Collega Lucy deed mee aan de Bevrijdingswandeltocht op 3 en 4 mei.
Op mijn verzoek schreef ze daarover een verslag; dat deed ze in de vorm van een acrostichon. Geen idee wat dat is? Het Wilhelmus is er ook één!
Ik was bij mijn verzoek alleen nog vergeten te vermelden dat een blog ongeveer 500 woorden heeft….
Het woord is aan Lucy:
Wie dût mij wat, wie dût mij wat vandaage, wie dût mij wat‘. Uit de luidspreker bij sportpark Nieuw-Scheemda klinkt ‘Op fietse‘ van Daniel Lohues. Vandaag zijn we te voet en dit liedje past prima bij vandaag. 80 jaar geleden werd Nederland bevrijd en sinds die tijd leven we in ongekende vrijheid en welvaart. Op 3 en 4 mei staan wij daarbij extra stil. We wandelen met in totaal 500 mensen 2 dagen lang van Winschoten naar Woldendorp en van Woldendorp naar Delfzijl; we volgen de route die de Canadese bevrijders ook hebben afgelegd (Canadian Trail). Bovenop mijn rugzak draag ik een bos tulpen met een rood-wit-blauwe lint erom. En een Canadese vlag! In bruikleen van Ada Waninge met als tegenprestatie: een blog over dit weekend. Neem ik u mee op mijn reis, neemt u er vast een kopje koffie bij.
Bevrijdingstocht 2025: in het vroege voorjaar had ik me ingeschreven voor deze wandeltweedaagse van Winschoten naar Delfzijl. En daarvoor heb ik een zg. Bevrijdingsrok gemaakt: van lapjes stof met een herinnering. Een ode aan de vrouwen van 80 jaar geleden. En ik was daarmee niet de enige. De start was in Oud-Winschoten (voormalig schoolgebouw). Er is een expositie ingericht over de bevrijding van Winschoten en omgeving, net als bij meerdere stop-/ doorkomstplaatsen onderweg.
En in Winschoten zijn veel bijzondere plekken; twee rotondes met vlakbij een klein monument voor Belgische en Poolse bevrijders. In het centrum lopen we langs het nieuwe monument voor de Joodse inwoners: een grote gele Davidsster, verscheurd. Daarachter een muur met meer dan 400 namen. Mannen links, vrouwen en kinderen rechts…..
Voorafgaand heb ik thuis kiezelsteentjes en schelpjes beschilderd, gezocht op het Delfzijlster strandje. Op het rokje was een klein zakje genaaid: Delfzijl Pocket. Op elke doorkomstplek of monument, laat ik een steentje achter. Als eerbetoon. Bij de voormalige synagoge, met school en rabbinaatshuis staat een klaagmuur. We lopen langs het voormalige huis van de Joodse bakker naar Heiligerlee en dan naar Scheemda.
Routebijzonderheid: overal hangt de vlag uit. Huizen en straten zijn versierd. Het leeft hier echt, 80 jaar bevrijding. En met het zonnetje in de rug, ziet het er fris feestelijk uit.
In de richting van Nieuw-Scheemda lopen we eerst langs het Termunterzijldiep. Door de heldere lucht kunnen we heel ver kijken over het vlakke land. Via ’t Waar gaan we naar een mooi pad langs het Hondshalstermeer, in 1980 aangelegd vanwege de ruilverkaveling. Het zorgt voor waterberging en is tegelijk een natuurgebied. Hoewel ik tot mijn 25ste in Wagenborgen woonde, was ik nooit eerder hier.
Jawel, aan het einde van het pad, staat mijn moeder die wandelaars voorziet van een snoepje én gekleurde steentjes, en het verhaal: ‘drama van de Stolderij’. Mijn moeder draagt vandaag ook een Bevrijdingsrok én een baret met een origineel insigne van de Scottish-Canadian Soldiers. Met mijn groepje lopen we 200 meter terug naar De Stolderij (Bermmonument wordt opgeknapt voor de onthulling op 6 mei 2025). Hier kwamen tijdens de bevrijding 19 Canadese soldaten om het leven. We leggen er een steentje en gaan door naar de NH Kerk: de eerste stempelpost van vandaag. Met een prachtige stempel! Aan nagenoeg elke lantaarnpaal hangt een banner waarop een foto van een Canadese soldaat die in de gevechten met de Duitsers is omgekomen. De bevrijding heeft in deze streek van de huidige gemeente Eemsdelta enorme schade en verliezen gekend.
De grote zwerfkei middenin het dorp is ook een herinneringsmonument. Er staat een oude bekende van vroeger te vertellen over de zware gevechten. Hij wijst naar plekken waar huizen en boerderijen in brand stonden. Hij was toen zes en een half jaar; toen ze uit de kelders kwamen lagen er zeven dode Duitsers.
In De Ontmoeting, naast de NH-Petruskerk, krijgen we een prachtige stempel. En lekkere soep, broodjes en koffie tegen vooroorlogse prijzen. En een banaan. We kunnen op het kerkpleintje zitten en naar het toilet. De sfeer is geweldig vandaag. Vervolgens gaat het over het oude ‘Stichtingterrein’, het voormalige Groot Bronswijk. De instelling waardoor Wagenborgen een begrip werd. Het was een dorp in een dorp. Een geheel eigen gemeenschap. En: het was er goed.
Na de buurtschappen Kopaf en Scheve Klap: langs het Termunterzijldiep over een pad zó smal dat er nauwelijks een fietser overheen kan. Je loopt met één voet in een soort geul en het andere op het gras. Nieuwolda komt in zicht. Via een hoogholtje lopen we naar ‘t Trefpunt: pauze op een terras met wat frisdrank: even bijtanken. Ook hier grote posters met bevrijdingsverhalen. We komen aan in het land van de grote boerderijen, bijna kastelen. De graanrepubliek, waarmee de boeren rijkdom vergaarden maar ook sociale onrust onder hun arbeiders. In deze streek kwam het communisme mede tot bloei.
Gaandeweg komen we bij Hoofdstraat 119: een pijltje leidt ons naar een bunker. Achter het huis had de toenmalige bewoner, de oud-burgemeester, begin jaren ‘30 zelf een bunker laten bouwen. Je mag er zelfs even in. Het meet 1,6 x 3,2 m. met 2 ontluchtingspijpen. Niemand weet nog of het ooit gebruikt is. Bijzonder is het!
Stempelpost Woldendorp komt in zicht: op diverse plekken staan uitvergrote foto’s van de situatie van net na de oorlog. Uitgebrand en verwoest, zoals zoveel in deze streek. Tot op de allerlaatste dag is er onvoorstelbaar veel kapot of in brand geschoten. Op het dorpsplein waar tot voor enkele jaren geleden de Gereformeerde kerk stond, achter de Dörpswinkel, krijgen we heerlijke oranje-/ tomatensoep. We hebben de eerste dag uitgewandeld en gaan met de bus terug naar Winschoten. En terug naar huis.. Met 33 km in de benen.
Wanneer we deze 2e dag staan te wachten op de GADO-bus (van het museum uit Hoogezand) komen de jeugdherinneringen naar boven: dagelijkse busreizen naar school in Groningen. Vandaag
draag ik dezelfde Bevrijdingsrok als gisteren en ook een extra thermohemd en wit jasje: het is heel fris. We rijden eerst naar Woldendorp om verder te gaan waar we gisteren eindigden. Met een ‘pocket’ vol geverfde steentjes en schelpjes die vandaag ook weer her en der worden neergelegd. Daarmee loopt het later in de middag vast een stuk lichter. Net als in mijn hoofd.
Aan de lange rechte polderwegen op weg naar Johannes Kerkhovenpolder, lijkt geen einde te komen. De wind komt strak uit het Noorden; met de blote benen is het vrij pittig. Gelukkig draag ik wollen sokken. Het is bewolkt en zo nu en dan volgt een stoevertje die overwaait. In de verte zijn de Dollarddijken. De polder is ingepolderd in 1875-76 door directe indijking van een stukje Dollard. Kerkhoven, een Amsterdams bankier, had het plan opgevat de hele Dollard in te polderen. Zover is het niet gekomen.
Nog een eindje te gaan en dan komen we in bezoekerscentrum Dollard, aan de voet van de dijk en dicht bij Batterij Fiemel. En ook hier: iemand mag de doorkomstplaats en tijdstip op de rok schrijven.
De enorme grijze betonnen bunkers zijn te bezichtigen. Er stonden hier ruim veertig gebouwen, variërend van bunkers en barakken voor de bemanning tot opslagplaatsen. Het meeste is gesloopt.
Het grootste bouwwerk is grotendeels open en er bovenop staat een blauwgeverfd stalen constructie die een kanon moet visualiseren. Het was het onderstel van een kanon. Een deel van een grote opening dichtgezet met bakstenen. De man die uitleg geeft, vertelt dat na de oorlog deze ruimte werd gebruikt om NSB-ers en SS-ers gevangen te zetten. Daarom moesten de openingen dichtgezet worden. Lang duurde het niet, want het regime was beestachtig en dat werd de militaire leiding echt te gek.
De Batterij Fiemel was onderdeel van de Atlantikwal, de meer dan 5.000 km lange verdedigingslinie langs de westkust van Europa. Gebouwd om een invasie vanaf zee, te weerslaan.
Even verderop gaan we via een trap de dijk op en kijken uit over de Dollard. Hier heb je Zeelucht! En dan dat betonnen bouwwerk in de dijk. Het is het onderstel van een FLAK: een Flugabwehrkanone.
Lopende over de lange dijk komen we aan in Termunten en in de Ursuskerk is opnieuw ‘uitgepakt’: oorlogsherinneringen op foto’s en in verhalen. Hier worden steentjes gelegd en aan de wandelaars koffie en cake uitgedeeld; wat zeer op prijs wordt gesteld. Dat het vandaag de 4e mei is, merken we ook in alle straten: de vlag hang vandaag (de gehele dag) halfstok. Er zijn ook beduidend minder activiteiten. We slingeren langs Termunterzijl, in 1601 ontstaan rond de sluis (zijl) in het Termunterzijldiep.
Terwijl we nét het dorp uit zijn, staan we al weer stil: aan de kant van de weg hangt een vlag uit met een prachtig wit bloemstuk erbij. Op straat zijn Stolpersteine gelegd voor de slagersfamilie Cohen. Via Westerbork zijn ze in 1942 gedeporteerd naar Auschwitz en Sobibor en daar vermoord. Die Stolpersteine doen precies waar ze voor bedoeld zijn. We staan even stil, en struikelen mentaal.
Opnieuw zien we, iets verderop, een wit boeket. Bij een Tobroek (of Tobruk). Dat is een soort bunker, waarvan de naam is afgeleid van Tobruk in Libië, waar deze voor het eerste werden gebouwd voor het Italiaanse leger. Het bunkertje is hier geplaatst nadat het elders werd ontdekt.
De plek is niet willekeurig gekozen. In de slootswal vlakbij had de familie Groenhagen een privé schuilbunker gebouwd en daar schuilde men voor de gevechten in april 1945. Helaas lag de kelder in de vuurlinie en de Canadezen vermoedden dat hierin Duitsers verscholen zaten.
Dit liep rampzalig af. 19 mensen hadden hun toevlucht gezocht in deze bunker toen die werd geraakt.
Vader en moeder Groenhagen en twee anderen kwamen hierbij om het leven.
Centraal in Borgsweer, klein dorpje, staat de 19e-eeuwse dorpskerk alwaar het heel gezellig is én binnen heerlijk warm. Als Godshuis is het al sinds begin jaren ‘70 niet meer in gebruik. Evengoed ziet het gebouw zowel van buiten als van binnen (met een mini-tentoonstelling over oorlog en bevrijding) er prima uit. Hier is ook weer een stempelpost.
Het industriegebied zijn we nu dicht genaderd (de hele wandeling in de verte al te zien). Hier waren een halve eeuw geleden nog de dorpjes Oterdum en Heveskes. Dicht tegen de dijk aan en ze hebben moeten plaatsmaken voor de industrie. In de jaren 60 kwam Akzo zich hier vestigen en tegelijk kwamen de grote plannen om alles rondom Delfzijl groter dan groot te maken. Uiteindelijk moest ook Weiwerd wijken voor de uitbreiding van het haven- en industriegebied. Nu zijn hiervan slechts twee lege wierdes over, de dorpswierde en de kerkwierde. Mét kerkhof. Bij het monument van verzetsstrijder Thies Jansen die hier woonde, leg ik een schelp. Bij de enige nog bewoonde woning gaan we even zitten voor een broodje uit de rugzak. En een ‘vliegenier’ in oliejas en op krukken, legt uit hoe hij hier is beland.
Terwijl we via de sluizen Farmsum inlopen, hoor ik in mijn hoofd tuinpad van mijn vader. We lopen langs de boerderij waarin mijn vader zijn eerste jaren doorbracht. Als oudste kind sliep hij
samen met zijn opa, die bij hen inwoonde… in een bedstee! Het pad gaat over in de voormalige Trambaan langs de molen van Farmsum; hier is afgelopen week een nieuw monument geplaatst als onderdeel van de Canadian Trail. In de Farmsumer kerk met het beroemde Lohmanorgel, is een route uitgezet en zo kunnen we het hier allemaal goed bewonderen. Bijna aan het einde van deze dag komen we langs de voormalige Joodse Synagoge met op het pleintje een monument ter nagedachtenis aan de 126 Joodse inwoners; in maart 1943 werden ze allemaal afgevoerd vanaf station Delfzijl om nooit terug te keren. Voordat de wandeltocht eindigt bij de voormalige NH Centrumkerk van Delfzijl, worden we verwelkomd met muziek anno 2025 en mogen we over de rode loper! We worden onthaald als waren wij de bevrijders. Het feestcomité ontvangt ons met vlaggen en vaandels, wat een warm welkom. We krijgen de allerlaatste stempel en een medaille in een doosje omgehangen: in the pocket… we vieren ’80 jaar bevrijding’ en hebben een gezellige nazit. Bij het naar huis gaan bedenken we: we gaan in vrede en vrijheid naar onze veilige plek, ons huis en thuis. 80 jaar geleden waren er ontelbaar veel mensen die nooit meer thuis kwamen. Of berooid en beroofd thuis kwamen.
Vrede en vrijheid…. laten we koesteren wat we hebben, waarvoor zoveel mensen hun leven hebben gegeven!