een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Lezen Pagina 9 van 17

17 maart: De tweede zus en Grieg.

Na het lezen van het eerste deel van de 7 zussen over de oudste zus Maia las ik niet gelijk deel 2, maar het boek Als je het licht niet kunt zien.
Nu ik deel 2 ‘Storm’ over zus Ally uit heb ga ik ook eerst weer wat anders lezen, want het zijn boeken waar je weer even van moet los komen.
Bij dit deel moet ik niet alleen los komen van het boek, maar ook van de muziek van de Peer Gynt-suite, want die staat centraal in het eerste gedeelte van dit boek.

De tweede zus Ally krijgt van haar vader als aanwijzing over haar afkomst het boek: ‘Grieg, Solveig en ik’  een biografie van Jens Halvorsen, een Noors componist.
Dat stuurt ze op naar een Noorse vertaalster en als Ally de vertaling terug krijgt word je als lezer meegenomen naar een bergdorpje in Noorwegen in 1875, waar het Noorse plattelandsmeisje Anna wordt ontdekt vanwege haar prachtige stem. Zij gaat bij de eerste toneeluitvoering van Peer Gynt mét muziek de stem van Solveig vertolken.
Tijdens het lezen irriteert het me dan dat ik helemaal niks weet over Peer Gynt en de bijbehorende muziek; als ik het vervolgens heb opgezocht blijkt dat ik de muziek wel ken, maar dat ik niet wist dat het zo heette.

Weet je ook niet wat voor muziek dat is?
Hierbij twee links: deze naar Morgenstemming en deze naar Solveig’s lied.
Als ik alleen thuis aan het lezen was zette ik de muziek van Peer Gynt er soms bij op; het voegde voor mij echt iets toe.

Het boek las net zo gemakkelijk weg als deel 1 over Maia.
Ally’s leven komt na het overlijden van haar vader in een stroomversnelling en als ze naar Noorwegen gaat om meer te weten over haar afkomst valt ze van de ene verbazing in de andere.
Haar leven blijkt verweven met  de levens van bovengenoemde Anna, Jens en de beroemde componist Grieg.
Het verhaal heeft alles in zich waar ik van hou op boekengebied: geschiedenis, een geheim, romantiek, spanning en onverwachte wendingen.
Als lezer bekroop me soms het gevoel ‘dit is wel heel toevallig allemaal’, maar het is natuurlijk een roman en dan mag dat.
Met Ally pinkte ik af en toe een traantje weg en met haar was ik blij om de uiteindelijke goede afloop.
Het boek eindigt met een hoofdstuk over de derde zus Star.
Oeh……waar op de wereld zouden we met haar verhaal terechtkomen?

Maar ik had me toch voorgenomen dat ik eerst iets anders zou lezen?
O ja, was ook zo.
Sanne van Havelte heb ik nog liggen, gekregen van boekenvriendin Jeannette.
Met recht ‘something completely different……’

Benieuwd wat ik vond van de andere delen?
Hierbij een link naar een overzichtspagina: ‘De zeven zussen-serie’ met links naar de afzonderlijke blogs.

Reageren

4 maart: Als je het licht niet kunt zien

Het fijne boek dat me zo in z’n greep had, waar ik het over had in het blog ‘Geland’ van 15 februari, was ‘Als je het licht niet kunt zien’ van Anthony Doerr.
“Dit moet je lezen” zei website-collega Zwanny toen ze me het in de handen drukte. “Dit is zo’n mooi boek, ik weet zeker dat je het prachtig vindt.”
Ze had gelijk.

Het boek vertelt het verhaal van het blinde meisje Marie-Laure LeBlanc en het Duitse weeskind Werner Pfennig.
Je volgt hun levens afzonderlijk van elkaar in het begin van de Tweede Wereldoorlog.
Marie-Laure woont in Parijs, Werner in Zollverein.
Je leest hoe de oorlog hun kinderlevens binnendringt en je realiseert je dat beide kinderen zelf geen keuze hebben over hoe hun leven verloopt.
Marie-Laure vlucht met haar vader naar Saint Mailo, Werner wordt vanwege zijn uitzonderlijke kennis op radio-gebied uitgekozen om opgeleid te worden in Schulpforta, een internaat van de nazi’s.

De twee verhaallijnen worden onderbroken door het bombardement op Saint Mailo, waarbij Marie-Laure overleeft in het huis van haar oudoom en Werner opgesloten zit in de kelder van het hotel waar hij met zijn divisie is ingekwartierd.
De verschillende verhaallijnen en de verschillende tijdsperiodes komen op het laatst bij elkaar; dan ken je de beide hoofdrolspelers al heel goed en hoop je dat het met beiden goed afloopt. Oorlog kent alleen maar verliezers, dat maakt dit boek wel heel goed duidelijk.

De meeste oorlogsverhalen houden op bij de bevrijding in 1945, in dit boek gaat het dan nog verder. Je leest over de onvoorstelbare, maatschappijontwrichtende chaos die was ontstaan na de oorlog. Hoe het was voor de Fransen en hoe het was voor de Duitsers.
Over de grote verliezen die zijn geleden aan beide kanten.
Gewone mensen, die lichamelijk en geestelijk gebutst en gehavend uit de strijd zijn gekomen.

Een boek over geschiedenis.
Over menselijke drama’s.
Over wat mensen elkaar aandoen.
Het boek had me in z’n greep omdat de schrijver me meenam naar een andere wereld.
Uit de verhalen van mijn ouders weet ik dat die wereld heeft bestaan en wat voor invloed de oorlog heeft gehad op hun kinderlevens, ook al waren ze destijds iets jonger dan Marie-Laure en Werner en waren de gevolgen minder ingrijpend.

Zwanny had het goed ingeschat.
Dit boek moest ik lezen.
Er ligt nu nóg een boek dat ik van haar heb gekregen om te lezen, maar daarvan weet ik al op voorhand dat ik het leuk ga vinden: Storm, deel 2 van de Zeven Zussen.

Reageren

29 oktober: ‘Monkie’ van Dieter Schubert.

In het blog over het kraamcadeautje dat we altijd meenemen >>> (prentenboek en vestje) noemde ik het boek Monkie.
Daar had ik al eens een blog over geschreven, dacht ik, maar dat was in mijn hoofd.
Toen ik wilde linken naar dat blog bestond het nog niet.
Hoe bestaat het!

Dat maak ik vandaag goed.
‘Monkie’ is een boek zonder woorden.
Toen Carlijn twee was nam ik het eens mee van de bibliotheek en ze vond het geweldig.
Het kindje dat het avontuur met haar speelgoedaapje Monkie beleeft is zo getekend dat het een jongetje of een meisje kan zijn.

De mama in het boek was ik en ik noemde het kindje Carlijn; dat kon ook best, want het kindje heeft blond piekhaar en dat had Carlijn ook.
Het aapje is de lievelingsknuffel van Carlijn en op een dag, tijdens een regenbui, verliest ze Monkie als ze bij mama achter op de fiets zit.

Voor een kleuter is dat een horror-scenario.
De Carlijn in het boekje is ontroostbaar.
Ze gaan nog zoeken, maar vinden het knuffeltje niet meer terug.
In het boek zie je dan wat er intussen met Monkie is gebeurd.
Ze ligt onder een boom en wordt geadopteerd door een muizenfamilie.
Dan wordt ze meegenomen door vader Egel naar zijn gezin.
Daarna wordt ze gestolen door een ekster en meegenomen naar het nest.
Tenslotte valt ze in het water en belandt ze, inmiddels zwaar gehavend, tussen de vissen op de bodem van het meertje in het park.

Dan blijft het haakje van een visser in het broekje van Monkie zitten en wordt ze uit het water gevist.
De visser blijkt een poppendokter die Monkie weer opknapt en in de etalage zet.

En wie is met mama aan het sleetje rijden en ziet Monkie voor het raam staan?
Carlijn!
Het laatste plaatje is een zielsgelukkig kindje met Monkie.

In haar kleuterleventje is dit grote leed Carlijn ook overkomen toen haar lievelingsknuffel Gerdien een tijdje weg was. Daar heb ik al eens eens een blog over geschreven onder de titel ‘Teruggevonden’. Hierbij een link >>> naar dat blog. 

Tenslotte: het boek van Monkie is natuurlijk vooral een leuk cadeau voor ouders die hun kind tweetalig willen opvoeden. Als voorbeeld neem ik even Willem Alexander en Maxima. Zij vertelt in het Spaans en hij in het Nederlands; maar ze kunnen het ook nog samen voorlezen: in het Engels!

Reageren

17 oktober: De eerste van de zeven.

Twee weken geleden schreef ik al: ik ga beginnen in het eerste deel van de succesvolle boekenreeks ‘De zeven zussen’ van Lucinda Riley. Van verschillende  bloglezers kreeg ik op voorhand al reacties:
“Wat leuk dat je aan die serie gaat beginnen!”
“Ben benieuwd wat je er van vindt.”

622 bladzijden.
Uit in anderhalve week.
Oeh wat een mooi boek. Op dit blog ga ik niet beschrijven waar het over gaat: het internet staat vol met recensies en boekverslagen.
Ik volsta met een link naar een recensie op Hebban >>>

Waarom vond ik het een mooi boek?

– de schrijfstijl van Lucinda Riley is erg aangenaam.

– het is een pakkend begin (haar vader overlijdt plotseling), waardoor je gelijk wilt weten hoe het verder gaat.

– het verhaal van de oudste zus Maia in dit eerste deel van de serie neemt je mee naar het Brazilië van de jaren 20 van de vorige eeuw.  Een wereld waar ik helemaal niets van wist en het lezen daarover heeft me veel geleerd. Over het grote Christusbeeld bijvoorbeeld en de kunstenaar die het gemaakt heeft. Over de omgangsvormen van die tijd en de rol van de vrouw en ook over hoe anders het destijds al was in Parijs, waar ook een deel van het boek zich afspeelt.

– het mooist vind ik het gegeven dat er in het verleden iets gebeurd is wat invloed heeft op het heden. Een familiegeheim dat zich heel langzaam ontvouwt.  Zulke verhalen kunnen me altijd boeien; een vleugje geschiedenis en  een beetje mysterie maken me nieuwsgierig.

– Maia beleeft zelf ook een romance in de periode dat ze in Rio op zoek is naar haar roots.
Dat zie je als doorgewinterde romanlezer al mijlenver aan komen en dat vond ik ook niet het meest spannende deel van het boek.

Het laatste hoofdstuk is gelijk het eerste hoofdstuk van het boek over de volgende zuster.
Wat een slimme cliffhanger, want dat boek wil je dan onmiddellijk lezen!
Het was maar goed dat ik het niet tot mijn beschikking had; dat bood de mogelijkheid om eerst het bibliotheekboek te lezen dat ik nog thuis had.
Scheelt weer een boete.

Benieuwd wat ik vond van de andere delen?
Hierbij een link naar een overzichtspagina: ‘De zeven zussen-serie’ met links naar de afzonderlijke blogs.

Reageren

27 september: Pessimisme kun je leren.

De titel van dit blog past niet bij mij.
Toch ga ik daar vandaag over schrijven en dat komt door mijn collega Jan Moedt.

Jaren heb ik tegenover Jan gezeten in het Heymanscentrum. Als lezer van mijn blog heb je al eens een verhaal van hem >>> gelezen in de rubriek ‘Lezer van de maand’.
Op een dag gaf hij mij een boekje met bovenstaande titel; het was verzameld werk van de dichter Lévi Weemoedt. Ook met dt, net als bij Jan. Er is nog een overeenkomst: ze wonen allebei in Assen. “De titel van het boekje klinkt negatief, maar eigenlijk is het dat niet, lees het maar eens. Hij is erg leuk.”

De dichter Lévi Weemoedt kende ik nog niet.
Het boekje nam ik mee en legde het op de tafel in de woonkeuken.
Af en toe las ik een paar bladzijden en het bijzondere is: het zijn trieste gedichtjes, maar je moet er wel om lachen. Tragikomisch is het woord dat daar bij hoort.

Zijn gedichtjes lezen is aangenaam, maar hem zelf uit zijn eigen werk te horen voordragen is nóg leuker.
Op internet vond ik een fragment van ongeveer 10 minuten. Het is opgenomen in de Nacht van de Poëzie in 2015 en het is een YouTubevideo van de VPRO.
Hierbij een link naar dat fragment>>>.


Gisteravond gaf ik het boekje weer terug aan Jan. Du0-baan collega Jacquelien en ik hadden een etentje georganiseerd bij Il Lago in Groningen aan het Hoornse Meer (dat ik nu niet meer bij zonsopgang zal zien) als afscheidsfeestje bij ons vertrek uit het Heymanscentrum.

Het was leuk en gezellig.
We vinden onze draai wel weer.
Maar dit afscheid vervult ons met weemoed.
Dit keer zonder t.

Reageren

18 september: De moord op Harriët Krohn.

Toen ik vorig jaar in het ziekenhuis lag las ik voor het eerst een boek van de Noorse schrijfster Karin Fossum; het boek heette ‘Veenbrand’. Daarover schreef ik destijds het blog ‘Net als vroeger stiekem lezen>>>

Uit de bibliotheek haalde ik een andere misdaadroman van haar: de moord op Harriët Krohn.
Inspecteur Sejer, om wie de verhalenreeks van deze schrijfster draait, ontmoeten we pas na twee-derde van het boek.
Je weet namelijk al vanaf het begin wie de moord op Harriët Krohn gepleegd heeft.
We volgen de moordenaar al voordat hij de vrouw doodt en we gaan met hem mee naar huis. Je leest ook wat hij denkt en hoe het verder met hem gaat.

Net als hij ben je dan benieuwd wanneer de moord ontdekt wordt en wat er over in de media verschijnt. Staat het al in de krant? Is het al op de radio?
Als het dan bekend is komen de volgende vragen.
Wat weten ze al?
Weten ze om welke auto het gaat?
Staat die auto hier niet wat vaak in de straat?
Wordt ik nu al in de gaten gehouden? Of niet?

Het boek had me zo te pakken dat ik ’s nachts droomde dat ik zelf iets op mijn geweten had, waardoor men naar mij op zoek was. Zoals dat gaat in dromen: ik wist niet wat ik had gedaan, maar ik werd er paranoia van; achterdochtig bij alles en constant achterom kijken of er niet iemand iets van me wilde.
Wat een onbeschrijfelijke opluchting toen ik ’s morgens wakker werd.

Het idiote is dat je tijdens het lezen van het boek sympathie krijgt voor de dader.
Dat je hoopt dat het die inspecteur deze keer niet gaat lukken om de misdaad op te lossen.
Of Sejer de moordenaar opspoort ga ik op dit blog natuurlijk niet vertellen: daarvoor moet je het boek zelf gaan lezen.

Zelf ga ik een heel ander boek lezen dat ik te leen kreeg van mijn boekenvriendin: De zeven zussen, deel 1. De verhalen die ik er over hoor zijn enthousiast en volgens de kenners is het smullen. ‘Een boek dat je meeneemt naar de WC’ is voor mij een goed criterium.

Reageren

10 september: LEES VOOR!

Deze week is het de week van de alfabetisering.
De Stichting Lezen en schrijven zet zich van 9 tm 15 september in voor een samenleving met ruimte voor een leven lang leren en ontwikkelen.
Overal in het land worden initiatieven genomen; ook bij ons in Roden?
Op de website stond een kaartje waarop je kon zien wat er bij jou in de buurt gedaan werd en ik vond dit:

In Roden is er op donderdag 12 september een voorlees-marathon van 08.00 – 23.00 uur in de bibliotheek in Roden.

In de gemeente Noordenveld is er op donderdag 12 september een Voorlees-estafette in de bibliotheek in Roden met bekende Noordenvelders, artiesten en mediakenners. Wat te denken van Jacques d’Ancona, Femke Wolthuis, René Karst, Anne Doornbos en vele anderen. Om acht uur in de ochtend zal wethouder Alex Wekema de aftrap van de Voorlees-estafette geven. Daarna zal elk uur een andere lezer het stokje overnemen. In de regel wordt er 20 minuten voorgelezen op het hele uur. Burgemeester Klaas Smid zal om 22.00 uur het afsluitende verhaal voorlezen. Wie wil komen luisteren is van harte welkom!

Voorlezen stimuleert de taal- en spraakontwikkeling en verhoogt de concentratie, daar heb je een leven lang plezier van. 
Als ik terugkijk op mijn leven als moeder, dan constateer ik dat ik de zwemlessen één van de vervelendste onderdelen vond, maar één van de mooiste dingen aan opvoeden vond ik het voorlezen.

Ik heb me er echt op gestort. Wat helpt is natuurlijk dat ik zelf erg van lezen houd.
In deze week van de alfabetisering schrijf ik dit blog met het dringende advies: LEES VOOR! Je kinderen, je kleinkinderen, je buurkinderen, neefjes, nichtjes: pak een boekje, ga naast ze zitten op de bank en lees voor. Je kunt een kind niet te veel voorlezen. Het is zo belangrijk voor de ontwikkeling van een kind om voorgelezen te worden. Daar komt bij dat voorlezen ook één op één aandacht betekent. Twee vliegen in één klap dus. Onze dochters hebben we bij het naar bed gaan voorgelezen tot ze naar de middelbare school gingen. Best lang dus. En nog vonden ze het jammer dat we er mee stopten. Frea en Harriët schurkten nog innig tevreden tegen ons aan als ik Carlijn voorlas uit het oude, rode sprookjesboek…….

Doe dit nooit, dit is verkeerd!

Eén van de boeken die alle drie de dochters zich nog herinneren is het boek van de Berenstain’s.
Een klein beertje leert fietsen van zijn vader, maar de vader doet alles verkeerd.
Hilarisch om voor te lezen.
Uit dat boek is een quote blijven hangen in ons gezin: “Doe dit nooit, dit is verkeerd, ik hoop dat je hiervan iets hebt geleerd!”
Onder dit blog vind je een afbeelding waar de dames altijd onbedaarlijk om moesten lachen.
“Kijk die koe!”
Dat bedoel ik.
Hilarisch.

Reageren

5 september: Lot – Tineke Beishuizen

Vorige maand nam ik van de bibliotheek een boek mee van Tineke Beishuizen.
Die ken ik nog van vroeger. Van de Libelle.
Ze was toen best wel bekend: ze had een vaste column in Libelle, schreef interviews en korte verhalen en was ook tekstschrijven voor o.a. Rob de Nijs.

Sinds ik de Libelle niet meer lees (twintig jaar al niet) is Tineke een beetje op de achtergrond geraakt. Toen ik haar boek zag staan dacht ik gelijk: “O, die schrijft altijd heel fijn!”
Was ook zo.

Het begin is al intrigerend.

“Die vrouw in de kist is mijn moeder. Uit dat tengere, bijna breekbare lichaam ben ik geboren,”
Verder lezend kom je er achter dat dochter Lot, de hoofdpersoon in dit boek, al een tijdje geen contact had met haar moeder. De reden daarvan was, dat de moeder niet wilde zeggen wie de biologische vader van Lot was.

Na het overlijden van de moeder begint Lot aan de zoektocht naar haar vader.
Ze gaat graven in het verleden en ontmoet mannen die een rol speelden in het leven van haar moeder toen ze zwanger van haar werd.

Het is een spannend boek dat met recht de naam ’thriller’ draagt; vooral op het laatst is het spannend.

Wat heel duidelijk wordt in dit boek is dat het heel belangrijk is dat je weet wie je ouders zijn. Daar werd ik in de afgelopen weken nog weer eens met de neus opgedrukt door het televisieprogramma ‘In de beste families’, gemaakt door Coen ter Braak. Het gaat over de verhouding tussen broers en zussen in één gezin en ik heb geen aflevering gemist.
BERE-INTERESSANT!
Niet gezien? Hierbij een link naar de website van de NTR>>> met informatie over het programma en de mogelijkheid om de afleveringen terug te kijken.

Reageren

17 augustus: Wat is ‘zich encanailleren’?

Op advies van mijn boekenvriendin las ik Joop ter Heul, een boek dat geschreven is door Cissy van Marxveld in het begin van de twintigste eeuw.
Honderd jaar geleden.
Dan zou je denken: ouderwets! Was ook zo.
Het speelt in een tijd die zelfs mijn moeder niet heeft meegemaakt, maar de schrijfstijl is beslist niet antiek. Het leest heel gemakkelijk weg,  vooral het eerste deel heb ik met veel plezier gelezen; soms moest ik zelfs hardop lachen!
Het speelt zich af in deftige kringen.  Er zijn dienstmeisjes, Joop (die eigenlijk Josephine heet,  maar nooit zo genoemd wordt) gaat naar de HBS, kleding, etikette en mode zijn erg belangrijk,  gewone mensen zijn ‘inboorlingen’ en die doen het zware werk.

In dit boek met verhalen van een eeuw geleden staan woorden die wij al lang niet meer gebruiken.
Julie (Joops getrouwde zus) heeft een dienstmeisje waar ze op een gegeven moment over zegt: “Ik kan me met Hillegonda toch niet encanailleren!”
Hé?
Zo’n woord zoek ik  dan op.
Dit staat er over op de website van Genootschap Onze Taal:
Zich encanailleren is een zeventiende-eeuwse vernederlandsing van het Franse s’encanailler, dat ‘zich inlaten met het gepeupel’ betekent.
Of, in de nettere omschrijving van Van Dale Frans-Nederlands: “zich bewegen in kringen van twijfelachtig allooi, zich afgeven met mensen van twijfelachtig allooi, een vleugje couleur locale opdoen”.

S’encanailler is afgeleid van canaille, wat ‘gepeupel’ betekent’.
Dus.
Die Julie.

De man-vrouw verhouding van honderd jaar geleden zoals die in het boek wordt beschreven vond ik stuitend; niet te geloven gewoon!
Als negentienjarige is Joop al getrouwd met de gewichtige Leo, die dan  halverwege de twintig is. Hij spreekt zijn vrouw soms aan met ‘kindje’ en noemt haar een onverstandige kleuter.
Op een dag heeft Joop de aardappels bij het afgieten per ongeluk in de gootsteen laten vallen, maar ze dient ze zonder blikken of blozen op; de gootsteen was immers brandschoon.
Echtgenoot Leo raakt er danig van uit zijn humeur.
”s avonds  heeft Leo me op zijn knie gezet en gezegd: zullen we nog even over vanmiddag praten, vrouwtje?’
Brrr.
Mede daardoor heb ik het derde en het vierde deel van deze serie wat vluchtiger gelezen: het was me gewoon te gortig af en toe.

Vaak moest ik trouwens ook denken aan mijn oma’s; net zo oud als Joop, want allebei geboren rond 1900. Die hadden geen weet van de wereld waarin Joop opgroeide; Joop zou hen geen blik waardig gekeurd hebben. (Meer lezen over mijn oma’s? Zie Oma Vrieswijk >>> en Oma Boelen >>>)
Joop leefde met haar kwijnende zus Julia en haar vriendinnen in een bubbel, een eigen wereldje boven de maatschappij waarin Jan met de Pet soms maar net het hoofd boven water kon houden. Het 19e eeuwse standsverschil sijpelt tussen de regels in dit boek door, al is Joop dan wel weer degene die zich bekommert om Hillegonda, het dienstmeisje van Julie.

Maar mijn vriendin had gelijk: dit moet je gelezen hebben, dit hoort bij je opvoeding.
Je hoort te weten wat de Jopopinoloukico-club is.
Net als bij het boek van Pip leer je meer over de gang van zaken in een ander milieu dan waar je zelf uit komt.  Joop was namelijk geen kerkmens: op zondag gingen ze luieren, uit rijden of op visite.  En ze was niet zo superbraaf , degelijk en vroom als Goud-Elsje van Max de Lange Praamsma.

Gewoon,  een leuk kind van 17 dat het zwaar heeft met een strenge vader en het land heeft aan leren.
Eigenlijk net als ik in 1977.
Alleen was zij een bakvis en ik was een puber.

Reageren

8 augustus: Mijn Ierse dochter – Roisin McAuley

In april schreef ik een blog over een boek van Roisin McAuley ‘Het huis in de vallei’ >>>.
Mooi boek, vond ik; op de achterflap van dat boek las ik dat de schrijfster internationaal ws doorgebroken met het boek ‘Singing Bird’ in Nederland uitgebracht onder de titel ‘Mijn Ierse dochter’. Toen ik twee weken later bij Het Goed op zoek was naar een leuk glas, zag ik dat boek rechtop in een boekenstelling staan.
€ 1.99.
Voor mij.
Inmiddels heb ik het uit.

De hoofdpersoon is Lena Molley.
Het boek begint met een telefoontje.
Het is de non uit Ierland die 27 jaar geleden de adoptie regelde van Mary, de enige dochter van Lena en Jack.
De non belt omdat ze naar eigen zeggen op haar oude dag nog wat losse eindjes aan elkaar wil knopen.
Maar bij Lena is de onrust gezaaid.

Hoezo losse eindjes?
Is er soms een enge ziekte bij de echte ouders van Mary geconstateerd?
Waarom wil die vrouw dat nu ineens weten?
Wil iemand iets van Mary?
Heeft het te maken met een erfenis of zo?
Lena wordt zo nieuwsgierig dat ze afreist naar Ierland en op zoek gaat naar de biologische ouders van Mary.

Je wordt als lezer meegenomen op een zoektocht vol ontdekkingen, teleurstellingen en verdrietige ervaringen. Ondertussen kom je meer te weten over Mary, die inmiddels een succesvol zangeres is en over Jack, de man van Lena. Ook zijn er mooie beschrijvingen van het Ierse landschap en de bijbehorende bevolking.
Maar toen ik aan het einde van het boek was las ik daar wat vluchtig overheen, want ik was veel te nieuwsgierig hoe het verhaal afliep!
Toen ik het uit had heb ik de laatste hoofdstukken nog een keer gelezen; je bent als lezer net zo verrast als Lena.
Meer verklap ik niet: dit was een boek zoals ik ze graag lees.
Ben je ook nieuwsgierig geworden?
Op naar Daan Nijman.
Of de bibliotheek.
Of even wachten: rond kerst en oud en nieuw is er weer een Roder Boekenmarkt >>>.
Woon je in de buurt? Kom dan maar langs, mag je het van me lenen.

Reageren

Pagina 9 van 17

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén