder ijzerheinige hoektand  niet verkeerd geweest.
Maar de tand lijkt zich nu gewonnen te geven: hij gaat keurig mee in het proces  en de vorderingen konden de goedkeuring van Martijn wegdragen.
Fijn.
Setje 5 zit er nu opgeklikt, setje 6 kreeg ik mee voor over twee weken.
Nog 26 weken te gaan.
Dat klinkt kort eigenlijk, maar is natuurlijk gewoon een half jaar……

Benieuwd naar het hele orthodontietraject?
Hierbij een link naar deel 1, onderaan dat blog vind je een overzicht van alle gepubliceerde delen.

Reageren

7 oktober: Nazomeren.

Vrijdagmiddag 30 september, na de FysiYoLates-les, begon ons weekje nazomer-vakantie in Casa Grada in Westerbork.
Je hoopt dan dat je zulk weer hebt als wij de afgelopen dagen mochten beleven: droog en overwegend zonnig.
We namen een ovenschotel mee voor de vrijdagavond en nestelden ons al voorgenietend van een hele week vakantie op de bank  voor 2 voor 12.
Nu ik dit schrijf is het vrijdagmiddag 7 oktober: ons weekje zit er weer op.

Ben ik anders op vakantie altijd erg bezig met ‘wat ik allemaal nog moet zien ‘, in Westerbork hoef ik niks.
Heb anderhalf boek uitgelezen en veel toeren priegelsteekjes 3 recht 1 averecht gebreid.
Samen hebben we de hele serie ‘Rampvlucht’ teruggekeken en geconstateerd dat er nog niet veel is verbeterd als het gaat om de verhouding overheid/burgers.
Tenenkrommend was het om na dertig jaar de onthutsende gang van zaken te zien.

Het weer in het weekend was nog erg wisselvallig, maar maandag zat ik ’s morgen al buiten op het terras in de zon kerstkaarten te maken: dat vind ik heerlijk om te doen,  maar het ontbreekt me vaak aan tijd.
Dinsdagmorgen heb ik een hele tijd door de glazen terrasdeuren staan kijken naar de vogels die onze tuin bevolken.
Op een gegeven moment kregen ze gezelschap van een eekhoorntje.
Dat rende in de eerste boom naar boven en zigzagde vervolgens over alle grote takken heen op zoek naar voedsel.
Toen klom hij naar boven in de volgende boom en stak van daaruit over naar de boom die er naast stond.
Ik kon rustig blijven staan kijken naar het geren en gevlieg: ik hoefde nergens naar toe.

Het was tijdens deze vakantie vooral de rust in mijn hoofd die zo aangenaam was.
Mijn  werk slokt door de grote drukte de laatste tijd al veel energie op; de dingen die ik daarnaast doe vergen meer van me dan voorheen.
Je wordt ouder,  mama…

Drie keer zaten we om middernacht nog even met een kaarsje bij het meer; we hebben het huis nu al meer dan een jaar, maar het voelt nog steeds bijzonder.
Natuurlijk ontvingen we ook een aantal gasten. Vorig weekend beleefden we ‘de 24 uur met Jan en Janny’ (blog volgt)  en op dinsdag kwamen buurman en buurvrouw uit de Boskamp langs om voor te doen hoe je dikke karpers vangt (blog volgt ook) .
Donderdag kwam Harriët, spelletjes doen en gourmetten; maar dat voelt niet als een gast, die hoort natuurlijk gewoon bij ons gezin.

Wat een heerlijke week: lekker uitgerust en bijgetankt.
Nu gaan we ons opmaken voor het gezellige maar o zo drukke 4e kwartaal met een verjaardag, een familiereünie bij ons thuis,  Sinterklaas,  Kerst en duizend en één andere dingen waar ik me op verheug.
De weken/weekenden in Casa Grada staan voor 2023 al weer met potlood in onze agenda.

Reageren

6 oktober: Nederlands, maar dan Engels.

Tien jaar geleden hoorde ik iemand in een radioprogramma zeggen: “Over vijftig jaar is in  ons land Engels de voertaal; dan is het Nederlands een dialect geworden.”
Dat zou in 2060 zijn. Mijn gedachte daarbij was toen: “Zol ’t zo wezen? Kan ‘k mij niet veurstellen.”

Inmiddels zijn we tien jaar verder en nu kan ik me er wél iets bij voorstellen.
We bezigen in onze maatschappij steeds meer Engelse woorden.

Soms begrijp ik het niet.
Huh? Artificial Intelligence?
Contentmanagement?
Wat betekent Groningen Hydrogen Capital?
In de krant las ik kort geleden een vacature advertentie voor een ‘maintenance engineer’.
Ik weet niet eens wat dat is.
Wat doet zo’n medewerker?
Maar ook hele gewone dingen die we best begrijpen zijn al Engels geworden.
Even mijn mail checken! Een zin die ik zelf regelmatig zeg; vier woorden, waarvan twee Engels.

Een kleine bloemlezing van wat mij de laatste tijd opviel op dit gebied:
– Zo’n cocktail met rum is weer helemaal hot en happening!
– Popartiest Rem in een radiointerview: “Er zijn afgelopen jaar gewoon heel veel ‘sicke’ dingen gebeurd, man!”
– Interview met een mevrouw in de kinderopvang: “Het gaat natuurlijk ook om het plezier en het well-being van kinderen….”
– Prinsjesdag: de politie heeft roadblocks neergelegd.
– Een groepje kinderen doet een looptraject voor een goed doel: “Die kids hebben een drive om voor elkaar meters te lopen!”
– Dat zijn artiesten die dat influencen.
– Mijn eigen collega: “Dat overleg kunnen we beter cancelen.”
– Mijn dochters: “We hebben gisteren met vrienden nog wat gechilld.”
– Ik zelf op mijn werk: “Het nummer dat ik nu in mijn display zie, kunt u daarop teruggebeld worden?
– Een gesprekje met een Amsterdammer: “Dat is hoe wij als flitsbezorgers operaten in Amsterdam.”
– Mijn yoga-pilates-juf: “Wat een verhaal, ik was helemaal flabbergasted!”
– Ons eigen handwerkclubje van de kerk heet nota bene ‘Holy stitch’…..
– Aan het eind van een interview met een onderzoekster: hij “Bedankt voor dit onderhoudende gesprek.” zij: “You’re welcome!”
Na deze uitspraak zei ik hardop ‘Pardon?’ en realiseerde me dat dat Frans was.

Het is dus zelfs al zo dat we Engelse woorden ‘vernederlandsen’; we nemen ze op een zin en maken er een werkwoord van.
Ik infuence, jij influenct, hij influenct, wij influencen, wij hebben geïnfluencd.
Maar we hebben het eigenlijk over beïnvloeden.

Waarom zeggen we attachment in plaats van bijlage?
Waarom moeten we commitment tonen in plaats van betrokkenheid?
Kunnen we niet beter ‘omschakelen’ zeggen in plaats van switchen?
En het niet meer hebben over employability, maar inzetbaarheid?

Als ik mijn eigen taalgebruik onder de loep neem, blijkt dat ik me ook regelmatig schuldig maak aan Engelse woorden; je ontkomt er eigenlijk niet meer aan.
Op het blog Sale’ uit 2019 schreef ik het al: een taal is iets levends en aan verandering onderhevig.
Taal is communicatie (een Frans woord).
‘As wij mekaor maor begriept’ zou mijn vader zeggen.

Maar ik pleit op dit blog wel voor de stelling: ‘Wees zuinig op het Nederlands.’
Dus als er een goed Nederlands woord voorhanden is, dan geen Engels gebruiken.
Stel je voor.
Nederlands een dialect……

Reageren

4 oktober: Eier zuuken.

Elke familie hef ze: femilie verhaolen. Van die gebeurtenissen die op verjaordagen veurbij komt met de aanhef: “Wee’j nog wel dat oonze…..”en dan komp d’r een verhaal over opgevoerde brommers of over mislukte taorten of zukswat.
Mien schoonmoe was een ster in het vertellen van zukke verhaolen. Bij iedere zeun of dochter haar ze wel een anekdote op veurraod. Oonze kinder vunnen die verhalen prachtig, veural as die over de kleine Gerardje gungen.

Ien verhaol kregen ze gien  genog van: kleine Gerardje gung eier zuuken.
De grote breurs van Gerard, Henk  en Jan, (destieds 13 en 11 jaor) trökken de weilanden in, ze gungen eier zuuken. Kievitseier of zo.
Gerard,  4 jaor, stun in zien overallegie bij ’t hekke te schrowen: “Ik ok eier zuuken! Ik  ok met!”
Maor daor hadden die grote jongen gien zinan. Zu’n klein breurtie op sleeptouw, daor hej allent maor last van.
“Nee! Ie bint nog veuls te klein!” Ze leuten de kleine prugel blerend bij ’t hek  staon en stiefelden het laand in.

Daor stun Gerard. Hij schrowde nog eem de jongen achternao, schreide hartverscheurend, snukte nog eem en dacht toen nao.
De kiepen van moe in ’t hokke legt ok eier. Die kön e wel gaon zuuken.  Zo klein as e was, wus e al wel dat het kiepenhokke altied dichte mus.
Daorveur zat d’r een krappie op ’t deurtie. Hij deur het krappie umhoog en stapte deur ’t deurtie zölfverzekerd naor de kiepen toe.
Och man,  eier zat! Hij zol vast meer eier hebben as Henk en Jan! Hij stopte de buussies van zien overallegie hielemaol vol. Toen nog een ei in de linkerhaand en iene in de rechterhaand en zo stiefelde hij weer op ’t deurtie an. Toen mus het hekke nog weer dicht en het krappie naor beneden, maor hij haar de haanden ja vol met ei.  Hij mus die eier eem op de grond leggen. Hij bukte…….. en toen braken hum de eier die as e in zien buussies daon haar.

En toen stun e weer te bléren, nou bij de keukendeure.
“Moe! Moehoe!”
Moe kwam kieken waor de braand was en zag de ongelukkige Gerard staon: het struuf leup hum bij de bienen langes bij de klompies in.
“Wat is d’r gebeurd..!? vreug moe.
“Ik wol ok eier zuuken…..!”

Moe kun d’r gelukkig smakelijk um lachen, maor ze vun’t ok vast wal zunde van de eier.
En dan al dat gegleer……

Reageren

30 september: Wat is een Stausee?

In onze korte vakantie in Noord Duitsland huurden we een huisje vlak bij de Thülsfelder Stausee.
Toen wij daar rondfietsten en wandelden zocht ik eens uit hoe het eigenlijk zit met zo’n Stausee.

Letterlijk vertaald is een Stausee een stuwmeer.
Een natuurlijk stuwmeer ontstaat doordat de loop van een rivier plotseling wordt versperd door bijvoorbeeld een lawine, ijsvorming of een aardverschuiving.
De Thülsfelder Stausee is niet natuurlijk ontstaan, maar is in 1923 aangelegd.
Het riviertje ‘de Soeste’ kon in haar smalle rivierbedding het overvloedige water tijdens hevige regenval of smeltende sneeuw niet snel genoeg afvoeren.
Daardoor ontstonden regelmatig overstromingen in het gebied boven Cloppenburg.
De dam/dijk die het water tegen moest houden werd gebouwd in de buurt van het dorpje Thülsfeld  op een natuurlijk ‘Geestenge’: een zandrug gevormd in de ijstijden, zoiets als de Hondsrug en de Rolderrug in Drenthe.
Als het water in het meer tegen de rand van de dijk staat is de waterdiepte 5 meter.
Die 5 meter werd in deze droge periode lang niet gehaald: de zijkanten van het meer stonden al droog.

Was het vroeger alleen om overstromingen tegen te gaan, tegenwoordig wordt de dam ook gebruikt om het lage waterpeil van de Soeste en het kustkanaal te verhogen, voor lokale recreatie, sportvisserij en natuurbehoud.
Het stuwmeer heeft uitgestrekte ondiepe waterzones, waar moerassen en veengebieden zijn ontstaan waar bedreigde dier- en plantensoorten zich thuisvoelen.

De eerste avond gingen we de See verkennen en fietsten er een rondje omheen.
Toen wisten we gelijk ook weer hoe verwend we in Nederland zijn met onze mooie fietspaden.
Aan de westkant van de Stausee lag een kilometerslang fietspad van gravel, vermalen stenen.
Daar fiets je niet overheen, daar ‘rabbel’ je overheen. Sommige steentjes waren nog best groot, dus dat fietste beroerd.
Het is dat de beugel op mijn gebit vastgeklikt zit, anders was hij er vast uitgerabbeld….

De Soeste vervolgt haar weg door Niedersachsen.

Gelukkig fietsten we weer naar boven aan de oostkant van het meer, en dat was een asfaltfietspad over de dijk.
Wat prachtig.
Fietsen in de avondzon langs zo’n mooi meer.
Aan het eind van het fietspad liet men het water van ‘de Soeste’  weer uitstromen, waarna ze haar weg door Niedersachsen weer vervolgde.

De volgende dag lieten we onze banden oppompen bij een fietsenmaker in Garrel.
Daar hadden we bij de volgende fietstochten veel profijt van, want we waren nog niet van het gerabbel af…..

PS:  Is je de nieuwe header al opgevallen?
We hebben de potten met bougainvillea’s die wat eenzaam op Waninge-Plaza stonden wat naar voren gehaald en naast de zonnewijzer gezet.
Dat leverde een prachtig plaatje op: sinds gisteren siert het dit digitale magazine.

Reageren

Pagina 60 van 263

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén