een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Handwerken Pagina 4 van 22

3 oktober: Wat brei je dáár nou….!

Tegenwoordig heb ik iets bijzonders op de pennen staan.
Kniekousen.
Dat ontlokte een collega al de uitspraak: “Wat brei je dáár nou..!”
Het lijkt ook niet op de babyvestjes of dingen voor mezelf die anders op mijn pennen staan.

Bij deze kniekousen zit een verhaal.
Vorige maand werd ik gebeld door een oudere mevrouw van onze PKN-gemeente.
Ze had een probleem: ze breide altijd zelf kniekousen voor haar man van dun, grijs garen, maar het breien lukte niet meer.
Ze had nog een boord voor een nieuw paar opgezet, maar toen ze bij de hak aangekomen was gaf ze de moed op.
Toen bedacht ze dat ze iemand anders zou vragen de kousen af te breien, maar waar vind je iemand die nog sokken kan breien.
Wie kan de bocht nog om met de hak?
Dan kom ik kennelijk boven drijven.
Natuurlijk wil ik dat voor haar doen.
Van haar dochter (sopraan bij de cantorij) kreeg ik een tasje: vier ultradunne breinaalden met een lange boord er op van 80(!) steken, gebreid met 3 recht, 1 averecht én een voorbeeld-kous, keurig gewassen en gestreken.

Het was een heel uitgetel en nagezoek, maar inmiddels heb ik één kous af.
Aan de dochter vroeg ik: “Is het de bedoeling dat ik ook die andere kous ga breien? Ik vind het nogal een gepriegel…”
Ja, dat was inderdaad de bedoeling.
O, en als ik die ene kous af had, dan wilde het echtpaar het voorbeeld graag al weer terug, “dan kan vader die weer aan doen.”
Nu brei ik dus aan kniekous twee.
80 priegelsteekjes opgezet, gaan met die banaan, meer dan 30 centimeter in het rond.
Drie recht, één averecht; met een soort klos bij mijn benen waar dat dunne, grijze garen op zit.
De titel van dit blog komt nog regelmatig voorbij.

Reageren

22 juli: Kleinvak & Coole wool.

Op vrijdag 8 juli  tijdens onze mini-vakantie in Haarlem konden we de stadswandeling niet meer doen omdat we te veel op ons programma hadden gezet.
Altijd als ik in een andere stad ben wil ik naar handwerkwinkels: even ‘lekker struun’n’ tussen de wolletjes en de bolletjes, garens voelen, zoeken naar knoopjes, ideeën opdoen en de voorraad aanvullen.
Via internet ontdekte ik dat er in Haarlem nog een zogenaamde ‘kleinvak’-winkel is.
Even uitleggen: ‘kleinvak’ zijn kleine fournituren.
Even uitleggen: fournituren zijn kleine dingen die je nodig hebt bij het naaien: garen, band, ritsen, knopen, spelden, meetlint etc.
Met het verdwijnen van de handwerkwinkels kun je ook haast nergens meer die fournituren kopen.

Internet zette mij dus op het spoor van Binks Kleinvak & Huishoudeijk gemak.
Ik wist niet dat er nog zulke winkels waren.
We stapten binnen in een voorkamer van een oud huis, waarin tegen de suitedeuren aan een toonbank was neergezet; achter de suitedeuren die een beetje open stonden bevond zich een huiskamer. De wanden van de voorkamer waren van boven tot onder volgestouwd met de al genoemde fournituren, maar ook verschillende soorten garen en allerlei dingen die je in het huishouden gebruikt zoals schuursponsjes, borstels, vaatdoekjes, elastiek en scheerkwasten.

De vriendelijke meneer achter de toonbank wees mij de knoopjes en warempel: hij had nog een kokertje met houten berenknoopjes, die ik al een tijdje zocht.
Staan zo leuk op die babyvestjes die ik altijd brei voor kraambezoekjes.
Ik nam er gelijk maar 15 mee, dan kan ik weer drie vestjes vooruit.
Op de afbeelding hiernaast zie je een foto van de voorkant van de winkel.
Ze bestaan nog, omdat ze zich hebben toegelegd op de webshop: alles wat ze verkopen kun je ook digitaal bestellen.
Ze hebben dingen waarvan ik niet wist dat ze bestonden.
Zoek je bijvoorbeeld koperparels tegen aanslag in vazen en flessen? Zij hebben het.
Of strijk-linealen? Zit ook in het assortiment.
BH-verlengers? Kun je ook bestellen.
Ga zelf eens kijken: hierbij een link naar hun website.

Na Bink gingen we op zoek naar ‘Breien en Zo‘.
Een handwerkwinkel zoals ik ze graag zie.
Met een mevrouw met verstand van zaken die precies wist met welke pen je met bepaalde sokkenwol moest breien.
Die zelf ook lekker zat te handwerken aan een grote tafel midden in haar winkel en die overal leuke, zelfgemaakte dingen had hangen waarvan je denkt: “O, leuk! Ga ik ook doen!” Als ik tijd heb, denk ik er dan gelijk achteraan.
Drie bolletjes groen haakkatoen en twee bollen breiwol kocht ik.
Ik kreeg het mee in een papieren zakje; WOOL is COOL stond erop.
Zo ist.

Benieuwd naar al onze belevenissen in en rondom Haarlem?
Klik dan hier naar deel 1, daar vind je een overzicht van alle gepubliceerde delen: Kick off van een minivakantie.

Reageren

26 juni: Alpaca sokken. Eeehm…..sloffen.

Alpacasokken.
Die zou ik gaan breien voor Jon, die garen had gesponnen van een zak alpacawol. (meer weten? Lees dan Alpacasokken) .
Heb ik ook gedaan.
Maar of de sokken zo geslaagd zijn…?
Nee.

Volgens de matentabel zette ik 58 steken op voor pen 4.
Toen er één sok af was het geen sok.
Hij zat niet mooi gesloten om de voet; hij was veel te ruim.
Mijn schoonzusje lachte me gewoon hartelijk uit op een verjaardag en gelijk had ze: het ziet er niet uit.
Alpacasokken van door Jon gesponnen garen: goed idee, doen we niet.

Eerlijk gezegd breide het ook niet fijn.
Het garen was niet overal even dik, er zaten soms bobbels en krinkels in en het breien ermee ging wat moeizaam; als ik een paar toeren achter elkaar had gebreid kreeg ik zere vingers.
Kortom: ik was niet erg enthousiast over de alpacawol.
Jon daarentegen vond de sokken prachtig.
“Die ga ik gebruiken als huissloffen!”
Hij was zelf inmiddels al aan het weven met het garen en dat ging heel goed.

Ik denk dat als ik de sokken met grotere pennen had gebreid, dat het breien dan misschien wat soepeler was gegaan.
En als ik minder steken had opgezet dat de sok dan beter had gepast.
Maar dat ga ik maar niet meer uitproberen; afgelopen weekend ben ik begonnen aan een babyvestje voor in het kraampakket van een collega die net vader is geworden.
Pen 3.
Het garen bevat 75% wol en 25% polyamide.
Dit breien voelt weer zo fijn; gedachteloos brei ik weer soepeltjes toer na toer weg.

Sorry Jon.
Oh ja, en sorry Dick.
Die alpacasokken voor jou zitten er dus niet in……

Reageren

2 juni: Zomervest.

Vorig jaar, tijdens de Aaltje-dag in Appingedam, kocht ik een tas garen voor een zomervestje.
Begin november zette ik het op de pennen en begon te breien volgens het meegeleverde patroon, maar dat werd niet mooi.
Een ingewikkeld ajourpatroon en gemêleerd garen, het matchte niet met elkaar.
Lees voor meer details het blog ‘Te druk vond ik’.

De hele winter was ik er zoet mee: een vest voor mezelf met om de zes naalden twee eenvoudige ajourgaatjes.
Tijdens lange autoritten, op feestjes en naar mijn werk: ik nam het overal mee naar toe.
Op mijn werk ben ik de enige die zoiets doet, dus het genereert soms wat aandacht.
Fred houdt het allemaal goed in de gaten en vroeg vorige week: “Zit je nou nog met dat blauwe ding, is het nu nog niet klaar?”
Inmiddels wel; het vestje is mooi geworden.
Alleen de knopen die ik er in Appingedam bij gekocht had vond ik achteraf bezien niet mooi, ik kocht nieuwe knopen die ik er beter bij vond passen.

Dinsdagmiddag maakte ik de tas leeg waar ik de hele winter het breiwerk in vervoerde.
Een haaknaald (voor als ik een steek laat vallen, met een haaknaald trek je die snel weer naar boven), een centimetertje, het patroon vol ezelsoren en pennestrepen, wikkels van garen, papieren zakdoekjes, een visitekaartje, een pen, een schaartje en een doosje met spelden en stopnaalden, Altijd handig.
Nu ga ik eerst weer een paar sokken breien.
In februari schreef ik een verhaal over alpacawol die Frea had gekregen. (zie Alpaca sokken)
De laatste zin van dat blog was: ‘Het eerste paar ga ik breien voor de spinner van het garen. Alpaca-sokken voor Jon.’
Wordt vervolgd.

Reageren

6 mei: Verr’Assen’d anders.

Gisteren, 5 mei, was voor alle Lentis medewerkers een vrije dag.
Rond de middag stapte ik in de auto richting Assen.
Knoopjes voor een babyvestje, een groene blazer voor op een een hippe, gebloemde broek die ik onlangs had gekocht en een zomerjas, die dingen stonden op mijn lijstje.
Maar ik wilde ook graag  door Assen dwalen.
Wandelen langs het gebouw van Justitie waar ik vroeger heb gewerkt (’79-’86) en gewoon genieten van het winkelen in de stad waar ik alles weet te zitten.
Dacht ik.
Eerst wilde ik bij boekhandel Iwema binnen kijken, daar heb ik ook een blauwe maandag gewerkt.
(meer weten over mijn avonturen bij Iwema, lees dan dit blog over ‘de ietwat chique boekhandel van de humorloze en stoïcijnse familie De Pauw’.)
Iwema was er helemaal niet meer!
En ze heetten kennelijk al lang niet meer zo, want op de dichtgetimmerde deur stond: “Boekhandel Van der Velde is verhuisd naar de Kruisstraat”

Waar ik de Blokker verwachtte zat een heel andere winkel.
Het forum, vroeger een machtig winkelcentrum met allure, stond helemaal in de steigers: er worden appartementen van gemaakt.
Even verderop, voorbij C&A, kwam ik toch de Blokker weer tegen.
Op de plek waar voor de coronapandemie een handwerkwinkel zat, waar ik naar toe op weg was.
Nou ja zeg.
Op internet had ik gelezen dat er een nieuwe handwerkwinkel in Assen was gekomen aan de Vaart ZZ, die ging ik opzoeken.
Tot mijn grote verrassing was dat een breed gesorteerde handwerkwinkel met een fijn sfeertje.
Er hingen gehaakte en gebreide voorbeelden van garens naast de schappen, er was een hele stelling met borduurpakketten, haakpennen & breinaalden, maar ook veel materiaal op het gebied van tekenen en schilderen, diamond painting en andere knutselvormen.
De winkel deed me een beetje denken aan ‘het Spinnewiel’ in Roden, waar Willy als een spin haar web heel handwerkend Roden en omstreken voorzag van materiaal en adviezen.
Ze hebben alleen geen lappen stof enzo.
Maar wel knoopjes.
Alleen niet meer in van die lange plastic buizen maar op kaartjes.
Waar 4 stuks opzitten en  ik moest er vijf hebben……. alsof je bij de Gamma staat bij de stelling voorverpakte schroeven.
Ik vond leuke berenknoopjes en kocht er 8; komt altijd wel weer een keer uit.

Verder heb ik  daar niets gekocht.
En dat kostte heel veel moeite.
Mooie bollen garen, vrolijk gekleurde katoentjes en heel veel bolletjes&wolletjes; ik word er altijd zo hebberig van.
Vooral als er dan leuke voorbeelden bij hangen van wat je er van kan maken.

Op dit moment ben ik bezig met een groot haakproject (deken/sprei) , ik brei een vest voor mezelf en er ligt nog een bol wol voor een babyvestje voor een zwangere collega.
Dus ik kocht alleen de berenknoopjes en beloofde dat ik terug zou komen als ik weer iets nieuws ga maken.
Wil je er ook eens heen?
Hierbij een link naar hun website: Art & Hobby

O en die blazer en die jas?
Allebei gelukt!

Reageren

27 april: Eeuwenoude technieken, steken en patronen.

Al jaren ben ik een trouw lezer van het blog ‘Blij dat ik brei’ van Jeannet Jaffari-Schroevers in Arnemuiden; ik heb haar zelfs al een keer in levende lijve ontmoet (zie: Als de klok…)
Eind februari blogde ze over oude breitechnieken, steken en patronen die al eeuwen oud blijken te zijn onder de titel ‘Van vroeger’.
Ze schreef over iets dat ze had gevonden op de website van Evelien Verkerk, die zich al jaren verdiept in oude breitechnieken en -patronen.
Meer daarover vind je op haar website Nederlands Gebreid, haar blog en op de Facebook-pagina.

Evelien schrijft een boek onder de titel ‘De Kantjes van Christine’.
Die Christine is mevrouw C. Sluter, die in 1843  een breipatronenboekje schreef; dat wordt nu door Evelien herschreven en opnieuw uitgebracht.
Om deze uitgave (als papieren boek) mogelijk te maken onderzocht Evelien of er genoeg belangstelling was voor een gedrukte versie van dit boek: oude breitechnieken en -patronen en moderne toepassingen er van.
Dit las ik op het blog van Evelien: Tot mijn grote verbazing en plezier blijkt er heel veel belangstelling te zijn en op mijn vraag of mensen het boek zouden willen bestellen en vooraf betalen zodat ik genoeg financiering heb om er een echt mooi boek van te laten maken, kwam een overweldigende respons. Dus het gaat er echt van komen!
Wat leuk!  Ik zet het op mijn verlanglijstje.

Eenmaal verdiept in haar blog vergat ik de tijd.
Ik bleef maar lezen; over breigilden in de middeleeuwen, over een vrouwentijdschrift uit de 19e eeuw waar breipatronen in stonden, vondelingenpakketjes uit het Burgerweeshuis en over middeleeuwse beroepen zoals hosenbreier en kousenbreier,
Als je van handwerken houdt én van geschiedenis is het blog een aanrader.
Hij staat al bij mijn favorieten!

Reageren

6 april: Praten en peuteren tegelijk.

Holy Stitch!
Gisteren beleefden we alweer de laatste bijeenkomst van het seizoen 2021-2022: met z’n twaalven zaten we in de kring met onze ‘stekenclub’.
Er was één nieuweling in ons midden: Stieneke was gistermiddag voor het eerst (en naar we later hoorden niet voor het laatst)  én er was een gast: Marian had haar schoonzusje Wil meegenomen.
Aan het begin van iedere bijeenkomst doen we een rondje; iedere deelneemster vertelt dan waar ze op dit moment mee bezig is op het gebied van haken, breien of borduren.
Sommigen hadden nog paasdingen meegenomen, er was een merklap in wording, een trui die bijna af was, gebreide poppenkleertjes en er werd nog driftig gehaakt aan de windspinners.
(Hierbij een link naar het patroon:  gehaakte windspinner.)

Het schone zusje dat te gast was, was een ervaren handwerkster: zij breide een koolmeesje.
Echt waar.
Ze had het boek ‘Vogels breien met Arne en Carlos’ gekocht en liet ons zien hoe ze dat deed.
Hierbij een link naar de website van Knip naar een artikel over dit fenomeen, dan krijgt je even een idee wat het is.

Jannie zat te haken, maar vertelde dat ze net zo goed een naaiwerkje mee had kunnen nemen waarvan ze alle lusdraden nog moest verwijderen.
“Als ik hier zit kan ik heel goed praten en peuteren tegelijk.” En zo is het. We peuteren en teuten wat af met elkaar.
We zijn met Holy Stitch nu op het punt beland dat een bijeenkomst niet meer steeds apart hoeft te worden aangekondigd; we spraken af dat we in het volgende seizoen officieel in oktober weer van start gaan.
Er ontstond spontaan nog een nieuw initiatief.
“In de maanden dat we niet bij elkaar komen om te handwerken kunnen we ook iets anders met elkaar gaan doen op de eerste dinsdag van de maand: fietsen of zo, of wandelen, ergens koffiedrinken?”
Wat een goed idee.
Eén en ander wordt niet echt georganiseerd: we houden elkaar via de mail op de hoogte van de plannen en wie aan wil haken gaat mee.

Aan het eind van de middag kregen we nog bezoek van een paar deelnemers aan een andere vergadering in Op de Helte.
Dominee Sijbrand van Dijk was nieuwsgierig naar wat we aan het doen waren en maakte daarover met iedereen even een praatje.
Hij kwam tot de conclusie dat we niet allemaal met hetzelfde bezig waren.
“Iedereen doet dus maar waar ze zelf zin in heeft; er zit dus helemaal geen structuur in!”
Nee.
Stuurloos dobberen we maar wat rond.
Zelf hebben we daar helemaal geen last van, maar ik heb Sijbrand van harte uitgenodigd om een volgende keer mee te komen doen.
Daarbij kan hij dan de voor hem kennelijk broodnodige structuur aanbrengen.
Ik kreeg niet de indruk dat hij begin oktober aanhaakt, meebreit of voortborduurt….

Reageren

26 maart: Weefsteek? Of Keltische steek?

Nadat ik alle restjes  haakgaren had opgehaakt voor kussenhoezen was het tijd voor iets nieuws.
“Wat zal ik nu eens gaan haken?”
Het werd een sprei in combinatie met een gordijn.
Even uitleggen.

De oude slaapkamer van Harriët is opnieuw behangen.
Gerard gebruikte die kamer al een tijdje als kantoor; hij koos groen als basiskleur.
Op die kamer is een soort nis. Rond kerst kwamen we op het idee om in die nis een twee persoons-opklapbed neer te zetten.
Het werd geen opklapbed, maar een bed dat je rechtop tegen de muur kunt zetten.
Het is de bedoeling dat er een gordijn komt voor het bed in opgeklapte staat; als het bed naar beneden wordt gehaald en gebruikt, kan het gordijn dienen als sprei.
Gerard had ook een idee hoe dat moest: je brengt een stangetje aan tussen de twee muren dat fungeert als gordijnrail.
Dat stangetje kun je er ook af halen en dan kun je het gordijn als sprei gebruiken.

Leuk idee!
Hoe het er precies uit gaat zien weet ik nog niet, maar ik ga er mee aan de gang.
Zaterdagmiddag fietste ik naar Leek, bracht een bezoek aan Atelier 6a en vroeg eigenaresse Ria om advies.
Ik had twee stalen van het behang meegenomen.
“Als het als gordijn gaat hangen, moet je het in ieder geval niet van katoen haken, want dat gaat uitzakken. Je kunt het beste Stylecraft gebruiken.
Niet precies dezelfde kleur groen als het behang nemen; het leukste zijn vaak tinten die er bij in de buurt komen.
En niet te los haken! Het liefst met een haaknaald kleiner, dan worden de steken steviger.
Ga je het zelf ontwerpen? Het liefst niet te veel gaatjes of dubbele stokjes, daar wordt de structuur minder stevig van.
Wel eerst een proeflapje haken met verschillende soorten steken.”
Dit is de reden waarom ik liever geen garen via internet bestel; dank je wel Ria, voor dit uitgebreide advies.
Drie kleuren zocht ik uit en ik nam van iedere kleur 2 bollen mee.
Dan kan ik eerst vooruit.

Toen ik thuis kwam zocht ik mijn oude haakstekenboek op.
Waar zal ik mee beginnen?”
Eerst een ketting van lossen met haaknaald 4, verder haken met haaknaald 3.5.
En dan de weefsteek? Of een Keltische steek? Of alleen vasten? Of de granietsteek?
Ik hou je op de hoogte.

Op de afbeelding zie je de twee kleuren behang, de drie kleuren garen, haaknaalden en het oude haakstekenboek.

Reageren

14 maart: Als een oud dametje?!?

Er moet me even iets van het hart over handwerken.
Vorige week keken we naar ‘Met het mes op tafel’.
Herman vraagt ook altijd even naar de hobby’s van de kandidaten en één van de vrouwen hield van breien.
“Dan zit ik als een echt oud dametje te breien…!” riep ze quasi verontschuldigend.
“MUTS!” riep ik tegen het scherm.
Hoezo ‘als een oud dametje’? Hou toch op!
Je zit gewoon te breien, dat is leuk en daar heb je plezier in.
Dat heeft helemaal niks met oude dametjes te maken!
De beeldvorming over handwerken als iets oubolligs is zo hardnekkig, dat krijgen we maar moeilijk anders.
Het helpt niet als breisters over zichzelf praten als ‘échte oude dametjes’…….

Deze jonge blom* die heel graag breit en haakt schrijft vandaag een blog als vervolg op het verhaal over het auto-kussen dat ik haakte van restanten garen.
Dat besloot ik met:
De restanten zijn nog niet op.
Ik heb nóg twee blokken en kleinere restjes katoen: er komt nog zo’n soort kussen, maar dan anders.
Wordt vervolgd.

Inmiddels is dat kussen, ‘maar dan anders’, ook klaar.
De de restjes haakte ik helemaal op: op de afbeelding links  zie je dat ik soms maar één toer meer met een bepaalde kleur kon doen; dan vulde ik het vierkantje aan met de kleur waar ik nog wel genoeg van had.
Verder ging ik net zo te werk als bij het autokussen, alleen de ene kant van het kussen kreeg een donkerrode buitenrand en de andere kant kreeg een donkergrijze rand.

Bij het aan elkaar zetten gebruikte ik alleen de buitenste lussen van de stokjes.
Op de afbeelding rechts zie je hoe het grijze en het rode aan elkaar zijn gezet.
Hieronder vind je afbeeldingen van de twee kanten van het kussen.

* HAHA!

Reageren

26 februari: Auto-kussen.

Sinds 2010 ben ik in het bezit van een eigen auto.
Hoe dat zo kwam schreef ik al in 2014 in het blog onder de titel ‘Auto met een gehaakt kussentje’.
Sinds 2010 ligt er op de hoedenplank van mijn auto een gehaakt kussentje van vrolijk gekleurde granny squares;  over dat kussentje gaat dit blog.
Gedurende die bijna 12 jaar op de hoedenplank werd het kussentje uitbundig beschenen door de de zon; het was heel vaal geworden en van de vrolijke kleuren was niet veel meer te  zien.
Deze week haalde ik het uit de auto, want ik ging er een nieuw hoesje omheen haken.
Toen ik het hoesje er af knipte kwamen aan de achterkant de originele kleuren weer tevoorschijn: wát een verschil!

Er was nog wat grijs garen over van de stoelkussenhoes die ik maakte voor de buitenstoelen bij ons achter het huis (zie het blog Niet aan beginnen) dat ging ik gebruiken.
Verder waren er ook nog wat roze/rode/paarse tinten over van de sprei waarover ik schreef in ‘Een chique vierkantje deel 3‘).
In mijn enthousiasme had ik zelfs vier vierkanten te veel gehaakt, van al die restanten ging ik dus een kussenhoes haken.

Dan verzin ik maar wat.
Ik haakte kleine vierkantjes, waarvan er precies twee langs de kant van de grote Victorian Lattice Square pasten.
Met 12 kleine vierkantjes kwam er een hele rand om het grote blok heen.
Daarna haakte ik nog twee toeren stokjes: klaar.
Ik maakte een paarse en een oud-roze versie en naaide vervolgens de twee delen aan elkaar.
Het kussentje ligt nu weer in mijn auto.
Niet op de hoedenplank maar op de achterbank.
Zon is fijn, maar niet op een gehaakt kussentje.

De restanten zijn nog niet op.
Ik heb nóg twee blokken en kleinere restjes katoen: er komt nog zo’n soort kussen, maar dan anders.
Wordt vervolgd.

Reageren

Pagina 4 van 22

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén