De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

19 juni: Wat een geluk….

Gisteren schreef ik al over het oefenen met het ‘Af&Toe-kleinkoor’; vanmorgen werkten we met z’n achten mee aan de ‘Ik Zie Jou’-overstapviering.
Waar het anders wel eens spannend is of allemaal goed gaat qua meerstemmigheid, deze morgen hadden we het ons wat dat betreft gemakkelijk gemaakt.
Een kinderlied uit het liedboek, een Taizé-lied en de responsie ‘Houd mij in leven’ tijdens de gebeden; die laatste twee weliswaar wel vierstemmig, maar niet moeilijk.
Wat we nu spannend vonden was onze bijdrage aan het begin van de viering, waarbij wij als koor ruzie maakten met de dominee over welke liederen over geluk het beste bij de viering pasten.
‘Wat een geluk….’ van Rudi Carell was niet geschikt en ‘Ik ben gelukkig zonder jou’ van Conny van den Bosch ook niet.
Het moest stemmig, religieus.
“Gelukkig is het land” was veel te ouderwets, het moest moderner.
“Ik geloof in geluk’  van Guus Meeuwes was ‘wel aardig’…. maar we kwamen in gezamenlijkheid uit op “Voor mij is geluk’  een vrolijk kinderlied uit ons eigen liedboek.
Als je de viering terug kijkt op YouTube zie je hoe we genoten van dit ongebruikelijk begin van een kerkdienst.

Wat een geluk dat de kampleiding het weekend heeft overleefd!
Het zag er vrij dramatisch uit toen ze vanmorgen binnenkwamen: één had een verband om haar hoofd en een ander zat gewond in een rolstoel…..
Het viel mee, begrepen we later. Eigenlijk hadden ze gewoon geluk gehad!
Dat er verband en pleisters genoeg waren en dat er een reserveluchtbed voorhanden was bijvoorbeeld.

Wat een geluk dat we zoveel jonge mensen in Op de Helte hadden vanmorgen. We zagen aanstekelijke foto’s en video’s van het kampweekend dat vrijdag en zaterdag werd gehouden in de tuin van Toos en we zongen met het elkaar het lied ‘Kom laat ons zingen vandaag’ dat ook tijdens het kamperen was gezongen.
Er waren een tweetal bijzondere aandachtsmomenten vanmorgen.
Twee kinderen maken deze zomer de overstap van de basisschool naar de middelbare school en namen afscheid van de kindernevendienst.
De ouders kwamen daarbij ook op het podium. Na het toespraakje deden de kinderen een stap vooruit en de ouders deden een stapje terug.
Een symbolisch moment. Tijdens de koffie vertrouwde één van de moeders me toe dat het haar echt iets had gedaan; het is toch een speciaal moment dat wordt gemarkeerd in de tijd.

En wat een geluk dat we al die jaren als PKN-gemeente gebruik hebben mogen maken van de diensten van Sijcolien.
Zij nam vanmorgen, na minstens dertig jaar jeugdwerk en kindernevendienst, afscheid als leidster.
In de danktoespraakjes werd aangehaald dat ze er ‘gewoon altijd was’ en overal aan dacht.
Het welgemeende applaus zei genoeg: bedankt voor je jarenlange inzet, Sijcolien!

Wat kwamen we nou te weten over geluk?
Geluk is een reis, een richting, niet het punt waarop je eindigt.
Wat kunnen we onderweg doen, wat zegt Jezus daarover?
Wees zachtmoedig, barmhartig, durf nederig te zijn en zoek de vrede: laat je licht zo maar schijnen.
Geen moeilijke opdracht, voor iedereen te doen.
Dat is mazzel hebben!

Reageren

18 juni: Laat je niet wegzetten.

Woensdagavond zaten we met z’n zessen bij ons aan de keukentafel.
Oefenen met een ‘Af&Toe-kleinkoor’ voor de viering van zondag de 19e.
Twee bassen, twee sopranen, één tenor en één alt.
De andere alt had repetitieavond van haar eigen koor en de andere tenor, Jaap, kon niet zingen.
Die was namelijk aangevallen door een bijenvolk uit één van zijn kasten.
Jaap is imker. Hij is  in 2019 al eens ‘Lezer van de maand’ geweest op deze website; toen schreef hij een mooi verhaal over het houden van bijen.
Wil je zijn bijdrage nog een keer lezen? Hierbij een link: Jaap Ruitenbeek.
Het was goed afgelopen.
De eerste dag had hij nog behoorlijk last (daarom zong hij ook niet mee), maar vrijdagmorgen belde ik hem en vertelde hij mij monter dat hij zondag zeker van de partij zou zijn.

Het oefenen ging goed, dus er was nog tijd om even bij te kletsen.
Het verhaal kwam op vooroordelen en aannames op voorhand.
Joop* vertelde een mooi verhaal, dat wil ik mijn lezers niet onthouden.

Het speelt in de tijd dat Joop bij de Nationale Reserve (NatRes) was, hij was toen een jaar of dertig.
In die tijd moest je kiezen tussen de BB en de NatRes, daar had hij voor gekozen.
Hij zou samen met twee collega’s, die ook uit het noorden kwamen, een medaille opgespeld krijgen van Prins Bernhard ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan van de NatRes.
Ze stonden, behoorlijk gespannen, met hun geweer in presentatie, te wachten op de prins.
Toen die aan kwam lopen liet één van de mannen van de stress z’n geweer vallen, waarop z’n buurman opmerkte “Zwaor, hè?”
Joop: “Hou dan je gezicht maar eens in de plooi….”
Prins Bernard was op de hoogte van het feit dat hij voor drie noordelingen stond en vroeg: “Dus jullie komen uit de agrarische sector?”
Hij stond voor een boekhouder, een tandarts en een ingenieur.

Die prins Bernard.
Maar hij was zeker niet de enige die er zo over dacht.
Bevolkingsgroepen wegzetten in stereotypen is van alle tijden en is verweven in ons dagelijkse leven.
Een paar voorbeelden:
Blondjes zijn dom, Groningers zijn te eerlijk om aardig te zijn, Drenten zijn te aardig om eerlijk te zijn, Randstedelingen zijn schreeuwers en dringen voor, Fransen drinken wijn, hebben allemaal een alpinopet op en een stokbrood onder de arm, echte mannen breien niet, vrouwen zijn alleen maar geïnteresseerd in chocola en shoppen en mannen alleen maar in voetbal en sex en….. alle noordelingen zijn agrariërs.
Bewijs het tegendeel: laat je niet wegzetten.

* Joop was overigens ook al eens lezer van de maand, hierbij een link naar zijn verhaal uit 2019.

Reageren

17 juni: Om je op te verheugen.

Momenten waarop we ons verheugen op de grote dag:

  • Als ‘de datum’ wordt geprikt.
  • Als de drie zussen samen een dag plannen om jurken te passen en je de hele dag foto’s krijgt van een dochter in prachtige jurken.
  • Als de locatie waar het spektakel gaat plaatsvinden ook na corona nog beschikbaar blijkt te zijn.
  • Als de uitnodigingen op de bus gaan.
  • Als de ringen klaar zijn.
  • Als je een met geheimzinnigheid omgeven gezins-groepsapp in het leven roept zonder het bruidspaar.
  • Als de dochter, die toch niet heeft gekozen voor zo’n deftige jurk, thuiskomt om te laten zien wat ze dan wel heeft gekocht.
    Kind.
    Prachtig!

Dat verheugen was al begonnen in 2019, toen Frea en Jon aankondigden dat ze gingen trouwen.
Dat was een officieel gebeuren, want Jon vroeg, geheel volgens Engelse traditie, Gerard en mij om de hand van Frea.
Echt waar. Zijn vader was trots op hem; toen ze in Engeland vertelden dat ze gingen trouwen had hij gevraagd:  “Did you ask her father?”
“And her mother” was het antwoord. Alleen de vader vragen vond Jon ouderwets.
Wij waren er toen zelfs wat beduusd van. Gerard heeft mijn vader nooit om mijn hand gevraagd; dat zat niet zo in ons systeem en het was overduidelijk dat mijn ouders ingenomen waren met hem als schoonzoon.

Het stel zou trouwen in augustus 2020, ware het niet dat er een wereldwijde pandemie uitbrak, waardoor het huwelijk met een jaar moest worden uitgesteld.
September 2021.
Kon wederom niet doorgaan.
Het had misschien met alleen Nederlanders nog wel gekund, maar op het trouwfeest van Frea en Jon komen ook Engelsen en een Amerikaanse.
Nu staat augustus 2022 in onze agenda’s.
Ik heb een week van te voren al vrij!
De week daarna trouwens ook…..

Reageren

16 juni: Geen pareltjes.

Regelmatig ga ik met één van de dochters naar ‘Het Goed’.
Graag loop ik even binnen in de boekenhoek; daar vind je soms zomaar pareltjes.
De laatste keer kocht ik er twee in het genre ‘spanning’; daarbij laat ik me leiden door de wervende teksten op de achterflap.

‘Verborgen gebreken’ van Sophie Hannah (Brits) heb ik niet eens helemaal gelezen.
Dit wist ik er op voorhand over.
Het is de onschuldige hobby van vele vrouwen: op internet huizensites bezoeken en bij allerlei droomhuizen binnenkijken. Connie heeft een andere reden om diep in de nacht, als haar man slaapt, de virtuele rondleiding door een huis in Oxford te bekijken. Maar ze vindt iets anders dan ze zocht: op haar scherm ziet ze een lijk op de vloer liggen. Een lijk dat even later verdwenen is.
Is hier sprake van een slechte grap? Is Connie gek aan het worden? Of speelt iemand een gruwelijk spel met haar?
Na 80 bladzijden was ik het heen en weer geswitch tussen de dagen (in een tijdsbestek van twee weken), de locaties en  de veelheid aan personages  zat.
Na die 80 bladzijden kon ik er nog geen touw aan vastknopen en ben ik afgehaakt.
In het laatste hoofdstuk las ik nog even hoe het zat en hoe het afliep.
De titel bleek dus achteraf niet te slaan op een huis, maar op één van de hoofdpersonen.
Mijn nieuwsgierigheid was in ieder geval bevredigd.

‘Het koetshuis’ van Carla Neggers (Amerikaans) heb ik wel uitgelezen, maar het was niet wat ik er van verwachtte.
Naar wat er op de achterflap stond ging ik uit van een thriller, maar het was een romantisch boek.
Dit was het gegeven:
Tess krijgt een oud koetshuis als betaling voor een ontwerpklus en daarna verdwijnt Ike, de vorige eigenaar, spoorloos.
Ze besluit een weekend naar het huis te gaan om te zien wat ze ermee aan moet. Al direct na aankomst doet ze een gruwelijke ontdekking: er ligt een geraamte in de kelder.
Wat is er in het koetshuis gebeurd? Waarom staat het al zo lang leeg? En waar is Ike? 
Ja, er is sprake van een skelet in de kelder van het koetshuis en misschien waart er ook wel een geest rond van een oude moordenaar, maar spannend wil het maar niet worden.
Het gezeul met het skelet en hoe er met de vondst daarvan wordt omgegaan is in werkelijkheid niet eens mogelijk.
Het boek wordt bevolkt door stereotypen: man met wilskrachtige kin, zelfstandige, mooie vrouw, rijke buurvrouw, boze, carièrregerichte buurman, lieftallig buurmeisje; erg voorspelbaar allemaal.
Verder duurt het allemaal erg lang.
Maar…..ze krijgen elkaar! Allemaal!
En ze krijgen de moordenaar.

Natuurlijk.
Ik ben een verwende sikke als het gaat om thrillers en detectives.
Henning Mankel, Peter Robinson, Ruth Rendell, Lieneke Dijkzeul, zomaar een paar namen van schrijvers van wie ik graag een boek lees.
Die kan ik zo bij de bibliotheek ophalen, dus dat ga ik binnenkort weer eens doen

Deze twee waren geen pareltjes, maar wel geschikt voor de doos ‘Roder Boekenmarkt’.

Reageren

15 juni: Uut de vrömde? Of in de vrömde…

Veur de Zinnig van juni mussen wij in april al teksten inleveren.
Het thema was ‘Drenten uut de vrömde’.

Maor ik las het niet goed.
Ik las ‘Drenten in de vrömde’ en mus geliek an oonze Drentse femilie in Canada denken, waor wij in 2017 te gast waren en die zich aal nog een beetie Drents vuulden.
Mien verhaal is niet publiceerd; de Zinnig van juni stiet vol met verhalen van Drenten uut aandere dielen van oons land en van de wereld.
Ik haar netuurlijk een verhaal schrieven moeten over oonze schoonzeun Jon, die as Engelsman met recht een ‘Drent uut de vrömde’ is.
Bi’j beneid naor de neie Zinnig? Ie kunt het blad bestellen op webstee van het Huus van de taol.

Mien verhaal hiette ‘Slordig Nederlands.

Drie week waren wij in 2017 in Canada. De eerste dagen weuden wij gastvrij onthaald deur familie van Gerard, mien man. In de jaoren ’50 emigreerden tante Roelie (de zus van Gerard zien va) en ome Rieks naor Canada.
Ze kregen vier kinder. De eerste jaoren leefde het gezin redelijk ofzunderd van de buutenwereld en de olders preuten Drents met mekaar en met heur kinder. Oldste dochter Margaret vertelde dat ze in het begun op de legere schoele hiel weinig begreep van wat de juf zee umdat ze nog haost gien Engels leerd haar.

Wij meuken dizze Canada-reize met Gerard zien breur Jan en zien vrouw Lammie.
Deur het Drents dat wij met ’n vieren onderling preuten kwam bij de Canadese femilie de taol uut heur jeugd ok weer naor boven.
Darde zeun Fred preut nog echt Drents, compleet met het inslikken van de e: He’j al eet’n?
Oldste nicht Margaret is trouwd met Luuk. Hij wet nog dat zien olders destieds verhuusden van Limburg naor Canada. Luuk prat dus Nederlands met een prachtige Limburgse tongval.

Het was een heerlijk koeterwaals dat wij met mekaar preuten.
Drents, Nederlands en Engels.
Maor wij begrepen mekaar hiel goed; nao een dag of twee maakten wij zölfs al grappies. Wij gebruukt nogal wat spreekwoorden en gezegden, maor a’j die letterlijk vertaolt kom ie veur verrassings te staon.
“Hij valt deur de maande’, letterlijk vertaold as ‘He falls through the basket’ bijveurbeeld. Het duurt tien minuten veurda’j uutlegt hebt wat dat betiekent…
“Ie lacht joe de buze uut” vunnen wij nao weer een misverstand over olle koeien. “We laugh ourselves the pocket out” reupen de Canadezen en lachten zöch vervolgens inderdaod de buze uut.
“Dat döt e met twee vingers in de neuze!” reup ien van oons tiedens een gesprek. Met ofgriezen weur het deur de Canadezen anheurd. “Two fingers in the nose!?!”
Schoonzus Lammie vertelde dat zij en ik bij de ‘kolle kaante’ van de femilie heuren. Neef Fred trök de wenkbrauwen op constateerde dat dat wel wat metveul: hij vun de onderlinge contacten allesbehalve kold, hij vernam hielemaol niks van die kolle.

Aansum leerden wij ok een Canadees spreekwoord: ‘The nice guy allways finishes last’. A’j te aordig bint bereik ie minder.
Bijna iedere Canadees hef roots in een aander land.
Heur nationaliteit is Canadees, maor daarnaost bint ze bijveurbeeld Schots, Engels, Italiaans, Frans of Nederlands, waor hun veurolders dan ok maor vot kwamen.
Daorum vin ie in elke grote stad ‘specialiteiten-winkels’, met allent producten uut een bepaald land.
In een winkel met allennig maor Nederlandse producten (wij keken oons de oogen uut) weuden Lammie en ik anspreuken op oons taalgebruuk; de mevrouw achter de teunbank vun dat wij ‘slordig Nederlands’ preuten.
Pardon?!? Drents slordig Nederlands?
Wij dachten: “Slordig Nederlands? Wat ’n verstaand!
He’j joezelf wel ies Nederlands heuren praoten mit joen big fat Canadian accent!”
Maar dat zeeden wij niet.
Wij bint per slot van rekening nette en beleefde Drenten.

Meer weten over oonze reis naor Canada?  Ie komt op het eerste blog deur dizze link Canada – 1, daorop vin ie de links naor de aandere 14 delen.

Reageren

14 juni: Barbara Ellen.

Toen ik nog bij mijn ouders thuis woonde had mijn broer een cassettebandje van The Everly Brothers.
Mooie muziek, daar mocht ik ook graag naar luisteren.
Eén nummer sprong er voor mij uit: Barbara Allen.
Een mooie melodie, prachtig tweestemmig gezongen door Don en Phil.
Een dijk van een smartlap.
Want ook al wist ik niet precies waar het over ging, ik had al wel genoeg benul van het Engels dat ik begreep dat er twee jonge mensen dood gingen.

Jaren gingen voorbij.
Het bandje van mijn broer was al lang uit het zicht verdwenen en ik vergat het nummer, totdat ik toegang kreeg tot Spotify.
Op zoek naar iets van The Everly Brothers her-ontdekte ik Barbara Ellen.

Het is al een heel oud lied. De eerste bekende verwijzing naar deze mysterieuze folkballad is uit 1666, geschreven door de Engelse dagboekschrijven Samuel Pepys.
Hij beschreef het als een ‘Scotch song’; het lied werd vervolgens door immigranten vanuit Engeland naar de Verenigde Staten gebracht.
Het is door talloze artiesten uitgevoerd en een door de eeuwen heen geliefd lied geworden.
Wat gebeurt er in deze oude ballad?
Wat maakt het zo aangrijpend dat het al zo lang stand houdt?

De jonge William ligt op zijn sterfbed en roept om Barbara Ellen.
Ze haast zich niet om bij hem te komen en als ze er uiteindelijk is ze doet kil en uit de hoogte tegen hem, omdat hij haar in een herberg belachelijk heeft gemaakt.
Op weg naar huis hoort ze de doodsklok het overlijden van William aanzeggen.
Dan heeft ze plotseling spijt van haar gedrag en weet ze dat zij op korte termijn zal sterven van verdriet om hem.
In eerdere versies hield het lied daar op, maar later is er nog een verzachtend deel aan toegevoegd: William en Barbara worden naast elkaar begraven; uit zijn graf groeit een roos en uit het hare een doornstruik. De twee bloemen raken verstrengeld boven de twee graven, waardoor de overledenen voor eeuwig met elkaar verbonden zijn.

Ik zei het al: een dijk van een smartlap.
Ook even luisteren? Hierbij een link naar een video op YouTube.
Het staat op het album “Songs our daddy taught us” van The Everly Brothers.

Meer weten? Hierbij een link naar een Engelstalige wikipedia-pagina met een artikel over het lied.

Reageren

13 juni: Ladies and gentlemen.

Door de coronabeperkingen hadden we het afgelopen jaar de verjaardagen van onze schoonzonen niet gevierd. Daarom hadden we ze ook nog geen cadeau gegeven: Gerard bedacht daarvoor iets leuks: hij organiseerde met de drie heren een mannenmiddag. Ze kregen een belevenis als cadeau: een middag sport en spel bij Joytime in Grolloo.
Zoals men vroeger al zei als men hoorde dat wij drie meisjes hadden: “De jongens komt vanzelf…” en zo is het ook gegaan.
Gerard is trots op en heeft het leuk met zijn dochters, maar het zijn geen actieve sportievelingen.
Natuurlijk: skeeleren, sportschool, individueel doen ze van alles, maar van nature zijn het geen sporters. Ze hebben per slot van rekening ook mijn genen.
Vissen, dat doen ze nog wel eens samen met papa. En fietsen en wandelen.
De mannen gingen de zaterdagmiddag tijdens de Gradagen dus met z’n vieren naar Joytime.  Dat  is een Outdoor Belevingspark, waar je allerlei sportieve activiteiten kunt doen.
Eerst genoten ze van een gezamenlijke lunch en daarna gingen ze o.a. boogschieten, klimmen en een vlot bouwen.

“Wat gaan wij dan doen?” vroegen de dochters. Eigenlijk hadden wij in januari al een Ladiesday gehad,  maar het zou toch wel leuk zijn als wij ook…..
Het werd een ‘High tea’ bij Diggels in Westerbork.
En daarna crafternoon. Dat is een door Frea en Jon bedachte term: één  woord voor creativity en afternoon: schilderen kleuren, knutselen, in dit geval in de middagzon.

Frea had de ‘kleurboeken voor volwassenen’ geërfd van mijn moeder.
Er zaten nog kaarten in die mijn moeder nog ingekleurd had; die moesten er in blijven.

…. het varen er mee…..

Ik haalde een kaart met bloemen uit het boek en heb ‘mindfull’ zitten kleuren.
De anderen deden hun eigen ding met waterverf.
Ondertussen kwamen er foto’s binnen van de heren: lekker aan de lunch met elkaar, actiefoto’s van boogschieten, het bouwen van een vlot, het varen er mee en een filmpje van een schoonzoon die als een aap tegen de klimwand omhoogklom, de bel luidde en vervolgens soepeltjes ‘abseilde’ naar de grond.
Er naar kijken vonden de ladies al spannend genoeg.

Gerard en ik hadden een heerlijk weekend met onze ladies en hun gentlemannen.
Eén middag gescheiden op pad was voldoende; met z’n achten zijn er namelijk ook genoeg leuke dingen te doen!

Meer weten over Joytime?
Hierbij een link naar hun website.

Reageren

12 juni: Balans.

Ambivalente gevoelens had ik zondagmorgen onder de preekstoel.
Aan de ene kant…..  aan de andere kant…

Aan de ene kant hoorden we het verhaal van Ruth, die zich op aandringen van Naomi aanbiedt aan Boaz; hij neemt daarop zijn rol als ‘losser’ voor de familie.
Ruth brengt daarmee een offer voor Naomi, voor de familie.
Aan de andere kant zijn we in Nederland nog niet zo heel lang af van het idee dat de vrouw ondergeschikt is aan de man, zich hoort te voegen naar zijn wensen.
Uit het verleden van van mijn familie klinken nog de verhalen van de zichzelf wegcijferende vrouwen.

Aan de ene kant zagen we een opgewekt en kleurrijk filmpje over een jongeman die vanuit zijn dorpje in Oeganda hoopvol vertrekt naar de grote stad, daar een bestaan probeert op te bouwen en uiteindelijk  met een kerkgemeenschap uitbundig een loflied staat te zingen.
Aan de andere kant was de collecte voor het project van Kerk in Actie voor de straatkinderen van Kampala die juist vanuit de stad, waar ze worden uitgebuit en een marginaal bestaan leiden, weer teruggebracht naar hun dorp waar er beter voor hen gezorgd wordt.
Dit staat er over het project op de website: In de Oegandese hoofdstad Kampala leven duizenden kinderen op straat. Ze worden hier door volwassenen neergezet om te bedelen. Ze gaan niet naar school, worden uitgebuit en mishandeld. Kerk in Actie werkt samen met drie Oegandese organisaties die dit probleem aanpakken. Zij vangen de kinderen tijdelijk op en herenigen hen met familie in hun geboorteregio. Ze zorgen dat de kinderen daar weer naar school gaan of een vak kunnen leren. Ook doen ze er alles aan om migratie van nieuwe kinderen naar de stad te voorkomen.* 
Van toegevoegde waarde waren voor mij de foto’s van Diede.
Zij is zelf in Oeganda geweest; ze heeft Kampala en ook de Dwelling  Places die horen bij het project bezocht.
Jammer dat we die foto’s pas zagen na de viering,  toen er al veel mensen weg waren.

Een kerkdienst als het leven zelf.
Het onderliggende thema was namelijk: een ander tot zijn recht laten komen.
De preek eindigde met de constatering dat ons geluk afhangt van het geluk van de mensen die aan ons zijn toevertrouwd.
Daarbij moet je de balans zien te vinden tussen ‘er zijn voor de ander’ en ‘jezelf wegcijferen’ voor de ander.

* Meer weten over dit project en hoe je kunt doneren?
Hierbij een link naar de website van Kerk in Actie. 

Reageren

11 juni: Het kind in mij.

Vrijdagmiddag kocht ik twee T-shirts bij de HEMA in Roden,
Bij de shirts kreeg ik de bon en een folder; dacht ik.
De folder zou ik bij thuiskomst direct in de oud papierdoos gooien, toen ik zag dat het geen folder was maar een insect voor een verzameling.
“De grote insectenverzameling. Spaar en bouw ze alle 12!”
Ik legde het zakje op het aanrecht. Misschien kon ik er nog iemand een plezier mee doen.

Vanmorgen zat ik aan het ontbijt met een kop thee en een sudoku.
Toen de puzzel af was viel mijn oog weer op het insect.
Het intrigeerde me.
Hoe moet je zo’n insect dan in elkaar zetten?
Ik maakte het pakje open.
Twee kartonnen bouwplaatjes met onderdelen op nummer vielen er uit en een bouwinstructie.
Ik kon een koninginnenpagevlinder bouwen. Met glimmende vleugeltjes.

Verkocht.

Daar zat ik op zaterdagmorgen.
“Druk de stukjes voorzichtig uit”.
Dat lukte, zonder dat iets uitscheurde afbrak.
“Schuif de stukjes in elkaar”.
Ook dat lukte.
Toen alle stukjes in elkaar zaten zag het er niet zo uit als op het plaatje.
Ik had het ronde stukje waar de vleugels aanzitten er achterstevoren aangezet, zodat de vleugels ook achterstevoren stonden.
Dat was gemakkelijk op te lossen en zo zat ik op zaterdagmorgen trots naar mijn zelfgebouwde koninginnenpagevlinder te kijken.

Het kind in mij, dat vroeger dol was op kijkdozen, knutselwerkjes op de zondagschool en kleuren op nummer vond het prachtig.
Dat kind, waarbij altijd wel iets uitscheurde, afbrak, per ongeluk vastplakte of omviel (zoals bij alle kinderen) was trots dat het gelukt was.
De waarde van de dag kan zoiets simpels zijn.

En nee: ik ga ze niet verzamelen en ik hoef ze ook niet allemaal te maken.
Heb jij al wel een verzameling en wil je graag de koninginnenpagevlinder?
Je mag hem hebben!
Kijk nou hoe mooi…..

Reageren

10 juni: Alles.

Toen ik tante Trijn vroeg wat ze wilde doen op ons dagje uit op 8 juni zei ze: “Naar het museum Brands in Nieuw Dordrecht”.

Nu ken ik behoorlijk wat musea, maar hier had nog nooit van gehoord; ik praat je even bij.
Het museum heet officieel ‘Museum Collectie Brands’.
Jans Brands is op 3 november 1932 geboren in  Nieuw-Dordrecht.
Jans gooide nooit iets weg, hij bewaarde alles en kocht daarbij ook nog boeken en spullen bij antiquariaten en op rommelmarkten.
Aan het eind van zijn leven bestond zijn verzameling uit 70.000 boeken en voorwerpen.
Een terechte vraag zou zijn: “Wat verzamelde die man dan specifiek?”
Het antwoord op die vraag is: “Alles.”
Je kunt het zo gek niet bedenken of hij had het.
Uit de verhalen van mensen die Jans persoonlijk gekend hebben maak ik op dat Jans huis mudjevol stond met spullen.
Tegenwoordig hebben we daar een term voor: hoarding. Ongebreidelde verzameldrang.  Je kunt er bij Lentis zelfs voor in therapie.
Maar dat was Jans geenszins van plan. De man had een fotografisch geheugen en wist precies waar ‘alles’ lag.

Aan het einde van zijn leven had Jans een grote wens: dat zijn collectie in zijn geheel in Nieuw-Dordrecht bewaard zou blijven.
In 1991 werd al een stichting opgericht, die jarenlang haar best heeft gedaan om een museum te realiseren, maar dat lukte eerst niet.
Jans raakte ontmoedigd; hij vroeg een sloopvergunning aan voor zijn boerderij en overwoog de hele verzameling over te brengen naar Amerika, waar er wél belangstelling voor was.
Lang verhaal kort: er werd een officieel onderzoek ingesteld naar de collectie;  de uitkomst van het onderzoeksrapport was dat de verzameling cultuurhistorisch zeer waardevol was en absoluut voor Drenthe behouden moest blijven.
In 2009 droeg Jans zijn collectie officieel over aan de stichting en in 2010 verhuisde hij naar een andere woning in Nieuw Dordrecht.
In 2015 werd het levenswerk van Jans opgenomen in het Museumregister Nederland.
Op 28 juni 2019 overleed hij, 86 jaar oud.

Als je het woonhuis van Jans binnenkomt, stap je in een andere wereld.
Het ziet er nog net zo uit als toen Jans in 2011 ergens anders ging wonen.
Ik citeer de website: “Nou ja, exact hetzelfde kunnen we niet zeggen. Om het woonhuis voor bezoekers begaanbaar te maken, hebben vrijwilligers stapels papieren en dozen met spullen weg moeten halen.”

Mensen, ga er heen en laat je verrassen.
Aardappelkrabdoppen. Sigarenbandjes. Jaargangen kranten. Archeologische vondsten. Bijzondere boeken. Oud speelgoed. Bijzonder serviesgoed. Jans doopjurkje uit 1932. Luister naar de bijzondere verhalen die enthousiaste vrijwilligers je vertellen.
Op de prachtige, informatieve website lees je meer, hierbij een link.

Was dat het hele dagje uit?  Welnee.
Eerst koffie bij tante Trijn thuis, dan winkelen,  lunchen in ‘de Witte Olifant’,  prachtig autotochtje in Zuid Oost Drenthe*, museum en een diner bij Van der Valk Emmen.
Een dag ‘met ’n beiden’. Ik koester zulke dagen.

* Zuid Oost Drenthe heeft in Nederland altijd een wat negatief imago.
Ben je er niet bekend?  Ga daar dan eens fietsen, bij voorkeur de fietstocht die Daniël  Lohues  bezingt in ‘Op fietse’.  Je weet niet wat je ziet…..

Reageren

Pagina 80 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén