In deze weken, waarin ons leven in het teken staat van de chemo kuren, is er een wekelijks uitje waar ik steeds weer naar uitkijk: de cantorij repetitie op donderdagavond. Aanstaande zondag zingen we in een viering in de Catharinakerk dus gisteravond was er weer ‘puntjes op de i-repetitie’.

We zaten in een andere opstelling, dat wil zeggen: zoals we zondag ook zitten. De bassen constateerden dat de alten ‘niet schuifbaar’ waren, we deden even een kleine stoelendans, het duurde al met al iets langer dan anders maar toen waren we dan ook geïnstalleerd.
S. had zich afgemeld voor gisteravond. “Wat heeft ie dan?” werd er gevraagd. We willen namelijk wel graag alles weten. Onze nieuwsgierigheid werd helaas niet bevredigd, want als je niet komt hoef je geen reden op te geven.

Om onze zelfredzaamheid wat te bevorderen deelde de cantrix mee dat ze de nummers niet ging noemen: we moesten zelf aan de hand van het overzicht de liederen opzoeken. En daar mochten we ook niet over mopperen. Iemand mompelde ‘waar is de democratie….’, maar het viel uiteindelijk allemaal erg mee. Cantrix vergat om de haverklap dat ze de nummers niet zou noemen.

Bij één lied vond cantrix dat het niet gelijk werd gezongen.
“Nu doe ik even niks, jullie zingen het lied nog eens en dan luister je goed naar elkaar.” Zonder haar handgebaren ging het beter. Dat geeft te denken.

Na de pauze vertelde een sopraan trots dat zij statistisch gezien degene was die het vaakst op den repetities aanwezig was. Ik viel bijna van m’n stoel. Wordt dat bijgehouden dan?!?  Het bleek dat dat iemands hobby was. Hij had de presentielijst van ons koor gebruikt om te oefenen met een excel-bestand. Hij kon er mooie grafiekjes mee maken en zo wist hij precies wie er procentueel gezien het vaakst is. En wie de kantjes er af loopt waarschijnlijk ook, maar daar heeft hij zich niet over uitgelaten.

Om vijf voor half tien nam onze cantrix nog een groot risico: ze leerde ons nog een nieuw vierstemmig lied aan. We hebben het met z’n allen gezongen, maar daarna vond de voorzitter het niet verantwoord om ons naar huis te laten gaan. Gelukkig hoeven we dat lied pas te zingen in de viering van 31 mei. We sloten af met een bekend lied. De chauffeur van de VOR-bus  die ons oudste lid kwam ophalen kwam alvast even binnen om half tien, maar ging nog even weer naar de gang toen wij het laatste lied inzetten.
Hij deed de deur niet helemaal dicht maar liet hem bemoedigend op een kier staan….