een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Alledag Pagina 7 van 298

5 oktober: Praten over de dood.

Als donateur van de stichting Alzheimer Nederland krijg ik drie keer per jaar het magazine ‘ALZ….’ in de bus.
Een leuk blad vind ik, dat ik weliswaar niet helemaal spel, maar toch wel even aandachtig doorblader en echt interessante artikelen lees ik.
In de uitgave van september van dit jaar vond ik een column van de hand van Sander de Hosson*.
Hij is longarts en schrijver van boeken en verhalen over zorg voor mensen die ongeneeslijk ziek zijn.
De column heet ‘Praten over de dood‘ en ik neem de vrijheid om Sanders verhaal met mijn lezers te delen.

Er was een tijd, misschien 100 jaar geleden, dat ieder mens thuis stierf. In de bedstee, op de bank, in de kamer waar tegelijkertijd werd geleefd.
De buren kwamen langs met soep. De kinderen zaten op schoot. En als de dood eenmaal was gekomen werd het lichaam opgebaard in een koele kamer.
Het leven en de dood hoorden bij elkaar.

Maar het veranderde. Langzaam schoof de dood het zicht uit. Eerst naar een ziekenhuisbed. Naar een gesloten kamer achteraan op de afdeling, waar men fluistert in plaats van spreekt.
De dood, ooit deel van het dagelijks bestaan, werd een medische gebeurtenis. Een technisch falen. Iets dat eigenlijk niet had mogen gebeuren.
Want terwijl de zorg professioneler werd, raakten we iets kwijt. We gaven de dood uit handen aan mensen in witte jassen. Vanuit goede bedoelingen: om pijn te verzachten, de controle te behouden. Maar juist in die controle schuilt ook verlies. Wat vroeger een intiem, huiselijk moment was – vol rituelen aanrakingen, aanwezigheid – werd een proces.

We gingen de dood zien als een vijand die verslagen moest worden in plaats van een metgezel van het leven. De belofte van maakbaarheid, van genezing en verlenging, maakte ons blind voor het onvermijdelijke. We kregen woorden als ‘palliatief traject’ en ‘besluitvorming’. Bedacht om het ondragelijke te ordenen. Maar ergens onderweg verloren we het gewone: het praten over afscheid, elkaar vasthouden. Soms denk ik dat we de dood niet alleen uit beeld hebben geduwd, maar ook uit het hart. En dat we hem daardoor zijn gaan vrezen. Want wat je niet ziet, niet kent, dat wordt groot en zwart en dreigend.
Maar ik zie iets kantelen Ik zie mensen weer vragen stellen. Ik zie hoe jonge artsen palliatieve zorg niet langer zien als opgeven, maar als helpen om mens te blijven tot het einde. Ik zie kinderen die in een hospice tekeningen maken voor hun zieke opa. Misschien, heel misschien, halen we de dood weer een beetje dichterbij. Niet om hem te romantiseren. Niet om hem te eren.  Maar om hem gewoon te zien voor wat hij is: een onderdeel van het leven. Want hoewel de dood onvermijdelijk is en het afscheid vaak pijnlijk, zie ik in mijn werk de volle liefde.

Bedankt Sander.

Meer lezen over invloed op je levenseinde?
Kijk dan op dementie.nl/levenseinde.

* Eerdere blogs over Sander de Hosson:
Juni 2016 – Sander de Hosson
Juni 2017 – Een longarts met een verhaal
Februari 2024 – Aandacht voor het laatste stukje

Reageren

4 oktober: Nee……geen koffie.

Gisteren kwam mijn nicht Anja aanrijden vanuit Hengelo, ik kwam uit Roden en rond 10.00 u zaten we met z’n drieën aan de koffie bij tante Trijn in Klazienaveen: de jaarlijkse tante&nichten-dag.  Rond 10.30 uur kwam tante Trijns zoon Paul ook even met het hoofd om de deur.
“Ga zitten! Koffie?”
Nee, neef wilde niet zitten en ook geen koffie.
Even bijpraten.
Hij bleef staan kleppen, stond even bij het raam te kijken naar een ambulance die door de straat reed en ging vervolgens toch even op de bank zitten.
“Doe mij dan toch maar even een kop koffie….”.
Gezellig!
Een uur later zwaaiden we hem uit.

Anja en haar man Gerrit Jan zijn twee jaar jonger dan Gerard en ik en zij waren dit jaar 40 getrouwd; dat hadden ze gevierd (net als wij twee jaar geleden) met een ‘all inclusive-reis’ met hun gezin.
Het fotoboek dat ze van deze jubileumvakantie had gemaakt had ze bij zich.
Zij hadden, naar een idee van hun dochter, hun trouwbelofte aan elkaar opnieuw geformuleerd en uitgesproken.
Wat bijzonder! Ik wilde het naadje van de kous weten. Hoe dan? Waarom?

Er volgde een heel verhaal, daarvan geef ik een samenvatting.
Als je met elkaar trouwt, ken je elkaar eigenlijk nog niet zo lang. Tijdens je huwelijk gebeurt er vaak van alles wat je relatie beïnvloedt: er komen meestal kinderen, je hebt allebei je werk, contacten met ouders, vrienden en andere netwerken, misschien verhuizingen, problemen met je gezondheid…. wat kan er in 40 jaar niet allemaal gebeuren.
Na al die jaren ben je niet meer dezelfde persoon als toen je trouwde.
“Als je nu zou moeten kiezen, zou je dan weer met mij trouwen?”

Jeetje!
Wat bijzonder om daar eens over na te denken; maar dat kan ook best confronterend zijn lijkt me.
Ze hadden allebei hun gedachten over elkaar en over hun huwelijk op papier gezet en dit voorgelezen tijdens een informele bijeenkomst met hun voltallige gezin op het ruime balkon van hun hotel-apartement. Hun twee kleinzoontjes van 3 en 5 hadden stilletjes en onder de indruk toegekeken. Ook tante Trijn en ik  hingen aan Anja’s lippen.
Na haar uitleg bekeken we het fotoboek en zagen we het stralende bruidspaar dat zich dankbaar en gezegend voelde omringd door hun dochters met aanhang en hun kleinkinderen.
Over de waarde van de dag gesproken.
Naar aanleiding van bovenstaand verhaal voerden we met z’n drieën fijne gesprekken over onze ouders en over onze familie.
Over hoeveel er is veranderd in de loop van de jaren, met name als het gaat over relaties en over praten over gevoelens.
Maar ook over onze overgrootouders bijvoorbeeld , ‘ouwe opa’ Vrieswijk en ‘opoe’ Pasveer en  onze herinneringen aan hen.
Bij de afbeelding: het gezin van opa en oma Vrieswijk. Opa en oma zitten met tante Trijn tussen hen in.
Daarachter staan v.l.n.r. ome Jo, ome Andries, mijn vader Kees en Anja’s vader ome Henk.

Het was weer heerlijk om een dag in elkaars gezelschap te verkeren.
Met een lach, een traan en een twaalf-uurtje met een kroket.
Mevrouw Hollander, mevrouw Smelt en mevrouw Waninge.
Maar als Trijn, Anja en Ada Vrieswijk kunnen we in vertrouwen zulke intieme gesprekken voeren omdat er door die gezamenlijke achternaam zoveel herkenning is.

Benieuwd naar vorige ontmoetingen?
Hierbij een link naar het blog uit 2024 Bevragen van daaruit kun je doorklikken naar voorgaande jaren.

Reageren

3 oktober: Attent gemaakt.

Soms word ik door iemand uit mijn omgeving attent gemaakt op iets wat ik anders niet had gezien en/of gehoord.
In het blog vandaag geef ik drie voorbeelden.

Woensdag 1 oktober vroeg collega Jolanda of wij ‘dat filmpje van Veilig Thuis’ al hadden gezien.
Ze liet het ons zien toen we een broodje zaten te eten en het raakte me.
Het is een onderwerp dat eigenlijk nooit voorbij komt op deze website, maar vandaag wil ik er toch aandacht voor vragen.
Dit staat erover op de website:
Elke 8 dagen wordt in Nederland een vrouw gedood. Vaak door haar partner of ex-partner. In veel gevallen gaat er een langere periode van dwingende controle aan vooraf, de zwaarste vorm van psychisch geweld. Wie de signalen herkent, kan ingrijpen en kan mogelijke femicide voorkomen. Daarom start het ministerie van Justitie en Veiligheid de campagnWaar ben je?.
Herken de signalen.

Gisteren, donderdag 2 oktober kreeg ik een app van dochter Frea.
‘Heb je de nieuwe Erik Scherder-campagne al gezien? Over je hersenen uitdagen enzo.’
Nee, niet gezien, wel opgezocht en gevonden.
Je kunt meedoen aan ‘de dertig dagen challenge‘ van Erik onder de titel ‘Liever moe dan lui’.
Dat is de titel van zijn nieuwste boek.
Deze challenge is nou typisch iets waar ik wel nieuwsgierig naar ben, maar waar ik (nog) niet aan mee doe omdat mijn dagen vol genoeg zijn; er hoeft wat mij betreft écht niet een uitdaging bij.
En ik ben ook al regelmatig moe en heb niet het idee dat ik nou heel lui ben, dus ik sla keer over.
Maar wie weet…….straks heb ik tijd in overvloed en ook tijd voor nieuwe uitdagingen!

Verder kreeg ik gisteren een leuke app van dochter Carlijn.
‘Sarah is een blog begonnen! Mede geïnspireerd door jouw blog.’
Nou, wat een eer!
Later op de dag sprak ik Carlijn daarover.
“Maar hoezo geïnspireerd op mijn blog?”
Sarah had daarover gezegd dat er te weinig van dit soort blogs waren zonder advertenties, zonder bijbedoelingen, zonder verdienmodel, maar gewoon leuk.
Geen influencer/beïnvloeder, maar het delen van dingen die je graag doet, die je leuk vindt.
Dan ben ik natuurlijk benieuwd.
Wat staat er dan op dat blog van Sarah? Hierbij een link naar haar website ‘Slak-en-post.nl’
Dit vond ik bij haar profiel: ‘Een liefhebber van langzaam leven met als doel om een glinstering in elke dag te zoeken. En eerlijk? Daar wordt alles veel leuker van!’ 
Een glinstering in elke dag zoeken! Dat noem ik al meer dan tien jaar ‘De waarde van de dag’: wat heerlijk dat iemand met die intentie ook een blog begint.
Haar eerste blog heet ‘Een eigen plek op internet‘.

Drie tips van anderen waar ik me even in verdiept heb en die ik dus vandaag weer doorgeef.
Mijn glinstering van deze dag zeg maar….

 

Reageren

1 oktober: Naar een leven zonder werk (9) – Zwerven door de organisatie

Toen ik in augustus 2018 na drie maanden revalideren terugkwam op mijn werk in het Heijmanscentrum was Ria vertrokken naar een andere organisatie.
Maar dat was raar! En ze werd ook niet vervangen; Jacquelien en ik deden toen nog wel de secretariële ondersteuning van de Inhoudelijk Manager destijds, Marjolein, maar dat was niet genoeg. Zonder manager Algemene Zaken brokkelde de afdeling waar wij voor werkten heel langzaam af. Andere heren, andere wetten.
Soms voelde ik me als het volk Israël in Egypte: “Toen kwam er een farao die Jozef niet gekend had……”

Toen hoorden we dat Ad, directeur van Finance & Controll van Lentis in Zuidlaren, zonder secretariaat zat. Ik heb hem opgebeld, gezegd dat wij hem wel wilden helpen omdat we tijd over hadden en Ad vond dat een goed idee, dus naast het regelen van dingen voor wat er nog over was van OP hielpen wij Ad.
We kregen ook het beheer over de agenda’s van een aantal controllers en al met al raakten onze dagen wel gevuld.
Wat wel lastig was dat wij met Ouderen-psychiatrie-uren aan het werk waren voor Finance & Control; dat waren twee aparte zuilen, dus wat wij deden kon eigenlijk niet.
Ambtenarij vond ik, maar het bleef wel wat schuren. En het bleef ook ‘zwerven door de organisatie’. Op een gegeven moment had de directie bedacht dat ik wel project-ondersteuning kon doen  bij een nieuw project, daarvoor moest ik één dag in de week naar Winschoten en de rest van de dagen naar Zuidlaren.
Maar het project kwam niet goed van de grond en stierf in schoonheid.
Ondertussen leerde ik wel veel Lentis-collega’s kennen, want ik zat steeds in andere gebouwen en op verschillende plekken.
Na twee jaar leek er even hoop te gloren: de afgebrokkelde afdeling Ouderen Psychiatrie waar ik managementassistent voor was geweest werd weer nieuw leven ingeblazen en kreeg een nieuwe manager.
Ik solliciteerde natuurlijk op die functie in de rotsvaste overtuiging dat ik die baan weer zou krijgen, maar de nieuwe manager die mij al kende omdat ze teamleider binnen OP was geweest zag mij niet zitten. Er werd voor die baan iemand van buitenaf aangenomen en in de afwijzingsbrief stond dat ‘iemand was aangenomen die beter gekwalificeerd was voor de functie’.

Deze afwijzing kwam als een mokerslag binnen; tot op het bot was ik beledigd.
Ziek ben ik er van geweest, vooral mentaal.
Het voelde zó oneerlijk en zó niet verdiend, maar HR zweeg en de directie zweeg, ik moest het gewoon accepteren.
In 2020 kwam er een vacature vrij voor 16 tot 24 uur bij de Kliniek in Groningen: ondersteuning van teammanager Baukje en die baan kreeg ik.
Dat was hetzelfde werk als wat ik voor Ria had gedaan en dat beviel gelijk weer goed.
Het betekende wel het definitieve einde van het samenwerkschap met Jacquelien, wat ik nog steeds als erg spijtig beschouw.
In het najaar van 202o werd bekend dat Baukje ging vertrekken en dat ook zij niet werd vervangen; ik zou waarschijnlijk ‘boventallig’ worden.

Benieuwd naar de hele serie?
Hierbij een link naar deel 1: onderaan dat blog vind je een overzicht van de al gepubliceerde blogs.

Reageren

29 september: Prachtig.

Tachtig jaar geleden werd ze op deze dag geboren in Coevorden: onze tante Trijn, 4 maanden nadat de 2e wereldoorlog was beëindigd als jongste zusje in een gezin waar al vier broers waren. Mijn vader was toen in augustus 13 geworden; hij was de oudste broer en had het er maar druk mee. Mijn oma was niet sterk en het jongste broertje Johannes, toen 2 jaar en tien maanden, werd regelmatig onder mijn vaders vleugels geparkeerd: “Letst doe op oons Jo?”

Dat resulteerde erin dat mijn vader als oudste broer een grote rol speelde in het leven van zijn jongste broer en zijn zusje. Dat verklaarde ook het grote verdriet toen ome Jo op 62-jarige leeftijd plotseling overleed; dat versterkte alleen maar de band tussen de oudste en de jongste uit het gezin.
Toen mijn vader vervolgens in 2008 plotseling stierf was dat voor tante Trijn dramatisch; door dat grote verlies dat wij samen konden delen groeiden wij meer naar elkaar toe. Bonus-dochter, tweede moeder, derde oma: zomaar wat termen die deze band benadrukken.
Bij de afbeeldingen: rechts zie je Trijn en Jo in 1948, links zie je  v.l.n.r. Trijn, Ada en oudste broer Kees.

Zaterdagmiddag had ze ter gelegenheid van haar 80e verjaardag een klein feestje georganiseerd: een etentje bij  ‘Landgasthof Robben im Emsland’. Waar anders zou ik haast zeggen. Over Robben schreef ik al eens eerder op dit blog onder de titel ‘Ein Holländisches Vitamienchen‘, toen aten we daar aan het einde van de 24-uur met mijn broer en schoonzus.
Het was niet een machtig grote groep: tante Trijn had de zaal gevuld met ‘de mensen die belangrijk zijn in mijn leven’: kinderen en kleinkinderen, een bonuszoon met vrouw en kinderen, nicht Trijn met haar man Jan en Gerard en ik.
Het was erg gezellig en de tijd vloog.
We genoten van een uitgebreid aperitiefje en er was zelfs een officiëel toespraakje bij het toasten, waarbij het cadeau werd overhandigd: naar een optreden van André Rieu in Maastricht!

Van het gezin dat ik in de eerste alinea beschreef is er niemand meer en ook haar man, ome Wim is in 2019 al overleden. Tante Trijn is de eerste van haar ouderlijk gezin die de 80 aantikt, haar ouders en haar 4 broers hebben die mijlpaal in de tijd niet gehaald.
In het verleden werden de verjaardagen gevierd in een grote kring van broers en schoonzussen, maar het kringetje werd steeds kleiner. Op deze gedenkwaardige dag kwamen ze nog regelmatig voorbij in de gesprekken, maar tante Trijn benadrukte ook hoe zeer ze genoot van dit kringetje van mensen die haar lief en dierbaar zijn.
En dat de  dankbaarheid voor wat er is groot is.

De neven Paul en Adriaan en hun aanhang even weer gesproken en genoten van de speciale kwaliteiten Robben.
Over het eten kan ik kort zijn: Duits en voortreffelijk.
Van die knapperige gebakken aardappels met een uitje en spekjes erdoor.
Schnitzels, cordon bleu’s, medaillons, biefstuk, iedereen koos wat hij of zij het lekkerst vond het ging ook bijna allemaal op.
Wat een heerlijk ‘Tachtig-is-prachtig’-feest!

Reageren

28 september: Kinderkoor.

Gistermiddag zaten we rond 16.00 u in de auto op weg naar een feestje; morgen vertel ik daar meer over. Op dat tijdstip begint op Radio 5 altijd het programma ‘Het theater van het sentiment’ en gisteren stond dat helemaal in het teken van het jaar 1971.
Toen we de radio aanzetten was ‘Manuela’ van Jacques Herb erop en toen de top 5 van dat jaar werd voorgesteld met nummers waar je op kon stemmen stonden in mijn hoofd de laadjes ‘nostalgie’ , ‘heimwee’ en ‘jeugdherinneringen’ al weer wagenwijd open.

‘Les Poppys’ stonden op 5 met ‘Non, non, rien n’a changé’.
Een kinderkoor nota bene.
Ik was toen 10 jaar en zat ook op een kinderkoor, maar dat leek in de verste verten niet op dit hippe jongenskoor dat werkelijk de pan uit swingde. Swong. Zoiets.
“Die traden op bij Eén van de acht bij Mies Bouwman” herinnerde ik mij nog.
Bij Gerard kwam  de herinnering boven dat hij in 1971 in het ziekenhuis 10 werd en hij zat te wippen op zijn stoel bij het liedje Borriquito: “Dit weet ik nog heel goed, hier was ik helemaal gek van.”
Gerard had grotere broers en zusters die de popmuziek al helemaal ontdekt hadden in 1971, ik hoorde destijds vooral nog heel veel Duitse muziek, op zaterdag Letty Kosterman en op zondag en meester G.B.J. Hiltermann bij de soep en de opgebakken aardappels. En ook al zaten Gerard en ik al vanaf de kleuterschool bij elkaar in de klas: bij zulke gesprekken komt er altijd nog wel weer iets nieuws naar boven en moeten we constateren dat onze jeugd in Hoogersmilde nogal verschilde. Hij als vijfde kind in een gezin met 7 kinderen, ik als oudste in een gezin met 2 kinderen.

Noem je mij een jaartal, dan zegt mij dat op zich niet zoveel, maar hoor ik de muziek die bij dat jaartal hoort dan stromen de herinneringen binnen.
Dat nummer van Borriquito bijvoorbeeld hoorde ik vooral in de grote, Duitse televisieshows, waarin het orkest van Max Greger dat muziekstuk speelde.
Zie ik ons gezin weer zitten in de kamer: mijn vader naast zijn telefoonkastje bij raam, ik in de stoel tegen de servieskast aan en mijn moeder en mijn broer op de bank.
Iedereen een vaste plek. Ordnung muss sein.

Ook even genieten van 1971?
Hierbij een link naar de Poppys én naar Borriquita.

Reageren

27 september: Een hei-sessie….. en tóch leuk!

“Kun je met dit spel ook naar de gevangenis?” vroeg één van ons.
‘Ons’ staat in dit geval voor alle secretaresses van onze afdeling Team290&Ouderenpsychiatrie en we zaten gisteren met elkaar in een heel ongebruikelijke setting: in een chalet op Molencatenpark Kuierpad in Wezuperbrug.
Teamleider Sylvia had ons in haar vakantiehuisje uitgenodigd voor een ‘verwendag’: koffie met iets lekkers, een tapas-maaltijd, een spel dat draait om ontmoeting/jezelf laten zien en een mooie wandeling door natuurgebied ‘Slenerzand’.

Je hoort vaak negatieve verhalen over zo’n teamdag.
“We hadden weer zo’n obligate heisessie-dag met een hoop bla bla bla …..”, maar dat was gisteren absoluut niet het geval; het voelde als een soort familiedag.
Geen blaadjes waar je ’tops & flops’ op moest schrijven en geen verhalen over zelfontwikkeling
Geen tabellen met cijfers over hoe het met ons bedrijf gaat en dat men toe wil naar een ‘aanspreek-cultuur’.
Geen managers die stippen aan de horizon zetten en een tijdpad schetsen.
Niets van dat alles: het was gewoon gezellig en het thema was: ‘Don’t worry, be happy’.
Bij de koffie werden we getrakteerd op een hele plank met allemaal heerlijks dat we ons goed lieten smaken.

Het spel dat we deden had geen vakje met ‘Ga naar de gevangenis’, maar wel heel veel andere vakjes met vragen. Als je zo’n vraag beantwoordde liet je een stukje van jezelf zien.
Op dit blog blijven de gesprekken die ontstonden onbesproken. Het was intens, het was emotioneel en het bracht ons dichter bij elkaar.
Het was dus een spel dat je niet kon winnen en toch kregen we allemaal een beker: een koffiebeker als herinnering aan deze dag.
Na het spel liepen we verlekkerd langs een heerlijk buffet waarbij we konden kiezen uit quiches, wraps, boreks, croissantjes …. met recht een verwendag!

De wandeling was heerlijk; het was prachtig weer en al teutend liepen we over het vakantiepark, door bos en door heide op het Slenerzand.
Onze teamleider liep voorop maar zei dat ze de weg eigenlijk niet zeker wist: ze liep altijd maar met haar man mee en hoopte maar dat het goed kwam. “Zal ik dan ik toch even op Google kijken?” stelde één van ons voor bij de zoveelste tweesprong waar een weifelend ‘Ik denk rechts…..’ werd geopperd. Een ander dacht dat we naar de stand van de zon moesten kijken, maar die werd gelijk in de padvindershoek gezet en ‘Akela’ genoemd. Juichend werd even later het hek begroet waardoor we weer toegang kregen tot het park.
Spelende vrouw, wat heb je nu geleerd?
De teamleider weet het ook niet altijd, maar als team hebben we het prima gered.
Voor deze les heb je dus helemaal geen dure hei-sessie nodig.

Het was een bijzondere dag.
Ten eerste: wij hebben niet zo vaak iets gezelligs met ons team.
Ten tweede: het was voor mij de laatste keer.
Als mensen mij vragen: “Kijk je uit naar je pensionering?” dan is mijn antwoord altijd volmondig ja.
Het werk ga ik niet missen.
De mensen wel.

Reageren

25 september: PFZW

“O, dat kan nog wel.”
“Dat is pas veel later, joh!”
“Duurt nog jáááren……”
Hierboven lees je mijn gedachten als het ging over mijn pensioen.
Zoals je in de blogserie over mijn loopbaan kunt lezen heb ik nogal wat werkgevers versleten in mijn leven en bijna overal heb ik ook pensioenpremie afgedragen.
Je zou denken dat ik dan uit veel potjes mijn pensioen zou krijgen, maar alles is in de loop van de jaren ondergebracht bij de pensioenverzekeraar van mijn laatste werkgever: het Pensioenfonds Zorg & Welzijn.
En dan komt het moment waarop je je pensioen moet aanvragen.

Vanmorgen gingen Gerard en ik er met z’n tweeën voor zitten.
Website PFZW geopend en ingelogd met de DigiD.
Je kunt dan op de website doorklikken naar je eigen ‘Pensioenplan’ en daarin kom je op invul-velden over je thuissituatie en hoe je het opgebouwde pensioen wilt verdelen.
Stop je met werken of ga je minder werken en gebruik je je pensioen als aanvulling?
Wat wil je met je partnerpensioen: minder dan nu berekend, gelijk blijven of meer dan nu berekend?
Het ging eigenlijk verrassend snel; we hadden gerekend op een invulmarathon en een heel uitgezoek in papieren enzo, maar we konden maar zo op ‘aanvragen’ klikken.
‘Download uw pensioenplan hier’ en vervolgens konden we een PDF opslaan en ligt het allemaal vast: per 1 januari 2026 halen we mijn pensioen naar voren.

Beetje gek wel.
Waar je jaren niet aan dacht met de zinnen uit de eerste alinea in het achterhoofd is met een paar drukken op wat knoppen op je toetsenbord geregeld.
Definitief.
We keken elkaar even aan en spraken uit dat we het geluk hebben gehad dat we een levenspartner hebben gevonden waarmee we samen oud kunnen worden.
Geen scheiding, geen vroegtijdig overlijden, maar samen toeleven naar een rustiger fase in ons leven.
Toen ik vandeweek de tekst maakte voor op de uitnodiging voor vrienden en familie voor mijn 65e verjaardag vermeldde ik vóór de datum de letters D.V.

Dit vond ik daarover op internet:
D.V. is een afkorting van Deo volente; het is een Latijnse uitdrukking die al door de Romeinen werd gebezigd om een voorbehoud te maken voor toekomstplannen, zoals bij aankondigingen van bruiloften, vieringen en andere bijeenkomsten. In algemene zin betekent het “als er niets tussen komt”; in christelijke kringen geeft het aan dat de mens afhankelijk is van de wil van God.
Andere uitdrukkingen in dit verband zijn: ‘IJs en weder dienende’ en ‘Bij leven en welzijn’.

Gerard en ik hopen op een groot aantal goede jaren met z’n tweeën en vandaag zetten we samen weer een stapje op onze levensweg in de wetenschap dat niets vanzelfsprekend is.

Reageren

24 september: Naar een leven zonder werk (8) – Managementassistent bij Lentis.

Hoe kwam het dat een alt van de Catharina Cantorij er voor zorgde dat ik mijn ontslag nam bij Christine Brons?
In 2007 werd ik lid van die cantorij en ik kwam te zitten op de altenrij naast Ria met wie ik het prima kon vinden.
Ria was manager bij Lentis en ze kreeg in 2008 16 uur secretariële ondersteuning ondersteuning toegewezen.
“Maar ik heb het niet zo op secretaresses, ze doen het altijd anders dan ik wil” vertrouwde ze me toe. “Wil jij niet solliciteren?”
En ja, dat is natuurlijk een risico: dat je het in het dagelijks leven goed kunt vinden is niet een garantie voor een fijne werksituatie, maar het pakte heel goed uit: 10 fantastische jaren heb ik met haar samengewerkt.
Mijn eerste werkdag was 1 juni 2008.
Die morgen was ik om 08.00 uur in het gebouw aan de Queriodolaan waar Lentis toen een verdieping huurde.
Ria was er nog niet, maar ik werd opgevangen en bijgepraat door Jacquelien, (onthoud die naam) secretaresse bij OP West.

De afdeling Ouderenpsychiatrie bestond uit een aantal afdelingen in Groningen, Zuidlaren en Winschoten en bij Ria kwam het werk dat ik had gedaan bij Christine me goed van pas, want de afdeling moest op managementniveau nog vorm krijgen.
Agendabeheer, afspraken maken, vergaderstructuur, notuleren en Ria ondersteunen bij alle mogelijke administratieve taken: wát een leuke, afwisselende en uitdagende baan.
Ik leerde de teamleiders kennen van de verschillende afdelingen en had veel contact met de bijbehorende secretariaten; na een jaar gingen we verhuizen naar de Laan Corpus den Hoorn en toen….. kreeg ik een hartinfarct en belandde in het ziekenhuis. Daarna was ik zes weken uit de running. Ria was onaangenaam verrast; aan dat hartgebeuren kon ik natuurlijk niks doen, maar zij was ineens haar administratieve rechterhand kwijt. Toen riep ze de hulp in van Jacquelien en tadaaah….. daar was mijn tweede duo-baan. Jacquelien was een blijvertje: ik werkte 3 dagen en Jacquelien deed er één, de maandag. 11 jaar werkten we samen als secretarieel ondersteuners van het management van de afdeling Ouderenpsychiatrie. We werkten met een digitale overdracht en belden elkaar minstens één keer in de week; we konden elkaar blindelings vertrouwen en hadden een zelfde manier van werken. Het maakte voor anderen ook niet uit of ze haar of mij aan de telefoon hadden. We wisten allebei van de hoed en de rand en konden het naast dit alles ook reuzegoed met elkaar vinden.
We verhuisden van de Laan Corpus den Hoorn naar het Heijmanscentrum, waar we terecht kwamen onder de vleugels van Rien, die destijds het directie-secretariaat van Dignis verzorgde.
Prachtige tijd gehad. Je leest er alles over in het blog ‘Heimwee’ uit 2024, waar je een overzicht vindt van een aantal blogs uit die tijd.

Alles veranderde in 2018; ik kreeg weer een hartinfarct. Deze keer resulteerde dat in een hartoperatie en ik was drie maanden uit de running.
En toen ik weer terugkwam was Ria vertrokken naar een andere baan…..

Benieuwd naar de hele serie?
Hierbij een link naar deel 1: onderaan dat blog vind je een overzicht van de al gepubliceerde blogs.

Reageren

23 september: Zegeningen op de Rodermarkt.

Als het over de Rodermarkt-feestweek gaat op deze website gaat het bijna altijd over de optocht of de straatversiering, want daar zijn we altijd druk mee, maar over de markt zelf schrijf ik nooit zoveel.
De Rodermarkt is een jaarmarkt, die traditioneel op de vierde dinsdag van september plaatsvindt.
Het evenement werd voor het eerst in 1727 gehouden en is tegenwoordig veel meer dan een paardenmarkt: er is een grote warenmarkt en een kermis.
De Rodermarkt wordt voorafgegaan door de Rodernacht, een evenement met optredens van artiesten en wordt bezocht door tienduizenden mensen uit de hele regio.
En Roden stoot op in de vaart der volkeren: tegenwoordig heet het hele gebeuren ‘Het Rodermarkt-festival‘!

Vanmorgen bij zonsopgang….

Dat betekent dat je nu tickets moet kopen om toegang te krijgen tot het feestterrein.
Het zal je niet verbazen: wij gaan daar niet meer heen, sterker nog: wij hadden een zeer rustige Rodernacht, want de wind stond gunstig en wij hadden helemaal geen last van stampende muziek en schreeuwende DJ’s.

Maar vandaag schrijf ik wel iets over de markt: daar liep ik namelijk vanmorgen om 07.30 uur al te kijken naar de kramen die werden opgebouwd.
Lege paden tussen de kramen in, hier en daar nog een verdwaalde auto van een handelaar die de dozen nog moest uitpakken en een mopperende marktmeester: “Niet met de auto …. je mag maar tot hier!”
Was de warenmarkt nog leeg en verlaten: op de Brink was het een drukte van jewelste!
Paarden, pony’s en boerengezelligheid.
Handelaren, handje klap, een paard dat even in moet lopen “PAISTEROP!” en van alle kanten wordt bekeken, mooi gevlochten manen en de geur van koffie.
Hier en daar loopt iemand waaraan je kunt zien dat hij de afgelopen nacht zijn bed niet heeft gezien; iets onvast ter been en niet zo goed te verstaan….. als het maar gezellig was.
Op de terugweg zocht ik Janneke van de Holy Stitch nog even op en ik bewonderde in de Raadhuisstraat haar kraam met allemaal zelf gebreide spulletjes.

Vanmiddag liep ik er met Gerard nog even weer over.
Nu was het helemaal omgedraaid: op de paardenmarkt was niets meer te beleven, maar op de warenmarkt was het gezellig druk.
Het was immers ook mooi weer.
We kochten een gerookte makreel.
Naast ons kocht een mevrouw een pondje paling, 3 stuks. “Dat is dan 24 euro, mevrouw.”
Mevrouw schrok zich een hoedje. Zo duur?
Verder smulden we van een warme oliebol met poedersuiker op De Brink.
Midden op de markt zag ik wat weggemoffeld de achterkant van een marktkraamwagen die ik op de foto zette; de tekst spreekt voor zich.
Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Nog even over de versiering/verlichting van onze straat (daar schreef ik een paar dagen geleden over op dit blog): de Boskamp had de eerste prijs!
Je leest er alles over op dit artikel op ‘Dit is Roden’.

Reageren

Pagina 7 van 298

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén