“En al die tijd kregen mensen kinderen en voedden ze op in hun eigen traditie.”
Dat zei dominee Walter Meijles bij het item ‘om er in te komen’ gistermorgen tijdens de viering in de Catharinakerk.
Hij vertelde over de Assyrische ballingschap van 800 jaar voor Christus. Een periode in de geschiedenis van het Joodse volk, waarin duizenden Israëlieten vanuit Samaria naar Assyrië werden gedeporteerd. Samaria werd Assyrisch. Daar kwamen weer andere mensen te wonen die hun eigen cultuur meebrachten en zich vermengden met de overgebleven Israëlieten.
Toen vertelde hij over de Babylonische ballingschap, 600 jaar voor Christus. De Babyloniërs veroverden Jeruzalem; weer werden er vele Joden gedeporteerd, deze keer naar Babylon.
“En al die tijd kregen mensen kinderen en voedden ze op in hun eigen traditie.”
De geschiedenis van de mensheid laat zien dat er in alle eeuwen groepen mensen werden verdreven of op de vlucht sloegen voor oorlog of vervolging.

Het verhaal dat vanmorgen uit de bijbel werd gelezen ging over de 10 melaatsen uit Samaria, die door Jezus werden genezen van hun huidziekte.
Eén van hen kwam terug om Jezus te bedanken en dat was de enige Samaritaan van het groepje van tien.
“Hij was de enige ‘buitenlander’ in het groepje” vertelde de voorganger.
“Dat hij terugkwam om te bedanken was niet zo gek. De andere 9 moesten volgens de wet naar de tempel voor allerlei rituelen (o.a. een offer), maar hij was na de genezing ineens weer ‘die buitenlander’ en hoorde er niet meer bij.”

Na de viering kreeg ik het met Gerard nog even over de viering.
Wat haalden we er uit?
Gerard was opgevallen dat het leven na de ziekte weer zijn gewone gang ging.
Een ziekte neemt je heel erg in beslag, maar als je die nare periode achter je kunt laten verval je al snel weer in de oude patronen.
Dat gedeelte had ik anders opgevat: ik moest aan de 2e Wereldoorlog denken.
In het verzet tegen de Duitsers vonden mensen met een verschillende levensovertuiging elkaar, maar na de oorlog richtten ‘de zuilen’ zich weer op en was de verdeeldheid weer even groot als voor de oorlog.

In de laatste grote volksverhuizing waar we met elkaar getuige van zijn geweest gaat het om de Oekraïners en wie weet hoeveel Russen hun land inmiddels al zijn ontvlucht.
Hoe gaat het daarna verder?
Ga je weer terug als het veilig is?
Of bouw je een nieuw bestaan op in het gastland.
Wat is dan je identiteit?
Wat is je fundament?
De predikant haalde in zijn verhaal het boek ‘in Europa’ aan van Geert Mak.
Daarin lees je over hoe in de geschiedenis de bevolkingsgroepen zich onophoudelijk met elkaar vermengen.
De eerste generatie Hugenoten bijvoorbeeld die naar Nederland vluchtte sprak Frans en was buitenlander, de nazaten van die generatie weet soms niet eens meer dat hun voorouders ooit Fransozen waren.
De omstandigheden kunnen de fundamenten onder je bestaan wegslaan.
De onderlinge liefde, de liefde van Gods Koninkrijk, zorgt ervoor dat het leven doorgaat.
Want al die tijd kregen mensen kinderen en voedden ze op in hun eigen traditie.