een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Cantorij Roden Pagina 1 van 7

Cantorij van de PKN-Roden

8 juni: Stilmakende muziek uit IJsland.

We hoeven voor de zomer niet meer met de cantorij te zingen in een kerkdienst.
Dat zou betekenen dat we na Pinksteren geen repetities zouden hebben, maar dat vonden de meesten van ons wel jammer, dus we gaan nog drie repetities door. Gaat nergens meer over, gewoon zingen voor de lol dus.
“Geef even door wat je dan nog graag zou willen zingen” vroeg voorzitter Wieger een paar weken geleden.
O leuk; ik gaf door dat ik graag een koraal uit de Matthäus zou willen zingen.

Dinsdagavond zaten we weer met elkaar in de kerkzaal.
Karel had het cadeau meegenomen dat hij van ons had gekregen bij zijn examen: de volledige partituur van de Johannes Passion van J.S. Bach. Een heel boekwerk, waar we allemaal onze namen voorin mochten schrijven.
Hij liet ons zien welke partijen er allemaal te zien waren op de notenbalken, welke instrumenten daar bij hoorden en al vertellend was hij al haast aan het dirigeren. Maar er was nog geen orkest, alleen een uitgedund koor, want de grijze golf is al op vakantie en bij die golf hoort een groot deel van onze cantorij…

Johann Sebastian Bach

Twee stukken uit die Johannes Passion gingen wij instuderen: de koraal ‘Wer hat dich so geschlagen’ en het stukje ‘Wir, wir haben keinen König denn den Kaiser.’
Werd mijn wens toch vervuld, want dat koraal wordt ook gezongen in de Matthäus.
Stonden we dinsdagavond toch gewoon Bach te zingen met de cantorij!
Genieten!

We zongen ook twee heel andere stukken: het lied ‘Heyr, himna smiður’* IJsland en ‘Fey oh!’ uit Tahiti.
Geen idee wat je dan staat te zingen, maar wat leuk om eens iets heel anders te doen met dit koor, dat anders alleen kerkmuziek ten gehore brengt.

Het was fijn om zo samen te zingen, maar we deelden ook onze zorgen om Louisa, sopraan en bibliothecaris van onze cantorij. Ze is opgenomen in het Martiniziekenhuis en haar toestand is erg zorgelijk. Sopraan die altijd naast haar zit merkte op over de muziek van Bach: “Ik miste Louisa erg vanavond, ik kon altijd meevliegen met haar hoge noten…”.

Dit blog schreef ik woensdagavond; vandaag kregen we bericht dat Louisa in de vroege morgen is overleden.
Stil en verdrietig zijn we.
Louisa zal niet meer met haar mooie, hoge sopraan met ons meezingen.
Ze had dat IJslandse lied prachtig gevonden; dit blog sluit ik af met een link naar een uitvoering van dat lied en het verhaal erachter.

* Een paar jaar geleden liep een IJslandse Indie-folkgroep een treinstation in de Duitse stad Wuppertal binnen en creëerde een onvergetelijk muzikaal moment. De groep heet Árstíðir en de muziek was een 13e-eeuwse IJslandse hymne Heyr himna smiður, bewerkt door Þorkell Sigurbjörnsson, een van de belangrijkste 20e-eeuwse componisten van IJsland.
De muzikanten waren onder de indruk van stationsgebouw, dat in het begin van de 20e eeuw door de Pruisische Staatsspoorwegen werd gebouwd en een hoog, gebogen kerkachtig plafond heeft. Bekijk hier de stilmakende opname uit 2013.

Reageren

12 januari: Niet bij stem.

Dinsdagavond op de eerste cantorij-repetitie na de kerstvakantie kwam ik er achter dat mijn stem nog niet weer helemaal in orde is na corona; het zingen ging maar matig.
En naar gelang de avond vorderde nam het volume ook behoorlijk af: een noot op één hoogte uitzingen was al een hele opgave.
Daar maak ik me best zorgen om: zingen was altijd iets vanzelfsprekends waar ik erg van genoot; nu kost het me moeite en het klinkt ook niet zo als anders…… zou het wel weer goed komen?
Het heeft geen zin om hier lang in te blijven hangen: gewoon maar weer proberen.

We begonnen de repetitie dinsdagavond met een mail van één van onze bassen.
Hij had nare uitslagen gekregen na onderzoeken in het ziekenhuis en gaf aan vooreerst niet met ons te zullen meezingen.
Hij wordt erg gemist op de achterste rij en beslist niet alleen om zijn mooie, lage stem; ik schreef al eens vaker dat de cantorij veel meer is dan een groep zingende mensen.
Eén van de tenoren gaf aan dat hij zolang wel bas wilde zingen, dat komt de stemverdeling van het koor wel ten goede.
Toen hij dinsdagavond bij ons op de achterste rij ging zitten was er ook gelijk weer goedmoedig, onderling geplaag en gebruikten de tenoren termen als ‘overloper’ en ‘deserteur’.

Ook al is mijn stem dan nog niet weer optimaal: het samen zingen was weer fijn.
Alhoewel: één lied vond ik niet om door te komen. Het heet ‘Elke dag, alle dagen’.
De titel doet me denken aan het liedje “Alle dagen, alle dagen, zijn we vrolijk en dan maken we muziek, muziek, muziek!” uit de kinderserie Pippi Langkous.
Maar ‘alle dagen’ in de titel is dan ook de enige overeenkomst.
We zingen het 1-stemmig en het is lang en saai; ik zing liever de Pippi Langkous-versie.
Maar dat gaat natuurlijk niet gebeuren: als je bij een koor zit zing je af en toe ook dingen die je niet leuk vindt, dat hoort er bij.
Het past kennelijk goed bij de viering waarin we zingen begin februari.

Er was ook nog een lied waarbij een gender-discussie ontstond.
Op de cantorij; echt waar.
Leve de mens, hij is het beeld…’ en dan nog een paar zinnen met ‘hij’.
Een sopraan op de eerste rij vond dat we niet alleen ‘hij’, maar ook ‘zij’ moesten zingen; de mens is immers niet alleen maar hij.
We gingen het uitproberen met ‘zij’.
Daarna zei Karel: “Ik hoorde mensen ‘zij’ zingen, ook hoorde ik mensen ‘hij’ zingen en sommigen zongen ‘hij o nee zij'”.
De tenor die in de voorbereidingscommissie van de viering zit zou dit discussiepunt mee terug nemen naar de commissie.
“Kijken wat het sanhedrin er van vindt..’ smiespelde een bas.

Even ontstond er bijna muiterij, toen we om half negen nog TWEE EN EEN HALVE MINUUT doorzongen.
Dat kan eigenlijk niet, want om 20.30 uur is het namelijk koffiepauze en niet om 20.32 uur.
Ordnung muss sein.
Wat weer een fijne cantorij-avond: een goed begin van het nieuwe jaar!

Reageren

7 juni: Zou zo’n bel nou weten…..

Dominee Sijbrand van Dijk die aan het eind van de viering bellenblazend op het podium staat  terwijl de gemeente ‘Geest van hierboven’ zingt: dat beeld zal me bijblijven van het einde van de kerkdienst op 1e Pinksterdag.
Dat zingen met een mooi gevulde kerk (de stoelen weer in lange rijen) met mensen die bijna allemaal iets roods aangetrokken hadden was sowieso een feest! Vanaf de achterste altenrij in de cantorij had ik een mooi uitzicht op de eerste paar rijen: zie afbeelding.
Wat zo’n kleur dan doet met de sfeer in de kerkzaal!

Op 19 mei schreef ik al over het lied dat we aan het instuderen waren voor Pinksteren. (meer weten? Lees dan ‘Polyfonie‘) Dat lied had onze cantor Karel zelf geschreven en zondagmorgen werd het voor het eerst uitgevoerd door onze cantorij; met Erwin op het orgel en samen de gemeente.
Wat een belevenis!  Voor ons,  maar vooral ook voor Karel.

Hoe ongrijpbaar de Heilige Geest is legde de voorganger aan de kinderen uit door bellen te blazen.
Even een klein stukje uit het gesprekje: “Kijk. Bellen maken met je adem. Zou zo’n bel nou weten wanneer hij los moet laten? Welnee. Zo’n bel laat het gewoon gebeuren:  je blaast en hij laat los. Soms zou je willen dat het leven net zo gemakkelijk was….:

Hoe waait de geest? De dominee drukte ons op het hart niet steeds de nadruk op het kwade te leggen (wat je de hele dag al om je heen hoort aan nieuws en geroddel uit de media) maar om de goede verhalen te lezen en door te vertellen.
Soms weten mensen ineens wat ze moeten doen: iemand uit het water redden bijvoorbeeld.
Maar dan moet je het wel zien; hou je ogen open, lees en spreek het goede en bidt het goede.
De geest van God blaast mensen aan; zaai het goede voor een grote oogst.

Nog even over onze cantorij. Bij het inzingen zondagmorgen konden wij als alten de sopranen niet horen. Dat kwam enerzijds omdat er maar 4 sopranen aanwezig waren, anderzijds omdat de bassen (4) en de tenoren (5) tussen ons en de sopranen in staan. Stuk voor stuk goed zingende bassen en tenoren, maar ze overstemden samen met ons alten (7) onbedoeld de sopranen.
Natuurlijk, niet alle sopranen waren er, maar we zouden wel wat meer sopranen kunnen gebruiken bij onze cantorij.
Ben je of ken je iemand die met onze sopranen zou willen meezingen? Van harte welkom! We repeteren op dinsdagavond van 19.30 tot 21.30 uur in Op de Helte.

Eigenlijk was het een gedoe om in Roden te komen zondagmorgen. We verbleven het hele weekend met dochters en aanhang in Casa Grada in Westerbork; om 07.30 uur zaten Gerard en ik in de auto om om 08.30 uur in Op de Helte te zijn. Maar het was ruimschoots  de moeite waard: ik had het niet willen missen!
Wil je de viering beluisteren? Hierbij een link naar kerkomroep: 5 juni, 09.30 uur Op de Helte, Roden.

Reageren

19 mei: Polyfonie.

Het is alweer gewoon geworden: op dinsdagavond cantorij-repetitie.
In deze weken zijn we druk bezig met het instuderen van de liederen die we zingen op 1e Pinksterdag.
Onze cantor Carel is een ambitieuze jonge man die vindt dat we de lat niet te laag moeten leggen.
Hij studeert aan het Prins Claus Conservatorium en had bedacht dat hij voor het pinksterfeest zelf een stuk ging schrijven.
Het begint met een couplet in het Latijn, daarna een deel in het Duits en het laatste stuk wordt gezongen in het Nederlands.
Zingen in tongen én talen!
Hij stuurde ook gelijk maar oefen-files mee, want het zingt niet gemakkelijk zo maar weg.
Pittig hoor.
Het stuk zingen vinden wij al lastig: hij heeft het nota bene zelf geschreven!
Wij mogen als cantorij onze handjes dichtknijpen met zo’n enthousiaste jonge gast als dirigent.

Verder heeft Carel ons nog ‘een uitdaging’ aangereikt: If Ye Love Me, Keep My Commandments vanThomas Tallis.
Een Engels muziekstuk waarin alle partijen door elkaar heen zingen.
Past ook goed bij de talen en tongen van Pinksteren.
“Dat heet polyfonie” “legde hij ons uit.
“Meestal zingen wij homofoon, dat is als iedereen tegelijk dezelfde woorden zingt maar met andere noten.”
Toen wij na het doorzingen van de verschillende partijen het stuk in zijn geheel probeerden te zingen was het polyfonie noch homofonie: het klonk als kakafonie.
Carel blijft optimistisch en was al blij dat we tegelijk eindigden.
Het goede nieuws is dat we nog een aantal weken te gaan hebben.

Het is alweer gewoon geworden, schreef ik in de eerste zin van dit blog.
Dat neemt niet weg dat ik meer dan voorheen geniet van het zingen met elkaar.
Toen ik begin deze week op het nieuws hoorde dat we in de herfst weer rekening moeten houden met nieuwe lockdowns dacht ik als eerste aan de cantorij en de kerkdiensten.
Het zal toch niet weer….
Andere jaren stoppen we al met de cantorijrepetities na Pinksteren, maar we zijn nog gevraagd voor een kerkdienst op 3 juli.
Fijn; dan zingen we nog even door!

Reageren

9 november: Snap jij het?

Vorige week schreef ik over onze cantorij-repetitie op dinsdag 2 november.
Toen wij mopperden dat we een mooi, bekend lied niet vierstemmig zongen, zei Karel: “Hierbij moet je aan het gezamenlijk belang denken. Er zitten in deze gedachtenisdienst misschien mensen in de kerk die niet zo vaak komen en daardoor ook niet bekend zijn met onze liederen. Als wij dan vierstemmig zingen is het lastiger om de melodie mee te zingen; wij zingen dus éénstemmig en geven de gemeente daarmee wat ‘wind in de rug’.
Wij knikten gedwee ondanks het generatieverschil en zongen éénstemmig.
Hele blog lezen? klik dan hier: ‘Niemand leeft voor zichzelf’.

Het lied in kwestie was ‘Licht dat ons aanstoot in de morgen’.
Toen we vorige week hoorden dat het eenstemmig moest was de teleurstelling voelbaar: wat jammer.
Maar het was voor een goede zaak: we gingen de gemeente ondersteunen.

Toen we zondagmorgen dit lied met de gemeente zongen kon zelfs iemand zonder verstand van kerkmuziek wel horen dat de gemeente onze ondersteuning niet nodig had: het werd van harte en uit volle borst meegezongen.
Mensen, ik kon het niet laten: ik zong gewoon de altpartij.  Die ken ik uit mijn hoofd en is te mooi om niet mee te zingen.
In de eerste dienst was ik de enige burgerlijk ongehoorzame en Karel had het volgens mij niet gehoord,  ik kreeg in ieder geval geen reprimande na de dienst.
In de tweede viering zong ik weer de altpartij,  maar deze keer deed buurvrouw alt ook mee en naast mij hoorde ik buurman tenor ook zijn eigen partij zingen.
Stonden we daar een beetje illegaal en stiekem te genieten op de tweede rij.
Als je zelf in een koor zingt snap je dit.
Zing je niet in een koor en zou je dit wel willen snappen? Kom dan een keer langs op onze repetitie op de dinsdagavond om 19.30 uur.

Vanavond is er geen cantorij-repetitie.
Er is bij iemand corona geconstateerd, dus we moeten ons laten testen en voorzichtig doen.
Het zal toch niet weer 5 maanden duren voor we weer mogen zingen met onze cantorij?

 

Reageren

5 januari: Jantje en de ganzen.

Vorige week, voor de jaarwisseling, overleed ons oudste cantorijlid Jantje Alkema.
Ze was in november opgenomen in het ziekenhuis, omdat ze haar heup gebroken had.
Ze herstelde wonderwel en na een revalidatieperiode in Maartenshof mocht ze weer naar huis.
Vlak voordat ze weg zou brak er corona uit in dat verpleeghuis en mocht ze niet meer weg om besmetting buiten het huis te voorkomen.
Het bijna onvermijdelijke gebeurde: Jantje kreeg corona en overleed aan een bijkomende longontsteking.
Wrang.
Ze was 88, maar nog erg vief; ze woonde nog steeds zelfstandig en zong tot maart 2020 wekelijks haar sopraan-partij mee in de Cantorij Roden.

Vanmiddag keek ik via Kerkomroep naar de dankdienst voor haar leven vanuit de Catharinakerk; we maakten kennis met de andere kanten van Jantje.
Dochter, echtgenote, moeder, weduwe, oma: de dochters schetsten in hun eigen streektaal een beeld van een warme vrouw met een groot hart die haar kuikens graag bij zich had, een moederkloek.
We hadden met een klein deel van de cantorij een opname gemaakt van twee liederen die in de dienst werden afgespeeld.
Onder normale omstandigheden hadden we in deze kerkdienst met de voltallige cantorij gezongen en op die manier afscheid van haar kunnen nemen, nu bleef het ‘afstandelijk’ en dat is wat mij betreft één van de naarste gevolgen van het coronavirus.
Ook kleinzoon David leverde een bijdrage aan de dienst: hij speelde op de piano het stuk ‘Gnossienne’ van Erik Satie.
Omi zou trots geweest zijn.

Aan het eind van de plechtigheid vertelde voorganger Walter Meijles een ontroerend verhaal over ganzen met betrekking tot het overlijden van Jantje.

En dan over die ganzen……want of  je nu wilt of niet, op de dagen waarop het erop aankomt,  zoals de dag dat je moeder sterft, krijgt alles lading en betekenis.
En dan zijn daar die ganzen in de lucht. Ganzen staan symbool voor het achterlaten van het oude, van de tijd of de plek die geen voeding meer geven kan. De ganzen komen terug wanneer nieuw leven weer mogelijk is. Daarmee staan ganzen symbool voor zowel geboorte, nieuw begin, als voor het leven verlaten en de zielereis die gemaakt wordt.

We hebben inmiddels ontdekt dat het vliegen in die beroemde V-vorm een functie heeft. Om de beurt neemt de voorste gans de moeilijkste plek in, zodat de ganzen die er achter vliegen baat hebben bij de luwte van de wind die verplaatst wordt. Otewel: samen hou je het  langer vol en kom je verder door samen te werken.
En tot slot hebben we daar dan dat gakken, dat typische geluid van het buitengebied waar water te vinden is; Jantje vond het prachtig en jullie hebben het gehoord de dag dat ze stierf, overvliegende ganzen.

Jantje was al lid van de cantorij vanaf de oprichting in de jaren ’80 en was één van de trouwste leden.
Als we straks (hopelijk dit voorjaar) als cantorij weer met elkaar mogen zingen, zal Jantje’s stoel op de eerste sopranenrij leeg blijven.
We houden haar in herinnering als het creatieve, gezellige mens dat ze was maar vooral als toegewijde sopraan.
Toen de uitzending op Kerkomroep was afgelopen en ik de computer uitzette, hoorde ik de klokken luiden van de Catharinakerk op de Brink terwijl de kist, overladen met bloemen, naar buiten werd gedragen.
Dag Jantje.

Reageren

25 november: De komma van Ardaan.

Zat ik afgelopen zondag nog te mokken dat ik het zingen en de cantorij zo miste, gisteravond was er zomaar weer een cantorij-repetitie.
In zeer afgeslankte vorm weliswaar, maar toch: weer even samen zingen.
Op de vraag ‘Wie wil er meezingen in een cantorij-kwartet zodra dat weer mag?’ had ik per kerende post positief gereageerd.
In de komende tijd zal een klein deel van de cantorij 2x aan een viering meewerken: op de 4e adventszondag (20 december) en op 1e kerstdag; als alt mag ik meewerken aan de viering van eerste kerstdag, maar omdat de alt die voor de 4e advent was gevraagd gisteren op de eerste repetitie niet kon mocht ik voor haar invallen. Lucky me!
Van 19.30 tot 20.30 uur repeteerden we met koortje 1: het kwartet mocht al een sextet worden, dus met 2 sopranen, 2 bassen en 1 tenor studeerden we 2 werken van J.S. Bach in.
Die kerkdienst op 20 december staat namelijk helemaal in het teken van Bach en Erwin is die zondag organist: mis het niet zou ik zeggen!

Om 20.45 uur stonden we met 5 nieuwe zangers klaar voor de tweede repetitie: koortje 2. Omdat ik al een uur had gezongen hoefde ik niet mee te doen met inzingen.
Van koster Gerard kreeg ik even een kop heerlijke oploskoffie, waarna we ons stortten op ‘Nu sijt willecome’ en ‘In de nacht gekomen’, een lied op de melodie van de christmascarol ‘In the bleak midwinter’.

Wat was het weer heerlijk om samen te zingen!
En wat een mooie muziek: advent & kerstliederen.
Voor sommigen van ons al heel vertrouwd, maar voor mij waren een aantal stukken toch helemaal nieuw.
Bij één lied was er discussie of we bij de zin ‘Heer, de wereld wacht’ nou een komma moesten zingen (lees: even ademhalen) of niet.
Van Karel mochten we absoluut niet ademhalen; tenminste niet op die plek.
“Maar er staat wel een komma op mijn muziekblad” riep één van de mannen.
“Die is niet van mij.” pareerde onze cantor onmiddellijk “dat is vast een aantekening van een eerdere dirigent.”
Een bas wist van de hoed en de rand: “Die komma is van Ardaan*.”

“Gum maar uit, we zingen geen komma, maar houden even heel kort in.”
We houden even kort in; krijg dat maar eens gelijk met z’n zessen.
Maar we kwamen er prima uit met elkaar: volgende week weer!

Happiness is…… singing in a choir!

Vanmorgen kreeg ik een mail van een bestuurslid van de cantorij.
“Bedankt dat je gisteravond wilde invallen.
Weer zingen was als balsem voor mijn ziel”.
Twee zielen, één gedachte.

* Ardaan Dercksen was de cantor van de Op de Helte-cantorij voor Thysia Betting.

Reageren

16 september: A normal day…(2)

Dinsdagavond cantorij. In januari had ik dit bij iedere week op de kalender gezet: tot en met Pinksteren lag vast wat ik op dinsdagavond zou gaan doen.
Op de afbeelding zie je week 18 op onze weekkalender.
19.30 u Cantorij.
Het stond er wel, maar ik ging niet.
Maanden niet, niemand ging.

Twee weken geleden begonnen de repetities weer voor wie dat wilde en durfde; had ik net vakantie! Maar ik liet mijn vakantie er wel om door gaan; zo erg was de ‘cantorij-heimwee’ nou ook weer niet…
Gisteravond was dus voor mij weer de eerste koorrepetitie: anders dan anders maar toch vertrouwd.
Anders was dat we kruislings én anderhalve meter van elkaar zaten, zo hadden we wel heel veel ruimte om ons heen.
Nadeel voor ons en voordeel voor cantor Karel is dat we zo niet zo gemakkelijk met elkaar praten tussendoor.
Maar we komen om te zingen tenslotte en dat was gisteravond weer heel fijn.

Het begin was al leuk want: canon.
Ben ik dol op.  ‘Dabadabada, doem doem etc…’.
Hierbij een link naar een uitgeschreven versie van die versie van die canon .
Wat geniet ik dan al weer.
Maar zelfs bij het inzingen vindt onze dirigent nog dat het allemaal perfect moet.
‘Dat bas-loopje doem doem moet ontspannen gezongen worden’. Ter illustratie nam hij een denkbeeldige bas ter hand en liet ons zien wat hij bedoelde: wij moesten zingen zoals hij stond te spelen. Jammer dat daar geen foto’s van zijn, maar wij begrepen wel wat hij bedoelde.
Ontspannen doem.

Verder bezigde hij een mooie omschrijving voor iets luider zingen: “Bij het eind van de 2e regel, daar mag je gepast bij groeien.”
Bij één lied ontdekte iemand een fout in het liedboek. Er bleken twee versies te zijn; in het ene boek stond ‘Geeft Gij uw woord’ en in het andere ‘Gij geeft uw woord’. Maar we moeten als koor natuurlijk wel dezelfde tekst zingen. Er werd wat gekissebisd over welke woorden en wie en waarom tussen een aantal koorleden. De cantor bemoeide zich er niet mee, maar speelde op de piano heel subtiel de melodie van ‘Vrede op aarde’.

We zeggen dan wel niet veel tegen elkaar tijdens de repetitie, maar soms vang je wel een opmerking op.
We zongen het lied: ‘Wat te kiezen, leven,  dood’ en we kregen aanwijzingen over het langer aanhouden van de noot bij dood.
“Moeten we in ‘dood’ blijven hangen?” hoorde ik achter mij.
Dan is het jammer dat we zo ver uit elkaar zitten, anders hadden we al weer ‘stille lol’ op de achterste rij gehad.
Maar stille lol of niet: we hebben weer heerlijk gezongen gisteravond.
Tot mijn grote vreugde zingen we van één lied zelfs een paar coupletten in een zetting van J.S. Bach.

Tot zover mijn eerste normale dinsdag nadat corona ons overviel in maart.
A normal day is a lucky day.

Reageren

13 mei: Tot wij weer elkaar ontmoeten….

Gisteravond kregen we als cantorijleden allemaal een mail van onze voorzitter Wieger; heel toepasselijk op dinsdagavond, onze repetitieavond.
Een ‘hart onder de riem’-mail.
Dat we elkaar, het zingen en de kerkdiensten zo missen, dat het leven nu niet spannend is maar dat er wel spanningen zijn en dat het fijn is om in het dorp af en toe een kerkganger/cantorijlid te spreken of om elkaar soms gewoon eens op te bellen.

Daarna kwam er als reactie op zijn verhaal een mail van collega-alt Maja, die schreef dat het alleen zijn soms niet meevalt, maar dat ze ook erg heeft genoten van de lentepracht, fietsen en wandelen én de eigen tuin. Ze schrijft: “Wat zijn wij toch bevoorrecht hier, dat we niet op een flatje in de stad wonen, zoals ik vroeger in A’dam.
Nou lieve mensen, ons wacht nog veel geduld.
Liefs en alle goeds voor jullie allen; blijf gezond!
Denk aan lied 416 het laatste couplet: “Ga met God en Hij zal met je zijn, tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn naam elkaar begroeten.”

Daar schoot ik even van vol.
‘….tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn naam elkaar begroeten.”
Ik zocht het lied op in ‘het rode boek’ en bekeek de zang-aantekeningen die ik er met  potlood had bijgezet.
‘even stoppen bij ‘nabij – op al je wegen’
‘gels’ van vleugels iets langer maken
‘God’ niet zo scherp zingen.
We zijn als cantorij altijd heel druk bezig met de uitvoering: de melodie, de juiste nootjes, precies lang genoeg, goede uitspraak, goede stemverhouding en dat is ook allemaal erg belangrijk als je in een koor zingt.
Toen ik in m’n eentje de tekst na zat te lezen kwamen de woorden veel beter binnen.

‘Tot wij weer elkaar ontmoeten..’
In andere jaren vind ik de periode van de zomervakantie al lang, nu hebben we elkaar ook al twee maanden niet meer gezien.
Stel je voor dat we moeten wachten tot september.
Zucht.

Wij proberen moed te houden en elkaar en anderen op te beuren.
Eergisteren stuitte ik op dit kleine gedichtje:

Lichtpuntjes
soms zijn ze groot,
soms zijn ze klein
je hoeft ze niet te zoeken
je kunt ze ook zijn.

Voor mensen die niet in het bezit zijn van een liedboek: hieronder de tekst van lied 416.

Ga met God en Hij zal met je Zijn.
1. Jou nabij op al je wegen, met zijn raad en troost en zegen, ga met God…
2. Bij gevaar, in bange tijden, over jou zijn vleugels spreiden, ga met God….
3. In zijn liefde je bewaren, in de dood je leven sparen, ga met God…..
4. Tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn naam elkaar begroeten, Ga met God en Hij zal met je zijn.

Reageren

24 februari: Geest-verruimend.

‘Weet je wel dat de cantorij eigenlijk een geestverruimend middel is?” vroeg ik gistermiddag aan mijn collegazangers op de achterste rij.
We zaten om 17.00 u met ons hele koor in Op de Helte voor ons jubileumconcert: 40 jaar Cantorij.  Waar wij in andere vieringen vaak een ondersteunende rol hebben bij de gemeentezang, mochten wij gistermiddag een uur vullen met onze zang.
In het verleden heb ik in het kader van de cantorij wel eens iets geroepen over ‘geen uitdaging meer’, maar de muziek die we gistermiddag zongen bood uitdaging genoeg.
Spannend was het zelfs.

Eigenlijk stond de hele dag in het teken van dit concert, want we moesten ons om 13.45 uur al melden. Eerst een uurtje repeteren, daarna kwamen om 15.00 uur de oud-leden, want naast een concert was er ook een mini-reünie georganiseerd.
De kerk zat verrassend vol toen het concert begon: er waren geen liturgieboekjes genoeg. Voor mij was de verrassing dat dochter Harriët er was; het is altijd fijn als er mensen speciaal voor jou in het publiek zitten.

We zongen naast traditionele Nederlandse kerkmuziek ook liederen als ‘Thou knowest Lord’ van Purcell, ‘Jesu, Rex admirabilis’ van Palestrina en liederen van Taizé.
Ging het allemaal goed? Het meeste wel! Vooral de liederen waar we in de repetities heel hard aan gewerkt hadden werden mooi uitgevoerd.  Het bijzondere is vervolgens dat een lied dat je van haver tot gort kent in de uitvoering niet helemaal goed onder elkaar staat omdat (ik spreek even voor mezelf) je dan minder gefocust bent.
Wil je het concert ook beluisteren? Dat kan nog via Kerkomroep >>> (zondag 23 februari, Op de Helte, 17.00 u).
Een concert met de cantorij: wat een aangename manier om je 40-jarige jubileum te vieren. We hebben er met elkaar heel veel plezier aan beleefd en naar wat ik begreep van Gerard en Harriët heeft het publiek dat ook zo ervaren.

Voor onze nieuwe dirigent Karel was het minstens zo spannend als voor ons.
Hij had ons goed voorbereid. Bij lange tonen liet hij ons ‘koristisch’ ademhalen (om de beurt een hap adem bijnemen), hij probeerde ons de goede Engelse en Latijnse uitspraak aan te leren en benadrukte dat we vooral goed naar hem moesten kijken. Als je gistermiddag goed naar hem keek zag je hem genieten, maar zijn gezicht gleed ook wel eens uit….

Na afloop genoten we met elkaar van een buffet met 4 soorten soep, hartige taarten en salades en keken we met elkaar naar een fotocollage van 40 jaar cantorij én beelden van de tv-opnames uit 2002 toen een samengestelde cantorij (Op de Helte én Catharinacantorij) meewerkte aan de Paascyclus voor de IKON.
18 jaar geleden.
“Wat zijn we daar nog jong!”

Maar…… hoe zit het nou met dat geestverruimende middel uit het begin van dit blog?
Die regel stond in een lied dat we zongen: “Is niet muziek door U aan ons gegeven?” van Sytze de Vries.
Hieronder de tekst van dit lied: het is me uit het hart gegrepen en één van de redenen dat ik lid ben van de cantorij.

Is niet muziek door U aan ons gegeven, hemels geschenk voor wie U, God, is toegedaan.
Ze geeft geluk een kleur en troost mij in mijn tranen, een vriend als ik mijn weg alleen moet gaan.

Wij danken U voor al die mooie klanken, voor harmoniën die mij raken in het hart
een wijs op wieken als een vogel in de morgen, als stem en instrument mijn nacht ontwart. 

En zo gezegend worden wij tot zegen, muziek beroert het hart, verruimt de geest.
Zij zal wie nu nog vreemden zijn tezamen brengen en wie ik liefheb leiden naar een feest.

Klik hier>>> voor een artikel over en foto’s van ons concert op de PKN-website

Reageren

Pagina 1 van 7

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén