een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Cantorij Roden Pagina 6 van 7

Cantorij van de PKN-Roden

19 oktober: “Leven is van zeven dagen”

Gisteravond zongen we met de cantorij in een vesperviering  in Op de Helte.
De viering was voorbereid door Truus en Jaap van ons koor en had als thema: Zorg voor elkaar. Afgelopen donderdag tijdens de ‘generale repetitie’ bleek al dat de stukken er goed in zaten. Cantrix zei vaak bij het derde of  vierde  couplet al “nou, dat geloof ik wel.”  Wat iemand de snedige opmerking ontlokte : “Ja hoor, wij zijn ook heel gelovig…!”

Gisteravond moesten we er om 18.00 zijn voor het inzingen. Organist Arjan Schippers (hij viel in voor Henk Jongsma  die ziek was) begeleidde ons. Organist en cantrix spreken dan met elkaar in (voor ons) geheimtaal. “We komen van D-mineur en we gaan naar G -Groot, daar moet even een tussenspelletje met modulatie tussen”. Ze spreekt in meervoud, maar ‘we’ weten eigenlijk niet waar ‘we’ dan vandaan komen of heen gaan.
Fijn dat Arjan ons op weg helpt.
Hilarisch was het moment waarop hij een stuk begeleidde en cantrix na het eerste couplet afsloeg en zei: “We kunnen dit ook a- capella  (lees: zonder orgel) zingen”, waarop Arjan achterom keek en riep: “Was het zo erg dan?!”
Maar zo had ze het gelukkig niet bedoeld.

Het was een fijne viering met heel veel mooie muziek en goede teksten.
Aan het eind van de viering zongen we het lied “Leven is van 7 dagen”, uit het oratorium ‘Daar is het daglicht’. Het lied doet mij altijd wat omdat het zo’n prachtige tekst heeft. Dit is het eerste couplet:

Leven is van zeven dagen
lief en leed, verdriet en licht.
Stappen zetten, wegen wagen,
goede toekomst in het zicht.
Mogen wij elkander dragen
op de weg die voor ons ligt.

(Voor de hele tekst zie: Leven is…)

Gisteravond lukte het in eerste instantie best goed om de ontroering te onderdrukken, maar aan het eind herhaalden wij het vijfde couplet tot alle mensen de kerk uit waren en dat was te lang. Tranen. Lastig, want dat wil je niet als je in een koor staat te zingen. Maar ik was niet de enige die ontroerd was. Het was een mooie, inhoudelijk bemoedigende vesper en dat raakte meer koorleden. Na het zingen werd het thema van de dienst in praktijk gebracht: een arm om de schouder, een zoen, een bemoedigend woord. Dat bepaalde in hoge mate de waarde van mijn dag. Een waardevolle dag, ondanks de tranen.

Reageren

25 september: Stopverf?!?

Gisteravond was de wekelijkse cantorij repetitie. We beginnen nooit direct met zingen, we gaan eerst inzingen. Onze cantrix is daar altijd erg serieus mee bezig, dus wij doen erg serieus mee. We zwaaien met de armen, maken de nek en de schouders los en doen stemoefeningen. Maar soms valt het niet mee om serieus te blijven. Dat ligt heus niet aan de cantrix, maar aan de gefluisterde / gemompelde opmerkingen van cantorijleden. Gisteravond moesten we heel hard vijf keer achter elkaar TOE POE  roepen. “Het lijkt het Nederlandse leger wel…..zonder munitie” zei de bas naast mij. Het lukt mij dan even niet om op dat moment de oefening mee te doen. Te weinig ademsteun zullen we maar zeggen.

Na het inzingen begonnen we met het zingen van de liederen voor de Vesper van 18 oktober. Deze vesper heeft een klein comité van onze cantorij voorbereid. Er wordt veel gezongen in die viering en ik vind het mooie muziek. Genieten dus op de repetitie. Gedurende de avond valt er ook weer genoeg te glimlachen. De sopranen zongen bij een lied erg ongelijk, waarop cantrix de vraag stelde of ze allemaal wel hetzelfde lied voor zich hadden.  Toen cantrix zelf een lied voorzong  zei ze na het voorzingen: “Dit ging vast niet goed he?”  “Ik zei niks!” merkte een tenor op. Ons was nog niets opgevallen.

Bij een driestemmig lied moeten de alten heel laag. Cantrix legde uit dat dit komt omdat de alten de ruimte tussen de sopranen en de mannen moeten opvullen. “Een soort stopverf dus”  riep één van de alten. Zo heb ik mezelf nou nog nooit bekeken.
Bij een ander lied werd voorgesteld om door elkaar heen te gaan staan. Dat vind ik altijd erg leuk, maar de anderen waren wat minder enthousiast. Het liefst wilden ze dat ik in m’n eentje door elkaar heen ging staan….maar gelukkig deden ze later allemaal wel mee.

Aan het eind zongen we een lied dat we vorige week hadden ingestudeerd. Toen we het hadden gezongen constateerde onze cantrix lichtelijk verbaasd: “Deze gaat al gewoon goed!”
Tuurlijk.
Want we hebben altijd wel veel plezier tijdens de repetitie, maar uiteindelijk gaat de uitvoering altijd gewoon goed.

Reageren

22 augustus: Handwerken en zingen.

Volgende week begint de cantorij weer. Daar kijk ik al naar uit. Eergisteravond was dus nog een ‘vrije’ -donderdagavond. Het leek mij leuk om cantorij leden die ook graag handwerken bij mij thuis uit te nodigen om eens te laten zien waar we op dit moment mee bezig zijn.

Vorige week had ik het hele koor via de mail een uitnodiging gestuurd voor deze handwerkavond.
De reacties waren zeer divers. Van ‘Leuk, ik ben er bij!’  tot ‘Veel plezier, maar ik kom niet.’ Daarbij kwam een uitleg: ze had voor het laatst iets op de pennen gehad toen ze zwanger was en dat was meer dan twintig jaar geleden. Was kennelijk niet zo’n succes geweest.
Van de mannen kreeg ik helemaal geen reactie. Gek hè?
We waren met z’n vieren donderdag avond. Eentje was aan het breien aan een Zeeuwse blokkendeken >>>, een ander was cupcake’s aan het borduren en de derde had een vestje op de pennen van gehaakte  granny squares en gebreide mouwen in de gerstekorrel steek. Ze had het van een antiek Margriet patroon dat van ellende bijna uit elkaar viel.
Van zo’n avond krijg ik energie:  je doet nieuwe ideeën op en je wordt geïnspireerd door het enthousiasme van anderen.
Het was ontzettend gezellig. Zelf heb ik geen toer gebreid. We hebben het gehad over restverwerking, borduurpatronen,  ’t Spinnewiel, patronen zoeken op internet en dingen bestellen via internet.
De avond vloog voorbij en ik heb er van genoten.
Breien, haken en borduren: samen handwerken.
En volgende week donderdag, sopraan en alt: samen zingen.

Reageren

29 mei: Samen

Samen! Dat riep het tweehoofdige monster uit Sesamstraat altijd.  Onze kinderen hebben hem nog op hun netvlies en roepen dan in koor: “Samuh werrekuh!”
Klik hier voor een you tube filmpje >>> van het monster dat naar muziek luistert.
Gisteravond moest ik aan het monster denken. We hadden cantorij repetitie.

Voordat ik verder ga is  het misschien goed om even een stukje Rodense kerkgeschiedenis te vertellen. Voordat de Gereformeerde en de Hervormde kerk in Roden samen opgingen in de ‘PKN- gemeente Roden-Roderwolde’, hadden beide kerken een eigen cantorij. De namen werden veranderd in ‘Op de Helte-cantorij’ en ‘Catharina-cantorij’ maar het bleven twee aparte koren. Samenwerking was wel vaak de bedoeling, maar kwam nooit echt van de grond. Tot gisteravond.

Over twee weken neemt één van de predikanten afscheid en zullen we als één koor aan die dienst meewerken. Tot mijn grote genoegen was er gisteravond een invasie van gastzangers. Genieten! We zongen met 12  sopranen, 8 alten, 6 bassen. Helaas waren de tenoren zwaar ondervertegenwoordigd: welgeteld één was er, onze voorzitter. Maar hij zong wel voor twee!
Onze cantrix, eerst wat overdonderd door de grote opkomst, was weer goed op dreef.

De bassen zongen hun partij even door, maar dat klonk vierstemmig. “Volgens mij staat er maar één baspartij” merkte ze fijntjes op.
Later bedacht een stemgroep zelf een melodielijn, daarvan zei ze: “Had gekund. Maar dat staat er niet.”
In het lied “Leven als de bomen” komt de regel voor: ‘ademnood te boven, onverdeeld geluk‘.
De mannen gaven aan dat het lied voor hen nog geen onverdeeld geluk was.

Voor mij was deze avond er wel één van onverdeeld geluk.
Ik heb nooit onder stoelen of banken gestoken dat ik erg voor samenwerking ben.
Het begin is er!
Samen met het tweehoofdige monster roep ik dan ook “SAMEN!” en hoop op meer van dit soort samenwerkingsprojecten in de toekomst.

Reageren

24 april: Meer dan zingen alleen

In deze weken, waarin ons leven in het teken staat van de chemo kuren, is er een wekelijks uitje waar ik steeds weer naar uitkijk: de cantorij repetitie op donderdagavond. Aanstaande zondag zingen we in een viering in de Catharinakerk dus gisteravond was er weer ‘puntjes op de i-repetitie’.

We zaten in een andere opstelling, dat wil zeggen: zoals we zondag ook zitten. De bassen constateerden dat de alten ‘niet schuifbaar’ waren, we deden even een kleine stoelendans, het duurde al met al iets langer dan anders maar toen waren we dan ook geïnstalleerd.
S. had zich afgemeld voor gisteravond. “Wat heeft ie dan?” werd er gevraagd. We willen namelijk wel graag alles weten. Onze nieuwsgierigheid werd helaas niet bevredigd, want als je niet komt hoef je geen reden op te geven.

Om onze zelfredzaamheid wat te bevorderen deelde de cantrix mee dat ze de nummers niet ging noemen: we moesten zelf aan de hand van het overzicht de liederen opzoeken. En daar mochten we ook niet over mopperen. Iemand mompelde ‘waar is de democratie….’, maar het viel uiteindelijk allemaal erg mee. Cantrix vergat om de haverklap dat ze de nummers niet zou noemen.

Bij één lied vond cantrix dat het niet gelijk werd gezongen.
“Nu doe ik even niks, jullie zingen het lied nog eens en dan luister je goed naar elkaar.” Zonder haar handgebaren ging het beter. Dat geeft te denken.

Na de pauze vertelde een sopraan trots dat zij statistisch gezien degene was die het vaakst op den repetities aanwezig was. Ik viel bijna van m’n stoel. Wordt dat bijgehouden dan?!?  Het bleek dat dat iemands hobby was. Hij had de presentielijst van ons koor gebruikt om te oefenen met een excel-bestand. Hij kon er mooie grafiekjes mee maken en zo wist hij precies wie er procentueel gezien het vaakst is. En wie de kantjes er af loopt waarschijnlijk ook, maar daar heeft hij zich niet over uitgelaten.

Om vijf voor half tien nam onze cantrix nog een groot risico: ze leerde ons nog een nieuw vierstemmig lied aan. We hebben het met z’n allen gezongen, maar daarna vond de voorzitter het niet verantwoord om ons naar huis te laten gaan. Gelukkig hoeven we dat lied pas te zingen in de viering van 31 mei. We sloten af met een bekend lied. De chauffeur van de VOR-bus  die ons oudste lid kwam ophalen kwam alvast even binnen om half tien, maar ging nog even weer naar de gang toen wij het laatste lied inzetten.
Hij deed de deur niet helemaal dicht maar liet hem bemoedigend op een kier staan….

Reageren

5 april: Pasen

Vanmorgen woonden we eerst de kerkdienst bij.
In de Goede Vrijdag-viering was het licht van de paaskaars (die het licht van Christus verbeeldt en altijd brandt tijdens de vieringen) gedoofd.
Gisteravond in de Paaswake (die in het donker begint) werd de nieuwe paaskaars binnengebracht, ontstoken en daarmee werden de kaarsjes van alle gemeenteleden aangestoken. Een bijzonder moment.

Wat lastig was dat wij als cantorij gisteravond het eerste lied in het donker moesten zingen. ‘Zeer van de onpraktische!’ zou Kluk Kluk zeggen. Een moeilijk lied met veel tekst waarbij we goed op de cantrix moesten letten. Onze cantrix had eenVuurvliegje briljante oplossing voor het probleem dat de organist en wij haar in het donker niet konden zien: een ring met een lichtje er in.
Echt waar.
Als een ritmisch vuurvliegje gaf ze de maat aan.
Volgende keer doen we weer gewoon het licht aan.

De veertig-dagen-tijd is nu ten einde. Het laatste item van de veertig-dagen-app vind je hieronder. Het was een bewogen en emotionele periode voor ons. Vanmorgen zaten Gerard en ik samen in de viering, af en toe met betraande ogen. Wat we van de viering hebben meegenomen is dat we vooral moeten blijven zaaien om te kunnen oogsten van de akker. Gaan we doen.

Reageren

3 april: Stille week

Begin deze week app te een vriendin: “Geen stille week voor jullie: sterkte met het begin van de chemo’s.”

Het is inderdaad niet stil om ons heen deze week. Maar toch leven we niet over de ‘stille week’ heen. Gisteravond begon in onze kerk de paascyclus, met de viering op witte donderdag met het avondmaal. In de overweging lag de nadruk op het aspect dat Jezus de voeten van zijn leerlingen wast. Hij gaf ons hiermee het voorbeeld: heb altijd het belang van de ander in het oog en wees daarbij ook maar eens de minste.
Gisteravond zong de ‘Op de Helte’-cantorij, ons zusterkoor hier in Roden. Vanavond (Goede Vrijdag) en morgenavond
(Paaswake op Stille zaterdag) zingt onze cantorij.

Iemand noemde het ‘moedig’ dat we wel naar de kerk gaan. Maar zo beleef ik het niet. Een viering geeft me zoveel: het genieten van de muziek (vooral als ik de alt partij in de cantorij zing), de oude rituelen, de woorden van bezinning van de voorganger en de warmte van de gemeenteleden die ons een hart onder de riem steken.

Muziek geeft mij rust en troost in deze dagen. Met name de Matthäuspassion, bij uitstek muziek voor deze dagen.
“Sehet Jesus hat die Hand” vind ik een van de mooiste aria’s. Zelf geniet ik het meest van een uitvoering van Julia Hamari uit de jaren ’70, maar ga je tegenwoordig naar een Matthäus uitvoering, dan wordt het een stuk sneller uitgevoerd en dan vaak ook nog door een countertenor. Vandaag op mijn blog de twee uitvoeringen: luister en geniet. Of niet.

Julia Hamari 1971 >>>

Damien Guillion 2010 >>>

Kanker

Vandaag onderging Gerard deel 2 van de eerste chemo, een injectie deze keer. De verpleegkundigen op de afdeling doen er alles aan om ons op ons gemak te stellen. De gang van zaken wordt goed uitgelegd, men heeft alle tijd voor ons. Vandaag was er ook gelegenheid om te benoemen hoe de eerste dagen van de kuur zijn gegaan. Gerard had gisteren erg van last van de hik, omdat door al die medicijnen een zenuw in zijn middenrif overprikkeld raakte.
Donderdagavond om 22.00 uur heeft hij nog gebeld met het ziekenhuis, die hem goede raad gaven over een bepaald medicijn zodat we rustig de nacht in gingen.
Verder heeft hij de eerste dagen goed doorstaan. De pijn in zijn heupen was wat minder en hij had meer energie. Vanmorgen was dat effect al weer weg: hij had lichte verhoging en was moe, maar in de loop van de middag herstelde dat weer. Vanmiddag hadden we op ons verzoek ook nog de gelegenheid de behandelend arts te spreken en dat stelde ons gerust.
Dinsdag weer een infuus en een injectie. Nu eerst Pasen.

Reageren

27 maart: Krenten in de Cantorij-pap

Volgende week is het Pasen. Dat zijn altijd drukke tijden voor de cantorij. We zingen dit jaar in de viering van Goede Vrijdag en in de Paaswake op Stille zaterdag. De periode om alles in te studeren is maar kort en onze cantrix moet de vaart en dan ook behoorlijk in houden. Ze is dan wel wat strenger en vooral ook duidelijker.
Gisteravond hadden we de voorlaatste repetitie. Het is bewonderenswaardig hoe ze haar rust bewaart en precies om 21.30 uur alle liederen voor de twee diensten met ons heeft doorgezongen.
Haar woordgebruik was vermakelijk. Een goed verstaander……
Even een paar voorbeelden:

– Met opgetrokken wenkbrauwen zei ze na een lied: “Oké…”
Iedereen weet dan dat het niet oké was.
– Bij één lied zakten we behoorlijk terwijl de noot steeds hetzelfde was. “Je moet omhoog-zingen. Dat staat er niet, maar je moet de noten omhoog denken”.
– Bij een ander lied moesten we ‘fierder’ zingen. Dat doet haast Vlaams aan, maar we begrepen wel wat ze bedoelde.
– Bij het lied met de titel “Zo dor en doods’ merkte de cantrix op dat wij ons goed hadden ingeleefd.
– “Moeten wij niet wakker zijn?” is een ander gezang voor de goede vrijdag. “Zo klinkt het niet…’ zei ze daarover.
– Eén keer liet haar oordeel niets aan duidelijkheid te wensen over: “Het hoeft toch niet zo vals?” Het moge duidelijk zijn: wij hebben gisteravond hard gewerkt.

Nu lijkt het alsof het brandhout was wat wij als koor produceerden, maar dat is beslist niet het geval. Maar het kan natuurlijk altijd beter en de woordkeus van de cantrix prikkelt dan om nog beter op te letten en nog preciezer te zingen.

De Stille zaterdagviering begint in het donker. Ons werd geadviseerd om een klein lampje mee te nemen. Bas rechts naast mij dacht aan een mijnwerkershelm. (Daar heb ik dan gelijk beelden bij.) Maar we vonden een schemerlamp tussen ons in ook wel een goede optie.

Hoogtepunt van de avond was voor mij het moment waarop de bassen en de sopranen couplet 2 van een lied moesten zingen. De bassen zongen inderdaad couplet 2 maar de sopranen zongen couplet 3. Cantrix liet ze het couplet helemaal uitzingen. Door elkaar heen, compleet andere tekst. Tenoren en alten hadden vraagtekens en uitroeptekens boven hun hoofd maar onthielden zich van commentaar. Voor mij zijn het de krenten in de cantorijpap. Als wij volgend weekend zingen in de bewuste diensten gaat het natuurlijk goed, cantrix heeft er alle vertrouwen in: “Ik denk dat er geen grote rampen gaan gebeuren.”
Altijd fijn, zo’n hart onder de riem.

Reageren

16 maart: Inspiratiebron

“Wij zijn een inspiratiebron voor haar blog.”
Deze woorden sprak de secretaresse van onze cantorij gisteravond om vijf voor zeven toen we aan de koffie zaten na het inzingen. We werkten gisteravond mee aan een vesperviering die begon om 19.00 uur.
Inderdaad, een inspiratiebron. Letterlijk en figuurlijk.

Ik complimenteerde een sopraan met haar rokje en vertelde dat ik dat zelf nooit zo goed durfde. Onze voorzitter, een heer van 75, zei dat hij dat heel goed begreep, want hij had ook nooit een rokje aan. We fantaseerden nog wat over kilts en doedelzakken en toen begon de vesper.

Het valt natuurlijk niet mee om te zingen na zo’n lastige emotionele week. Maar Gerard en ik hebben gekozen om ons niet verstoppen en alle draden gelijk maar weer op te pakken. De cantorij is dan naast een inspiratiebron ook een warm bad. Voor het inzingen kreeg ik al bemoedigende knipogen en hoofdknikjes. En na de vesper kreeg ik knuffels en zoenen. Armen om me heen.
Het meeleven van de groep helpt enorm bij het oppakken van de draden, maar ik knap ook geweldig op van het gezeur over rokjes en doedelzakken.

De cantorij is veel meer dan een koor. Het is een kerkelijke gemeenschap in het klein. Want Gerard kreeg gisteravond voor en na de dienst ook diezelfde warme deken om zich heen van de aanwezige gemeenteleden en er waren bloemen en een klein kadootje. Ik schreef het al op 30 november >>>: daarom gaan we naar de kerk.

Reageren

30 januari: Breaking news!

De cantorij-repetitie verliep gisteravond in eerste instantie zoals gewoonlijk. Sinds twee weken hebben we een nieuwe alt die links naast mij zit. Die praat ik af en toe even bij over de gang van zaken. Ze moet wel erg wennen aan de drie koorboeken, het gewone liedboek en losse kopieën waar we uit zingen. Welk nummer? Welke bladzijde? De bas die rechts naast mij zit en ik waren al aan het fantaseren over een bijzettafeltje voor ‘de administratie’. Aan het eind van de avond was het in onze gedachten al een winkelwagentje geworden.

Na de koffie zaten we net allemaal weer op onze plek toen de koster binnenkwam met ‘Breaking news’:  het NOS-Journaal op Nederland 1 was onderbroken, er was een man met een geweer in de studio en de zender stond op zwart.

Dat klonk niet best. Met de aanslagen in Parijs op Charlie Hebdo nog op mijn netvlies wilde ik me eigenlijk niet voorstellen wat er aan de hand zou kunnen zijn.
Zouden er doden zijn gevallen? Zouden mijn favoriete journaallezers Herman (van der Zandt) en Jeroen (Overbeek) daar ook bij zijn?
Verder was er geen tijd om te piekeren want we moesten een nieuw lied aanleren “Voor kleine mensen is Hij bereikbaar”. Iemand in mijn omgeving wees nog even naar twee dames op de eerste rij in verband met hun geringe lichaamslengte, maar daar ging het lied niet over. Het instuderen ging prima en na een half uur zat het refrein er al vierstemmig in.

Vlak voor het eind van repetitie kwam de koster even weer binnen met deel twee van het ‘Breaking news’; het was allemaal heel goed afgelopen, de indringer was overmeesterd en er waren geen slachtoffers gevallen. Opluchting alom. We kunnen dus gewoon blijven kijken naar Herman en Jeroen. Het journaal wordt  gewoon een stuk leuker als zij het presenteren….!

Wat gisteravond opviel aan het nieuws was dat er opeens geen ander nieuws meer was. Eindeloos werd herkauwd wat er gebeurd was en er waren veel nietszeggende interviews met woordvoerders die nog niets konden zeggen.
Het was natuurlijk wél in Hilversum gebeurd. Stiekum denk ik dat als hetzelfde in Maastricht of in Assen was gebeurd dat de media-aandacht dan een stuk minder zou zijn geweest.

Vandaag constateerde een collega dat ‘de Mol’ niet was uitgezonden.
Vanavond gaat dat alsnog gebeuren en kunnen we daar weer van genieten.
En genieten van het feit dát het wordt uitgezonden.
Je moet er toch niet aan denken wat er ook had kunnen gebeuren.

Reageren

Pagina 6 van 7

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén