De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

6 oktober: Leeftocht.

Als je het woord ‘leeftocht’ opzoekt in het woordenboek is dit de betekenis: levensmiddelen of proviand, met name wat men meeneemt op reis.
Onder deze naam begon gistermiddag in de PKN-gemeente van Hoogeveen het nieuwe kerkelijke-activiteiten-seizoen en ik was uitgenodigd voor de startactiviteit.
Het is een programma dat ik presenteer onder te titel ‘Levenslessen van Lohues’. Uit het omvangrijke oeuvre van Lohues had ik een aantal liedjes gehaald waar je een levensles uit kan halen.
Dit stond in de aankondiging: als je luistert naar wat Lohues zingt op zijn albums kun je daar veel levenslessen uithalen.
Zijn teksten, bijna allemaal in de streektaal, zijn minder oppervlakkig dan je op het eerste gezicht zou denken. Hij bezingt zijn leven en deelt met ons zijn zielenroerselen.

Op Spotify had ik een afspeellijst gemaakt, die ik voor de middag gebruikte; de afspeellijst is openbaar, je vindt hem onder ‘Levenslessen van Lohues’.
Natuurlijk had ik ook mijn gitaar meegenomen en we begonnen met alle aanwezigen met het zingen van ‘Hier kom ik weg’.
Het werd uit volle borst meegezongen, maar toen ik vroeg wie nog Drents sprak was de oogst toch wat mager…..
Maar men kon het allemaal wel verstaan en als een lied van Daniël soms toch niet goed te volgen was, dan kon men meelezen, want op de beamer werden de teksten getoond.

Welke levenslessen kun je dan leren van Lohues?
– Geniet van wat er nu is en wees niet steeds zo druk met wat allemaal nog moet
Niks is meer weerd as vandage.
– De mens houdt tot het laatst van zijn leven hoop, dat is een positieve kracht die zin geeft aan het leven.
’t Komp wel goed.
– Als je in een diepe depressie zit heb je kracht nodig om daar weer uit te komen, soms heb je de sleutel tot het herstel in je eigen broekzak.
Het sleuteltie
– Heimwee is een lastige emotie: zie het onder onder ogen en praat er over
Naor huus
– Schat wat een ander voor je doet op de juiste waarde: wat een bloemetje of een kaartje waard is bepaalt degene die het ontvangt
Wat he’j der an
– Voor de liefde moet je hard werken: zorgen dat je genoeg hout hebt/vindt om het vuur van de liefde te laten branden
Holt veur op het vuur
– Je geloof maakt in de loop van de jaren veranderingen door: je kunt vaak niet terug naar het geloof uit je kindertijd
Ik mis mien Engel.
– Rouwverwerking is moeilijk; wat is het dan fijn dat je dan goede herinneringen hebt aan alle mooie dingen die iemand heeft gedaan of gezegd.
Later wel misschien
– Geniet van wat je toevalt
Een prachtig mooie dag.
En dat vrolijke lied zongen we als afsluiting van de middag weer met elkaar!

Het maakte nogal wat los; er was emotie, er waren onderlinge gesprekken waarin van alles werd gedeeld, maar er was ook iemand die me zei ‘dat hij erg blij was geworden van deze middag’.
Ben je benieuwd?
Dit programma ga ik ook doen in Roden, woensdagavond 28 januari ben je om 19.30 uur van harte welkom in Op de Helte.
Je kunt je bij mij voor deze avond opgeven.

Heb je toegang tot Spotify? Hierbij een link naar de afspeellijst op Spotify

Reageren

5 oktober: Praten over de dood.

Als donateur van de stichting Alzheimer Nederland krijg ik drie keer per jaar het magazine ‘ALZ….’ in de bus.
Een leuk blad vind ik, dat ik weliswaar niet helemaal spel, maar toch wel even aandachtig doorblader en echt interessante artikelen lees ik.
In de uitgave van september van dit jaar vond ik een column van de hand van Sander de Hosson*.
Hij is longarts en schrijver van boeken en verhalen over zorg voor mensen die ongeneeslijk ziek zijn.
De column heet ‘Praten over de dood‘ en ik neem de vrijheid om Sanders verhaal met mijn lezers te delen.

Er was een tijd, misschien 100 jaar geleden, dat ieder mens thuis stierf. In de bedstee, op de bank, in de kamer waar tegelijkertijd werd geleefd.
De buren kwamen langs met soep. De kinderen zaten op schoot. En als de dood eenmaal was gekomen werd het lichaam opgebaard in een koele kamer.
Het leven en de dood hoorden bij elkaar.

Maar het veranderde. Langzaam schoof de dood het zicht uit. Eerst naar een ziekenhuisbed. Naar een gesloten kamer achteraan op de afdeling, waar men fluistert in plaats van spreekt.
De dood, ooit deel van het dagelijks bestaan, werd een medische gebeurtenis. Een technisch falen. Iets dat eigenlijk niet had mogen gebeuren.
Want terwijl de zorg professioneler werd, raakten we iets kwijt. We gaven de dood uit handen aan mensen in witte jassen. Vanuit goede bedoelingen: om pijn te verzachten, de controle te behouden. Maar juist in die controle schuilt ook verlies. Wat vroeger een intiem, huiselijk moment was – vol rituelen aanrakingen, aanwezigheid – werd een proces.

We gingen de dood zien als een vijand die verslagen moest worden in plaats van een metgezel van het leven. De belofte van maakbaarheid, van genezing en verlenging, maakte ons blind voor het onvermijdelijke. We kregen woorden als ‘palliatief traject’ en ‘besluitvorming’. Bedacht om het ondragelijke te ordenen. Maar ergens onderweg verloren we het gewone: het praten over afscheid, elkaar vasthouden. Soms denk ik dat we de dood niet alleen uit beeld hebben geduwd, maar ook uit het hart. En dat we hem daardoor zijn gaan vrezen. Want wat je niet ziet, niet kent, dat wordt groot en zwart en dreigend.
Maar ik zie iets kantelen Ik zie mensen weer vragen stellen. Ik zie hoe jonge artsen palliatieve zorg niet langer zien als opgeven, maar als helpen om mens te blijven tot het einde. Ik zie kinderen die in een hospice tekeningen maken voor hun zieke opa. Misschien, heel misschien, halen we de dood weer een beetje dichterbij. Niet om hem te romantiseren. Niet om hem te eren.  Maar om hem gewoon te zien voor wat hij is: een onderdeel van het leven. Want hoewel de dood onvermijdelijk is en het afscheid vaak pijnlijk, zie ik in mijn werk de volle liefde.

Bedankt Sander.

Meer lezen over invloed op je levenseinde?
Kijk dan op dementie.nl/levenseinde.

* Eerdere blogs over Sander de Hosson:
Juni 2016 – Sander de Hosson
Juni 2017 – Een longarts met een verhaal
Februari 2024 – Aandacht voor het laatste stukje

Reageren

4 oktober: Nee……geen koffie.

Gisteren kwam mijn nicht Anja aanrijden vanuit Hengelo, ik kwam uit Roden en rond 10.00 u zaten we met z’n drieën aan de koffie bij tante Trijn in Klazienaveen: de jaarlijkse tante&nichten-dag.  Rond 10.30 uur kwam tante Trijns zoon Paul ook even met het hoofd om de deur.
“Ga zitten! Koffie?”
Nee, neef wilde niet zitten en ook geen koffie.
Even bijpraten.
Hij bleef staan kleppen, stond even bij het raam te kijken naar een ambulance die door de straat reed en ging vervolgens toch even op de bank zitten.
“Doe mij dan toch maar even een kop koffie….”.
Gezellig!
Een uur later zwaaiden we hem uit.

Anja en haar man Gerrit Jan zijn twee jaar jonger dan Gerard en ik en zij waren dit jaar 40 getrouwd; dat hadden ze gevierd (net als wij twee jaar geleden) met een ‘all inclusive-reis’ met hun gezin.
Het fotoboek dat ze van deze jubileumvakantie had gemaakt had ze bij zich.
Zij hadden, naar een idee van hun dochter, hun trouwbelofte aan elkaar opnieuw geformuleerd en uitgesproken.
Wat bijzonder! Ik wilde het naadje van de kous weten. Hoe dan? Waarom?

Er volgde een heel verhaal, daarvan geef ik een samenvatting.
Als je met elkaar trouwt, ken je elkaar eigenlijk nog niet zo lang. Tijdens je huwelijk gebeurt er vaak van alles wat je relatie beïnvloedt: er komen meestal kinderen, je hebt allebei je werk, contacten met ouders, vrienden en andere netwerken, misschien verhuizingen, problemen met je gezondheid…. wat kan er in 40 jaar niet allemaal gebeuren.
Na al die jaren ben je niet meer dezelfde persoon als toen je trouwde.
“Als je nu zou moeten kiezen, zou je dan weer met mij trouwen?”

Jeetje!
Wat bijzonder om daar eens over na te denken; maar dat kan ook best confronterend zijn lijkt me.
Ze hadden allebei hun gedachten over elkaar en over hun huwelijk op papier gezet en dit voorgelezen tijdens een informele bijeenkomst met hun voltallige gezin op het ruime balkon van hun hotel-apartement. Hun twee kleinzoontjes van 3 en 5 hadden stilletjes en onder de indruk toegekeken. Ook tante Trijn en ik  hingen aan Anja’s lippen.
Na haar uitleg bekeken we het fotoboek en zagen we het stralende bruidspaar dat zich dankbaar en gezegend voelde omringd door hun dochters met aanhang en hun kleinkinderen.
Over de waarde van de dag gesproken.
Naar aanleiding van bovenstaand verhaal voerden we met z’n drieën fijne gesprekken over onze ouders en over onze familie.
Over hoeveel er is veranderd in de loop van de jaren, met name als het gaat over relaties en over praten over gevoelens.
Maar ook over onze overgrootouders bijvoorbeeld , ‘ouwe opa’ Vrieswijk en ‘opoe’ Pasveer en  onze herinneringen aan hen.
Bij de afbeelding: het gezin van opa en oma Vrieswijk. Opa en oma zitten met tante Trijn tussen hen in.
Daarachter staan v.l.n.r. ome Jo, ome Andries, mijn vader Kees en Anja’s vader ome Henk.

Het was weer heerlijk om een dag in elkaars gezelschap te verkeren.
Met een lach, een traan en een twaalf-uurtje met een kroket.
Mevrouw Hollander, mevrouw Smelt en mevrouw Waninge.
Maar als Trijn, Anja en Ada Vrieswijk kunnen we in vertrouwen zulke intieme gesprekken voeren omdat er door die gezamenlijke achternaam zoveel herkenning is.

Benieuwd naar vorige ontmoetingen?
Hierbij een link naar het blog uit 2024 Bevragen van daaruit kun je doorklikken naar voorgaande jaren.

Reageren

3 oktober: Attent gemaakt.

Soms word ik door iemand uit mijn omgeving attent gemaakt op iets wat ik anders niet had gezien en/of gehoord.
In het blog vandaag geef ik drie voorbeelden.

Woensdag 1 oktober vroeg collega Jolanda of wij ‘dat filmpje van Veilig Thuis’ al hadden gezien.
Ze liet het ons zien toen we een broodje zaten te eten en het raakte me.
Het is een onderwerp dat eigenlijk nooit voorbij komt op deze website, maar vandaag wil ik er toch aandacht voor vragen.
Dit staat erover op de website:
Elke 8 dagen wordt in Nederland een vrouw gedood. Vaak door haar partner of ex-partner. In veel gevallen gaat er een langere periode van dwingende controle aan vooraf, de zwaarste vorm van psychisch geweld. Wie de signalen herkent, kan ingrijpen en kan mogelijke femicide voorkomen. Daarom start het ministerie van Justitie en Veiligheid de campagnWaar ben je?.
Herken de signalen.

Gisteren, donderdag 2 oktober kreeg ik een app van dochter Frea.
‘Heb je de nieuwe Erik Scherder-campagne al gezien? Over je hersenen uitdagen enzo.’
Nee, niet gezien, wel opgezocht en gevonden.
Je kunt meedoen aan ‘de dertig dagen challenge‘ van Erik onder de titel ‘Liever moe dan lui’.
Dat is de titel van zijn nieuwste boek.
Deze challenge is nou typisch iets waar ik wel nieuwsgierig naar ben, maar waar ik (nog) niet aan mee doe omdat mijn dagen vol genoeg zijn; er hoeft wat mij betreft écht niet een uitdaging bij.
En ik ben ook al regelmatig moe en heb niet het idee dat ik nou heel lui ben, dus ik sla keer over.
Maar wie weet…….straks heb ik tijd in overvloed en ook tijd voor nieuwe uitdagingen!

Verder kreeg ik gisteren een leuke app van dochter Carlijn.
‘Sarah is een blog begonnen! Mede geïnspireerd door jouw blog.’
Nou, wat een eer!
Later op de dag sprak ik Carlijn daarover.
“Maar hoezo geïnspireerd op mijn blog?”
Sarah had daarover gezegd dat er te weinig van dit soort blogs waren zonder advertenties, zonder bijbedoelingen, zonder verdienmodel, maar gewoon leuk.
Geen influencer/beïnvloeder, maar het delen van dingen die je graag doet, die je leuk vindt.
Dan ben ik natuurlijk benieuwd.
Wat staat er dan op dat blog van Sarah? Hierbij een link naar haar website ‘Slak-en-post.nl’
Dit vond ik bij haar profiel: ‘Een liefhebber van langzaam leven met als doel om een glinstering in elke dag te zoeken. En eerlijk? Daar wordt alles veel leuker van!’ 
Een glinstering in elke dag zoeken! Dat noem ik al meer dan tien jaar ‘De waarde van de dag’: wat heerlijk dat iemand met die intentie ook een blog begint.
Haar eerste blog heet ‘Een eigen plek op internet‘.

Drie tips van anderen waar ik me even in verdiept heb en die ik dus vandaag weer doorgeef.
Mijn glinstering van deze dag zeg maar….

 

Reageren

2 oktober: Gastblog Remmelt: Vogelfiguren & gezinshereniging.

Namens Vluchtelingenwerk Noordenveld, mochten wij een statushouder uit Eritrea wegwijs maken in Nederland en de gezinshereniging met zijn vrouw en vijf kinderen regelen. Om inkopen te doen kwamen wij in een Kringloopwinkel. Bij het afrekenen van spulletjes werd mijn aandacht getrokken door een zestal schaaltjes en een grote schaal. Toen ik de schaaltjes bekeek, bleek dat de vogelfiguren allemaal verschillend waren, geheel uniek en van een merkteken voorzien. Gezien de vriendelijke prijs was er alle reden om tot koop over te gaan en de winst van deze bordjes te bestemmen voor de gezinshereniging. 

Pieter Groeneveldt 1889 – 1982
Vogelfiguren – keramiek

De naam van de kunstenaar was Pieter Groeneveldt. De bordjes heb ik aangeboden op marktplaats; ik kreeg veel biedingen en twee mails.
De ene was van de directeur van het Historisch Museum te Voorschoten. Hij vertelde dat ze weinig geld hadden om aankopen te doen.
De andere was een verzamelaar uit Delft, met een grote kunstverzameling van het werk van Pieter Groeneveldt.
De keramist Pieter Groeneveldt (1889-1982) behoort tot één van de belangrijkste Nederlandse 20e-eeuwse keramisten. Zijn fabriek stond in Voorschoten en zijn carrière beslaat een lange periode:

Pieter Groeneveldt in zijn aardewerkfabriek, 1946 Afbeelding: Wikipedia

van begin jaren 20 tot eind jaren 70 van de vorige eeuw. Hij liet zich inspireren door keramiek uit China en Japan en werd beïnvloed door de belangrijkste kunststromingen van voor en na de oorlog. Ondanks al die verschillende invloeden zijn de producten van zijn hand zeer herkenbaar. Eén van de speerpunten van de collectie van het Historisch Museum Voorschoten is het werk van Pieter Groeneveldt.  

Laat op de avond belde de verzamelaar uit Delft, om het keramisch werk van Pieter Groeneveldt te kopen.
Hij was erg eerlijk en vertelde dat zijn verzameling van het werk van Pieter Groeneveldt omvangrijk was, maar dat deze vogelfiguren nog ontbraken. Hij had erg veel belang om ze te kopen. Zoals een goede verzamelaar behoort te doen begon hij met een bod van € 100,=.
Mijn vraagprijs was € 600,= en zijn bod uiteindelijk euro  € 300,=.
Zoals het veelal gaat wordt het verschil samen gedeeld en werd de handel afgerond op een prijs van € 450,=.
Op mijn opmerking “de opbrengst is niet voor mijzelf” wilde hij van de hoed en rand weten; toen heb ik hem verteld over de gezinshereniging, waarop hij zei: “Dan betaal ik € 500,=.”
De volgende morgen bleek hij € 600,00 te hebben overgemaakt.
Hij mailde: ‘In de overtuiging dat het geld goed terecht komt, heb ik zojuist toch 600 euro overgeboekt. Ik zeg je eerlijk, als Groeneveldt kenner, dat dit naar mijn mening zo’n 300 euro te veel is voor de schaaltjes, maar voor het doel wat jij erachter hebt zitten, betaal ik graag het dubbele. Ik hoop van harte dat het gezin weer bij elkaar kan komen.’

De Eritreeër is met zijn vrouw en zijn vijf kinderen herenigd en ze hebben allemaal hun plek gevonden in de Nederlandse maatschappij.

Meer weten over de keramist Pieter Groenveldt? Hierbij een link naar een artikel over hem op Wikipedia.

Benieuwd naar andere bijdragen van Remmelt?
Hierbij een link naar zijn eerste gastblog, onderaan dat verhaal vind je overzicht.

Reageren

1 oktober: Naar een leven zonder werk (9) – Zwerven door de organisatie

Toen ik in augustus 2018 na drie maanden revalideren terugkwam op mijn werk in het Heijmanscentrum was Ria vertrokken naar een andere organisatie.
Maar dat was raar! En ze werd ook niet vervangen; Jacquelien en ik deden toen nog wel de secretariële ondersteuning van de Inhoudelijk Manager destijds, Marjolein, maar dat was niet genoeg. Zonder manager Algemene Zaken brokkelde de afdeling waar wij voor werkten heel langzaam af. Andere heren, andere wetten.
Soms voelde ik me als het volk Israël in Egypte: “Toen kwam er een farao die Jozef niet gekend had……”

Toen hoorden we dat Ad, directeur van Finance & Controll van Lentis in Zuidlaren, zonder secretariaat zat. Ik heb hem opgebeld, gezegd dat wij hem wel wilden helpen omdat we tijd over hadden en Ad vond dat een goed idee, dus naast het regelen van dingen voor wat er nog over was van OP hielpen wij Ad.
We kregen ook het beheer over de agenda’s van een aantal controllers en al met al raakten onze dagen wel gevuld.
Wat wel lastig was dat wij met Ouderen-psychiatrie-uren aan het werk waren voor Finance & Control; dat waren twee aparte zuilen, dus wat wij deden kon eigenlijk niet.
Ambtenarij vond ik, maar het bleef wel wat schuren. En het bleef ook ‘zwerven door de organisatie’. Op een gegeven moment had de directie bedacht dat ik wel project-ondersteuning kon doen  bij een nieuw project, daarvoor moest ik één dag in de week naar Winschoten en de rest van de dagen naar Zuidlaren.
Maar het project kwam niet goed van de grond en stierf in schoonheid.
Ondertussen leerde ik wel veel Lentis-collega’s kennen, want ik zat steeds in andere gebouwen en op verschillende plekken.
Na twee jaar leek er even hoop te gloren: de afgebrokkelde afdeling Ouderen Psychiatrie waar ik managementassistent voor was geweest werd weer nieuw leven ingeblazen en kreeg een nieuwe manager.
Ik solliciteerde natuurlijk op die functie in de rotsvaste overtuiging dat ik die baan weer zou krijgen, maar de nieuwe manager die mij al kende omdat ze teamleider binnen OP was geweest zag mij niet zitten. Er werd voor die baan iemand van buitenaf aangenomen en in de afwijzingsbrief stond dat ‘iemand was aangenomen die beter gekwalificeerd was voor de functie’.

Deze afwijzing kwam als een mokerslag binnen; tot op het bot was ik beledigd.
Ziek ben ik er van geweest, vooral mentaal.
Het voelde zó oneerlijk en zó niet verdiend, maar HR zweeg en de directie zweeg, ik moest het gewoon accepteren.
In 2020 kwam er een vacature vrij voor 16 tot 24 uur bij de Kliniek in Groningen: ondersteuning van teammanager Baukje en die baan kreeg ik.
Dat was hetzelfde werk als wat ik voor Ria had gedaan en dat beviel gelijk weer goed.
Het betekende wel het definitieve einde van het samenwerkschap met Jacquelien, wat ik nog steeds als erg spijtig beschouw.
In het najaar van 202o werd bekend dat Baukje ging vertrekken en dat ook zij niet werd vervangen; ik zou waarschijnlijk ‘boventallig’ worden.

Benieuwd naar de hele serie?
Hierbij een link naar deel 1: onderaan dat blog vind je een overzicht van de al gepubliceerde blogs.

Reageren

30 september: Vijf gangen!

Onze ‘vriendenclub Hoogersmilde’ zien we gemiddeld één keer in de maand: 8 verjaardagen in een jaar, Hemelvaartsweekend, spelletjesavond en een keer ‘iets met eten’.
Meestal is dat een barbecue, maar soms worden we verwend door Bert & Taaytje: zij houden van koken en stelden voor om zondagmiddag 28 september bij hen te komen voor een maaltijd.
Rond 15.30 uur reden we bij hen de oprit op.
We hadden elkaar voor het laatst gezien op de verjaardag van Sinet, dus er was al weer genoeg om over te hebben.

We kregen allemaal dingen die ik normaal gesproken niet op mijn bord krijg: Gerard en ik zijn nogal van ‘gewoon’ eten; niet te veel tierlantijnen en buitengewonigheden.
Wat we allemaal hebben gegeten had ik nog nooit eerder gehad…… ik neem je even mee op een reisje langs de gerechten.

We begonnen met een klein gerechtje dat in een mooie, ronde vorm op een bord werd geserveerd.
Het was een kleine salade van koolrabi, appel en stukjes garnaal.
“De kruimeltjes die erbij liggen zijn vergruisde kletskoppen” werd er bij verteld.
Wat een bijzondere combinatie van smaken!

Na dit voorgerechtje kregen we allemaal een kom soep.
Het was pompoensoep, gemaakt van een pompoen uit eigen tuin, met stukjes appel erin.
“Met een balletje”
Bij soep met een balletje denk ik aan gehakt, maar het was iets heel anders: een klein bolletje marscapone!

Het hoofdgerecht bestond zondagmiddag uit twee delen.
Eerst kregen we een bord met een aantal schijfjes worteltaart, wortel en courgette in een bedje van room en een paar stukjes gebakken roodbaars.
Zoiets bestel ik nou nooit in een restaurant….

Het tweede deel was iets heel anders.
We kregen weer een ander bord en deze keer lag er een bergje rijst op, met daarbovenop kleine stukjes rundvlees uit de slowcooker, gegarneerd met twee soorten kaas.
Daarnaast lag een soort pindasausje.
Het gerecht heette rendang.
Ook nog nooit gehad.

Het laatste deel van dit etentje bestond uit een toetje van meringue, ijs, zomervruchtjes in rode saus en slagroom.  En ik neem nooit een toetje, ik bestel in een restaurant altijd koffie!
Maar het hele bordje ging leeg en ik heb er geen kruimel van aan Gerard gegeven.  De door mij zo geliefde koffie na de maaltijd kwam toen ook nog.

Allemaal buitengewonigheden en alles was heerlijk; zo leer je nog eens wat als je buiten de deur gaat eten.
We koesteren onze vriendschapsbanden en hebben die dit weekend nog even weer onderstreept met deze heerlijke maaltijd: BEDANKT!
Je zal zulke vrienden hebben……

Reageren

29 september: Prachtig.

Tachtig jaar geleden werd ze op deze dag geboren in Coevorden: onze tante Trijn, 4 maanden nadat de 2e wereldoorlog was beëindigd als jongste zusje in een gezin waar al vier broers waren. Mijn vader was toen in augustus 13 geworden; hij was de oudste broer en had het er maar druk mee. Mijn oma was niet sterk en het jongste broertje Johannes, toen 2 jaar en tien maanden, werd regelmatig onder mijn vaders vleugels geparkeerd: “Letst doe op oons Jo?”

Dat resulteerde erin dat mijn vader als oudste broer een grote rol speelde in het leven van zijn jongste broer en zijn zusje. Dat verklaarde ook het grote verdriet toen ome Jo op 62-jarige leeftijd plotseling overleed; dat versterkte alleen maar de band tussen de oudste en de jongste uit het gezin.
Toen mijn vader vervolgens in 2008 plotseling stierf was dat voor tante Trijn dramatisch; door dat grote verlies dat wij samen konden delen groeiden wij meer naar elkaar toe. Bonus-dochter, tweede moeder, derde oma: zomaar wat termen die deze band benadrukken.
Bij de afbeeldingen: rechts zie je Trijn en Jo in 1948, links zie je  v.l.n.r. Trijn, Ada en oudste broer Kees.

Zaterdagmiddag had ze ter gelegenheid van haar 80e verjaardag een klein feestje georganiseerd: een etentje bij  ‘Landgasthof Robben im Emsland’. Waar anders zou ik haast zeggen. Over Robben schreef ik al eens eerder op dit blog onder de titel ‘Ein Holländisches Vitamienchen‘, toen aten we daar aan het einde van de 24-uur met mijn broer en schoonzus.
Het was niet een machtig grote groep: tante Trijn had de zaal gevuld met ‘de mensen die belangrijk zijn in mijn leven’: kinderen en kleinkinderen, een bonuszoon met vrouw en kinderen, nicht Trijn met haar man Jan en Gerard en ik.
Het was erg gezellig en de tijd vloog.
We genoten van een uitgebreid aperitiefje en er was zelfs een officiëel toespraakje bij het toasten, waarbij het cadeau werd overhandigd: naar een optreden van André Rieu in Maastricht!

Van het gezin dat ik in de eerste alinea beschreef is er niemand meer en ook haar man, ome Wim is in 2019 al overleden. Tante Trijn is de eerste van haar ouderlijk gezin die de 80 aantikt, haar ouders en haar 4 broers hebben die mijlpaal in de tijd niet gehaald.
In het verleden werden de verjaardagen gevierd in een grote kring van broers en schoonzussen, maar het kringetje werd steeds kleiner. Op deze gedenkwaardige dag kwamen ze nog regelmatig voorbij in de gesprekken, maar tante Trijn benadrukte ook hoe zeer ze genoot van dit kringetje van mensen die haar lief en dierbaar zijn.
En dat de  dankbaarheid voor wat er is groot is.

De neven Paul en Adriaan en hun aanhang even weer gesproken en genoten van de speciale kwaliteiten Robben.
Over het eten kan ik kort zijn: Duits en voortreffelijk.
Van die knapperige gebakken aardappels met een uitje en spekjes erdoor.
Schnitzels, cordon bleu’s, medaillons, biefstuk, iedereen koos wat hij of zij het lekkerst vond het ging ook bijna allemaal op.
Wat een heerlijk ‘Tachtig-is-prachtig’-feest!

Reageren

28 september: Kinderkoor.

Gistermiddag zaten we rond 16.00 u in de auto op weg naar een feestje; morgen vertel ik daar meer over. Op dat tijdstip begint op Radio 5 altijd het programma ‘Het theater van het sentiment’ en gisteren stond dat helemaal in het teken van het jaar 1971.
Toen we de radio aanzetten was ‘Manuela’ van Jacques Herb erop en toen de top 5 van dat jaar werd voorgesteld met nummers waar je op kon stemmen stonden in mijn hoofd de laadjes ‘nostalgie’ , ‘heimwee’ en ‘jeugdherinneringen’ al weer wagenwijd open.

‘Les Poppys’ stonden op 5 met ‘Non, non, rien n’a changé’.
Een kinderkoor nota bene.
Ik was toen 10 jaar en zat ook op een kinderkoor, maar dat leek in de verste verten niet op dit hippe jongenskoor dat werkelijk de pan uit swingde. Swong. Zoiets.
“Die traden op bij Eén van de acht bij Mies Bouwman” herinnerde ik mij nog.
Bij Gerard kwam  de herinnering boven dat hij in 1971 in het ziekenhuis 10 werd en hij zat te wippen op zijn stoel bij het liedje Borriquito: “Dit weet ik nog heel goed, hier was ik helemaal gek van.”
Gerard had grotere broers en zusters die de popmuziek al helemaal ontdekt hadden in 1971, ik hoorde destijds vooral nog heel veel Duitse muziek, op zaterdag Letty Kosterman en op zondag en meester G.B.J. Hiltermann bij de soep en de opgebakken aardappels. En ook al zaten Gerard en ik al vanaf de kleuterschool bij elkaar in de klas: bij zulke gesprekken komt er altijd nog wel weer iets nieuws naar boven en moeten we constateren dat onze jeugd in Hoogersmilde nogal verschilde. Hij als vijfde kind in een gezin met 7 kinderen, ik als oudste in een gezin met 2 kinderen.

Noem je mij een jaartal, dan zegt mij dat op zich niet zoveel, maar hoor ik de muziek die bij dat jaartal hoort dan stromen de herinneringen binnen.
Dat nummer van Borriquito bijvoorbeeld hoorde ik vooral in de grote, Duitse televisieshows, waarin het orkest van Max Greger dat muziekstuk speelde.
Zie ik ons gezin weer zitten in de kamer: mijn vader naast zijn telefoonkastje bij raam, ik in de stoel tegen de servieskast aan en mijn moeder en mijn broer op de bank.
Iedereen een vaste plek. Ordnung muss sein.

Ook even genieten van 1971?
Hierbij een link naar de Poppys én naar Borriquita.

Reageren

27 september: Een hei-sessie….. en tóch leuk!

“Kun je met dit spel ook naar de gevangenis?” vroeg één van ons.
‘Ons’ staat in dit geval voor alle secretaresses van onze afdeling Team290&Ouderenpsychiatrie en we zaten gisteren met elkaar in een heel ongebruikelijke setting: in een chalet op Molencatenpark Kuierpad in Wezuperbrug.
Teamleider Sylvia had ons in haar vakantiehuisje uitgenodigd voor een ‘verwendag’: koffie met iets lekkers, een tapas-maaltijd, een spel dat draait om ontmoeting/jezelf laten zien en een mooie wandeling door natuurgebied ‘Slenerzand’.

Je hoort vaak negatieve verhalen over zo’n teamdag.
“We hadden weer zo’n obligate heisessie-dag met een hoop bla bla bla …..”, maar dat was gisteren absoluut niet het geval; het voelde als een soort familiedag.
Geen blaadjes waar je ’tops & flops’ op moest schrijven en geen verhalen over zelfontwikkeling
Geen tabellen met cijfers over hoe het met ons bedrijf gaat en dat men toe wil naar een ‘aanspreek-cultuur’.
Geen managers die stippen aan de horizon zetten en een tijdpad schetsen.
Niets van dat alles: het was gewoon gezellig en het thema was: ‘Don’t worry, be happy’.
Bij de koffie werden we getrakteerd op een hele plank met allemaal heerlijks dat we ons goed lieten smaken.

Het spel dat we deden had geen vakje met ‘Ga naar de gevangenis’, maar wel heel veel andere vakjes met vragen. Als je zo’n vraag beantwoordde liet je een stukje van jezelf zien.
Op dit blog blijven de gesprekken die ontstonden onbesproken. Het was intens, het was emotioneel en het bracht ons dichter bij elkaar.
Het was dus een spel dat je niet kon winnen en toch kregen we allemaal een beker: een koffiebeker als herinnering aan deze dag.
Na het spel liepen we verlekkerd langs een heerlijk buffet waarbij we konden kiezen uit quiches, wraps, boreks, croissantjes …. met recht een verwendag!

De wandeling was heerlijk; het was prachtig weer en al teutend liepen we over het vakantiepark, door bos en door heide op het Slenerzand.
Onze teamleider liep voorop maar zei dat ze de weg eigenlijk niet zeker wist: ze liep altijd maar met haar man mee en hoopte maar dat het goed kwam. “Zal ik dan ik toch even op Google kijken?” stelde één van ons voor bij de zoveelste tweesprong waar een weifelend ‘Ik denk rechts…..’ werd geopperd. Een ander dacht dat we naar de stand van de zon moesten kijken, maar die werd gelijk in de padvindershoek gezet en ‘Akela’ genoemd. Juichend werd even later het hek begroet waardoor we weer toegang kregen tot het park.
Spelende vrouw, wat heb je nu geleerd?
De teamleider weet het ook niet altijd, maar als team hebben we het prima gered.
Voor deze les heb je dus helemaal geen dure hei-sessie nodig.

Het was een bijzondere dag.
Ten eerste: wij hebben niet zo vaak iets gezelligs met ons team.
Ten tweede: het was voor mij de laatste keer.
Als mensen mij vragen: “Kijk je uit naar je pensionering?” dan is mijn antwoord altijd volmondig ja.
Het werk ga ik niet missen.
De mensen wel.

Reageren

Pagina 7 van 395

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén