De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

2 maart: Lente & Smiles.

Vrijdagavond om 13 minuten over 12 stuurde ik een bericht in onze gezins-app: ‘LENTE! Al 13 minuten!’
Gisteren, zaterdag 1 maart, was het mooi, zonnig weer en het voelde ook echt als lente.
We hebben met z’n tweeën de ramen buitenom gewassen.
Ondertussen genoot ik van de krookjes en narcisjes die in de tuin al weer boven de grond staan.
Bij onze voordeur staat al vanaf begin januari (toen gooide ik het kerststukje dat daar stond weg) een voorjaars-schaal.
Iedere keer als ik door de voordeur naar binnenging speurde ik naar bloemetjes, maar het bleef nog heel lang ‘februari-groen’ boven de zwarte aarde.
Tot afgelopen maandag: toen begon het er op te lijken.
En kijk eens wat er nu al staat te geuren!

Gistermiddag moest ik nog even naar de Jumbo.
Bij het afrekenen kreeg ik drie gele zakjes Smiles: vrolijke stickers.
Gewoon ‘voor de leuk’ dacht ik, maar er zit een strategie achter.
Lees even mee:
Dit zijn 45 herplakbare stickers met een typisch Nederlands karakter.
Veel van het eten dat je bij Jumbo vindt komt gewoon uit Nederland.
Leer met Jumbo Smiles spelenderwijs meer over deze producten.’

Onze dochters hadden deze spaaractie prachtig gevonden, maar die waren op die leeftijd absoluut niet geïnteresseerd in de herkomst van de producten van de Jumbo.
Die vonden de chips belangrijk als er Flippo’s in zaten en de appels van Elstar als je daar een sleutelhanger bij kreeg.
Maar onze jongste is al 30, dus voor de kinderen hoef ik die stickertjes niet te sparen.
Wat ik de laatste tijd doe geeft vooral mijzelf heel veel plezier.
Bij de zelfscankassa-mevrouw vraag ik om de stickertjes en die steek ik in mijn jaszak.
Dan kijk ik om me heen of ik ergens een kind zie: zo ja, dan vraag ik het kind of het die stickertjes ook spaart.
Altijd natuurlijk; vervolgens geef ik mijn stickers weg.
De reactie is altijd kostelijk.
Ongeloof.
Blijdschap en plezier.
Ouders die altijd zeggen: “Wat zeg je dan?!” maar je ziet zo al hoe blij ze er mee zijn.
Die blije koppies: voor mij de waarde van dag.
En dat is niet omdat die kinderen dan spelenderwijs meer leren over de producten van Jumbo 😉

Reageren

1 maart: Een blaadje dat denkt dat het een boom is.

Vrijdagavond keken we naar De geknipte gast.
Özcan (Eus) Akyol heeft een gesprek met een bekende Nederlander en gisteren was dat Stef Bos.
Hij is van onze leeftijd (1961) en voor mij onverbrekelijk verbonden met het nummer Papa, dat hij uitbracht in 1991. Toen ik het voor het eerst hoorde sloeg het in als een bom.
Stef Bos bezong mijn relatie met mijn vader. Confronterend vond ik het. Ongemakkelijk zelfs.
Je kent het vast wel want het is één van de bekendste Nederlandstalige nummers, maar voor wie het niet goed kent: hierbij een link naar het nummer.

Eus kwam amper aan het woord.
Bos heeft veel te vertellen en ik zat ademloos te luisteren.
Wát een verhaal.
Heb je het niet gezien? Probeer het dan terug te kijken, want het is bijzonder.
Hierbij een link naar de NPO-website.

Twee zinnen uit het programma haal ik voor het voetlicht:
Over zijn kinderen, die hij bijna was kwijtgeraakt bij een ernstig auto-ongeluk:
‘Vroeger keek ik naar mijn kinderen, nu zie ik ze.’
En over één van de laatste gesprekken met zijn vader, die toen al 90 was:
Die zei: “Wij zijn blaadjes aan een boom, jongen. Ik val binnenkort en als blad geef ik dan via de grond voeding aan de boom.
Het gaat om de boom. In jouw wereld (hij bedoelt de muziek/theaterwereld)  zijn te veel blaadjes die denken dat ze de boom zijn. En daar gaat het verkeerd.”
Stef Bos beseft daardoor : ik ben deel van een boom. Ik kan een heleboel doen, maar het is ‘not about me’.

Maar er was gisteravond meer op de televisie dan Flikken Maastricht, De geknipte gast en 2 voor 12.
Tijdens het journaal was  ik me bewust van het feit dat we naar een memorabel moment in de moderne geschiedenis zaten te kijken.
‘De bek veul mij lös’, om het maar eens op z’n Drents te zeggen.
Drie keer zagen we Trump en Zelensky voorbijkomen in de aankondigingen voor Nieuwsuur etc. , daarna hebben we de televisie uitgezet.

Het beeld dat de vader van Stef Bos opriep zette me aan het denken.
Ik ben een blad aan een boom; ik kan een heleboel doen, maar het gaat niet om mij.
Wij zijn allemaal bladeren die aan twijgjes en takken zitten aan een boom.
En niet alleen in de muziek/theaterwereld, maar ook in de politiek zijn er te veel mensen die denken dat ze de boom zijn.

Reageren

28 februari: 1, 2, 3, hup!

Het is al weer meer dan een jaar geleden dat ik voor het laatst schreef over mijn FysiYoLates-lessen bij Trijntje, mijn ‘gimmestiek-uur’ iedere week.
Even bijpraten: als je naar het woord kijkt zie je dat het een combinatie van woorden is: Fysi(otherapie)Yo(ga) en (Pi)Lates.
We zijn op donderdagmiddag met een groepje van 7 vrouwen en we doen iedere week iets anders, waarbij dus iedere week andere spiergebieden aan bod komen.
Drie weken geleden bijvoorbeeld deden we evenwichtsoefeningen op schuimrubberen balkjes waar we capriolen op uithaalden.
Maar soms doen we iets met grote ballen, dan weer met kleine ballen, een les met gekleurde stokken of zonder attributen: grondoefeningen alleen met een matje.
Vast onderdeel iedere week is de ontspanning in de laatste 10 minuten van de les; dat is het enige onderdeel dat we allemaal heel goed kunnen.

Want soms moeten we ook iets doen wat we niet zo goed kunnen.
We doen allemaal mee, maar we doen ‘wat kan’, we mogen niet forceren van Trijntje.
Gistermiddag begonnen we met het draaien van de heupen.
Linksom en rechtsom.
Daarna het wiegen van heupen. De aanwijzingen van Trijntje zijn soms hilarisch: “Beweeg je heupen richting je oren”.
Toen gingen we iets doen ‘wat moet van Scherder’: bewegen op muziek.
Goed voor de samenwerking tussen je  linker- en rechterhersenhelft.
Passen naar links en rechts, 1,2,3, hup. Bij hup was het de bedoeling dat je je heup omhoog bewoog.
Daarna ‘voor’ 1, 2, 3, hup en daarna ‘voorlangs’ 1, 2. 3 hup en ook nog ‘achterlangs’ 1, 2. 3 hup.
Je snapt het vast al: we deden allemaal geconcentreerd onze pasjes maar niemand deed hetzelfde.
Chaos en wanorde zeg maar.
Niet raar, want ik spoel regelmatig een aflevering van Nederland in beweging terug, omdat ik de ‘zij-tik-sluit’ niet kan combineren met de armbeweging.
Maar….. we hadden wel plezier!

Daarna gingen we mat-oefeningen doen.
Op je rug liggen, knieën gebogen, voeten op de mat en dan je knieën tegelijk naar rechts brengen.
“Leg nu je rechterbuitenenkel op je linkerbuitenknie.”
Huh?
Het duurt altijd even voordat iedereen de goede lichaamsdelen tegen elkaar aan heeft gelegd.
Maar ondertussen rek je je spieren even flink uit en daar gaat het per slot van rekening om.
We sloten de oefeningen af met ‘de molenwieken’; zie afbeelding rechts.
Daarover schreef ik vorig jaar februari een blog. Nog even teruglezen? Hierbij een link naar dat verhaal; kijk dan ook nog even naar het hilarische filmpje dat er bij zit en bedenk daarbij dat wij dit gewoon konden!

Tijdens de ontspanning werden we voorgelezen door Trijntje uit het boek ‘De liefste wens’ van Toon Tellegen.
Een verhaal over Bunzing die een winkel begint in het bos en zijn eigen winterjas in de etalage zet om te verkopen.
Een mooi verhaal over wensen, verwachtingen en de realiteit.
Daarna was er gemberthee; ik zat zo heerlijk zen te teuten dat ik de tijd vergat en moest racen voor mijn afspraak bij de mondhygiëniste om 15.15 uur.
Terug in de realiteit.

Meer lezen over de avonturen bij Trijntje?
Hierbij een  link naar het vorige blog over FysiYoLates >>>
Onderaan dat blog staat weer een link naar voorgaand verslag.

Reageren

27 februari: Af en toe

Zingen.
Eén van mijn grote hobby’s.
Na de stemproblemen is er wel iets veranderd in mijn eigen zanggedrag, maar inmiddels durf ik wel weer wat ‘zingdingen’ aan.
Onze dominee, Walter Meijles gaat onze gemeente verlaten en hij vroeg het ‘Af&Toe-koor’* om te zingen in zijn afscheidsdienst op 30 maart.
Leuk!
Ik stuurde mijn hele digitale kaartenbak een mail met de vraag ‘Wie doet er mee?” en het aantal deelnemers loopt al mooi richting de 30: wies met!
Die waren er niet allemaal op de eerste repetitie, maar in  zaal 1 van Op de Helte zat al een mooi koor gisteravond.
Deze eerste bijeenkomst noem ik ‘de aftast-repetitie’. Er was nog geen tijd geweest om met de andere gitaristen te overleggen, maar we beginnen gewoon en zien wel waar het schip strandt.

Het ‘Af&Toe-koor’ is geen gewoon koor; het heeft geen dirigent, we doen het met elkaar.
Het schip strandde dan ook regelmatig gisteravond.
‘Amazing Grace’ is bijvoorbeeld een verzoeknummer van Walter.
Ken ik alleen maar in de uitvoering van Elvis en die klonk heel anders dan wat ik gisteravond hoorde toen we het voor de eerste keer zongen…..
We probeerden het vierstemmig, maar “wat is dan de beginnoot van de mannen?”
‘Hebben we geen piano hier ergens?’
Ja, die stond in de gang.
Maar dan moet je wel iemand hebben die daarop kan spelen.
Piety schoot te hulp: “Ik probeer het wel met de fluit”.
Ook de alten kregen hun beginnoot te pakken; na een aantal keren zingen hoorde ik al een voorzichtige vierstemmige versie, maar onze hoop is gevestigd op Jelle.
Die gaat oefenfiles voor ons maken, waarmee iedereen hard aan de slag gaat om haar/zijn partij onder de knie te krijgen.

Bij ‘Abba Vader’ zong ik vroeger met Gerard de onderstem.
Dat gingen de alten nu ook doen.
“Zijn daar geen noten van?”
Nee, die moet ik op gehoor aanleren.
Dat is één van de nadelen van dit koor en misschien ook wel één van de charmes, want kun je geen noten lezen, dan kun je toch meedoen!

De aftast-sessie was wat mij betreft succesvol.
We hebben alle liederen doorgezongen, soms zelfs al wat meerstemmig.
Zelf geniet ik het meest van de ongeorganiseerde groep mensen die zo geniet van het samen zingen; een koor waar je niet op zit maar waar je aan mee doet.
Soms wel en soms niet.
Af en toe dus.

De laatste keer dat het Af&Toe-koor zong was in de ‘Baat-bij-muziek’-vesper.
Dat veroorzaakte toen tranen met tuiten.
Niet omdat het zo slecht was, maar omdat dat voor ons in hectische en moeilijke weken balsem voor de ziel was.
Gemist?
Hierbij een link naar het blog dat ik er toen over schreef.

* Nog nooit van het Af&Toe-koor gehoord? Lees  hier hoe het allemaal begon in 2018.

Reageren

26 februari: Parkeerproblemen.

Vanmiddag om 16.15 uur liep ik vanaf kantoor naar mijn auto die op de parkeerplaats stond.
Mijn werk bevindt zich in de binnenstad van Groningen en parkeren is een groot probleem.
Er is wel een behoorlijke parkeerplaats, maar die staat ’s morgens na 09.00 uur tjokvol; pas na 16.00 uur ’s middags komt er weer wat ruimte.
Het is een gedoe.
Voor personeel, maar vooral voor cliënten die soms in de file te staan te wachten of er een plaatsje vrij komt.

Op het terrein waar ik werk is ook een kliniek en daar was vanmiddag iets loos.
Toen ik naar mijn auto liep zag ik er een ambulance achter staan.
Ambulance-chauffeurs gaan niet in de file staan, die moeten er gewoon langs.
En als er geen plek is om te parkeren dan zetten ze hem gewoon ergens neer, want haast.
Dus ik was de klos.
Op de afbeelding links zie je wat ik in mijn achteruitkijkspiegel zag.

Dus.
Wat doe je dan?
Ik overwoog om naar de balie van de kliniek te lopen en te vragen of de ambulance ergens anders kon gaan staan omdat ik er graag uit wilde, maar dat heb ik niet gedaan.
Ik bezat mijn ziel in lijdzaamheid.
“Daor hef iene ’t der beroerder an toe as wij” placht mijn vader te zeggen als hij een ambulance zag rijden.
Met die woorden in mijn gedachten diepte ik mijn telefoon op uit mijn tas en ging mijn mail checken.
En het nieuws lezen.
En bekeek de laatste foto’s van Amalia en Maxima.
Midden in een verhaal over het werkbezoek van onze koningin in New York hoorde ik een autodeur slaan; de ambulance trok op, reed richting de kliniek waar inmiddels plaats was gemaakt en waar ambulancemedewerkers met iemand op een brancard stonden te wachten.
En ik kon wegrijden.
10 minuten gewacht; waar hebben we het over.

Zelf heb ik al meerdere malen in zo’n ambulance met gillende sirenes gelegen; dan ben je blij als andere verkeersgebruikers even op jou wachten.
Deze gebeurtenis was de waarde van mijn dag; omdat ik me tijdens de rit naar huis realiseerde hoe fijn het is dat ik sinds 2018 al niet meer in een ambulance heb gelegen.

Reageren

25 februari: Het mes & het kuuk’n.

Gerard en ik kijken graag naar quiz-programma’s op de televisie; sinds een week of wat genieten we na het journaal weer  van ‘Met het mes op tafel’.
Gisteravond werd een kandidaat aangekondigd met het predikaat: ‘De jongste deelnemer ooit!’
Het was een jongen van 19 jaar die consequent met ‘meneer Schellen’ werd aangesproken.

Het was kostelijk om naar te kijken.
Een kuuk’n was het.
De jongen studeerde Nieuw Grieks, hij was één van twee studenten die die opleiding deed.
Naast hem zat een gepensioneerde heer die edelsmid was geweest en aan de andere kant een dame van middelbare leeftijd.
Op voorhand denk: och gossie, hij maakt geen schijn van kans.
Veel te jong.
Wat weet zo’n jongen nou, geboren in 2005; dan is er immers al zoveel van ‘voor zijn tijd’.
Ook een raar idee trouwens dat er al weet ik hoeveel volwassenen zijn die geboren zijn na 2000…..

In de eerste ronde had hij gelijk 4 goed; ik zat met ogen op stokjes te kijken.
Hij wist als enige op het kaartje van de Noordoostpolder ‘het Ketelmeer’ te benoemen en schreef zonder met de ogen te knipperen de naam van een succesvolle Oostenrijkse skiester neer.
Hij gaf gelijk even zijn visitekaartje af.
In de tweede ronde had hij er drie goed en was weer de sterkste.
In de derde rond wist hij wie de 85-jarige zanger was van ‘It’s not unusual’ was.
Ver voor zijn tijd!
Het was was overduidelijk hoe spannend meneer Schellen het vond; je zag hem regelmatig zijn adamsappel wegslikken die boven in zijn keel zat.
Hij ging op het goede moment weg, wist een voetballer, wist de naam van minister Els Borst, hij blufte op het goede moment en wist wat de belangrijkste uitvinding van Alfred Nobel was.
En hij won.

Een half uur zit ik dan genieten op de bank met mijn breiwerkje en zo’n kuuk’n op de televisie die twee ‘boomers’ wegspeelt.
De waarde van dag kan soms zo klein en simpel zijn.
Nu zit ik me al te verheugen op donderdag, want dan zit meneer Schellen in de weekfinale!

Reageren

24 februari: Geweldloos verzet.

“Je herkent dit beeld vast wel: een leerling heeft iets fout gedaan in de klas. De meester wenkt hem naar voren, laat het kind de hand uitsteken en vervolgens krijgt het kind een pets met een lineaal op die hand. Dit beeld geeft de machtsverhoudingen goed weer. Stel je nou voor dat het kind na die tik op de ene hand ook de andere hand zou uitsteken?”
Deze woorden werden gistermorgen door dominee Walter Meijles uitgesproken in de ochtendviering.
Daarin stond een gedeelte uit de bergrede centraal, waarin Jezus zegt “Als iemand je op je linkerwang slaat, draai hem dan ook je rechterwang toe”.
Wat hij daarover zei had ik al eerder gehoord in een overdenking van Theo van Beijeren in 2019.
Wie schrijft die blijft; daarover schreef ik destijds een blog*, dus ik kan het hier citeren:
“Jezus zegt: ‘Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan.’
We hoorden dat deze uitspraak niet bedoeld is als ‘Laat maar over je heen lopen’, maar meer als een manier van in het leven staan.
Als iemand je met kwade opzet onheus bejegent, reageer dan niet op dezelfde manier, maar reageer met liefde.
Vaak rekent de andere partij daar niet op, die verwacht op zijn actie een re-actie; heel vaak haal je, door niet gelijk boos te reageren, de angel uit de situatie.
Voor ruzie zijn immers altijd twee partijen nodig.

Als je hebt over ‘wat kan je nou met een kerkdienst in het dagelijks leven’ dan is dit zo’n verhaal dat me bij zal blijven, omdat het me helpt om mijn houding te bepalen tegenover de grove manier waarop de rijken (Trump, Poetin, Musk) op dit moment te keer gaan en hun wil opleggen aan de wereld.
Dan kun je je afvragen: “Wat kan ik daar nou aan doen? Het gebeurt!”
Dat vraag ik me ook herhaaldelijk af.
Wat dit verhaal me leert is dat je moet vasthouden aan de boodschap van liefde die we vanmorgen weer hoorden.
We moeten moedig zijn en niet meegaan me de meute ‘omdat we nu eenmaal geen keuze hebben’.
Niet meelachen om grapjes over transgenders.
Moslims niet wegzetten als aanhangers van een achterlijke godsdienst.
De ‘oog-om-oog-tand-om-tand’-gedachte afzweren en wraakgevoelens onderdrukken.
En reken maar dat dát moeilijk is en dat dat ook niet altijd lukt.
Best ingewikkeld allemaal.

Het mooiste lied van vanmorgen (naast het mooie, niet helemaal uitgespeelde stuk dat Erwin speelde tijdens de collecte) vond ik lied 845 met als subtitel ‘Tijd van leven’.
Hierbij de tekst van couplet 3:

Wie aan dit bestaan verloren
nieuw begin heeft afgezworen
wie het houdt bij wat hij heeft
sterven zal hij, ongeleefd.
Tijd van leven om met velen
brood en ademtocht te delen
wie niet geeft om zelfbehoud
leven vindt hij honderdvoud.

Zoals  Rutger Bregman ook zegt in ‘De meeste mensen deugen’: ‘Van de mooiste dingen in het leven krijg je alleen maar meer als je ze weggeeft: vertrouwen, vriendschap en vrede’.

* Hele blog lezen? Hierbij een link naar ‘Mét orgel zingen’  uit 2019.
Wil je weten waarom er een afbeelding van Mahatma Gandhi bij dit blog staat?
Je kunt deze viering terugluisteren via Kerkomroep en via het You Tube-kanaal van onze kerk.

Reageren

23 februari: De laatste zaterdag van februari.

Gisteren was het de laatste zaterdag van februari.
Op zich geen bijzondere dag, maar in ons gezin staat deze zaterdag in het teken van tante Trijn: dan ga ik met onze drie dochters een dag naar Klazienaveen voor een bezoek aan hun ‘derde oma’.
Om 09.45 uur belde ik al aan.
“Mooi op tied ja!”
Na een half uurtje met z’n tweeën bijpraten kwamen de eerste twee uit Groningen de straat in rijden en weer even later was ook Almelo present: koffie!
En vervolgens vliegt zo’n dag voorbij.
De dochters zitten met z’n drieën op de bank; ook zij hebben elkaar al een tijdje niet gezien, het is genot om weer met z’n vijven te zijn.
Rond half 12 stond er een heerlijke borrelplank op tafel.
Ondertussen hoorden we verhalen over zelf broodbakken en dat dat ook kan met een broodbakmachine.
En er moest nog een tattoo geshowd worden!
“Groot ja!”
Nou.
Even later kwam neef Paul even ‘met de kop um de deure’, die de tattoo natuurlijk ook even moest zien.
“Stoer ja!”
Op onze vraag “Waar zitten die tattoos van jou dan?” liet ook hij zijn broek zakken.
Ik kijk inmiddels nergens meer van op.

Toen we aan de lunch zaten was het al ruim 13.30 uur.
Heerlijke broodjes had tante Trijn besteld; van die driehoekjes wittebrood met brie of salade.
Tijdens het eten ging het over de boeken die we lezen.
Dochters lazen soms boeken die ze eigenlijk te eng vonden omdat het eigenlijk horrorboeken waren.
Maar eigenlijk was het toch wel leuk, want spannend.
Dat bracht het gesprek op kinderfeestjes van vroeger waar o.a. ‘Scary Movie 3’ werd getoond en hoe bang ze dan waren.
“En die boeken van Paul van Loon! Waarbij griezelige dingen gebeuren die ook zomaar bij jou zouden kunnen.”
“Oh ja, en die angstaanjagende Chuckie!”
De arme schaapjes. Ze kregen bij ons thuis natuurlijk alleen maar Disneyfilms en Sesamstraat te zien……
Tante Trijn deed ook nog een duit in het zakje: zij had een spannend boek, maar durfde het laatste hoofdstuk niet voor het slapengaan te lezen.
“De volgende dag bij daglicht heb ik het uitgelezen….”
Zij en ik lezen trouwens nog gewoon boeken: de volgende generatie heeft een E-reader of geniet met oortjes op van een luisterboek.
Natuurlijk moesten tante Trijn en ik tussendoor nog wel even de beelden van Amalia zien die gisteren haar eerste solo-optreden beleefde: ze doopte een schip in de haven van Vlissingen.
Er kwam nog van alles voorbij in de gesprekken: de verkering van Trump & Poetin, verkiezingen in Duitsland, vakanties die er aan zitten te komen en de 80e verjaardag van Tante Trijn die in het verschiet ligt!

Toen ik thuis kwam zette ik een bijzonder vaasje op het aanrecht dat ik van tante Trijn kreeg met takjes van de sneeuwbalstruik uit Westerbork (daar waren we even dit weekend). Ze had het vaasje ooit gekregen van mijn moeder en vond het fijn als ik het zou gaan gebruiken.
Bij deze!

Klik hier voor het blog ‘Oud-tante? over deze dag in 2024. Onderaan dat blog kun je doorlinken naar voorgaande edities.

Reageren

22 februari: Een ruïne?

Het bezoek aan Labyrinthia in Assen heb ik al beschreven in het blog ‘Labyrinthia – Verdwaald in Assen‘, maar daar is veel meer over te vertellen dan dat ik in dat ene blog kwijt kon.
Vandaag een verhaal over het onderwerp ’turf’.
De ‘Zaal van de energie’ stond helemaal in het teken van die ouderwetse brandstof.
Ik zat op een bankje in die zaal met allerlei werktuigen die gebruikt werden bij het maken van turf en op de grond, voor mijn voeten, zag ik een klankbeeldpresentatie.

De inleiding begon met de constatering dat er dure metalen zitten in je mobiele telefoon, o.a. goud.
Die metalen zitten bijvoorbeeld ook in zonnepanelen en elektrische auto’s. Overal in de wereld doen mensen veel moeite om die metalen uit de grond te halen, want daar wordt namelijk flink mee verdiend!
Vroeger was dat ook al zo.
Toen was turf een hele goede brandstof.
Het wordt gemaakt van veen: dat ontstaat na honderden jaren opeenhoping van lagen oude planten.
In de 17e eeuw, Nederland was een handelsnatie van belang geworden, ontdekken rijke Amsterdammers dat ze geld kunnen verdienen met turf.
Er werden kanalen, vaarten en wijken gegraven voor de afwatering/drooglegging, die ook werden gebruikt voor het vervoer van het eindproduct: de turf. In 1633 werd Hoogersmilde verheven tot Heerlijkheid en begon men in opdracht van de eerste heer Adriaan Pauw met de vervening van de Smilder Venen. Meer weten? Hierbij een link naar de website van Dorpsbelangen Hoogersmilde. 

Het Oranjekanaal bij Westerbork

Door die ontginning veranderden die Smilder Venen van moerasachtige natuur in aangeharkte landbouwgrond.
Daarna verlegde de ontginning zich naar de uitgestrekte moerassen in Zuid Oost Drenthe, het gebied rondom Emmen.

Met kaartjes en foto’s werd het hele proces in beeld gebracht.
Turf bleef een gewilde grondstof tot ongeveer 1920. Daarna stapten veel Nederlanders en bedrijven over op steenkool.
De presentatie eindigde met deze constatering: “In Zuidoost-Drenthe blijft uiteindelijk de grootste ruïne van West-Europa achter: een fascinerende hoeveelheid overtollige waterwegen.” 

Andries Vrieswijk achter zijn turfkar in Coevorden, 1930. (zie: Straatbeeld)

Een ruïne van overtollige waterwegen.
Daar moest ik echt even over nadenken.
En ik moest denken aan mijn opa Vrieswijk die volop had meegewerkt in die turfindustrie.
Mijn vader zelfs nog.
Die stapelde als jongetje van een jaar of 8 met zijn broertjes de turven die door het luik in het ruim van opa’s turfschip werden gekieperd netjes in rijen op de bodem.
Met de kennis van nu weten we dat de steenkoolmijnen in Limburg eenzelfde lot is beschoren.
Ook daar vinden we nu een ruïne van overtollige mijngangen.
En ook de opvolger van het steenkool, het aardgas veroorzaakte zijn eigen ruïne: de aardbevingsschade in Groningen.

En onze huidige energievoorziening?
Welke ruïnes veroorzaken die?
Hoe gebruiken we de aarde?

Nog niet in Labyrinthia geweest?
Foei!

Reageren

21 februari: Griezelen onder water.

Op de bodem van de zee ligt een wrak.
Een duiker, die op zoek is naar een verloren container, ziet bij de oude gezonken boot een andere duiker, maar die beweegt niet.
Hij staat halverwege de trap rechtop in het water; zijn dode ogen zijn gericht op de sleuteltjes van de handboeien waarmee zijn armen zijn vastgeklonken aan de trapleuning.

Griezelend lees ik bovenstaande passage in deel 2 in de Waddenthrillerserie van Mathijs Deen: ‘De duiker’.
De schrijver won met dit boek vorig jaar de Gouden Strop, de prijs voor het beste Nederlandse spannende boek.
En terecht kan ik nu zeggen.
Toen hij die prijs won kocht ik eerst het eerste deel in de serie; daarover schreef ik in september 2024 het blog ‘De Hollander‘.
Toen had ik dus al kennis gemaakt met Liewe Cupido, de ietwat stugge half Duitse, half Nederlandse politie-inspecteur die van Texel komt, maar werkt bij de Bundespolizei See in Cuxhaven.

Het wrak is gevonden in de omgeving van Föhr, één van de Noord-Friese waddeneilanden in het noordwesten van Duitsland.
De duiker die is vermoord blijkt te zijn heet Jan Matz en hij woont in Wilhelmshaven.
Dat zoek ik dan even op: hoe ver ligt het uit elkaar?
Wie heeft hem vermoord?
De familie van Hauke, een puber die door Matz’ zoon Johnny, zwaar mishandeld is?
Matz’ ex-vrouw Christine, die hem wel kan schieten?
Iemand die makkelijk geld wilde verdienen met het anodekoper dat in het wrak zat?

Het is een spannend verhaal, maar wat je tussen de regels door leest is ook prachtig.
Door de beschrijvingen van het gebied rondom de Waddenzee, die zich uitstrekt van Noord-Holland tot Denemarken, kom je te weten hoe mooi het daar is.
Je komt bekende namen tegen als Oldenburg en Hamburg en de riviermondingen van de Weser en de Elbe.
Tot mijn grote genoegen gaat Cupido voor een verhoor van iemand naar Münster, waar wordt beschreven hoe de ijzeren kooien aan de Lambertuskerk hangen, waar ik in december 2022 over schreef omdat wij daar met ons gezin de Lamberti-Weihnachtsmarkt bezochten.
Verder leerde ik over wrakken van schepen die op de zeebodem liggen
En over wrakduikers, over onderlinge concurrentie en over die fascinerende maar ook gevaarlijke onderwaterwereld.
Qua menselijk contact is Cupido een ‘Einzelganger’, maar in dit boek bouwt hij een innige band op met de hond Vos, die in het vorige boek in zijn auto ging zitten en niet meer wegging.

Wat mij bij zal blijven uit dit boek is de ingewikkelde verstandhouding tussen de vaders en de zonen in dit boek.
Vaders, die het helemaal niet eens zijn met wat hun pubers doen maar die zich daar wel vreselijk naar om maken.
Zonen die zich helemaal niks aantrekken van wat hun vader allemaal doet en zegt en zich vooral bezighouden met hun eigen leeftijdsgenoten.
En dan ondanks al die misverstanden toch de onverbreekbare band tussen vader en zoon en het haken naar elkaars goedkeuring.

Deen schrijft verhalen uit het land van de Nedersaksen: ik kijk al uit naar deel 3.

Reageren

Pagina 29 van 395

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén