een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Handwerken Pagina 11 van 22

24 januari: De capuchon-sjaal. Of sjaal-capuchon (2)

In december schreef ik over de capuchon/sjaal die ik voor Carlijn had gebreid.
(Alweer vergeten? Lees 16 december >>>).
De laatste zin van dat blog was:
Binnenkort maar eens weer naar Leek.
Voor wol voor nog zo’n sjaal-muts-capuchon.
Voor mezelf!

Voor de kerstdagen ging ik nog naar Leek; in het handwerkwinkeltje Atelier 6A kocht ik twee bollen ‘Batik Swirl’ van het merk ‘Stylecraft’: een gemeleerd garen van in elkaar overlopende kleuren.
De blauwachtige versie die ik kocht heet ‘Blue Ocean” en bestaat uit 80% acryl en 20% wol.
De bollen wegen 200 gram per stuk en voor mijn eigen sjaal-muts was ik twee bollen nodig.
Inmiddels is ook mijn exemplaar klaar.
Ik had nog een beetje van één bol over en daarvan breide ik nog een bijpassende haarband, die lekker warm is over de oren.
Hiervoor 81 steken opzetten met een rondbreinaald, 16 cm versprongen boordsteek breien, alle steken in één keer afkanten. Het werk dubbelvouwen (je haarband is dan ongeveer 8 cm breed) en de twee kanten  losjes aan elkaar zetten.
Kun je niet met een rondbreinaald overweg?
Gewoon op rechte naalden breien en naast het dubbelvouwen en aan elkaar zetten van de boven- en onderkant ook de zijkanten vastzetten.
Op het vorige blog van 16 december staat een breibeschrijving van de capuchon/sjaal, en op dat blog staat een link naar de beschrijving van de versprongen boordsteek die ik hiervoor heb gebruikt.
Over de kleur: op de foto lijkt de sjaal lichter door het zonlicht dat er op valt, de kleuren zijn in het echt donkerder en iets meer zeegroen, zoals het plaatje van de bol hierboven.

Reageren

16 december: De Capuchon-sjaal. Of de Sjaal-capuchon.

Ongeveer een maand geleden schreef ik over een sjaal/capuchon die ik aan het breien was voor Carlijn.
Daarin beschreef ik uitgebreid de ‘versprongen of verschoven boordsteek’.
Hoe was het ook maar weer? Zie 10 november >>>
Toen beloofde ik dat ik een vervolgblog zou schrijven
Inmiddels is hij af.

Het principe is heel eenvoudig.
Je breit een sjaal en in het midden daarvan minder je aan één kant en in elke naald één steek, in totaal iets meer dan de helft van het aantal steken.
Daarna meerder je aan dezelfde kant weer hetzelfde aantal steken.
Als de sjaal helemaal klaar is naai je de twee delen waar je hebt geminderd aan elkaar, waardoor een soort muts ontstaat.
De naad loopt dan van je kruin tot je nek.
De muts doe je op je hoofd en de sjaal-delen sla je om. Lekker warm!
Een uitgebreide brei- beschrijving van deze sjaal vind je hier capuchon sjaal  .

Omdat de sjaal niet mocht kriebelen kwam het Carlijn nogal krek.
Daarom nam ik haar mee naar het handwerkwinkeltje Atelier 6A in Leek, waar ze zelf heel zacht garen uitzocht.
100 % polyester, merk Scheepjes, soort Eliza.

Binnenkort maar eens weer naar Leek.
Voor wol voor nog zo’n sjaal-muts-capuchon.
Voor mezelf!

Reageren

10 november: Versprongen of verschoven boordsteek.

Voor Carlijn ben ik bezig met het breien van een sjaal en een capuchon/muts aan een stuk.
Ze had zo’n ding gekocht, maar het was gebreid van (haar woorden) prik-wol.
Helemaal kriebelig werd ze er van.
“Wil jij precies zo één voor mij breien? Maar dan van lekker zacht garen?”
Tuurlijk.

Het voorbeeld was gebreid in tricotsteek. V-tjes aan de voorkant, ribbels aan de achterkant. Nadeel daarvan is dat de zijkanten omkrullen en dat de voorkant veel mooier is dan de achterkant. Bij een sjaal moeten eigenlijk beide kanten gelijk zijn.
Ordnung muss sein.
Met Carlijn overlegde ik dat een andere steek ging proberen.
Van de veel te vroeg overleden Willy van ’t Spinnewiel leerde ik de ‘versprongen boordsteek’. Wordt ook wel ‘verschoven boordsteek’ genoemd.
Redelijk eenvoudig te breien en een verrassend resultaat.

boordsteek 2 recht 2 averecht (foto Wolenco.nl)

Versprongen boordsteek 2 r 2 a + 1

Je zet een veelvoud van 4 steken + 1 op de pennen, in het geval van de sjaal-muts 72 + 1 = 73.
Dan brei je in de eerste pen 2 steken recht, 2 steken averecht, dit steeds afwisselen.
Op het laatst hou je 1 steek over, die brei je recht.
De tweede pen is precies hetzelfde en alle volgende pennen ook; ik zei al: redelijk eenvoudig.
Het verschil met de gewone boordsteek (2 recht 2 averecht) en de versprongen boordsteek zie je op de foto’s. Het effect is dat je aan beide kanten maar één rij V-tjes krijgt op 4 steken. De structuur van het breisel is wordt lekker los en rul als je het op één pen groter breit dan op de wol staat aangegeven.
Probeer het maar eens!

Er komt nog een deel 2 van dit blog: dan is de capuchon-sjaal klaar en vertel ik welk ‘niet-prik-garen’ ik heb gebruikt en hoe je zelf zo’n combi kunt breien.
Zie hiervoor 16 december: Capuchon-sjaal >>>

Reageren

20 augustus: Mohair in een doos vol restjes.

Vorige week kreeg ik van iemand van onze PKN-gemeente een grote Pamper-doos vol restjes wol.
Ik kieperde de doos op de kop om de kleuren bij elkaar te zoeken. Blauw zat er niet meer in……gek he? Heeft denk ik alles met dat ‘RM-virus’ te maken!
Maar er bleef nog genoeg over.

Tot mijn grote verrassing vond ik een aantal bollen heel dunne mohair-wol; een paar ‘paars-blauw-groen-gemêleerde bollen en een aantal knotjes lila en paarse tinten. Ik legde het allemaal bij elkaar en vond het een mooie combi. Inmiddels ben ik begonnen aan een sjaal.

Eerst probeerde ik een aantal breipennen in verschillende diktes uit. Pen 5 gaf het mooiste resultaat. Daarna zocht ik naar een steek die aan beide kanten van de sjaal een mooi effect geeft en ik vond de honingraatsteek.
Aan de voorkant ontstaat een honingraat-relief en aan de achterkant  krijg je een mand-vlecht-motief. Bij deze steek brei je alle naalden aan de voorkant 2 recht en 1 averecht en aan de achterkant 1 recht en 2 averecht. Een soort boordsteek zeg maar.
Bij de 3e en de 4e naald brei je 3 steken niet en neem je draad mee naar de volgende steken.
Dan trek je als het ware de draad over de 3 niet gebreide steken heen.
Daardoor ontstaat het mand-vlechtwerkpatroon aan de achterkant.
Hierbij een link >>> naar een duidelijke brei-beschrijving op de website ‘Stricka’.

Reageren

17 augustus: Net zo als op het plaatje.

In mei begon ik te breien aan een lichtgroen ajourtruitje.
Het patroon had ik gevonden in het tijdschrift ‘Simply breien’ van april 2013.
Het was een boek met allemaal zomertruitjes en vestjes.

Het moest worden gebreid van katoen. Ik kocht katoen in dezelfde kleur als op het plaatje: pistache-groen.
Nog niet zo vaak had me gewaagd aan een ajourpatroon, dus ik begon met een behoorlijke proeflap.
Eerst maar eens zien hoe het ajour-werkje in elkaar zit.
Meestal moet je het een aantal keren achter elkaar breien om je het patroon eigen te maken.

Toen ik het goed onder de knie had ben ik in het net begonnen. Het voert te ver om het hele patroon op dit blog te zetten, dat zou niet netjes zijn tegenover Simply Breien, één onderdeel wil ik op dit blog graag delen. Een heel leuk effect bij dit truitje is de A-lijn, die ontstaat omdat je het bovenste deel, na het ajourgedeelte, in boordsteek, 2 recht, 2 averecht,  breit. Daardoor kruipt het weefsel een beetje in elkaar. In de eerste 12 toeren echter brei je aan de achterkant van die boordsteek niet 2 recht 2 averecht, maar brei je de hele toer averecht. Daardoor krijg je een soepele overgang van het ajourgedeelte naar het boordsteek gedeelte. (zie detailfoto hiernaast).

Vorige week kreeg ik het af.
Het is precies zo geworden als op het plaatje, zelfs de mouwtjes, ook gebreid in dat ajourpatroon, zijn goed gelukt.
Gisteren had ik het aan naar mijn werk.
Tijdens de middagpauze kreeg ik twee complimenten van ‘kenners’: twee dames van de huishoudelijke dienst die zelf ook veel handwerken vonden het erg mooi! “En die mouwtjes! Knap hoor….”

“Het is precies geworden zoals op het plaatje” schreef ik hier boven.
Als ik het aan heb ziet het er wel anders uit als op het plaatje; ik heb immers geen maatje 36…..

Reageren

16 juni: Het lijkt er op….

Vorig  jaar  in september schreef ik over kussens met een gehaakte voorkant en een gebreide achterkant. ( Zie: Kussen bi-stitchual>>>)
Van het Call-the-midwife-dekentje >>> en die kussens had ik nogal wat restjes over;
daar heb ik met wat kunst- en vliegwerk nog een vierde kussen van gemaakt.

harten grijs i.p.v. rood

Voor de haakkant gebruikte ik de donkergrijze katoen voor de harten van de granny squares. Dat gaf een ander effect dan de donkerrode kernen in de andere kussens. Ook de grijs- en rosetinten zijn iets anders dan de gemêleerde katoen van de andere kussens. Resultaat: het lijkt op elkaar, het is anders en toch passen ze bij elkaar.

….. randje stokjes aan het breiwerk…..

Bij de brei-blaadjes-kant stuitte ik op een ander probleem: de katoen van het dekentje was dunner dan die van de kussens.
Dus de vierkantjes vielen kleiner uit en vulden met elkaar niet het hele oppervlak van het kussen.
Ik bedacht dat er ik dan wel een rand stokjes omheen kon haken. (Zie foto).
Daarbij haakte ik om het hele gebreide vierkant eerst een toer met vasten en daarna haakte ik op iedere vaste een stokje. (De stokjes in de achterste lus van de vaste haken, dan krijg je een mooi randje op de plek waar het haakwerk aan het breiwerk vastgemaakt wordt.)
Op de hoeken haakte ik 5 stokjes in één vaste.

grijze i.p.v. roze knoop

Ook zo’n rose knoop die in het midden van de kussens zit kon ik er niet meer bij krijgen, daarvoor koos ik een grijze variant.
Klik op de foto’s voor een vergroting, dan zie je heel duidelijk de gehaakte rand aan het gebreide gedeelte.

Ook voor deze kant van de  kussens geldt nu: het lijkt op elkaar, het is anders en toch passen ze bij elkaar. 
Doet me denken aan onze dochters.
Hiernaast een afbeelding van de drie dames uit 2015, gemaakt in Schoorl.
(lees hier >>> het bijbehorende blog).

Het lijkt op elkaar, het is anders en toch passen ze bij elkaar…….

Reageren

7 juni: Katten-konten-onderzetters.

In maart kreeg ik van dochter Harriët een plastic zakje. “Dit heb ik allemaal van jou geleend. Weet nog wel? Ik wou haken. Ik heb het geprobeerd, maar het is niks voor mij. Misschien kun jij er nog wat mee?”
In het zakje zaten verschillende bolletjes wol, twee haaknaalden en een paar ‘beginnetjes’.

In één van de beginnetjes zag ik een klein rose  kattenkontje. Dat had ze me namelijk laten zien; ze had rose en zwarte katoen gekocht en liet me een plaatje zien. “Kijk, dit ga ik proberen te maken.” Het was een onderzettertje met een staartje en twee pootjes er aan met in het midden een klein rose rondje: een “cat but”. In goed Nederlands een kattenkont.

Het leek me wel leuk om die  voor haar te maken. Op internet zocht ik het patroontje op en haakte met de door Harriët speciaal daarvoor gekochte katoen zes onderzetters. Begin juni was ze jarig. De onderzetters gaf ik haar als kadootje. Een sigaar uit eigen doos, maar dan anders.

Wil je ook zulke onderzetters?
Klik hier Katten-konten-onderzetters voor een PDF met een haakbeschrijving van deze ‘kattenkonten’.

Reageren

1 juni: Gehaakt haarbandje met een geborduurd bovenkantje.

Vorig jaar op 13 juni >>> schreef ik een blog over een yoga-haardbandje, waar ik een geborduurd bovenkantje voor ging maken.
We zijn nu één jaar verder en ja hoor: het is eindelijk af.

Met yoga ben ik inmiddels al weer gestopt, tenminste, met het yoga in clubverband.
Sinds ik met yoga begon in 2015 heb ik er een gewoonte van gemaakt om iedere dag met yoga te beginnen.
Een minuut of 10, iedere dag.
“Rek- en strek oefeningen” noemt Gerard het.
Men zegt dat als je iets drie weken structureel doet, dat het dan een gewoonte wordt. Van nature ben ik geen ‘beweger’, maar nu ik naar gewoonte iedere ochtend voor het ontbijt die tien minuten yoga doe blijf ik soepeler. Voelt goed.

Ik denk er over om na deze zomer een andere sport te zoeken; of iets op het gebied of yoga, of iets met aquajoggen ofzo.
Nog even over het haarbandje: ik borduurde een soort lange boekenlegger die precies over de bovenkant van het gehaakte haarbandje heenvalt. Het borduurwerkje zit er helemaal aan vast genaaid, als ik hem in mijn haar heb zie je het zwarte gehaakte haarbandje helemaal niet.

Reageren

4 mei: Breien in de wachtrij.

Gistermiddag was ik met mijn moeder ‘op tournee’. Ze moest verschillende onderzoeken ondergaan in het Wilhelminaziekenhuis in Assen en dat betekent: aanmelden bij diverse balie’s en wachten. Veel wachten.
Daar ben ik natuurlijk op voorbereid, dus ik heb altijd een brei- of haakwerkje bij me.
Ma en ik keuvelden gezellig, maakten af en toe even een praatje met deze of gene die ook zat te wachten en ondertussen prikte ik heel wat pennen weg.
Maar we moesten nu wel heel lang wachten en in de vierde wachtkamer was het breiwerkje klaar.

Dan ontstaat er een vreemde situatie. Ik zit met lege handen stil te zitten.
Het lijkt wel of de tijd dan nog langer duurt…….
De vijfde wachtkamer was die van de Apotheek in Smilde, waar we op de terugweg langs moesten om medicijnen te halen.
We trokken een nummertje en gingen weer zitten wachten.
Toen viel mijn oog op een mandje met een breiwerkje.
Er lag een briefje bij: Blij dat ik brei in de wachtrij. Ga gerust verder!

Er zat een keurige meneer op de stoel naast het breiwerkje, dus ik vroeg hem vriendelijk of hij van plan was om verder te gaan met het breiwerkje? Nee, dat was geenszins het geval, antwoordde hij glimlachend.
Dus daar zat ik, innig tevreden met het ‘blij-dat-ik-brei-breiwerk’.
Als Maxima in Tilburg.
Een klein stukje (drie toeren in dit geval) breien aan een vreemd soort sjaal waaraan tientallen mensen hebben gebreid.
Mijn moeder zegt dan niets, maar haar lichaamstaal zegt genoeg.
“Waarom zou je in ’s hemelsnaam…..”
Het is een virus.
Het handwerkvirus.
Mijn moeder is er niet mee besmet……….

Reageren

14 april: Bloemetjesmarkt & Achterpand

Vandaag had ik een vrije dag. Gerard niet.
“Kom je morgen naar de stad? Gaan we samen lunchen” vroeg hij gisteravond.
Wat een goed idee!
Kon ik gelijk even kijken naar een bolletje katoen.
Dat is toch wel een gedoe sinds ’t Spinnewiel er niet meer is; had ik eerst nog nog hoop dat iemand de zaak zou overnemen na het overlijden van Willy, inmiddels is de handwerkwinkel aan de Raadhuisstraat helemaal leeg.
Voor elk bolletje wol of katoen moet ik nu naar Leek of Groningen.
Kan natuurlijk ook via internet; maar ik wil altijd graag eerst voelen & zien.

Op de fiets ging ik richting Groningen, we hadden om 12.00 uur afgesproken bij “Roezemoes” aan het Zuiderdiep. Gezellig.
Het was alleen wel idioot druk in Groningen, op Goede Vrijdag is het daar altijd ‘Bloemetjesmarkt’. Letterlijk busladingen Duitsers komen dan naar de stad. Op het A-Kerkhof schuifelden we voetje voor voetje langs de bloemenkramen.
Het voelde een beetje als de Kerstmarkt in Bremen maar dan andersom……

Na de lunch ging Gerard weer aan het werk en ik ontvluchtte de drukte richting ‘Achterpand’,  een speciaalzaak voor breien, haken en borduren. Die zit aan het Lage der A aan het water.
Achterpand >>> is een ruim gesorteerde handwerkwinkel. Achter in de zaak is een ruimte waar af en toe brei-cafés en/of workshops worden georganiseerd. Er is genoeg te voelen en te zien! Met de eigenaresse kwam ik aan de praat over het Spinnewiel. Over hoe moeilijk het is om het hoofd boven water te houden in ‘handwerkwinkel-land’. En dat het dan niet helpt dat er zelfs in haar winkeltje mensen komen die spullen stelen……”hier lag net nog een bol zwart met wit, die is gewoon weg!” Ze was er sneu van.
Vandaag dus een hart onder de riem voor Elsa van “Achterpand”.
Hou je net als ik van handwerken?
Wil je ook graag ‘voelen & zien’?
Stap eens binnen bij ‘Achterpand’.
Tip: maak er een dagje Groningen van, geniet van oude binnenstad en pik een terrasje!

Reageren

Pagina 11 van 22

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén