Dinsdagavond cantorij. In januari had ik dit bij iedere week op de kalender gezet: tot en met Pinksteren lag vast wat ik op dinsdagavond zou gaan doen.
Op de afbeelding zie je week 18 op onze weekkalender.
19.30 u Cantorij.
Het stond er wel, maar ik ging niet.
Maanden niet, niemand ging.

Twee weken geleden begonnen de repetities weer voor wie dat wilde en durfde; had ik net vakantie! Maar ik liet mijn vakantie er wel om door gaan; zo erg was de ‘cantorij-heimwee’ nou ook weer niet…
Gisteravond was dus voor mij weer de eerste koorrepetitie: anders dan anders maar toch vertrouwd.
Anders was dat we kruislings én anderhalve meter van elkaar zaten, zo hadden we wel heel veel ruimte om ons heen.
Nadeel voor ons en voordeel voor cantor Karel is dat we zo niet zo gemakkelijk met elkaar praten tussendoor.
Maar we komen om te zingen tenslotte en dat was gisteravond weer heel fijn.

Het begin was al leuk want: canon.
Ben ik dol op.  ‘Dabadabada, doem doem etc…’.
Hierbij een link naar een uitgeschreven versie van die versie van die canon .
Wat geniet ik dan al weer.
Maar zelfs bij het inzingen vindt onze dirigent nog dat het allemaal perfect moet.
‘Dat bas-loopje doem doem moet ontspannen gezongen worden’. Ter illustratie nam hij een denkbeeldige bas ter hand en liet ons zien wat hij bedoelde: wij moesten zingen zoals hij stond te spelen. Jammer dat daar geen foto’s van zijn, maar wij begrepen wel wat hij bedoelde.
Ontspannen doem.

Verder bezigde hij een mooie omschrijving voor iets luider zingen: “Bij het eind van de 2e regel, daar mag je gepast bij groeien.”
Bij één lied ontdekte iemand een fout in het liedboek. Er bleken twee versies te zijn; in het ene boek stond ‘Geeft Gij uw woord’ en in het andere ‘Gij geeft uw woord’. Maar we moeten als koor natuurlijk wel dezelfde tekst zingen. Er werd wat gekissebisd over welke woorden en wie en waarom tussen een aantal koorleden. De cantor bemoeide zich er niet mee, maar speelde op de piano heel subtiel de melodie van ‘Vrede op aarde’.

We zeggen dan wel niet veel tegen elkaar tijdens de repetitie, maar soms vang je wel een opmerking op.
We zongen het lied: ‘Wat te kiezen, leven,  dood’ en we kregen aanwijzingen over het langer aanhouden van de noot bij dood.
“Moeten we in ‘dood’ blijven hangen?” hoorde ik achter mij.
Dan is het jammer dat we zo ver uit elkaar zitten, anders hadden we al weer ‘stille lol’ op de achterste rij gehad.
Maar stille lol of niet: we hebben weer heerlijk gezongen gisteravond.
Tot mijn grote vreugde zingen we van één lied zelfs een paar coupletten in een zetting van J.S. Bach.

Tot zover mijn eerste normale dinsdag nadat corona ons overviel in maart.
A normal day is a lucky day.