De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

29 maart: De achterste rij.

Waar ik zat kon ik de achterste rij niet eens zien.
De cantorij stond gisteravond in de Witte Donderdag-dienst in de Catharinakerk naast de preekstoel (waar we met het Carols-koor ook stonden). Voordeel: er is veel minder afstand met de gemeente; anders staan we namelijk altijd in het koor, veel verder weg. Nadeel: het koor is minder zichtbaar. Maar het gaat tenslotte bij de cantorij vooral om het hoorbaar zijn, dus wat mij betreft volgende keer weer.

Gistermiddag had ik in de mail al gezien dat er die avond een groot probleem was: cantor Karel was ziek!
Hij is niet alleen dirigent voor het koor, maar heeft ook een dragende rol in de liturgie, dus hij kon eigenlijk niet gemist worden.
Daar kwam bij dat voorganger Sybrand van Dijk ook nog niet helemaal fit was na een ziekte (beetje zweterig en wiebelig zoals hij zelf zei), dus de omstandigheden waren beslist niet optimaal. De koorleden die ik op hun weg naar de wc na het inzingen even vluchtig sprak waren er dan ook niet gerust op. Voor de dienst begon nam Sybrand het woord en stak de cantorijleden én zichzelf een hart onder de riem.
Hij memoreerde een optreden van de beroemde Maria Jaoa Pires die overgevlogen was om een zieke pianist te vervangen bij een pianoconcert van Mozart. Zij had zich voorbereid op het verkeerde stuk.* “Maar ze speelde het toch omdat ze het zó goed kende! Dat geldt ook voor ons vanavond: je hebt zo hard geoefend, de stukken zitten in je hoofd, maar vooral in je lijf. Het gaat lukken!”

Het ging goed.
Vast anders dan bij Karel, maar nu gaf tenor Jelle aan wanneer er gezongen moest worden en door wie.
Het eerste stuk was prachtig, met een zowaar een paar solo’s!

Witte donderdag.

Voorts ben ik van mening dat koorzang niet altijd perfect hoeft te zijn: de cantorij fungeert als ondersteuning bij de gemeentezang en dat was gisteravond beslist het geval, want de liederen en responsies waren veelal onbekend.
We vierden het Heilig Avondmaal. Dat vind ik in de Witte Donderdag-viering altijd indringender dan op een zondagmorgen.
Jammer dat het Ubi Caritas dat er bij gezongen werd veel te snel werd begeleid op de piano, zodat het meer op een meezing-schlager leek.
Daar had ik eigenlijk veel meer moeite mee dan met de af en toe onzekere cantorij.

Na afloop ontmoette ik een paar cantorijleden bij de kapstokken.
“Complimenten: goed gedaan ondanks het gemis van Karel.”
Het was heerlijk om elkaar even weer te zien.
Sinds half januari (toen ik ziek werd) heb ik al niet meer meegezongen en ik heb het koor en de repetities erg gemist.
Het heeft nu wel lang genoeg geduurd; aanstaande dinsdag sta ik weer op de achterste rij tussen Ilse en Klaas in.

* hierbij een link naar een YouTube-video van dat voor de pianiste verschrikkelijke moment en hoe ze het toch oppakt.

Reageren

28 maart: Naar Betty.

In januari schreef ik over de problemen die ik heb met mijn stem in het blog ‘Ik was de bas’.
Daarin schreef ik dat ik naar de huisarts zou gaan en die heeft me verwezen naar Betty.
Zij is stemcoach, logopedist en stemtherapeut; twee sessies heb ik inmiddels bij haar gehad.

Ik moet eerlijk bekennen: met enige schroom ging ik naar haar toe.
In mijn jeugd heb ik gestotterd; op de kleuterschool kreeg ik spraakles, maar dat heeft mij toen niet geholpen; het maakte mij alleen maar een uitzondering.
Meer weten? Lees dan het blog ‘Zwaar van tong‘ uit 2018.

De eerste afspraak was vorige week en dat was een intake: problemen in kaart brengen, hoe klinkt je stem dan, hoe adem je dan en wat is je doel. Het doel staat mij helder voor ogen: ik wil graag weer vrijuit zingen en het liefst ook weer een beetje hoger.
Waar het bij mij mis gaat was na dat eerste gesprek ook al wel duidelijk: ik heb niet genoeg ademsteun bij het zingen.
De opdracht die ik van Betty kreeg was: let de komende dagen bij het spreken eens op de verdeling van je adem.
Haal je op tijd adem of praat je te lang door? Want dan ‘pers’ je nog geluid uit je stem, terwijl je al geen adem meer over hebt.
O? Doe ik dat?

Ja dus.
Toen ik er op ging letten kwam ik er achter dat ik dat regelmatig doe.
Alleen al het feit dat ik het nu zelf opmerk is al een stapje in de goede richting; dat heeft alles te maken met bewustwording.
Zingen ging eigenlijk altijd vanzelf.
Als 3-jarige zong ik in de zandbak al luidkeels mee met Anneke Grönloh “Soejabajaaaaa, met je hemo so bauw…!”
Kinderkoor, jeugdkoor, gemengd koor, Af&Toe-koor, cantorij, duo-zang met Gerard: zingen in wat voor verband dan ook stond altijd op mijn agenda.
Dirigenten die mij vertelden over ademsteun en ademhalen vanuit je buik begreep ik nooit zo goed.
Nu mijn stem ouder wordt begint het apparaat te haperen. Er is niet genoeg ondersteuning, want (zei Betty afgelopen dinsdag) “Goede ademsteun is het fundament onder je stem” en bij mij is geen fundament, mijn ouder wordende stembanden kunnen het niet langer alleen.

Er moet dus iets gebeuren.
Aaltje moet aan het werk met de ademsteun.
Betty gaat me daar bij helpen en gaf me deze week huiswerk mee: iedere dag 5 minuten oefeningen doen.
Die ga ik doen in de ochtend na de dagelijkse yoga/pilates.

Afgelopen zondag stond ik na de kerkdienst aan de koffie te praten met Erwin Wiersinga, onze organist en beroemd musicus.
Hij hoorde van mijn problemen en zei streng: “Iedereen die muziek maakt moet les nemen!”
Ja Erwin.
Ik ga mijn leven beteren.
Betty heeft gezegd dat leren zingen met ademsteun zelfs op je 63e nog kan; ik ga het avontuur gewoon aan!

Hierbij een link naar Betty’s website.

Reageren

27 maart: Wafels.

In de weekend-bijlage van het Dagblad van het Noorden stond een artikel over wafels want 25 maart was het Internationale Wafeldag* .
‘Wafels van de wereld’ was de titel; je zag afbeeldingen wafels uit Italië en Zweden, maar ook stroopwafels uit Gouda en natuurlijk ons Drentse kniepertie, de enige wafel die ik zelf ook wel eens maak. (zie Knieperties & rollegies, een blog uit 2014).

Op de verjaardag van Carlijn kregen we afgelopen weekend ook een wafel.
Dit zei ze er zelf over: “Eén van de leukste onderdelen op een kinderfeestje vroeger vond ik: zelf je taartje versieren. Dan kreeg je een cakebodempje of zo en daar kon je dan zelf van alles op doen. Dat gaan we op dit feestje ook doen!”

We kregen allemaal een Brusselse wafel ‘met niks’ en die mochten we zelf aankleden.
Er kon slagroom op, frambozen en chocoladerondjes.
De wafels werden rijkelijk versierd door de aanwezigen.
Menigeen zat na het het eten van het gebakje met een witte snor “…..misschien toch een beetie te veul slagroom?”

Na 1o afleveringen Heel Holland Bakt lijkt het misschien wat simpel allemaal, maar o, wat was het lekker! Dus heb je een keer geen zin in het bakken van een taart voor je verjaardag? Laat de gasten zelf hun taartje in elkaar flansen. Succes verzekerd!

*Waarom op 25 maart? De wafeldag is vermoedelijk per ongeluk ontstaan. In de christelijke religie is 25 maart de dag waarop de aartsengel Gabriël naar de aarde kwam en Maria vertelde dat zij over 9 maanden Gods zoon ter wereld zou brengen. De naam van deze dag, Vårfrudagen, werd in de loop van de tijd, bewust of onbewust, verbasterd tot Våffledagen. Het lijkt inderdaad wel een beetje op elkaar… (Bron: Dagblad van het Noorden)

Reageren

26 maart: Ten grave gedragen.

Jongste dochter Carlijn werd afgelopen weekend 30 jaar; met een cadeautje, een envelop en een aardbeienplantje reden we naar Groningen.
Gezellig!
“Ben écht jarig!” vertelde ze.
Ze had vrijdag ook al cadeautjes gekregen; in de kast stond een grote, gouden en spuuglelijke 30 en er waren ook al felicitatie-kaartjes binnengekomen.
“Die van Suus is écht heel bijzonder; kijk!”

Die van Suus was niet alleen heel bijzonder, maar ook macaber, maar in het kader van het werk* dat Carlijn doet was het ook hilarisch.
De voorkant was een grafsteen: Carlijns jeugd was overleden.
De binnenkant was qua kleur een stuk vrolijker dan de buitenkant, maar stond ook helemaal in het teken van de dood.
Als je op de afbeelding rechts klikt komt hij groter in beeld: kijk en geniet.
Leuke details: de letters worden gevormd door botjes en als je het aantal kaarsjes telt kom je precies op 30.

* Weet je niet wat Carlijns beroep is? Hierbij een link naar haar gastblog uit 2022 over dat onderwerp.

Reageren

25 maart: Bloemen!

Gerard was vrijdagmiddag even het dorp in geweest voor noten en pinda’s.
Toen ik even later thuiskwam van de yoga/pilates-les lag op het aanrecht een bos bloemen.
“Heb je bloemen voor iemand gehaald?”
Dat doet hij soms voor iemand van de kerk of iemand die afscheid neemt of zo.
“Nee, die heb ik alvast gekocht voor onze trouwdag.”

Had ik nog helemaal niet aan gedacht….
Vandaag is het 41 jaar geleden dat we in de echt werden verbonden.
Vorig jaar pakten we flink uit vanwege het 40-jarig jubileum; toen zaten we met ons voltallige gezin een week op Gran Canaria en vierden we in april met familie een vrienden feest in Westerbork.
Dit jaar vieren we het veel minder uitbundig, maar de dag is er natuurlijk niet minder speciaal om: in het paasweekend gaan we met z’n achten uit eten om te vieren dat we weer een jaar voor elkaar gespaard zijn.

De bloemen staan te stralen in onze woonkeuken.
De waarde van de week!

Hierbij een link naar het blog ‘40 jaar geleden‘ dat ik vorig jaar op deze dag schreef.

Reageren

24 maart: Is de koster iets vergeten?

……schriftlezing……

Af en toe vieren we met onze PKN-gemeente op zondagmorgen een ‘Ik-zie-jou-viering’: laagdrempelig en anders dan anders.
In het weekend om zo’n kerkdienst heen worden er activiteiten georganiseerd met kinderen/jongeren; gistermiddag werden in hal van Op de Helte enthousiast palmpaasstokken gemaakt.
Alles is anders bij ‘Ik zie jou’. De stoelen staan anders, we zingen andere muziek dan in gewone diensten, er is geen preek, de schriftlezing wordt gedaan uit een prentenboek en zelfs de gebeden worden niet op de traditionele manier gedaan.

Een van de onderdelen was de ‘Stille-week-quiz’ in de vorm van ‘Rrren jjje rrrot!’
Kinderen van nu kennen dat televisieprogramma uit de jaren ’70 natuurlijk niet, maar ze begrepen wel direct wat de bedoeling was.
Er werden meerkeuzevragen gesteld en er waren 3 ‘vakken’ waar de kinderen naar toe konden rennen, A, B en C.

Een voorbeeld:

Deze grote kaars heet ‘de paaskaars’. Waarom staat het verkeerde jaartal er op?
a. Omdat de kalender voor de kerkdiensten loopt van paasmorgen tot paasnacht en niet van 1 januari tot 31 december
b. Omdat de koster vergeten is de goede kaars neer te zetten. Die van 2024 staat nog in het hok.
c. Het is helemaal geen jaartal. Opgeteld is 2+2+3 het getal 7 en dat staat voor Jezus.

Tien vragen werden er zo gesteld en ondertussen leerden we van alles.
Waarom het ‘stille week’ is de komende week.
Waarom er een haantje op de versierde palmpasenstok zit.
Waarom Pasen niet op een vaste datum wordt gevierd.

Verder hoorden we naast het verhaal van de intocht van Jezus in Jeruzalem ook een verhaal over de witte neus van ezels: hoe komt dat eigenlijk?
Wil je het antwoord op al deze vragen weten? Je kunt de viering terugluisteren via Kerkomroep of het YouTubekanaal van onze PKN-gemeente.

De gebeden werden vanmorgen aanschouwelijk gemaakt.
We hadden allemaal een gekleurd strookje gekregen, waar we een gebedsintentie op konden zetten: wat wil je aan God vragen, of wat wil je zeggen?
Alle strookjes werden opgehaald; sommigen werden voorgelezen en ze werden allemaal opgehangen/vastgeniet aan een draadje en met dat draadje naar boven gehesen. Zo stegen onze gebeden letterlijk en figuurlijk op naar de hemel.
Hoe dat er uitzag zie je op de afbeelding hiernaast.

Fijne viering.
Preek niet gemist eigenlijk.

Reageren

23 maart: Bietencarpaccio.

“Nee. Jullie komen eerst bij mij eten.”
We hadden Renny gevraagd om een keer met ons mee te eten, maar ze was heel stellig in de tegen-uitnodiging; vrijdagavond rond 17.15 uur stapten we op de fiets.
Gerard en Renny zaten een paar jaar samen in de kerkenraad en wij kennen elkaar al heel lang, omdat zij de kleuterjuf was van Frea en Harriët. Zij eet al jaren vegetarisch en zij trakteerde ons op een vier gangen diner!
Het was allemaal heerlijk (groentesoep, broccoli-courgette-curry en een griesmeelpudding), maar op dit blog licht ik er één gerechtje uit: de bietencarpaccio.
Had ik nog nooit gehad, maar zo lekker!
Flinterdunne plakjes rode biet in een zoetzure dressing met kleine kaasblokjes, pijnboompitten en veldsla.
Wat een bijzondere combinatie.
En niet moeilijk om te maken, dus dat ga ik ook nog eens doen.

Het woord carpaccio deed me denken aan mijn moeder, die mij ooit eens in een eetcafé fronsend over de lunchkaart aankeek en zei: “Carpaccio?! Wat is dat nou weer. Hebt ze hier gien kroketten?”
Dat haalde bij Renny het verhaal naar boven over haar moeder, die vanuit Wieringerwerf een dagje met haar dochter naar Alkmaar ging.
Die nam voor tussen de middag brood en koffie in een thermoskan mee.
O ja, daar kon Gerard over meepraten.
Zijn ouders gingen rustig ergens koffiedrinken, om daarbij vervolgens hun eigen meegebrachte brood op te eten.
Dat mocht daar niet. Moeder vond dat heel raar!
“Maor wij hebt hier toch koffie kocht…….”
Wat een andere tijd.
Wat heerlijk om het daar nog eens uitgebreid over te hebben.
Nu lach je er om, maar toen schaamde je je dood.
Tijden veranderen, ik schreef er deze week nog over in het blog ‘Opschuiven in de tijd’

Over tijd gesproken: die ging hééél snel vrijdagavond.
Maar gauw weer eens afspreken.
Maar dan bij ons!

Reageren

22 maart: Omgezaagd.

“Eigenlijk wordt die Koreaanse zilverspar wat te groot in onze tuin; daar moeten we wat mee.”
Drie jaar geleden zei ik dat voor het eerst toen we met z’n tweeën aan de koffie zaten.
Hij groeide aan de ene kant tegen de heg aan en aan de andere kant hing hij over het pad.
Maar ja.
Zo’n mooie boom.
En met kerst hangen er lichtjes in……
En in het voorjaar ruikt hij zo lekker
Daarover schreef ik al eens blog in 2017: Zomer in mei met foto’s van baby-zachte, lichtgroene bolletjes, nieuwe grijsachtige kegeltjes en druipende hars. Als je het leest ruik je de geuren erbij.
En Gradus dan!
Als je klikt op foto hiernaast van juli vorig jaar zie je onze tuinkabouter op zijn wachtpost onder de boom staan.

In februari was het op een zaterdagmorgen zacht weer en de zon scheen: dan kunnen wij al buiten zitten.
Jas aan, kussens in de stoel: buut’n koffiedrinken.
En toen zagen we het weer: “Die zilverspar hangt nu al over het hele looppad heen; daar moeten we wel wat mee.”
Er gebeurt natuurlijk niks als je dat steeds maar blijft zeggen.

Lang verhaal kort: vanmorgen stond er een bus + aanhangwagen van A. de Boer Groentotaal voor onze deur en zat mijn woonkeuken vol met koffiedrinkende mannen toen ik met mijn duffe hoofd naar beneden kwam.
Een uur later vertrokken ze weer, met medeneming van de in stukken gezaagde boom en de uitgegraven stobbe.

Raar hoor. En leeg ook. Maar ook lichter.
We hadden het boompje ooit als minikerstboom in huis gehad en daarna plantten we hem in de tuin.
Links zie je een foto uit 2009, toen stond hij er nog niet zo lang.
We zijn nu 15 jaar verder; je kunt je bijna niet voorstellen dat zo’n boom zo hard groeit!
Rechts een foto die ik vanmorgen nog maakte, vlak voordat hij werd geveld.

Gradus staat nu in het achterhuis op de wasmachine; we moeten nog een nieuwe plek voor hem bedenken.
De vogels vonden er ook wel wat van. Toen de boom was weggesleept zaten de mussen in de heg te kijken en te kwetteren. Ik kon bijna horen wat ze riepen: “Blinder! Kiek nou, oonze bome is vot!”
Drentse mussen.

Ik maakte een filmpje van de teloorgang van onze Koreaanse Zilverspar.
Hierbij een link: omgezaagd….

Reageren

21 maart: Helemaal ontleed en uitgeplozen.

Dit jaar heb ik de Matthäuspassion nog niet beluisterd; andere jaren trek ik daar een middag of een avond voor uit, maar het is er nu nog niet van gekomen. Dat komt van een podcast, uitgebracht door Het Concertgebouworkest.
Op Spotify ontdekte ik namelijk de podcast ‘Een lijdensweg’ van Gijs Groenteman, zanger/bas Thomas Oliemans en musicoloog Thomas de Jonker.
Zij bespreken uitgebreid de Matthäus-Passion in 69 (!) afleveringen.
De afleveringen lopen in elkaar over, maar je kunt ze ook afzonderlijk beluisteren.
Alles met elkaar zijn ze 13 uur met z’n drieën in gesprek.

Thomas Oliemans is bas en het is heel leuk om te horen hoe hij als uitvoerend musicus een uitvoering van de Matthäus beleeft.
Hij zingt af en toe een deel van een aria of een koorpartij en speelt ook stukken op zijn vleugel: hij laat horen hoe bepaalde akkoorden klinken en laat horen hoe de partijen in het orkest onder elkaar staan.

Afbeelding: website Het Concertgebouworkest

Thomas de Jonker geeft achtergrondinformatie over Bach, over de geschiedenis van de passionen, over kerkmuziek, kerkgeschiedenis en Gijs Groenteman is een leek die vragen stelt die ik ook zou stellen. Ze bespreken duizend-en-één aspecten van het beroemde stuk en zo wandel je aan de hand van de babbelende, zingende en musicerende mannen door het hele stuk heen.

13 uur, 69 afleveringen.
Op voorhand denk je: duurt laaaaaang!
Is ook zo.
Maar ik heb de Matthäus zo vaak gehoord en het klinkt allemaal zo bekend en vertrouwd, ik kan hem wel dromen en ik krijg er niet snel genoeg van. Af en toe hoor je stukjes uit de Matthäuspassion, uitgevoerd door Het Concertgebouworkest.
Zo mooi…..dan duurt het helemaal niet lang. En het hoeft immers ook niet 13 uur achter elkaar!
WC’s soppen, stofzuigen, strijken, koken, fietsen: van alles doe ik ondertussen en ik geniet er van.

In de TV-gids zag ik dat er op Goede Vrijdag een uitvoering op televisie is, daar ga ik waarschijnlijk voor zitten.
Dan heb ik die 13 uur er waarschijnlijk al op zitten…….

Hierbij een link naar meer informatie over deze podcast op  de website van Het Concertgebouworkest.

Reageren

20 maart: Mooie rooie.

Af en toe zoek ik ex-collega Rudi op om even bij te praten.
Hij werkt nog wel bij Lentis, dus in die zin is hij nog wel mijn collega, maar we werken inmiddels op andere afdelingen en zien elkaar tijdens het werk nooit meer.

Hij stuurde mij een paar weken geleden wat foto’s.
Hij had iets nieuws gekocht: een fietscaravan.
O?
Zijn die er dan?
Ik moest maar eens komen kijken.
Toen ik gistermorgen kwam aanrijden stond het ding al op de oprit.
“Mooie rooie” stond erop.
Het leek een mini-paardentrailertje.
Hoe moet je daar ooit in slapen?
Maar eerst bijpraten: koffie met hazelnootschuimgebak, hoe-is-het-met-die-en-die, ga je al haast met pensioen, je kent het wel; altied tied tekört.

Maar nu die caravan; ik kreeg aanschouwelijk onderwijs.
“Kijk, hij staat op pootjes en hier aan de zijkant zitten ook pootjes en als ik die zijkant zo uitklap…..””
Daar stond een minicaravan; in het Drents een kerrevennegie.
Binnenin kon je een bed uitvouwen (2 meter), maar je kon er ook een zitgedeelte van maken met twee bankjes en een tafel.
Op mijn vraag of je het een één of tweepersoonscaravan was zei hij: “Je moet wel heel veel van elkaar houden als je hier met z’n tweeën in wilt slapen.”
Het tafeltje was uitneembaar; dat kon je met twee ophanghaakjes aan de caravan bevestigen en er zat ook een luifel van 3 meter bij.
Die kon je op het dak bevestigen en met een sleuf-pees constructie.
“Kijk, dan kun je zo aan je tafeltje onder je luifel zitten met een kneuterig, roodgeblokt kleedje.”
Alleen al om het kleedje zou je zo’n ding aanschaffen.
Rechts zie je een afbeelding van de binnenkant: het bed is  in gebruik als bankje.

Deze fietscaravan heeft Rudi gekocht bij een Deens bedrijf;  ‘Wide Path Camper’ heet het.
Hierbij een link naar hun website: daarop zie je ook foto’s van hoe de caravan er uitziet met luifel.
De eerste uitprobeer-vakantie is al gepland.
Naar Vlieland.
Moet je met je fiets en dat ding op de boot.
Maar is het een caravan? Of een aanhangwagen? Een fietskar?

Op het Instagram-account van deze website vind je een foto van het kerrevennegie en van het tafeltje aan de buitenkant (met het kleedje) én antwoord op bovenstaande vraag.

Reageren

Pagina 6 van 340

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén