De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

15 juni: Uut de vrömde? Of in de vrömde…

Veur de Zinnig van juni mussen wij in april al teksten inleveren.
Het thema was ‘Drenten uut de vrömde’.

Maor ik las het niet goed.
Ik las ‘Drenten in de vrömde’ en mus geliek an oonze Drentse femilie in Canada denken, waor wij in 2017 te gast waren en die zich aal nog een beetie Drents vuulden.
Mien verhaal is niet publiceerd; de Zinnig van juni stiet vol met verhalen van Drenten uut aandere dielen van oons land en van de wereld.
Ik haar netuurlijk een verhaal schrieven moeten over oonze schoonzeun Jon, die as Engelsman met recht een ‘Drent uut de vrömde’ is.
Bi’j beneid naor de neie Zinnig? Ie kunt het blad bestellen op webstee van het Huus van de taol.

Mien verhaal hiette ‘Slordig Nederlands.

Drie week waren wij in 2017 in Canada. De eerste dagen weuden wij gastvrij onthaald deur familie van Gerard, mien man. In de jaoren ’50 emigreerden tante Roelie (de zus van Gerard zien va) en ome Rieks naor Canada.
Ze kregen vier kinder. De eerste jaoren leefde het gezin redelijk ofzunderd van de buutenwereld en de olders preuten Drents met mekaar en met heur kinder. Oldste dochter Margaret vertelde dat ze in het begun op de legere schoele hiel weinig begreep van wat de juf zee umdat ze nog haost gien Engels leerd haar.

Wij meuken dizze Canada-reize met Gerard zien breur Jan en zien vrouw Lammie.
Deur het Drents dat wij met ’n vieren onderling preuten kwam bij de Canadese femilie de taol uut heur jeugd ok weer naor boven.
Darde zeun Fred preut nog echt Drents, compleet met het inslikken van de e: He’j al eet’n?
Oldste nicht Margaret is trouwd met Luuk. Hij wet nog dat zien olders destieds verhuusden van Limburg naor Canada. Luuk prat dus Nederlands met een prachtige Limburgse tongval.

Het was een heerlijk koeterwaals dat wij met mekaar preuten.
Drents, Nederlands en Engels.
Maor wij begrepen mekaar hiel goed; nao een dag of twee maakten wij zölfs al grappies. Wij gebruukt nogal wat spreekwoorden en gezegden, maor a’j die letterlijk vertaolt kom ie veur verrassings te staon.
“Hij valt deur de maande’, letterlijk vertaold as ‘He falls through the basket’ bijveurbeeld. Het duurt tien minuten veurda’j uutlegt hebt wat dat betiekent…
“Ie lacht joe de buze uut” vunnen wij nao weer een misverstand over olle koeien. “We laugh ourselves the pocket out” reupen de Canadezen en lachten zöch vervolgens inderdaod de buze uut.
“Dat döt e met twee vingers in de neuze!” reup ien van oons tiedens een gesprek. Met ofgriezen weur het deur de Canadezen anheurd. “Two fingers in the nose!?!”
Schoonzus Lammie vertelde dat zij en ik bij de ‘kolle kaante’ van de femilie heuren. Neef Fred trök de wenkbrauwen op constateerde dat dat wel wat metveul: hij vun de onderlinge contacten allesbehalve kold, hij vernam hielemaol niks van die kolle.

Aansum leerden wij ok een Canadees spreekwoord: ‘The nice guy allways finishes last’. A’j te aordig bint bereik ie minder.
Bijna iedere Canadees hef roots in een aander land.
Heur nationaliteit is Canadees, maor daarnaost bint ze bijveurbeeld Schots, Engels, Italiaans, Frans of Nederlands, waor hun veurolders dan ok maor vot kwamen.
Daorum vin ie in elke grote stad ‘specialiteiten-winkels’, met allent producten uut een bepaald land.
In een winkel met allennig maor Nederlandse producten (wij keken oons de oogen uut) weuden Lammie en ik anspreuken op oons taalgebruuk; de mevrouw achter de teunbank vun dat wij ‘slordig Nederlands’ preuten.
Pardon?!? Drents slordig Nederlands?
Wij dachten: “Slordig Nederlands? Wat ’n verstaand!
He’j joezelf wel ies Nederlands heuren praoten mit joen big fat Canadian accent!”
Maar dat zeeden wij niet.
Wij bint per slot van rekening nette en beleefde Drenten.

Meer weten over oonze reis naor Canada?  Ie komt op het eerste blog deur dizze link Canada – 1, daorop vin ie de links naor de aandere 14 delen.

Reageren

14 juni: Barbara Ellen.

Toen ik nog bij mijn ouders thuis woonde had mijn broer een cassettebandje van The Everly Brothers.
Mooie muziek, daar mocht ik ook graag naar luisteren.
Eén nummer sprong er voor mij uit: Barbara Allen.
Een mooie melodie, prachtig tweestemmig gezongen door Don en Phil.
Een dijk van een smartlap.
Want ook al wist ik niet precies waar het over ging, ik had al wel genoeg benul van het Engels dat ik begreep dat er twee jonge mensen dood gingen.

Jaren gingen voorbij.
Het bandje van mijn broer was al lang uit het zicht verdwenen en ik vergat het nummer, totdat ik toegang kreeg tot Spotify.
Op zoek naar iets van The Everly Brothers her-ontdekte ik Barbara Ellen.

Het is al een heel oud lied. De eerste bekende verwijzing naar deze mysterieuze folkballad is uit 1666, geschreven door de Engelse dagboekschrijven Samuel Pepys.
Hij beschreef het als een ‘Scotch song’; het lied werd vervolgens door immigranten vanuit Engeland naar de Verenigde Staten gebracht.
Het is door talloze artiesten uitgevoerd en een door de eeuwen heen geliefd lied geworden.
Wat gebeurt er in deze oude ballad?
Wat maakt het zo aangrijpend dat het al zo lang stand houdt?

De jonge William ligt op zijn sterfbed en roept om Barbara Ellen.
Ze haast zich niet om bij hem te komen en als ze er uiteindelijk is ze doet kil en uit de hoogte tegen hem, omdat hij haar in een herberg belachelijk heeft gemaakt.
Op weg naar huis hoort ze de doodsklok het overlijden van William aanzeggen.
Dan heeft ze plotseling spijt van haar gedrag en weet ze dat zij op korte termijn zal sterven van verdriet om hem.
In eerdere versies hield het lied daar op, maar later is er nog een verzachtend deel aan toegevoegd: William en Barbara worden naast elkaar begraven; uit zijn graf groeit een roos en uit het hare een doornstruik. De twee bloemen raken verstrengeld boven de twee graven, waardoor de overledenen voor eeuwig met elkaar verbonden zijn.

Ik zei het al: een dijk van een smartlap.
Ook even luisteren? Hierbij een link naar een video op YouTube.
Het staat op het album “Songs our daddy taught us” van The Everly Brothers.

Meer weten? Hierbij een link naar een Engelstalige wikipedia-pagina met een artikel over het lied.

Reageren

13 juni: Ladies and gentlemen.

Door de coronabeperkingen hadden we het afgelopen jaar de verjaardagen van onze schoonzonen niet gevierd. Daarom hadden we ze ook nog geen cadeau gegeven: Gerard bedacht daarvoor iets leuks: hij organiseerde met de drie heren een mannenmiddag. Ze kregen een belevenis als cadeau: een middag sport en spel bij Joytime in Grolloo.
Zoals men vroeger al zei als men hoorde dat wij drie meisjes hadden: “De jongens komt vanzelf…” en zo is het ook gegaan.
Gerard is trots op en heeft het leuk met zijn dochters, maar het zijn geen actieve sportievelingen.
Natuurlijk: skeeleren, sportschool, individueel doen ze van alles, maar van nature zijn het geen sporters. Ze hebben per slot van rekening ook mijn genen.
Vissen, dat doen ze nog wel eens samen met papa. En fietsen en wandelen.
De mannen gingen de zaterdagmiddag tijdens de Gradagen dus met z’n vieren naar Joytime.  Dat  is een Outdoor Belevingspark, waar je allerlei sportieve activiteiten kunt doen.
Eerst genoten ze van een gezamenlijke lunch en daarna gingen ze o.a. boogschieten, klimmen en een vlot bouwen.

“Wat gaan wij dan doen?” vroegen de dochters. Eigenlijk hadden wij in januari al een Ladiesday gehad,  maar het zou toch wel leuk zijn als wij ook…..
Het werd een ‘High tea’ bij Diggels in Westerbork.
En daarna crafternoon. Dat is een door Frea en Jon bedachte term: één  woord voor creativity en afternoon: schilderen kleuren, knutselen, in dit geval in de middagzon.

Frea had de ‘kleurboeken voor volwassenen’ geërfd van mijn moeder.
Er zaten nog kaarten in die mijn moeder nog ingekleurd had; die moesten er in blijven.

…. het varen er mee…..

Ik haalde een kaart met bloemen uit het boek en heb ‘mindfull’ zitten kleuren.
De anderen deden hun eigen ding met waterverf.
Ondertussen kwamen er foto’s binnen van de heren: lekker aan de lunch met elkaar, actiefoto’s van boogschieten, het bouwen van een vlot, het varen er mee en een filmpje van een schoonzoon die als een aap tegen de klimwand omhoogklom, de bel luidde en vervolgens soepeltjes ‘abseilde’ naar de grond.
Er naar kijken vonden de ladies al spannend genoeg.

Gerard en ik hadden een heerlijk weekend met onze ladies en hun gentlemannen.
Eén middag gescheiden op pad was voldoende; met z’n achten zijn er namelijk ook genoeg leuke dingen te doen!

Meer weten over Joytime?
Hierbij een link naar hun website.

Reageren

12 juni: Balans.

Ambivalente gevoelens had ik zondagmorgen onder de preekstoel.
Aan de ene kant…..  aan de andere kant…

Aan de ene kant hoorden we het verhaal van Ruth, die zich op aandringen van Naomi aanbiedt aan Boaz; hij neemt daarop zijn rol als ‘losser’ voor de familie.
Ruth brengt daarmee een offer voor Naomi, voor de familie.
Aan de andere kant zijn we in Nederland nog niet zo heel lang af van het idee dat de vrouw ondergeschikt is aan de man, zich hoort te voegen naar zijn wensen.
Uit het verleden van van mijn familie klinken nog de verhalen van de zichzelf wegcijferende vrouwen.

Aan de ene kant zagen we een opgewekt en kleurrijk filmpje over een jongeman die vanuit zijn dorpje in Oeganda hoopvol vertrekt naar de grote stad, daar een bestaan probeert op te bouwen en uiteindelijk  met een kerkgemeenschap uitbundig een loflied staat te zingen.
Aan de andere kant was de collecte voor het project van Kerk in Actie voor de straatkinderen van Kampala die juist vanuit de stad, waar ze worden uitgebuit en een marginaal bestaan leiden, weer teruggebracht naar hun dorp waar er beter voor hen gezorgd wordt.
Dit staat er over het project op de website: In de Oegandese hoofdstad Kampala leven duizenden kinderen op straat. Ze worden hier door volwassenen neergezet om te bedelen. Ze gaan niet naar school, worden uitgebuit en mishandeld. Kerk in Actie werkt samen met drie Oegandese organisaties die dit probleem aanpakken. Zij vangen de kinderen tijdelijk op en herenigen hen met familie in hun geboorteregio. Ze zorgen dat de kinderen daar weer naar school gaan of een vak kunnen leren. Ook doen ze er alles aan om migratie van nieuwe kinderen naar de stad te voorkomen.* 
Van toegevoegde waarde waren voor mij de foto’s van Diede.
Zij is zelf in Oeganda geweest; ze heeft Kampala en ook de Dwelling  Places die horen bij het project bezocht.
Jammer dat we die foto’s pas zagen na de viering,  toen er al veel mensen weg waren.

Een kerkdienst als het leven zelf.
Het onderliggende thema was namelijk: een ander tot zijn recht laten komen.
De preek eindigde met de constatering dat ons geluk afhangt van het geluk van de mensen die aan ons zijn toevertrouwd.
Daarbij moet je de balans zien te vinden tussen ‘er zijn voor de ander’ en ‘jezelf wegcijferen’ voor de ander.

* Meer weten over dit project en hoe je kunt doneren?
Hierbij een link naar de website van Kerk in Actie. 

Reageren

11 juni: Het kind in mij.

Vrijdagmiddag kocht ik twee T-shirts bij de HEMA in Roden,
Bij de shirts kreeg ik de bon en een folder; dacht ik.
De folder zou ik bij thuiskomst direct in de oud papierdoos gooien, toen ik zag dat het geen folder was maar een insect voor een verzameling.
“De grote insectenverzameling. Spaar en bouw ze alle 12!”
Ik legde het zakje op het aanrecht. Misschien kon ik er nog iemand een plezier mee doen.

Vanmorgen zat ik aan het ontbijt met een kop thee en een sudoku.
Toen de puzzel af was viel mijn oog weer op het insect.
Het intrigeerde me.
Hoe moet je zo’n insect dan in elkaar zetten?
Ik maakte het pakje open.
Twee kartonnen bouwplaatjes met onderdelen op nummer vielen er uit en een bouwinstructie.
Ik kon een koninginnenpagevlinder bouwen. Met glimmende vleugeltjes.

Verkocht.

Daar zat ik op zaterdagmorgen.
“Druk de stukjes voorzichtig uit”.
Dat lukte, zonder dat iets uitscheurde afbrak.
“Schuif de stukjes in elkaar”.
Ook dat lukte.
Toen alle stukjes in elkaar zaten zag het er niet zo uit als op het plaatje.
Ik had het ronde stukje waar de vleugels aanzitten er achterstevoren aangezet, zodat de vleugels ook achterstevoren stonden.
Dat was gemakkelijk op te lossen en zo zat ik op zaterdagmorgen trots naar mijn zelfgebouwde koninginnenpagevlinder te kijken.

Het kind in mij, dat vroeger dol was op kijkdozen, knutselwerkjes op de zondagschool en kleuren op nummer vond het prachtig.
Dat kind, waarbij altijd wel iets uitscheurde, afbrak, per ongeluk vastplakte of omviel (zoals bij alle kinderen) was trots dat het gelukt was.
De waarde van de dag kan zoiets simpels zijn.

En nee: ik ga ze niet verzamelen en ik hoef ze ook niet allemaal te maken.
Heb jij al wel een verzameling en wil je graag de koninginnenpagevlinder?
Je mag hem hebben!
Kijk nou hoe mooi…..

Reageren

10 juni: Alles.

Toen ik tante Trijn vroeg wat ze wilde doen op ons dagje uit op 8 juni zei ze: “Naar het museum Brands in Nieuw Dordrecht”.

Nu ken ik behoorlijk wat musea, maar hier had nog nooit van gehoord; ik praat je even bij.
Het museum heet officieel ‘Museum Collectie Brands’.
Jans Brands is op 3 november 1932 geboren in  Nieuw-Dordrecht.
Jans gooide nooit iets weg, hij bewaarde alles en kocht daarbij ook nog boeken en spullen bij antiquariaten en op rommelmarkten.
Aan het eind van zijn leven bestond zijn verzameling uit 70.000 boeken en voorwerpen.
Een terechte vraag zou zijn: “Wat verzamelde die man dan specifiek?”
Het antwoord op die vraag is: “Alles.”
Je kunt het zo gek niet bedenken of hij had het.
Uit de verhalen van mensen die Jans persoonlijk gekend hebben maak ik op dat Jans huis mudjevol stond met spullen.
Tegenwoordig hebben we daar een term voor: hoarding. Ongebreidelde verzameldrang.  Je kunt er bij Lentis zelfs voor in therapie.
Maar dat was Jans geenszins van plan. De man had een fotografisch geheugen en wist precies waar ‘alles’ lag.

Aan het einde van zijn leven had Jans een grote wens: dat zijn collectie in zijn geheel in Nieuw-Dordrecht bewaard zou blijven.
In 1991 werd al een stichting opgericht, die jarenlang haar best heeft gedaan om een museum te realiseren, maar dat lukte eerst niet.
Jans raakte ontmoedigd; hij vroeg een sloopvergunning aan voor zijn boerderij en overwoog de hele verzameling over te brengen naar Amerika, waar er wél belangstelling voor was.
Lang verhaal kort: er werd een officieel onderzoek ingesteld naar de collectie;  de uitkomst van het onderzoeksrapport was dat de verzameling cultuurhistorisch zeer waardevol was en absoluut voor Drenthe behouden moest blijven.
In 2009 droeg Jans zijn collectie officieel over aan de stichting en in 2010 verhuisde hij naar een andere woning in Nieuw Dordrecht.
In 2015 werd het levenswerk van Jans opgenomen in het Museumregister Nederland.
Op 28 juni 2019 overleed hij, 86 jaar oud.

Als je het woonhuis van Jans binnenkomt, stap je in een andere wereld.
Het ziet er nog net zo uit als toen Jans in 2011 ergens anders ging wonen.
Ik citeer de website: “Nou ja, exact hetzelfde kunnen we niet zeggen. Om het woonhuis voor bezoekers begaanbaar te maken, hebben vrijwilligers stapels papieren en dozen met spullen weg moeten halen.”

Mensen, ga er heen en laat je verrassen.
Aardappelkrabdoppen. Sigarenbandjes. Jaargangen kranten. Archeologische vondsten. Bijzondere boeken. Oud speelgoed. Bijzonder serviesgoed. Jans doopjurkje uit 1932. Luister naar de bijzondere verhalen die enthousiaste vrijwilligers je vertellen.
Op de prachtige, informatieve website lees je meer, hierbij een link.

Was dat het hele dagje uit?  Welnee.
Eerst koffie bij tante Trijn thuis, dan winkelen,  lunchen in ‘de Witte Olifant’,  prachtig autotochtje in Zuid Oost Drenthe*, museum en een diner bij Van der Valk Emmen.
Een dag ‘met ’n beiden’. Ik koester zulke dagen.

* Zuid Oost Drenthe heeft in Nederland altijd een wat negatief imago.
Ben je er niet bekend?  Ga daar dan eens fietsen, bij voorkeur de fietstocht die Daniël  Lohues  bezingt in ‘Op fietse’.  Je weet niet wat je ziet…..

Reageren

9 juni: “Schaopestront op de dam…”

Zaterdagavond 4 juni in Casa Grada.
We hebben een gezellige avond gehad, ‘The British Bake off’ gekeken en eindelijk weer een spelletje Dixit gedaan.
Vlak voordat we naar bed zouden ging Gerard nog even naar buiten.
Even bij de Börkerstroom kijken, even naar de maan kijken.
Tot zijn stomme verbazing zag hij een kudde schapen bij de voorkant van ons huis staan, op het gras aan de overkant van het voetpad.
Toen hij weer binnenkwam en zijn ontdekking meldde ging ons hele gezin buiten poolshoogte nemen.
Daar schrokken de schapen zo van dat ze in galop over de parkeerplaats wegdraafden.

De beesten waren duidelijk gestrest en niet op hun gemak; de dochters vonden het zielig.
Ze belden de receptie en maakten een melding; de receptie zou iemand bellen.
Dan moet je het loslaten.

Zondagmiddag gingen we met een aantal van ons waterfietsen en kanoën op het Timmerholt-meer.
Toen we terugkwamen stond die kudde er weer!
Ze stonden doodgemoedereerd het gras en de struiken te begrazen. Nieuwe jonge aanplant of niet: lekker!

De boer heeft ze vast weer opgehaald: nadat ze weer richting parkeerplaats galoppeerden hebben wij ze niet meer gezien.
De buurman hoeft zijn gras eerst niet maaien….

Langsfietsende Westerborkers hadden grote pret: “A’j een huus  in Drenthe hebt heurt dit d’r bij; he’j as Amsterdammer ok ies schaopestront op dam!”

Reageren

8 juni: Bezemschoon.

Dinsdagmorgen 7 juni.
De wekker stond al voor achten, want voor 10 uur moesten we Casa Grada bezemschoon achterlaten.
In het Pinksterweekend vierden wij met onze dochters en schoonzonen de Gradagen*.
Bedden afhalen, stofzuigen, kasten leeg.
Zakken uit de prullenbakken, oud papier in de container, lege flessen in de glasbak.
In het gastenboek schreef ik hoe leuk het was; zo wordt dat gastenboek ook een beetje ons eigen ‘dagboek van Westerbork’.
(klik op de afbeelding voor een vergroting)

Al stofzuigend en opruimend schieten er herinneringen door mijn hoofd aan al weer een memorabel weekend.
Spelletjes gedaan, een dans geoefend voor een bruiloft, canons geoefend voor een workshop, water-gefietst en gekanoed op het Timmerholtmeer, gevist, gebreid, gehaakt, geborduurd. Niet gelezen, geen tijd voor gehad. Ook niet voor het schrijven van een blog en ook niet voor televisiekijken.
Zien we anders iedere dag in ieder geval het journaal, dit weekend hebben we alleen het Nederlands elftal zien voetballen op vrijdagavond.

…taco’s met allerlei lekkers….

Voor het eten tijdens die dagen vragen we ieder stel één dag het warme eten te verzorgen.
Vrijdag werden we getrakteerd op een barbecue, zaterdag taco’s gevuld met allerlei lekkers en zondag curry met bloemkool, bonen en rijst.
Gerard en ik hebben geen maaltijd verzorgd, maar wel betaald: maandagavond sloten we het weekend af met een etentje in het Chinese wokrestaurant in Westerbork.
Maandagmiddag, tussen twee klaverjasbomen door, legden we de agenda’s naast elkaar voor het plannen van gezinsbijeenkomsten in de tweede helft van dit jaar.
Verjaardagen en Sinterklaas enzo: het staat allemaal al weer genoteerd in de agenda’s.
Carlijn, die in de uitvaartbranche werkt, zorgde nog voor een lachsalvo: zij wilde ‘familiefeest’ intypen in haar agenda, maar haar telefoon vulde het woord ‘familie’ al aan met ‘graf’….

“Haal je je beugel er hiervoor uit?”

Tijdens zo’n weekend steekt de oude gezinslol als vanzelfsprekend de kop weer op.
Wie kan het z’n voet het hoogste tegen een muur zetten?
Dan wel even nadenken of je dat nog wel kan met je ouwe botten………
“Wil je ‘Raket’-waterijsjes meenemen van de winkel, dat doet me zo aan vroeger denken!”
“Ken je dat klapspelletje nog van de basisschool? Er is een VROOUUWW vermoord met een  gorDIJNekoord….”
Een spelletje Kolonisten van Catan met vier spelers (vol bord, weinig ruimte) persé willen willen winnen, wippend op je stoel van de stress wachtend op je beurt.
“Haal je je beugel er hiervoor ook uit, mama?” Eerlijk gezegd: vaker dan anders in een hele week…..

Dinsdagmorgen 7 juni.
We zetten de stofzuiger weer in zijn hok, zetten de kratten met onze eigen spullen achter de schotten en sloten tevreden het huis af.
De schoonmaakploeg van het Timmerholt deed de rest: dinsdagmiddag kwamen er weer nieuwe gasten in.
Toen gingen we naar een bloemenwinkel in Westerbork en kochten hang- en potplanten voor in onze tuin deze zomer: we gaan de bloemetjes buiten zetten.
Daarna trakteerden we onszelf op een cappuccino in een café.

Bloemen en koffie kostten helaas te veel tijd voor de vier ‘Raket’- waterijsjes die nog over waren; de stokjes dreven in hun verpakking……

* Weet je niet wat Gradagen zijn?
Hierbij een link naar een blog  over de eerste Gradagen in 2020.
Klik hier voor de versie van 2021.

Reageren

7 juni: Zou zo’n bel nou weten…..

Dominee Sijbrand van Dijk die aan het eind van de viering bellenblazend op het podium staat  terwijl de gemeente ‘Geest van hierboven’ zingt: dat beeld zal me bijblijven van het einde van de kerkdienst op 1e Pinksterdag.
Dat zingen met een mooi gevulde kerk (de stoelen weer in lange rijen) met mensen die bijna allemaal iets roods aangetrokken hadden was sowieso een feest! Vanaf de achterste altenrij in de cantorij had ik een mooi uitzicht op de eerste paar rijen: zie afbeelding.
Wat zo’n kleur dan doet met de sfeer in de kerkzaal!

Op 19 mei schreef ik al over het lied dat we aan het instuderen waren voor Pinksteren. (meer weten? Lees dan ‘Polyfonie‘) Dat lied had onze cantor Karel zelf geschreven en zondagmorgen werd het voor het eerst uitgevoerd door onze cantorij; met Erwin op het orgel en samen de gemeente.
Wat een belevenis!  Voor ons,  maar vooral ook voor Karel.

Hoe ongrijpbaar de Heilige Geest is legde de voorganger aan de kinderen uit door bellen te blazen.
Even een klein stukje uit het gesprekje: “Kijk. Bellen maken met je adem. Zou zo’n bel nou weten wanneer hij los moet laten? Welnee. Zo’n bel laat het gewoon gebeuren:  je blaast en hij laat los. Soms zou je willen dat het leven net zo gemakkelijk was….:

Hoe waait de geest? De dominee drukte ons op het hart niet steeds de nadruk op het kwade te leggen (wat je de hele dag al om je heen hoort aan nieuws en geroddel uit de media) maar om de goede verhalen te lezen en door te vertellen.
Soms weten mensen ineens wat ze moeten doen: iemand uit het water redden bijvoorbeeld.
Maar dan moet je het wel zien; hou je ogen open, lees en spreek het goede en bidt het goede.
De geest van God blaast mensen aan; zaai het goede voor een grote oogst.

Nog even over onze cantorij. Bij het inzingen zondagmorgen konden wij als alten de sopranen niet horen. Dat kwam enerzijds omdat er maar 4 sopranen aanwezig waren, anderzijds omdat de bassen (4) en de tenoren (5) tussen ons en de sopranen in staan. Stuk voor stuk goed zingende bassen en tenoren, maar ze overstemden samen met ons alten (7) onbedoeld de sopranen.
Natuurlijk, niet alle sopranen waren er, maar we zouden wel wat meer sopranen kunnen gebruiken bij onze cantorij.
Ben je of ken je iemand die met onze sopranen zou willen meezingen? Van harte welkom! We repeteren op dinsdagavond van 19.30 tot 21.30 uur in Op de Helte.

Eigenlijk was het een gedoe om in Roden te komen zondagmorgen. We verbleven het hele weekend met dochters en aanhang in Casa Grada in Westerbork; om 07.30 uur zaten Gerard en ik in de auto om om 08.30 uur in Op de Helte te zijn. Maar het was ruimschoots  de moeite waard: ik had het niet willen missen!
Wil je de viering beluisteren? Hierbij een link naar kerkomroep: 5 juni, 09.30 uur Op de Helte, Roden.

Reageren

6 juni: Dagopvang vergeten.

Op maandag- en woensdagmorgen heb ik op mijn werk telefoondienst.
Onze doelgroep zijn cliënten met dementie, dus er wordt van ons verwacht dat wij geduld betrachten en een luisterend oor bieden als mensen ons bellen.
Vorige week belde er een meneer die vroeg naar zijn casemanager bij Team290, maar die had vakantie.
“Wat jammer. Nu heb ik toch wel enigszins een probleem.”
Hij vertelde dat hij die dag een afspraak had bij de dagopvang, maar die kon niet doorgaan, want hij moest naar het ziekenhuis.
“Nu had ik gehoopt dat uw casemanager mij zou kunnen helpen, want ik ben de naam van die dagopvang vergeten”.
Hij sprak formeel, maar met een vriendelijke ondertoon.

“Misschien kan ik in uw dossier zien hoe die organisatie heet?”
Dat zou heel fijn zijn, hij hoopte dat dat zou lukken.
Toen ik de naam had gevonden kwam het volgende probleem.
“Nu wil ik die instantie wel bellen, maar ik heb natuurlijk ook geen telefoonnummer…..”
Ik bood aan dat ik dat wel even voor hem op wilde zoeken op het internet.
Toen ik het had gevonden gaf ik hem een vast nummer en een mobiel nummer.
“Dan komt het contact vast wel tot stand” zei ik.
“Mevrouw. Mag ik u heel hartelijk bedanken voor de hulp die u mij heeft geboden? Ik zal u noemen in mijn avondgebed.”

Het ontroerde me.
Het was geen grapje, het was geen holle frase.
Het was de waarde van mijn dag.

Reageren

Pagina 123 van 396

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén