De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

8 juli: Nederlands maar dan anders (24)

Het is al weer twee maanden geleden dat deel 23 in deze blogserie verscheen.
In die tussentijd kreeg ik mooie zinnen/woorden toegestuurd, dus kan deel 24 worden gepubliceerd.

Carlijn had ergens een leuke verspreking gehoord.
“Wij kunnen samen wel door een beugel.”
Haar vriendin Irene doet ook een duit in het zakje.
Zij hoorde in een TV-programma “Nu vallen heel wat dubbeltjes op zijn plek.”
Verder had een collega een nieuwe variant bedacht op het spreekwoord ‘de kat op het spek binden’.
Een cliënt, die de groepspinpas wel eens voor privé-uitgaves gebruikt had ‘m toch meegekregen voor boodschappen.
“Nou, dat is de kippen op stok jagen!”

Nog een verhaal uit de koker van Irene.
Collega trof een boze cliënt aan, omdat ze vooraf had gebeld om te checken of die cliënt wel bezoek verwachtte.
In de overdracht had ze gezet: “Nou, ze kwam meteen met de deur naar binnen vallen!
Dit en dat, dus ik zei dat ik juist had gebeld omdat we geen draadjes los willen laten.”

Bij Gerard op kantoor worden soms ook mooie dingen gezegd.
Er was een offerte ingediend voor een aanbesteding.
Moet je dan alleen maar voor de laagste prijs gaan?
“Soms moet je ook gewoon durven. Als je te bescheiden bent pis je naast de boot.”
Wat bedoelt de spreker.
Dan vis je achter het net?
Dan val je buiten de boot?
Dan pis je naast de pot?

Op de werkvloer hoor ik zelf nog wel eens wat leuks voorbij komen.
Janine had een operatie ondergaan en hoorde vlak daarna dat er nog een andere ziekte bij haar was geconstateerd.
Toen dat een andere collega ter ore kwam zei ze: “O, dan zit die wel lelijk in de lappenmolen!”
Een andere collega wilde ons er op wijzen dat we niet alles hoefden te pikken.
“En als je nou denkt: “Dat laat ik niet over mijn rug gaan….”
Paula vertelde over een groep collega’s die naar een ander gebouw moesten verhuizen.
Voor hun gevoel werden ze verbannen, ze waren het er niet mee eens.
Paula maakte van de kont, de krib, ergens tegenin gaan en het Nedersaksische ‘de kop d’r tegen zetten’ een geheel nieuw spreekwoord: “Ze gooiden de kop erin …..”

Vaste lezer Dick stuurde ook een leuke: de Vlaamse minister van milieu was vorige week op TV in Nederland.
Ze vertelde dat in het kader van CO2 drastische maatregelen nodig waren.
‘Je kunt niet blijven natten en pap houden”, zei ze.

Toen ik over het verhaal van Joop had geblogd (zie Laat je niet wegzetten) liet ik het voor publicatie nog even aan hem lezen met de vraag: geef ik het zo goed weer?
Het was verder goed, “maar” vulde hij aan “we stonden niet met ons geweer in de aanslag, maar in presentatie”.
Met het geweer in de aanslag op prins Bernhard wachten…..foutje van Aaltje.

Op de Waninge-familiedag verzorgden we als gezinsleden workshops; Jon had ‘kleding maken van afvalmateriaal’ bedacht.
Toen ik vroeg wat ik voor zijn onderdeel moest inkopen was het antwoord: “Tie-rips, touw, plakband en lijmstokjes.”
Eeeeh… lijmstokjes?
“Ja. Plakstokjes.”
Frea vulde aan. “Hij bedoelt Pritt-stiften. In Engeland noemen ze die ‘glue-sticks’.
Tuurlijk. Ging ik kopen.

Ook iets mals gehoord of gelezen?
Of gelachen om een rare combinatie van spreekwoorden?
Doe als Irene: geef het even door.
Klik hier voor het blog Nederlands maar dan anders deel 23, van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.

Reageren

7 juli: Blogbouwstenen (8) – De macht van het kleine.

Toen ik van Joop en Essina de doos met oude muziekboeken kreeg, kreeg ik in de week daarna nog een bijzonder boekje dat ze hadden gevonden.
Het heet ‘Christelijke kinderliederen voor school en huis’.
Op internet kan ik er geen informatie over vinden; Essina dacht dat het misschien wel van voor de oorlog was, maar een jaartal kan ik er ook niet in vinden.
Er staan liederen in die anno 2022 geen kind meer zingt. Op school niet en in huis niet.

Rechts zie je een afbeelding van de pagina’s 20 en 21. (klik op de afbeeldingen voor een vergroting)
Mijn oog viel op de titel van lied nr. 20 ‘De macht van het kleine’.

Kleine waterdropp’len, kleine korr’len zand,
vormen saam de trotsche zee en het breede strand!

Kleine liefdedaden, woordjes teer en zacht,
hebben vaak in ’t kleinste huis, ’t grootst geluk gebracht.

Een bekend gedichtje, dat mijn schoonmoeder nog wel eens voordroeg.

‘Het zijn de kleine dingen die het doen’ zongen Saskia en Serge in 1971.
Ook dat lied hoor je tegenwoordig niet meer, hooguit nog in de Arbeidsvitaminen.
Maar de essentie van de tekst is nog steeds actueel.
Dit zingt het echtpaar in het laatste couplet:

We leven in het groot, we maken veel te veel misbaar
We praten wel, maar luisteren zelden naar elkaar
We kijken naar een punt en veel te weinig om ons heen
We zien geen kleine dingen en dus blijven we alleen.

Eén glimlach kan het begin zijn van een vriendschap.
Eén woord kan een ruzie beslechten.
Eén blik kan een relatie redden.
Eén persoon kan je leven veranderen.

Onderschat de macht van het kleine niet.

Benieuwd naar de andere ‘blogbouwstenen’?
Die hebben een eigen knop in het menu onder ‘Lezen’.

Reageren

6 juli: Gastblog van Hetty – Een TOP ervaring.

In het blog over het overlijden van Jansje kondigde ik het al aan:  Hetty Veerman zal in het weekend van 25 juni de Mont Ventoux op fietsen; daar zal zij binnenkort een gastblog over schrijven.
Vandaag lost ze haar belofte in:

Een TOP ervaring.

Het was een bont gezelschap waarmee we op dinsdagavond 21 juni vertrokken richting het zonnige zuiden. Enkele uren eerder dan oorspronkelijk de bedoeling was in verband met de verwachte files van tractoren op de weg.

Het gezelschap bestaat uit getransplanteerden, partners, medische buddy’s, supporters en betrokkenen bij transplantaties. De kookploeg is eerder vertrokken om de keuken op te bouwen, inkopen te doen zodat ze ons kunnen voorzien van een maaltijd als we aankomen bij ‘de kale berg’, de eindbestemming van de reis. Iedereen heeft een eigen verhaal en eigen berg van het leven te beklimmen.

In juli wordt de ronde van Frankrijk verreden: de Tour de France. Eén van de bergen die regelmatig in het programma van de Tour zit is ‘de kale berg’ oftewel de Mont Ventoux. Bovenop de berg waan je je in een maanlandschap. Eén kale grijze steenachtige massa. De berg ligt in het uiterste zuiden van Frankrijk en is 1912 meter hoog. Om deze berg te beklimmen moet een route van 26 kilometer afgelegd worden. Dit staat bekend als een loodzware etappe in de Tour.

We willen de uitdaging aan gaan om de berg fietsend te bedwingen met een hele groep in het roze uitgedoste wielrenners. Aan deze beklimming heb ik mijn eigen missie gekoppeld: ruim een kilometer voor de top van de berg is het Tom Simpson Memorial 1997. Dit is een gedenkteken voor de op de berg overleden Britse wielrenner. Bij dit monument kun je iets achterlaten, een bidon, bloemen of wat dan ook. Als eerbetoon aan alle orgaandonoren, onze helden, heb ik hier een glazen plateau gelegd met een groot roze hart. Voor de mensen die ik in de afgelopen jaren heb ontmoet in het ‘transplantatiecircuit’ en voor wie de berg te hoog was hebben we hartjes met de namen neergelegd. We willen hen blijven gedenken.

Voor mij was het beklimmen van de berg een prachtige belevenis. Ik heb dit doel kunnen bereiken dankzij mijn fietsmaatjes en in het bijzonder mijn man Dick Bosman die me altijd motiveert en met mij deze berg heeft beklommen.

Voor diegenen die mij niet kennen: op 18 oktober 2015 heb ik twee prachtige donorlongen mogen ontvangen. Na jarenlange longproblemen kreeg ik door dit geschenk van een donor een nieuw leven met nieuwe kansen. Woorden van de transplantatiearts die ik nooit zal vergeten: we transplanteren u niet om achter de geraniums te gaan zitten. Dit is mij op het lijf geschreven: ik ben iemand die het liefst onderweg is. Je moet wel het geluk hebben dat de transplantatie slaagt en er niet teveel complicaties komen na de transplantatie. Het is geen kleinigheid en helaas niet voor iedereen een succes. Ook is er een tekort aan orgaandonoren waardoor organen niet altijd op tijd beschikbaar zijn. Graag wil ik het belang van orgaandonatie onder de aandacht brengen, omdat ik aan den lijve heb ondervonden hoe waardevol dit kan zijn.

Hetty Veerman

Naschrift van Ada: de afbeelding op dit blog is een fotocollage: als je er op klikt komt hij groot in beeld.
Hetty was al eens Lezer van de maand. In 2019 schreef ze een verhaal met de titel: ‘Mijn hart tussen jouw longen’.

 

Reageren

5 juli: Want het is zomer!

Dinsdagmorgen.
Mijn vrije dag.
Tijdens de yoga-pilatesoefeningen zingt André van Duin op Radio 5 ‘Want het is zomer’.
Als ik naar beneden loop schijnt de zon al in onze tuin waar de hortensia’s uitbundig staan te bloeien.
John Denver zingt ‘Sunshine on my shoulder’.

Heerlijk.
Zomer.
En de hele week ‘mijn weer’: 20/21 graden, af en toe wat wolkenvelden, hier en daar een bui.
Natuurlijk hoop ik dat die buien daar vallen en niet hier, maar regen moet ook af en toe.
Uit de tuin haal ik wat aardbeien voor op een beschuitje.
De foto hiernaast van het aardbeienbed maakte ik vanmorgen op mijn knieën op het tegelpaadje.
Om 10.00 uur zat ik met een kop koffie in de zon op mijn tablet dit blog te schrijven.

Vandaag rook ik de zomer, hoorde en zag ik de zomer, voelde ik de zomer en proefde ik de zomer.
Daar hoef je geen vakantie voor te hebben.

Reageren

4 juli: Je oren naar elkaar richten.

Eigenlijk hadden wij al lang vakantie van de cantorij moeten hebben; na Pinksteren stopt normaal gesproken het seizoen en zien we elkaar eind augustus weer.
Maar dit jaar zongen we een maand langer door, want pastor Astrid Mekes nam afscheid van onze gemeente op zondag 3 juli en de cantorij werd uitgenodigd om in die viering mee te doen.
Astrid had de inhoud van de viering zelf bepaald en had veel bekende liederen uitgezocht, die we als cantorij al vaak gezongen hadden.
Mochten we al denken: “MAKKIE!” dan hadden we buiten waard Karel gerekend. Die had Astrid het idee aan de hand gedaan dat wij een Franse versie van het Onze Vader konden zingen én een bewerking van Psalm 8 van Gaudimel.
Hierbij een link naar de uitvoering van dat stuk die tenor Jelle ons stuurde ‘om mee te oefenen’: Psalm 8
Daar hadden we onze handen vol aan, dus een makkie was het niet gistermorgen.

Na de energievretende familiedag (verslag zie gisteren) was 08.30 uur repeteren wel vroeg.
Het was bij het inzingen ook niet allemaal even zuiver; Karel adviseerde ons om onze oren naar elkaar te richten.
Een omfloerste manier om te zeggen: zelf niet zo hard zingen, naar het orgel en de andere stemmen luisteren.
De uitvoering van Psalm 8 van Goudimel ging in de viering gelukkig goed.
Daarna zongen we al die mooie, bekende liederen die Astrid had uitgezocht: ‘Licht dat ons aanstoot in morgen’, ‘De vreugde voert ons naar dit huis’ en ‘Zo vriendelijk en veilig als het licht’ om maar eens een paar te noemen.

We hoorden in deze viering verhalen over Jacob en over psalm 84, maar op mij maakte het kinderverhaal de meeste indruk.
Op internet vond ik een website waar het hele verhaal op staat, zie ‘Over de grote rivier‘, een troostend verhaal over afscheid nemen.
Het slotlied was ‘Ga met God en Hij zal met je zijn’, in wisselzang gezongen met de gemeente en de cantorij.
Dat sloot naadloos aan bij de zegen die Astrid meekreeg toen ze uit het ambt werd ontheven:

God zal met je meegaan
als licht in je ogen
een lamp voor je voet
als hand op je hoofd
een arm om je schouder.
Als baken bij ontij
een verte die wenkt
als groet op je lippen
en hoop in je hart
als stem die je uitdaagt
een woord dat je de weg wijst.
Zo zegene u God, de vader, de zoon en de Heilige Geest.

Er was een mooi gedicht van Bea, er waren toespraken met mooie woorden, een fotopresentatie ’12 jaar Astrid’, koffie met gebak, fijne gesprekken met oude bekenden en een lekkere lunch.
Een volle zondagmorgen die tot na tweeën duurde.
’s Middags deden we even helemaal niks.

Reageren

3 juli: Over….??

Dit jaar was ons gezin aan de beurt om de Waninge familiedag te organiseren. Alle broers en zussen van Gerard,  hun kinderen en kleinkinderen.
We waren met bijna honderd man te gast op camping ‘Aan de Bosrand’ in Zevenhuizen.
Gastheer Jacob had een groot terrein voor ons vrijgehouden; er stonden al een aantal grote picknicktafels klaar.
Om 10.15 uur kwamen Lucas (5) en Jarik (4) als eersten het veld lopen, (met papa in hun kielzog) allebei een tas met spulletjes bij zich.
Ze zetten de tassen voor mij neer, haalden er allebei een bootje uit en vroegen: “Wanneer ga we semmon?”
Nou, eerst nog niet……

Rond 12.3o uur had iedereen koffie en brood gehad, waren de eerste gesprekken gevoerd en waren er jonge kinderen die al twee uur op het speel-luchtkussen hadden doorgebracht.
De groep is inmiddels zo groot dat het niet meevalt om iedereen te ‘beroepen’, maar je moet even iedereen welkom heten, uitleggen wat je gaat doen en gastheer Jacob van de camping wilde ook nog iets zeggen over hoe we met het terrein en de door ons geproduceerde rotzooi dienden om te gaan.
Met ons gezin hadden we bedacht dat we workshops gingen aanbieden: men kon kiezen uit Ceilidh-dansen, schilderen, canons zingen,  darten,  kleding maken van afvalmateriaal en spelletjes doen.
Het zal de lezer niet verbazen: spelletjes doen en darten waren de populairste onderdelen.
Ook voor schilderen gaven zich veel meer mensen op dan de 10 die geplaatst konden worden en voor dansen waren er net genoeg.
Zingen en kleding maken vielen op voorhand al af vanwege te weinig deelnemers.
De schilders werden begeleid door Henk van Donk, die in zijn rolstoel behendig rond de tafels manoeuvreerde en de deelnemers van goede adviezen voorzag. Ilona maakte een kleurig schilderij en vroeg alle familieleden om hun naam er op te zetten: een kleurrijk geheel, net als onze familie!
Klaverjassen was het meest favoriete spelletje en de darters vermaakten zich opperbest in de kapschuur.
Ook het instuderen van de Schotse dans ging goed: neef Erik had zijn jongste zoon mee (1) en deed de danspassen gewoon met het kind onder de arm.

Rond 16.30 uur werd het loket van de foodtruck van Jack, ‘Oma’s friet‘,  geopend. Die had patat, kroketten, frikandellen en broodjes hamburger voor ons.
Die had tot 19.00 uur een rij voor zijn wagen staan; de familie Waninge staat met liefde nog een half uur in de rij voor een tweede kroketje.
Ondertussen kwam er een ouderwetse ijswagen met een bel, Anja’s IJscokar,  die voor iedereen steekijs had: zo’n schijf van een rol vanille-ijs met twee koekjes aan weerkanten.

Ik kan de sfeer op deze familiedag het beste omschrijven door een kleine anekdote: aangetrouwde nicht had een filmpje gestuurd naar haar eigen familie.
Die hadden gereageerd: Waar ben je? Het lijkt wel een festival!”

Campingbaas Jacob had aan het begin gezegd dat als er etenswaren over bleven, dat we die dan aan de kippen mochten geven.
Toen dacht ik al: “Over? Bij de familie Waninge?’
Aan het eind van de dag maakte ik een foto van wat over was: een bakje tomaten/rauwkost.
Alle broodjes, snoep, kaas, droge worst en chips waren, zoals altijd, allemaal op.

En dat ‘semmon’ van Lucas en Jarik?
Dat kon de hele dag door en daar werd ook veel gebruik van gemaakt.
We hadden het mooiste weer van de wereld.

Gisteravond kreeg ik een app van schoonzus Ali.
“Het bleef nog lang onrustig in Zevenhuizen. Ik zag net een filmpje van een zinkende surfplank voorbij komen….”
Tja. Dwars doormidden.
Oorzaak: twee volwassen Waninge-zwaargewichten.
Nooit iets over, hé?

Benieuwd naar alle edities van onze familiedagen tot nu toe?
Klik dan hier voor het verslag uit 2014, daar onder vind je een overzicht van alle jaren.

Reageren

2 juli: Groningen in de 16e eeuw.

In het bakje onder ons computerscherm ligt altijd een notitieboekje, een pen en dingen ‘waar ik nog wat mee moet’.
Als ik het druk heb leg ik daar van alles in en in rustige tijden zoek ik het eens uit.
Vanmorgen haalde ik het bakje leeg en vond een krantenartikel uit 2021.
Ooit gekregen van Frea met de woorden: “Dit vind jij denk ik wel interessant.”

Onder de kop ‘Unieke kaart centrum in Duits archief’ las je een verhaal over een bijzondere, oude kaart van de binnenstad van Groningen uit  de 16e eeuw.
De kaart was gevonden door historicus Frans Westra uit Haren. Die deed in het staatsarchief van Marburg onderzoek naar de betrekkingen tussen Groningen en Hessen in de 17e eeuw en vond een plattegrond van de stad Groningen die gemaakt was aan het einde van de 16e eeuw.

Het bijzondere van de kaart is dat de straatnamen erop zijn aangegeven.
Stadsplattegronden werden in die tijd vooral gemaakt omdat de opdrachtgever wilde weten hoe de vestingwerken waren opgebouwd; het ging dus om de ‘verdedigbaarheid’ van de steden.
Als je bekend bent in Groningen, zie je dat de kaart op de kop getekend is.
Het noorden is beneden en het zuiden boven.
In het kader van de stadsverdediging valt dan vooral de dwangburcht op aan de zuidkant van de stand, die daar destijds in opdracht van Alva is neergezet.

Inmiddels heb ik het kaartje al met een loep bestudeerd.
De binnenstad is eigenlijk niet eens heel veel veranderd ten opzichte van 5 eeuwen geleden.
Inderdaad Frea: bere-interessant.
Naar aanleiding van het artikel zocht ik op internet naar meer informatie, daarbij kwam ik uit bij een artikel op de website van ‘Studiekring Historische Cartografie’.
Hierbij een link naar die pagina. 
Daar vind je onderaan een rechtstreekse link naar het artikel in het Dagblad van het Noorden (uit 2021) van de hand van Bram Hulzebos.

Het krantenartikeltje gaat in mijn eigen archief.
Dat bestaat uit artikelen die ik de moeite waard vond om te bewaren.
Van Sinterklaas kreeg ik eind 2021 al een mooie doos.
Die had ik gevraagd ‘voor het rubriceren van mijn archief’.
De doos zit nog in de verpakking en ‘het archief’ puilt uit een la.
Maar één zo’n dun artikeltje past er nog wel bij in.

Dat opruimen en rubriceren komt er vast van deze zomer.
Wordt vervolgd dus.

Reageren

1 juli: Giusseppe, Jürgen en twee nono’s.

Donderdagavond 30 juni.
Mijn werkweek  zit er op.
We zitten nog even buiten, maar het wordt donker: er komt regen aan.
Als het begint te plenzen steek ik binnen wat kaarsjes aan en vlei me op de bank met m’n breiwerk.
Om 21.07 uur begint ‘The Great Brittisch Bake Off’; een bakwedstrijd op de Engelse televisie waar ons ‘Heel Holland Bakt’ van is afgeleid.

Het is hetzelfde programmaformat, maar toch is het anders.
Janny en Robert zijn zachtmoedig en mild in hun oordeel vergeleken  met Paul Hollywood en Prue Leith.
Hij met zijn priemende blik en zij met haar schrikbril en hoge eisen.
We kijken op de Nederlandse televisie naar de serie die in 2021 is uitgezonden; gisteravond was aflevering 5.
Een uur lang zit ik te genieten.  Net als Gerard, die altijd zit te verslaggeven  tijdens een voetbalwedstrijd, zit ik te praten tegen het scherm en leef mee met de kandidaten.

Met Chigs die een beetje loenst. Is hij aan het bakken dan zie je een vrolijke, hardwerkende man, maar als zijn baksel door de jury geproefd en bekritiseerd wordt ziet hij er uit als een konijn in de koplampen. Haast een beetje griezelig.
Met Jürgen, een Engelsman van Duitse komaf en met Giusseppe, Italiaan van geboorte.
Met Freya, een 19-jarig meisje met veel talent, maar veel minder ervaring  dan de andere kandidaten, die alleen maar met vegetarische producten bakt.
En met Amanda, Lizzie (met haar heerlijke Liverpool-accent), George en Crystelle.
Gisteravond was het Duitse week.  Je zou denken dat Jürgen die week glansrijk zou winnen, maar dat is nog maar de vraag.

Hij kon de namen van de baksels wel heel mooi uitspreken.
Prinzregenten-torte.
Weihnachtsplätchen.
Hilarisch om de Britten die woorden te horen zeggen. Iemand maakte er zelfs Glühweinpletsen van.

Er zijn dramatische momenten; als een cake gebroken uit de vorm komt. Of als het baksel niet gaar is. Of de toefjes botercrème van de taart afdrijven.
Maar er zijn ook momenten van opperste gelukzaligheid; als een bakker een handdruk krijgt van jurylid Paul Hollywood of als Prue Leith zegt: “Oooooh. This is delicious. This is worth EVERY CALORIE!”
En soms is het gewoon heel grappig.
Gisteravond stond Jurgen heel hard met een klomp deeg op de tafel te slaan. Amanda keek verstoord op en zei: “Ik moet een slachtofferverklaring opnemen van dat deeg!”
George,  die altijd heel liefdevol zijn vrouw benoemt,  bakte een taart met haar lievelings-ingrediënten,  want ze vierden binnenkort hun trouwdag.  Toen men vroeg hoe lang ze getrouwd waren kwam hij er niet helemaal uit.  Uuuh..14? 15? ‘Dat knippen we er wel uit’…. nee dus.

Ook in Engeland is er sprake van krokantjes, bittertjes en zoet&zuur.
Iemand had het zelfs over donzig deeg.
Maar één ding is echt anders.
Wij hebben André van duin.
Britten mogen dan bekend staan om hun humor,  maar in dit programma ‘bakken’ die twee nono’s er in mijn optiek echt niks van.

Reageren

30 juni: Sis en haar broers.

Begin mei overleed Sis van Rossem, de zus van Maarten.
Op 7 mei schreef ik daar al over aan het eind van een blog over een nummer van Joe Cocker.
Nog even nalezen? Hierbij een link naar dat verhaal.

Dit jaar hebben wij de scheurkalender “Maarten”.
Het leeuwendeel van de dagen lezen we een tekst van Maarten, maar heel af en toe lezen we ook iets van Sis.
Afgelopen zondag keek ze mij weer aan vanaf een kalenderblaadje met een verhaal over hoe geuren opgeslagen zitten in je hersenen.
Vorige week las ik nog ergens op internet dat Maarten nog steeds niet helemaal gewend is aan het idee dat ze er niet meer is.
Hun levens waren door de opnames van ‘Hier zijn de Van Rossems’ wat dichterbij elkaar gekomen.
Verder gingen zij met elkaar om zoals de meeste ouder wordende broers en zussen: zien elkaar met verjaardagen, een familiefeestje of een informele borrel en houden elkaar op de hoogte van lief en leed.

Zo’n kalenderblaadje met Sis doet me gelijk weer denken aan Maarten en Vincent die hun zus missen.
Een stukje van het gezin waar ze in opgroeiden.
Met wie ze verhalen van vroeger deelden over opa en oma en waarmee ze ruzie maakten omdat Sis, net als zij,  zo stronteigenwijs was.

En dan gaan mijn gedachten als vanzelf naar tante Trijn, die heel treffend vertelde hoe het verlies van haar broer, mijn vader, haar destijds had geraakt.
“Jouw moeder en jullie waren de rouwenden. Jullie stonden centraal in de afscheidsdienst en bij het condoleren. Dat is logisch; ik maakte me ook zorgen om jouw moeder en zag het intense verdriet bij jullie. Maar ik was er ook ziek van. Ik kon hem nog niet missen en kon me gewoon niet voorstellen dat ik hem nooit meer zou spreken. Maar anders dan bij jullie werd mijn verdriet niet gezien door mijn omgeving. Natuurlijk waren er mensen die mijn condoleerden, maar dat waren maar een paar, mensen die mij wat beter kenden en wisten dat mijn oudste broer overleden was.”

Mijn vader overleed in 2008 en zijn overlijden heeft mij veel dichter bij tante Trijn gebracht.
Zij vertelde me destijds bovenstaand verhaal en vanaf die tijd delen we samen het verdriet om haar broer en mijn vader.
In het begin met veel tranen, maar door de jaren met dankbaarheid en meestal met een glimlach.
Zij is nu ouder dan mijn vader toen hij overleed.
Toen ze 76 werd zei ze dat ze dat zo’n raar idee vond dat zij als jongste zusje nu ouder was dan haar vier broers ooit zijn geworden.

Wat één zo’n kalenderblaadje dan los kan maken.

Reageren

29 juni: Plaza.

En weer staat er een nieuwe foto in de header van deze website.
Meestal zie je óf de linkerkant van onze tuin met de fruitbomen en de schutting óf de rechterkant met de Koreaanse zilverspar, de hortensia’s en Gradus van de Lansbulten.
Maar of je nou naar de linker- of de rechterkant kijkt, altijd zie je midden in de foto de zonnewijzer die midden in het gazon staat.

De foto die je nu boven in beeld ziet is genomen met de rug naar ons huis toe.
Je kijkt naar de kapschuur die Gerard gebouwd heeft in 2016. (Meer hierover weten? Lees dan Robuust en solide en Waninge Plaza uit 2016. )
Achter de heg aan de linkerkant heeft Gerard zijn moestuin en achter de heg aan de rechterkant, naast de parasol, staat een pergola die je haast niet meer ziet omdat hij is overwoekerd door kamperfoelie.
Je begrijpt: daar zit ik het liefst op warme dagen; lekker in de schaduw met een boek of een borduurwerkje.

We noemen ons terras ‘Waninge Plaza’; we zitten er graag met z’n tweeën, maar ook met kinderen, familie en vrienden maken we er veel gebruik van.
In mei/juni halen we altijd een kofferbak vol bloemen op van een tuincentrum en daarmee versieren we ons terras met potten en hangers.
In de schuur staat ons oude bankstel waar je met een zonnetje er bij al vanaf maart kunt zitten; daar staat ook een oude dekenkist, in gebruik als buiten-salontafel en kussen-opbergplaats.
Tegen de kant aan staat een grote uitschuiftafel, uitermate geschikt om met meer mensen aan te zitten om te eten of een spel te doen.

Met gepaste trots schrijf ik dit blog, maar eigenlijk gaan alle credits voor wat betreft het buitengebeuren naar Gerard: de boerenzoon die zijn buitenboel piekfijn in orde heeft.
Zelfs de groentetuin is mooi om naar te kijken; en dan heb ik het nog niet eens gehad over de opbrengst van dat kleine stukje grond. Op dit moment hebben we iedere dag verse aardbeien en eten we twee keer per week sla. Van de spinaziebedden in het voorjaar hebben we vier keer gegeten, daar is nu andijvie in gezaaid.  Begin juli hebben we vast weer nieuwe aardappelen en de spekbonen groeien alweer om hun stokken heen.
Het enige dat ik in de tuin doe is de potbloemen water geven.
En er in zitten.
Met een boek of een borduurwerkje……

Reageren

Pagina 78 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén