een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Cantorij Roden Pagina 2 van 7

Cantorij van de PKN-Roden

25 november: Gene zijde.

Als je in de cantorij zingt is de viering op de laatste zondag van het kerkelijk jaar qua muziek één van de mooisten. Ook gistermorgen zongen we passend en ingetogen repertoire. In de weken vooraf  ben je op de repetitieavonden met de liederen bezig, in de viering die daarop volgt komen teksten en muziek samen. Het is beslist anders dan wanneer je als gemeentelid in de kerkzaal zit; ook Gerard, die gisteren als ‘inval-tenor’ met ons meezong had dit zo ervaren.
Maar het is natuurlijk geen vrolijke dienst; het verdriet is soms tastbaar aanwezig.

Onze nieuwe dirigent Karel Stegeman loodste ons kundig door de soms bekende maar soms ook lastige stukken. Dirigent en koor zijn trouwens al aardig aan elkaar gewend en zijn uitspraken brengen menigmaal een glimlach teweeg.
“Alten: probeer blij en ontspannen te zingen. Die sprong naar beneden moet u wat eleganter nemen.” De heren achter ons hebben daar beelden bij en mompelen iets over ‘moede hinde’s’.
Soms worden we aangespoord om meer te genieten van een bepaalde noot die een mooi akkoord vormt met de andere stemmen.
Een alt die even niet had opgelet riep: “Waar moet ik genieten?” wat dan vervolgens weer een hoop onrust veroorzaakt.
Gistermorgen voor de viering vroeg Karel ons om bij het zingen van de klank ‘ng’ onze kaak te laten vallen. Daar moet ik niet te veel bij nadenken en de alt naast mij kennelijk ook niet; we moeten elkaar dan even niet aankijken.

Terug naar de viering.
In het begin kreeg Bea Sportel het woord. Zij schreef een gedicht bij het overlijden van haar broer en droeg dat intens en ontroerend voor.
Herkenbaar; ook wij verloren dit voorjaar een broer in onze familiekring.
De kerk zat erg vol, want er waren 36 namen te noemen van gemeenteleden die ons ontvallen zijn.
36 kaarsen kaarsen en 36 rozen.
Op de foto het bloemstuk bij de 36 kaarsen: de ‘vingers’ van de vingerplant staan voor handen die de 36 rozen omvatten die symbool staan voor de overleden gemeenteleden.
Het noemen van de naam is voor iedere familie een beladen moment; zelf hebben we dat al een aantal keren ervaren na het overlijden van onze ouders in Hoogersmilde.
Er werd tijd genomen voor iedere naam, de volgende naam werd pas afgekondigd als de familie die de vorige kaars had aangestoken weer plaats had genomen.

Een troostijke viering, mede door de korte, maar veelzeggende overdenking van dominee Sybrand van Dijk.
Fijn dat we dit we als PKN-gemeente naast o.a. doop- en trouwdiensten,  kinderkerstfeest en de paascyclus kunnen bieden binnen de cirkel van het kerkelijk jaar.
Dit blog sluit ik af met het bovengenoemde gedicht van Bea.

Gene zijde

Ik ging met jou
tot aan de grens
die laatste stap
naar de eeuwigheid
moest jij alleen maken
en nu
voorgoed voorbij
blijf ik achter
en jij
keert terug naar de bron
daar waar alles begon
daar waar de eeuwigheid begon
sterren stralen
mij tegemoet
jij in mij
en
ik in jou…..

Reageren

21 oktober: Een nieuwe bezem.

Nieuwe bezems vegen schoon.
Bij de Cantorij Roden hebben we sinds begin oktober een nieuwe bezem in de persoon van Karel Stegeman. Op 2 oktober schreef ik al over zijn proefdirectie in het het blog ‘Wat dies meer zij’>>>
Veel sneller dan wij van te voren hadden gedacht stond Karel ons al wekelijks te dirigeren.
Thysia zou ons nog begeleiden tot het jubileumconcert op 3 november, maar zij viel helaas uit door gezondheidsproblemen. Gelukkig was Karel in de gelegenheid om direct in te vallen, maar het bestuur heeft wel besloten om het concert begin november te annuleren.
Te kort dag en te veel stukken die nog ingestudeerd moeten worden.

3 dagen na zijn proefdirectie stond Karel op vrijdagavond 4 oktober voor ons koor.
Hij was ’s middags gebeld met de vraag of hij eventueel kon invallen; een kwartier voor aanvang van de repetitie kreeg hij de stukken.
Na anderhalf uur hadden we alle stukken voor de Taizévesper van gisteren ingestudeerd.
Met respect en bewondering heb ik hem gadegeslagen.

Na drie weken zijn cantor en cantorij al wat aan elkaar gewend.
We worden formeel met ‘u’ aangesproken, maar er worden ook al voorzichtig grapjes gemaakt.
Bij ‘Dona la pace Signore’ bijvoorbeeld mogen we de ‘a’ van pace niet te hard en te breed uitspreken. “Onderdruk uw Groningse neigingen” adviseert Karel ons. Op de achterste rij klinkt ‘Neigingen? Neigings!’ Als het goed is heb je gisteravond een keurige a gehoord.

Nu ik dit zit te schrijven is het zondagavond rond 21.00 uur.
Vanaf 16.00 uur waren we bezig met de voorbereiding: fluitiste Monique had fluitiste Jolanda en mij (ik speelde gitaar) bij haar thuis uitgenodigd voor de generale combo-repetitie: stukken doorspelen en afspreken wie wat doet. Zo’n repetitie is een weldaad als je van Taizémuziek houdt. Karel had zijn instructies voor ons combo al doorgegeven, dus we wisten precies wat er van ons verwacht werd. Monique bracht het thema van de Taizé-viering (gastvrijheid) gelijk in de praktijk: zij serveerde soep met brood rond 17.30 u. We hadden het veel te gezellig, we moesten ons haasten om om 18.00 uur bij de kerk te zijn.

Lichtelijk gespannen ging ik de viering in; sta ik anders altijd redelijk ontspannen te zingen, gitaar spelen met soms lastige grepen vraagt extra concentratie en energie.
Het liep allemaal op rolletjes.
Cantor, cantorij en combo hadden van te voren de puntjes nog even op de i gezet en we beleefden met elkaar een fijne Taizé-viering, mede omdat de vesper-commissie  erg zijn best had gedaan om met bloemen, kaarsen en decoratie een Taizésfeer te creëren.
Wil je de dienst terugluisteren? Hierbij een link naar kerkomroep >>>.
(Zondag 20 oktober, Op de Helte, 19.00 uur.)

De nieuwe bezem werd de afgelopen weken direct in het diepe gegooid, maar hij kan uitstekend zwemmen. Deze vesper was in ieder geval een prima begin van onze samenwerking!

Reageren

2 oktober: En wat dies meer zij.

Op dinsdagavond 1 oktober stond al een tijdje in mijn agenda: proefdirectie Karel.
Dat behoeft enige uitleg.
De cantrix van onze cantorij, Thysia Betting gaat stoppen met het dirigeren van ons koor.
Ze heeft een ander koor gevonden dichter bij haar in de buurt en heeft besloten om dan ons koor in het verre Roden te laten vallen.

Vinden we jammer natuurlijk.
Vanaf januari zing ik onder haar leiding de altpartij en ik vond haar ‘inspirerend’ dirigeren.
Ze kon bij uitvoeringen soms zo stralend staan te zingen en te zwaaien dat we op wolkjes gingen zingen.  Maar ze gaat dus weg.

Er hadden een aantal nieuwe dirigenten gesolliciteerd, maar er bleef eentje over die geschikt leek en dat is Karel.
Gisteravond stonden we voor het eerst lichtelijk ongemakkelijk tegenover elkaar.
Vergis je niet: een dirigent en een koor hebben een relatie, dus voor ons en voor hem was het ‘de eerste date’. Net als met een gewone relatie ben je dan nieuwsgierig naar elkaar.

Vonden wij Thysia al jong, deze dirigent is nog jonger.
Hij studeert aan het Prins Claus Conservatorium in Groningen en zit in zijn tweede jaar.
Een kuuk’n dus nog, jonger dan onze jongste dochter.
Maar die jeugdigheid betekende niet dat hij verlegen was; er stond wel wat achter die piano.
Hij had overwicht, kon goed pianospelen, studeerde twee liederen in en had, niet onbelangrijk, humor. Bij een aarzelende, rommelige en soms 11-stemmige uitvoering van ons zei hij: “Ik zie hier wel ruimte voor verbetering!” Nou en of. Ruimte zat.

Wat bijzonder was: hij haalde de altpartij even naar voren.
In het lied ‘de vreugde voert ons naar dit huis’ zingen wij in de derde regel een D# (een Dis, een verhoogde d) die wij wat moesten accentueren. De andere stemmen werd gevraagd daarom heen te zingen.
Wij alten staan eigenlijk nooit zo in het zonnetje.
Bij andere (project)koren waar ik zong hoorde ik andere geluiden:  “Alten zijn stopverf; het cement. Alten hebben nooit de leiding in een lied.”
Alten krijgen ook vaak te horen: “Alten: het mag wel een onsje minder.”
Wij weten dus onze plaats.

Deze Karel kan het bij mij al niet meer fout doen.
Gisteravond tijdens de koffie werd wel duidelijk dat ik niet de enige ben die er zo over denkt. ‘Binnenhalen!’ was de uitkomst van de evaluatie.
Vanaf november gaan we ‘het lied met de dies’ dus onder leiding van Karel zingen.
En wat dies meer zij.

Wat zei Dies eigenlijk nog meer?

Reageren

28 september: Licht verspreiden.

Er is een lid van onze cantorij overleden. Haar naam was Henny Klaassen-Geuchies.
Ze zong jaren haar sopraan-partij mee met het koor, maar toen ik in januari van dit jaar bij de cantorij kwam zong zij al niet meer mee.
Eigenlijk kende ik Henny niet zo goed.
Toen wij in Roden kwamen wonen waren wij nog hervormd en zij gereformeerd.
Wel kende ik toen al haar zoon Gerlof, die deel uit maakte van de toenmalige zondagschoolleiding.

We ontmoetten elkaar af en toe bij kerkdiensten en gezamenlijke kerkelijke activiteiten en spraken dan keurig hoog-haarlemmerdijks met elkaar.
Toen Gerard en ik op een avond naar Roelof & Harm gingen in de Pompstee ontmoetten we daar Henny en de familie Snippe die we ook kenden van de kerk.
“Of praot jullie ok Drents!” vroegen we ons verbaasd af.
Ja man.
Henny kwam ‘oet Slien’ en de familie Snippe ‘van de Smilde’.

Vanmiddag, in de dankdienst voor haar leven, zaten we met de cantorij in een zijvleugel van Op de Helte. We zouden twee vierstemmige liederen zingen, maar het lied ‘Zoals een moeder zorgt voor haar kinderen’ ging tijdens de laatste repetitie niet goed.
Een tenor merkte op: “Het zou moeten klinken als een waterval van stemmen die steeds na elkaar invallen.” Een bas constateerde dat ons gezang meer op een lekkende kraan leek. Veilig eenstemmig dus.
Het lied ‘Die chaos schiep tot mensenland’ van Huub Oosterhuis zongen we wel vierstemmig en klonk zoals het hoorde. Ken je het niet? Hierbij een link naar een mooie uitvoering>>> op YouTube.

De voorganger vanmiddag was ds. Harm Jan Meijer, emeritus predikant van onze gemeente en vriend van de familie.
Het ontroerde mij dat hij door zijn betrokkenheid met Henny zijn eigen emoties amper onder controle had. Het ging goed, maar wij zaten er dicht genoeg bij om te zien wat het met hem deed. Een dominee is soms een goede vriend en heeft dan ook verdriet; in zo’n beroep waarbij het zo aan komt op menselijk contact is dat niet vreemd, eerder begrijpelijk.

Uit de viering kwam naar voren dat Henny een bijzondere vrouw is geweest die heel veel liefde uitstraalde en altijd voor anderen klaarstond. ‘Ik zal er Zijn’, de naam van God, heeft zij in haar leven in de praktijk gebracht. ‘Ik zal er zijn voor jou’ gaf zij handen en voeten.
De voorganger noemde haar aan het einde van zijn overdenking ‘een engel aan de vloedlijn van het leven’.
Voorbeeld daarvan is dat wij twee weken geleden van haar nog een kaart kregen, waarop ze schreef dat ze blij was om te horen dat het met Gerard weer zo goed ging. Aan het handschrift was te zien dat haar toestand toen al slecht was.
Door deze levenshouding was ze aan het eind van haar eigen leven omringd door familie en vrienden die er voor haar waren.

Dit blog sluit ik af met een verklarende tekst bij de foto. We zien rijen kaarsjes die door door de aanwezigen bij Henny’s kist waren gezet. Iedereen werd in de gelegenheid gesteld om een kaarsje aan te steken ‘omdat Henny van licht hield’.
Zo zal ik haar, mede door deze viering, in herinnering houden: iemand die door haar aanwezigheid licht, en daarmee een stukje God verspreidde.

Reageren

9 juni: Wat muziek met mensen doet.

Op deze eerste Pinksterdag werkten we met de Cantorij Roden mee aan de viering van vanmorgen in Op de Helte.
We hadden het er maar druk mee in de weken in de aanloop naar dit Pinksterfeest.
We zongen meer dan tien liederen, die we niet allemaal goed kenden en we moesten alle zeilen bij zetten om alles ‘goed onder elkaar’ te krijgen. Daar kwam bij dat niet alle leden aanwezig waren (vakantie, familiebezoek, andere drukte), zodat we deze week een extra repetitie nodig hadden om de puntjes op de i te zetten.

Geen straf, hoor! Op dinsdagavond zongen we vlak voor de koffiepauze “Kom laat ons deze dag…” (Lied 672, melodie J.S. Bach, vertaling Jan Wit). Mijn buurvrouw-alt zong het van harte mee en zei daarna stralend: “Dit lied heb ik voor het eerst gezongen in 1946, toen was ik tien! Dat was in Musis Sacrum in Arnhem. Dit was toen hele nieuwe kerkmuziek en we zongen het uitbundig met een volle kerk, ik kan het me nog zo goed herinneren.” Ze vertelde dat ze als kind de oorlog had meegemaakt in Zeeland en dat ze die Pinksterdag bij haar oom in Arnhem was. Het had heel veel indruk op haar gemaakt en bij het zingen van dit lied kwam alles even weer boven.

Wat kan ik genieten van zo’n verhaal.
Een verhaal over wat muziek met mensen doet.
Vanmorgen stonden we met onze cantorij in afgeslankte vorm ontzettend ons best te doen.  De sopranen zongen bij één lied de bovenstem, maar toen we dat oefenden met een lege kerk kwam het wat ielig over. Dirigent Ubo stak ze een hart onder de riem. “Sopranen: niet zo moelijk kijken! Dan zing je ook moeilijk. Blij kijken, lachen: dan gaat het een stuk beter!” Was ook zo. Op het ‘moment surprème’ zongen ze prachtig over de gemeente heen.

Vanmorgen werd ik geraakt door het Taizé-lied ‘Veni sancte Spiritus’, (Kom heilige geest).
We zongen dit vierstemmig met de cantorij tijdens het avondmaal. Dat duurt altijd lang, dus we zongen het best vaak. Toen bijna iedereen brood en wijn had gehad draaide dirigent Ubo zich om naar de gemeente, die toen ook mee ging zingen.
Het voelde voor mij op dat moment of de Geest ook mee ging doen; samen met zoveel mensen toch intogen dit lied zingen.
Dat is wat muziek met mensen doet; in ieder geval met deze mens.
Zoals al zo vaak bepaalde ook vandaag de muziek weer de waarde van mijn dag.

Niet bekend met dit lied?
Klik hier >>> voor een uitvoering op YouTube.

Reageren

22 mei: Alt. Geen sopraan.

Tegenwoordig hebben we op vrijdagavond cantorij-repetitie. Dat was tot voor kort dinsdagavond,  maar cantrix Thysia gaat ons verlaten; zij heeft nu een ander koor op de dinsdag en helpt ons door ons tijdelijk op vrijdagavond met ons te zingen. Over mijn rentree bij de cantorij kan ik kort zijn: het is heerlijk om weer in een cantorij te zingen.  Op mijn plekje op de tweede altenrij voor de bassen zit ik weer te genieten van het instuderen van de verschillende stemmen en het meezingen in de vierstemmigheid.

Afgelopen zondagavond werkten we met de cantorij mee aan de vesperviering om 19.00 uur ’s avonds.

Bij ėén lied met veel coupletten had Thysia bedacht dat één van de coupletten alleen door de vrouwen en één couplet door de mannen gezongen zou worden. Eénstemmig.
Dat vond ik jammer.
Ik vroeg of wij dat  couplet als vrouwen niet tweestemmig mochten zingen.
“Als je de altpartij hebt ingestudeerd is het lastig om dan de sopraan-stem te zingen.  Bovendien is het te hoog voor mij.”
Mijn argumenten zetten geen zoden aan de dijk.
Lees: Thysia vond het geen goed idee.  “Het is juist mooi als er na vierstemmigheid even een eenstemmige melodie klinkt.  Bovendien zing je in de gemeente ook altijd met elkaar de sopraanpartij.”

Wat Thysia niet weet is dat ik op zondagmorgen ook niet altijd met de sopraanpartij meezing: te hoog. Ik schreef al eerder: de ‘d’ komt er nog acceptabel uit, bij hogere noten moet er geld bij. Heel vaak zing ik een octaaf lager, dus met de mannen mee. Of als ik de altpartij ken van een lied,  dan zing ik die.
Maar dat kan natuurlijk niet als we alleen met vrouwen dat ene couplet zingen.
Tip van Thysia: als we er niet bij konden moesten we de hoge noten maar playbacken.

Bij collega-alt Ilse vroeg ik dispensatie aan voor dat ene couplet en op zondagavond zong ik het niet mee.

Ik ben alt en geen sopraan.
Mijn naam zegt het immers al…..
A(a)ltje.

Reageren

18 februari: Gezongen gebeden.

Eén van de redenen waarom ik weer lid  ben geworden van de Cantorij Roden was, dat ik het miste om onderdeel van een viering te zijn. Natuurlijk maak je als gemeentelid ook deel uit van de viering, maar als je bij de cantorij zingt, zing je al een paar weken de liederen voor de viering waar we aan mee werken.
Gisteren werkten we mee aan de vesper in Op de Helte en deze keer waren het hele mooie liederen. Tijdens de repetities vond ik het al fijn om ze samen te zingen; gisteravond tijdens de vesper vielen de muziek en de teksten weer samen met de viering.

Het was van te voren nog wel een gedoe geweest om een organist te vinden, want de organist die de vesper zou begeleiden had deze datum niet in zijn agenda staan. Ook de andere Roder organisten waren niet beschikbaar. Maar gelukkig had cantrix Thysia een collega bereid gevonden om de cantorij en de gemeente te begeleiden: hij deed het, ondanks de onwennigheid prima!

Wat ik ook had gemist in de cantorijloze periode: het onderlinge plezier, de plagerige opmerkingen, de koffie na het inzingen, kortom: het ‘koorgedoe’.
Gisteravond was het weer als vanouds.
Voor de viering kregen we het even over de afkomst van onze familie’s; één van de alten had roots in Frankrijk.
“Dus jij hebt iets met lelie’s” was vervolgens de conclusie (Fleur de lys uit het wapen van Frankrijk).
Een bijbelvaste bas begon gelijk te declameren: “Ziet op de leliën des velds, zij zaaien niet, zij maaien niet…” “Zij voeren dus helemaal niks uit” vulde een andere bas aan.
Eenmaal in de viering bleek één van de schriftlezingen Mattheus 6: 25-34 te zijn. Inderdaad, dat gedeelte over de leliën. Dan wisselen buurvrouw alt en ik een veelbetekenende glimlach uit en vanaf de achterste bassenrij wordt er even tegen onze stoelen getikt

De vesper was qua invulling van de teksten wel wat summier, maar de liederen en de muziek maakten dat meer dan goed. Het onderdeel ‘gebeden’ werd deze keer gezongen met de woorden van “Groter dan ons hart”, een vierstemmig stuk voor koor en gemeente. Het is geschreven door Huub Oosterhuis en op muziek gezet door Antoine Oomen. (klik hier voor een versie op YouTube >>>, waarbij de solo’s worden gezongen door Oosterhuis zelf). De uitvoering van gisteravond tilde me even op, net als het samen met de gemeente gezongen ‘Een schoot van ontferming’ uit het Liedboek.
Hij zal onze voeten richten op weg van de vrede’.

Zingen bij de cantorij.
Balsem voor de ziel.

Reageren

27 januari: I hope the Russians……

Dinsdagavond hadden we onze Cantorijrepetitie in het kerkje in Roderwolde; dat was omdat we daar vandaag meewerkten aan een viering.
Weet je nog hoe zulk weer het dinsdagavond was? Sneeuw. Veel sneeuw.
En wie had aangeboden wel te willen rijden en zou Ilse, Jaap en Joop ophalen?
Aaltje. En Aaltje is een ‘schieterd’ als het om rijden bij gladheid gaat.
De hele middag had ik gehoopt dat de voorzitter zou bellen met de boodschap: “Het is idioot dat wij met zoveel mensen uit Roden allemaal naar Roderwolde moeten glibberen met dit weer, laten we de repetitie in Op de Helte houden!”
Maar er kwam geen telefoontje; wij glibberden naar Roderwolde.

Het was koud in de kerk dinsdagavond.
Toen we eenmaal opeengepakt met de jassen aan en sjaals om (ik mocht mijn handschoenen niet aan houden van Ilse) stonden te zingen vergat ik op slag het barre weer en de kou: wat is het toch weer heerlijk om vierstemmig in een koor te zingen.
Eigenlijk ging het heel beroerd. We bakten er als alten niks van, maar cantor Ubo Jan had engelengeduld en liep met ons alle alt-riedeltjes even door.

Vanmorgen ging het allemaal goed.
Wat heerlijk was het om weer met elkaar zingend de viering op te luisteren.
We hoorden vanmorgen over de snode plannen die Haman smeedde tegen het volk Israël,  omdat Mordechai, een Jood, weigerde te knielen als Haman langskwam; het staat beschreven in het bijbelboek Ester.
Benieuwd naar het hele verhaal van Ester, haar oom Mordechai, koning Ahasveros en Haman? Klik hier voor een link naar het hoofdstuk in de basisbijbel >>>.
“Het lijkt op een sprookje, maar dat is het niet” vertelde voorganger Marieke Pranger vanmorgen.
Het verhaal gaat over volkerenmoord.
Over diepe haat tussen bevolkingsgroepen.
Er was gekozen voor deze lezing vanmorgen, omdat vandaag de Nationale Holocaust herdenking plaats vindt, met o.a. een stille tocht en een kranslegging in Amsterdam.

Het lijkt een oud verhaal, maar het is ook nu nog aan de orde van de dag.
Wat mij bij zal blijven uit deze viering, is het verhaal dat Marieke ooit optekende uit de mond van een Zweedse predikant, die aanwezig was bij vredesbesprekingen tussen Joden en Palestijnen. Muurvast zaten ze in de tegenstellingen en diepgewortelde haat jegens elkaar. Totdat één deelnemer een foto van zijn gezin liet zien aan een ander. Ook anderen deden dat en ineens ging men met andere ogen naar elkaar kijken.
Je bent kwetsbaar als je laat zien wat je lief en dierbaar is.
Bij dit verhaal moest ik denken aan het lied van Sting: “I hope the Russians love their child’ren to0” dat hij schreef op het hoogtepunt van de koude oorlog tussen Amerika en Rusland. Klik hier>>>  voor een YouTube weergave van het lied.

Met de cantorij zongen we een lied van Henk Jongerius dat perfect bij deze viering paste.
Met de laatste twee coupletten van dit lied sluit ik dit blog voor vandaag af.
Laat de woorden vooral goed op je inwerken.

Wie weerloos voor het goede kiest
weet dat hij schijnbaar macht verliest:
maar tedere bewogenheid,
beschaamt het onrecht, wint de strijd.

Wie kwetsbaar in het leven staan
zij zullen niet ten onder gaan:
in hen ontwaakt de levenskracht
die slechts uit God wordt voortgebracht.

‘What might save us, me and you, is if the Russians love their children too.’

Reageren

9 januari: Heimwee naar de cantorij.

Op 23 mei 2017 schreef ik het laatste blog over de Catharinacantorij (Lezen? Zie Waardig afscheid van de cantorij >>>).
Samen met Ilse zou ik na de zomervakantie in 2017 aanschuiven bij de nieuw te vormen Cantorij Roden, waar zowel leden van de Op de Helte-cantorij als leden van opgeheven Catharina-cantorij bij zouden zingen. De repetities waren op vrijdagavond van 19.00-20.30 uur.

Na die zomervakantie bleek dat de repetitieavond op verzoek van cantrix Thysia was verplaatst naar de dinsdagavond.
Mijn Franse les avond.
Probleem.
In eerste instantie koos ik voor de Franse les.

Maar het ging wringen mensen.
Als de Cantorij Roden meewerkte aan een viering zat ik met heimwee in de kerk te kijken naar het koor en te genieten van hun vierstemmige gezang.
Daar hoorde ik ook bij. Het zingen, de repetitielol, maar ook een bijdrage leveren aan een kerkdienst en de beleving van een viering als koorlid: ik miste het.
Het knopje ging om toen ik ’toeristen-dienst’ had in de Catharinakerk op de Open Monumentendag in september 2018 (zie 10 september: Hier ligt mijn voorvader >>>).
De cantorij verzorgde ’s middags een gastoptreden en ik zou er zo wel weer bij willen staan. Op dat moment heb ik besloten om met mijn medeleerlingen van het Franse klasje te gaan praten, met als resultaat dat we met ingang van 2019 naar een andere avond gaan.

…. bijna drie kilo in je rugtas……

Zo kwam het dat ik gisteravond om 19.30 uur op de altenrij van de Cantorij  Roden zat. Naast Ilse, met bassen Jaap en Joop achter ons; wat heerlijk vertrouwd was het weer. De drie dikke liedboeken zaten weer in mijn oude ‘Cantorij-rugtas’. Die wegen per stuk bijna een kilo (A4-formaat) dus dan heb je alleen aan liedboeken al bijna drie kilo op je rug.  En ja hoor: we zongen drie liederen, allemaal uit een ander boek. Het grote geheister kon weer beginnen. Dat geheister was ik na anderhalf jaar alweer een beetje vergeten. We hadden trouwens maar een halve repetitie want de tweede helft hadden we nieuwjaarsborrel. Gezellig.
Wat een goed begin van het nieuwe jaar.
Toen we naar huis gingen zei Ilse: “Het was mij een aangenaam genoegen!”
Het had mijn tekst kunnen zijn; het genoegen was geheel wederzijds.

Reageren

26 november: Twee broden en 5 kazen.

de Catharina-cantorij, Pinksteren 2016

In juni 2017 werkte de Catharina-cantorij voor het laatst mee aan een viering; daarna werd het koor opgeheven. Eind november 2017 zagen we elkaar weer op de eerste reünie en gistermiddag kwamen we voor een tweede reünie bij elkaar in De Deel.
Wat heerlijk om elkaar in deze samenstelling na een jaar weer te zien!
Natuurlijk was het niet zo dat ik de reünisten een jaar niet had gezien.
De meesten kom ik regelmatig tegen in de vieringen of elders in het dorp.

We dronken koffie/thee, kletsen gezellig met elkaar bij, maar we gingen natuurlijk ook met elkaar zingen. Erica had enkele liederen voorbereid en zo stonden we na een jaar wat onwennig in onze stemgroepen in te zingen. Maar die onwennigheid duurde maar erg kort: het was al spoedig weer net zo’n gezellige chaos als vroeger. Het was de bedoeling dat we om half vier met zingen zouden beginnen maar iedereen bemoeide zich zoals gewoonlijk weer met iedereen. Voordat de laatste tenor op de goede plaats zat (namelijk naast de andere tenoren) en iedereen de goede muziek voor zich had was het al kwart voor vier. Maakte niet uit. We hebben vierstemmig gezongen en dat voelde weer heel vertrouwd.

Toen was het tijd voor een glaasje fris of wijn en zongen we ‘Daor bluit mien eerappellaand’ van Ede Staal en ‘Hier kom ik weg’ van Daniël Lohues. Stond nooit op ons repertore, maar het was erg leuk om te zingen; wel heel ver buiten de comfortzone  van sommigen van ons wiens roots in andere delen van het land liggen.

De organisatie had iedereen gevraagd om iets lekkers mee te nemen: hetzij voor bij de koffie/thee, hetzij voor het buffet aan het einde van de middag.
We pasten het bijbelse principe van de ‘vijf broden en twee vissen’ toe: we zetten alles op tafel en delen zo met elkaar wat er aan eten wordt binnengebracht.
“Om in stijl te blijven hebben wij twee broden en vijf kazen meegebracht!” merkte een alt snedig op.

Er bleef natuurlijk van alles over. Het gaat te ver om te spreken over 12 manden, maar er was meer dan genoeg lekkers:  soep, brood, salade, hartige taarten, kleine hapjes en zelfgebakken cake/koek.
Zo kwam het dat wij vanmorgen thuis een stukje cake-tulband met appel bij de koffie hadden. Namens Gerard, Jon en Frea: bedankt Roelie, het was lekker!

Reageren

Pagina 2 van 7

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén