een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Handwerken Pagina 11 van 22

17 augustus: Net zo als op het plaatje.

In mei begon ik te breien aan een lichtgroen ajourtruitje.
Het patroon had ik gevonden in het tijdschrift ‘Simply breien’ van april 2013.
Het was een boek met allemaal zomertruitjes en vestjes.

Het moest worden gebreid van katoen. Ik kocht katoen in dezelfde kleur als op het plaatje: pistache-groen.
Nog niet zo vaak had me gewaagd aan een ajourpatroon, dus ik begon met een behoorlijke proeflap.
Eerst maar eens zien hoe het ajour-werkje in elkaar zit.
Meestal moet je het een aantal keren achter elkaar breien om je het patroon eigen te maken.

Toen ik het goed onder de knie had ben ik in het net begonnen. Het voert te ver om het hele patroon op dit blog te zetten, dat zou niet netjes zijn tegenover Simply Breien, één onderdeel wil ik op dit blog graag delen. Een heel leuk effect bij dit truitje is de A-lijn, die ontstaat omdat je het bovenste deel, na het ajourgedeelte, in boordsteek, 2 recht, 2 averecht,  breit. Daardoor kruipt het weefsel een beetje in elkaar. In de eerste 12 toeren echter brei je aan de achterkant van die boordsteek niet 2 recht 2 averecht, maar brei je de hele toer averecht. Daardoor krijg je een soepele overgang van het ajourgedeelte naar het boordsteek gedeelte. (zie detailfoto hiernaast).

Vorige week kreeg ik het af.
Het is precies zo geworden als op het plaatje, zelfs de mouwtjes, ook gebreid in dat ajourpatroon, zijn goed gelukt.
Gisteren had ik het aan naar mijn werk.
Tijdens de middagpauze kreeg ik twee complimenten van ‘kenners’: twee dames van de huishoudelijke dienst die zelf ook veel handwerken vonden het erg mooi! “En die mouwtjes! Knap hoor….”

“Het is precies geworden zoals op het plaatje” schreef ik hier boven.
Als ik het aan heb ziet het er wel anders uit als op het plaatje; ik heb immers geen maatje 36…..

Reageren

16 juni: Het lijkt er op….

Vorig  jaar  in september schreef ik over kussens met een gehaakte voorkant en een gebreide achterkant. ( Zie: Kussen bi-stitchual>>>)
Van het Call-the-midwife-dekentje >>> en die kussens had ik nogal wat restjes over;
daar heb ik met wat kunst- en vliegwerk nog een vierde kussen van gemaakt.

harten grijs i.p.v. rood

Voor de haakkant gebruikte ik de donkergrijze katoen voor de harten van de granny squares. Dat gaf een ander effect dan de donkerrode kernen in de andere kussens. Ook de grijs- en rosetinten zijn iets anders dan de gemêleerde katoen van de andere kussens. Resultaat: het lijkt op elkaar, het is anders en toch passen ze bij elkaar.

….. randje stokjes aan het breiwerk…..

Bij de brei-blaadjes-kant stuitte ik op een ander probleem: de katoen van het dekentje was dunner dan die van de kussens.
Dus de vierkantjes vielen kleiner uit en vulden met elkaar niet het hele oppervlak van het kussen.
Ik bedacht dat er ik dan wel een rand stokjes omheen kon haken. (Zie foto).
Daarbij haakte ik om het hele gebreide vierkant eerst een toer met vasten en daarna haakte ik op iedere vaste een stokje. (De stokjes in de achterste lus van de vaste haken, dan krijg je een mooi randje op de plek waar het haakwerk aan het breiwerk vastgemaakt wordt.)
Op de hoeken haakte ik 5 stokjes in één vaste.

grijze i.p.v. roze knoop

Ook zo’n rose knoop die in het midden van de kussens zit kon ik er niet meer bij krijgen, daarvoor koos ik een grijze variant.
Klik op de foto’s voor een vergroting, dan zie je heel duidelijk de gehaakte rand aan het gebreide gedeelte.

Ook voor deze kant van de  kussens geldt nu: het lijkt op elkaar, het is anders en toch passen ze bij elkaar. 
Doet me denken aan onze dochters.
Hiernaast een afbeelding van de drie dames uit 2015, gemaakt in Schoorl.
(lees hier >>> het bijbehorende blog).

Het lijkt op elkaar, het is anders en toch passen ze bij elkaar…….

Reageren

7 juni: Katten-konten-onderzetters.

In maart kreeg ik van dochter Harriët een plastic zakje. “Dit heb ik allemaal van jou geleend. Weet nog wel? Ik wou haken. Ik heb het geprobeerd, maar het is niks voor mij. Misschien kun jij er nog wat mee?”
In het zakje zaten verschillende bolletjes wol, twee haaknaalden en een paar ‘beginnetjes’.

In één van de beginnetjes zag ik een klein rose  kattenkontje. Dat had ze me namelijk laten zien; ze had rose en zwarte katoen gekocht en liet me een plaatje zien. “Kijk, dit ga ik proberen te maken.” Het was een onderzettertje met een staartje en twee pootjes er aan met in het midden een klein rose rondje: een “cat but”. In goed Nederlands een kattenkont.

Het leek me wel leuk om die  voor haar te maken. Op internet zocht ik het patroontje op en haakte met de door Harriët speciaal daarvoor gekochte katoen zes onderzetters. Begin juni was ze jarig. De onderzetters gaf ik haar als kadootje. Een sigaar uit eigen doos, maar dan anders.

Wil je ook zulke onderzetters?
Klik hier Katten-konten-onderzetters voor een PDF met een haakbeschrijving van deze ‘kattenkonten’.

Reageren

1 juni: Gehaakt haarbandje met een geborduurd bovenkantje.

Vorig jaar op 13 juni >>> schreef ik een blog over een yoga-haardbandje, waar ik een geborduurd bovenkantje voor ging maken.
We zijn nu één jaar verder en ja hoor: het is eindelijk af.

Met yoga ben ik inmiddels al weer gestopt, tenminste, met het yoga in clubverband.
Sinds ik met yoga begon in 2015 heb ik er een gewoonte van gemaakt om iedere dag met yoga te beginnen.
Een minuut of 10, iedere dag.
“Rek- en strek oefeningen” noemt Gerard het.
Men zegt dat als je iets drie weken structureel doet, dat het dan een gewoonte wordt. Van nature ben ik geen ‘beweger’, maar nu ik naar gewoonte iedere ochtend voor het ontbijt die tien minuten yoga doe blijf ik soepeler. Voelt goed.

Ik denk er over om na deze zomer een andere sport te zoeken; of iets op het gebied of yoga, of iets met aquajoggen ofzo.
Nog even over het haarbandje: ik borduurde een soort lange boekenlegger die precies over de bovenkant van het gehaakte haarbandje heenvalt. Het borduurwerkje zit er helemaal aan vast genaaid, als ik hem in mijn haar heb zie je het zwarte gehaakte haarbandje helemaal niet.

Reageren

4 mei: Breien in de wachtrij.

Gistermiddag was ik met mijn moeder ‘op tournee’. Ze moest verschillende onderzoeken ondergaan in het Wilhelminaziekenhuis in Assen en dat betekent: aanmelden bij diverse balie’s en wachten. Veel wachten.
Daar ben ik natuurlijk op voorbereid, dus ik heb altijd een brei- of haakwerkje bij me.
Ma en ik keuvelden gezellig, maakten af en toe even een praatje met deze of gene die ook zat te wachten en ondertussen prikte ik heel wat pennen weg.
Maar we moesten nu wel heel lang wachten en in de vierde wachtkamer was het breiwerkje klaar.

Dan ontstaat er een vreemde situatie. Ik zit met lege handen stil te zitten.
Het lijkt wel of de tijd dan nog langer duurt…….
De vijfde wachtkamer was die van de Apotheek in Smilde, waar we op de terugweg langs moesten om medicijnen te halen.
We trokken een nummertje en gingen weer zitten wachten.
Toen viel mijn oog op een mandje met een breiwerkje.
Er lag een briefje bij: Blij dat ik brei in de wachtrij. Ga gerust verder!

Er zat een keurige meneer op de stoel naast het breiwerkje, dus ik vroeg hem vriendelijk of hij van plan was om verder te gaan met het breiwerkje? Nee, dat was geenszins het geval, antwoordde hij glimlachend.
Dus daar zat ik, innig tevreden met het ‘blij-dat-ik-brei-breiwerk’.
Als Maxima in Tilburg.
Een klein stukje (drie toeren in dit geval) breien aan een vreemd soort sjaal waaraan tientallen mensen hebben gebreid.
Mijn moeder zegt dan niets, maar haar lichaamstaal zegt genoeg.
“Waarom zou je in ’s hemelsnaam…..”
Het is een virus.
Het handwerkvirus.
Mijn moeder is er niet mee besmet……….

Reageren

14 april: Bloemetjesmarkt & Achterpand

Vandaag had ik een vrije dag. Gerard niet.
“Kom je morgen naar de stad? Gaan we samen lunchen” vroeg hij gisteravond.
Wat een goed idee!
Kon ik gelijk even kijken naar een bolletje katoen.
Dat is toch wel een gedoe sinds ’t Spinnewiel er niet meer is; had ik eerst nog nog hoop dat iemand de zaak zou overnemen na het overlijden van Willy, inmiddels is de handwerkwinkel aan de Raadhuisstraat helemaal leeg.
Voor elk bolletje wol of katoen moet ik nu naar Leek of Groningen.
Kan natuurlijk ook via internet; maar ik wil altijd graag eerst voelen & zien.

Op de fiets ging ik richting Groningen, we hadden om 12.00 uur afgesproken bij “Roezemoes” aan het Zuiderdiep. Gezellig.
Het was alleen wel idioot druk in Groningen, op Goede Vrijdag is het daar altijd ‘Bloemetjesmarkt’. Letterlijk busladingen Duitsers komen dan naar de stad. Op het A-Kerkhof schuifelden we voetje voor voetje langs de bloemenkramen.
Het voelde een beetje als de Kerstmarkt in Bremen maar dan andersom……

Na de lunch ging Gerard weer aan het werk en ik ontvluchtte de drukte richting ‘Achterpand’,  een speciaalzaak voor breien, haken en borduren. Die zit aan het Lage der A aan het water.
Achterpand >>> is een ruim gesorteerde handwerkwinkel. Achter in de zaak is een ruimte waar af en toe brei-cafés en/of workshops worden georganiseerd. Er is genoeg te voelen en te zien! Met de eigenaresse kwam ik aan de praat over het Spinnewiel. Over hoe moeilijk het is om het hoofd boven water te houden in ‘handwerkwinkel-land’. En dat het dan niet helpt dat er zelfs in haar winkeltje mensen komen die spullen stelen……”hier lag net nog een bol zwart met wit, die is gewoon weg!” Ze was er sneu van.
Vandaag dus een hart onder de riem voor Elsa van “Achterpand”.
Hou je net als ik van handwerken?
Wil je ook graag ‘voelen & zien’?
Stap eens binnen bij ‘Achterpand’.
Tip: maak er een dagje Groningen van, geniet van oude binnenstad en pik een terrasje!

Reageren

30 maart: Plaid op de bank.

Op 25 februari schreef ik over de ‘Call-the-midwife-blanket’ >>>, het dekentje dat ik aan het haken was. Inmiddels is het dekentje uitgegroeid tot een mooie plaid en ligt het te pronken op mijn bank.

  

Het is iets langer en iets breder dan de deken die hiervoor op onze bank lag.
Ik kan hem achter en naast de zitting een beetje instoppen, dus de plaid blijft goed liggen als ik er op zit.

Met ‘Call the midwife’ (Roep de vroedvrouw) heeft mijn plaid inmiddels helemaal niks meer te maken.
Op het plaatje hiernaast (een afbeelding uit de jaren ’60 serie) zie je hoe het patroontje oorspronkelijk is.
Op internet las ik dat de dekentjes in Engeland razend populair zijn; retro is weer hartstikke hip. Als je je spullen maar lang genoeg bewaart komt het vanzelf weer een keer in de mode…….

 

Reageren

12 maart: Wolletjes & bolletjes

Een van de leden van de cantorij gaat verhuizen.
Ze vroeg aan mij: “Weet jij nog iemand die ik een plezier kan doen met een grote zak haak- en breigaren? Het zijn allemaal overblijfsels van wat ik ooit gemaakt heb.”
Ik wist wel iemand.

Donderdagavond na de cantorij-repetitie kreeg ik het mee: twee fietstassen vol.
Iemand die niet haakt of breit zal dit niet begrijpen, maar ik word heel erg blij van twee zakken restgaren.
Donderdagavond om half elf lag de inhoud van één zak al op de bank; ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen. Even graaien in de berg wol, acryl en katoentjes, de kleuren bij elkaar zoeken, is dit hetzelfde garen, wat zou ik hier nog van kunnen maken…..er buitelden alweer allerlei ideeën over elkaar heen in mijn hoofd: colsjaal? Babytruitje? Knuffeltje?

Zondagmiddag is een uitgelezen tijdstip om me uitgebreid te verdiepen in de inhoud van de twee zakken.
Alles uitgestald op de keukentafel, kleur bij kleur, soort bij soort en toen alles opgeborgen in ‘Mama’s  grote restjes zak’.
Ik ben namelijk niet de enige die blij wordt van restanten garen. Er gaan regelmatig bolletjes en knotten de Drentse grens over: naar Groningen, Leeuwarden en Nottingham. Dames: nieuwe voorraad!

Reageren

25 februari: “Call the midwife”-blanket.

Vorige week begon ik met een nieuw haakproject: een “Call the midwife”-blanket. Een “Roep de vroedvrouw”-dekentje. Had ik gevonden op internet.
Ben je benieuwd wat dat is? Klik hier >>> voor de website met de uitleg en foto’s.

Omdat ik het dekentje ga gebruiken op mijn bank, zocht ik kleuren uit die bij mijn huis, meubels en de bi-stitchual kussens >>> passen. Voortvarend ging ik van start met grijs en haaknaald nr. 3. Na vier dagen had ik al zo’n stuk klaar.

Maar ik was niet tevreden met het resultaat; te grof, te los, te grote gaten. Omdat ik toch garen genoeg op voorraad had besloot ik om het eerst niet uit te halen, maar ik haakte hetzelfde nog een keer met haaknaald nr. 2. (op het wikkeltje om het bolletje adviseren ze 2,5/3)
Zie hier het resultaat.

Dat 1 milimetertje dan zo’n verschil maakt hè?
Nu was het wel goed. Het haakt iets minder gemakkelijk dan met 3, ik moet goed opletten dat ik met het kleinere haakje wel steeds de hele draad meeneem, (anders krijg je van die lelijke lusjes) maar het is beslist de moeite waard; het dekentje wordt zo een stuk dichter en fijner van structuur.

Reageren

9 februari: Restverwerking.

Op 26 januari schreef ik over drie Zeeuwse visserstruien die ik inmiddels al heb gebreid.
Van de truien van Frea en Harriët  had ik van elk nog 4 bolletjes over, van die van Gerard nog wat restjes. Van het restant van Harriët’s  groene trui breide ik een peuter-vestje voor een nieuw Waninge neefje of nichtje.
Met houten eendjes-knoopjes.
Voor het patroon: de beschrijving staat op het blog van 12 november 2014 >>>.
Wat een andere kleur en een ander stekenpatroon al niet doen…….

Van de denim-blauwe  bolletjes haakte ik een sjaal met het patroon dat ik gebruikte voor een zomer- colsjaaltje.
Daar maakte ik een winterversie van.
Voor het randje eromheen gebruikte ik de grijze restjes van Gerards trui.
Voor het patroon van het zomersjaaltje zie het blog van 15 augustus 2015 >>>.

Opmerking: op de foto’s zit er een rare verkleuring in de blauwe kleur. Dat was ook al zo met de foto’s van Frea’s trui. Ik kom er niet goed achter waar dat van komt; heeft vast te maken met de kwaliteit van de foto’s van mijn telefoon. In het echt is de sjaal egaal denimblauw: als je op de foto’s klikt krijg je een vergroting en dan is verkleuring verdwenen.

Reageren

Pagina 11 van 22

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén