De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

18 juni: Een kerk. En toch ook geen kerk…..

In het blog over de hunebedden-fietstocht tijdens ons verblijf op ‘Het land van Bartje’ schreef ik dat ik ook graag wat kerken van binnen wou bekijken.
In de omgeving waar wij fietsten die middag (Gasselternijveen, Gieterveen) heb je geen kolossale kerken.
Bij het eerste kerkje dat we tegenkwamen stond een bord: ‘Het kerkje van Gasselternijveen’; daar wilde ik wel even naar binnen.
De deur stond open, maar het was helemaal geen kerk meer: het was een groepsaccommodatie voor 18 personen met een binnenzwembad.
Als je door de kerkdeur naar binnen keek zag je een gang met aan weerszijden deuren.
Dus. Wel een kerk, maar toch geen kerk.

In Gieterveen wilden we bij Amoi even wat drinken, maar dat etablissement was dicht.
Daartegenover stond een klein kerkje, waar mensen binnen waren, dus daar gingen we even naar binnen voor een glas water.
Het ding heet ook gewoon ‘’t Kleine kerkje in Gieterveen‘.
Het was niet meer in gebruik als kerkgebouw, maar het is een multi-functionele  gemeenschapsruimte: je kunt het gebruiken voor vergaderingen, concerten, kleine theatervoorstellingen, tentoonstellingen, cursussen en workshops, als er iets te vieren of te betreuren is  en zelfs als trouwlocatie.
En men had een glas water voor ons: het was warm en we hadden al een eind gefietst.
Dus. Wel een kerk, maar toch geen kerk.

In Borger staat de Willibrordkerk. De toren stamt uit de 14 eeuw, maar de kerk is in 1826 gebouwd als vervanger van de oude middeleeuwse kerk op die plaats. De oude kerk was dermate vervallen dat afbraak noodzakelijk was. Alleen de kerktoren bleef dus gehandhaafd. Toen we daar even binnen wilden kijken kon dat, maar we kwamen niet verder dan het voorportaal. Daar stond een vrijwilliger die ons vertelde dat de kerk alleen maar open was omdat hij om 16.00 uur de klok ging luiden. Dat was vroeger traditie: de klok van 16.00 uur was voor de mensen die op het land waren het teken dat ze naar huis konden.
“Maar dat kan inmiddels toch ook automatisch worden ingesteld?”
Ja, dat was inderdaad zo. Maar in Borger is er een groep vrijwilligers die dat klokluiden graag op de ouderwetse manier in stand willen houden.
En daar waren wij die middag getuige van.  De kerk is niet meer in gebruik als kerk: die is verbouwd en werd tot voor kort gebruikt als theater.
Dus. Wel een kerk, maar toch geen kerk.

Je zou haast iets gaan denken van de vroomheid der Drenten.
In Gasselte ontdekten we ‘Het witte kerkje’
Ook deze kerk wordt voor allerlei doeleinden gebruikt, maar…. er wordt ’s zondag ook nog gewoon gekerkt.
Hierbij een link naar meer informatie van de Protestantse Gemeente Gasselte.
Jammer genoeg konden we niet naar binnen, maar we konden wel even om het gebouw heen lopen.
Mooi sfeertje.
De kerk staat op het hoogste punt in het dorp en is omringd door eeuwenoude graven.

Het is fijn dat de oude, beeldbepalende kerken in de dorpen behouden blijven, ook al worden ze lang niet allemaal meer als kerk gebruikt.
Je moet de kerk immers wel midden in het dorp laten…..

Reageren

17 juni: Ik gao op reis…..

Het thema van de Zinnig (een Drentstaolig tiedschrift) die half juni in de brievenbusse zat was ‘Op reis’.
Dizze keer is het verhaol dat ik instuurd haar uutkeuzen veur publicaotie; daor was ik wies met!
As underwarp haar ik het geheugenspellegie ‘Ik gao op reis en nim met…’.

Mooi spellegie, ie kent het vast.
Wij speulden het met de kinder in de auto, met name as wij zölf op reis waren. 
“Zijn we dral?”
“Duurt het nog lang?” Ie kent het wel.
Dan deuden wij met mekaar dit geheugen-woordspellegie: tandebössel, walkman, Donald Duckies, wat nim ie al niet met op reis.
Dan vleug de tied veurbij en waren we soms maor zo op de plek van bestemming.
En ie nimt wat met a’j op reis gaot!
Hoe vaak heb ik al niet een koffer weer uitpakt nao een vekaansie en verzucht: “Waorum heb ik dit allemaole metnummen? Dit he’k ja hielemaole niet bruukt..”
Hiele liesten vink ik of veurdat wij votgaot en dan nog vergeet ik soms wat. 

Wat ik nooit vergeet is mien heufd vol met gedachten, dat he’j naomelijk altied vanzölf al bij je. En met dat brein nim ik ok altied een stuk van mien leven thuus met op reis.
Toen mien moe nog leefde en geleidelijk an meer zörg neudig haar maakten Gerard en ik een verre reis naor femilie in Canada.
Ik weet nog dat ik toen op een rotsblok zat midden in een rivier en dat ik dacht: “Nou kan mien moe mij niet bellen…”
Ze belde mien breur, want ik was der niet. 
Maor ze was in mien heufd wel met mij op reis. 

As ik op vekaansie gao in een tied dat het hectisch is op het wark, he’k dat ok zo nou en dan in de kop.
“Hoe zul ’t nou met de wichter weden? Zult ze zich een beetie redden? En wat nou as der iene ziek wordt…..”
Helpt niks, weet ik ok wel en mien collega’s hebt der niks an, maor ok mien collega’s bint soms in gedachten met mij op reis. 

Fiets ik langs de Donau in Oostenriek en kom ik in Grein, dan bedenk ik dat ik daor vrogger met mien va en moe ok al ies west bin.
En dat mien breur en ik in dat riviertie speulden.
Die bint dan ok eem as een fijne herinnering met mij op reis.

Hoe older ik word, hoe meer der met mij met op reis giet.
De kinder. “Moe’we binnenkört nog eem bellen?”
Oons huus. “He’we die achterdeure nou wel op slot daon?’
De buurvrouw. “Zul ze oonze buutenpotten wel wat extra water geven met die dreugte?”
Want ok het weer in Nederland giet deur de alom tegenwoordige wifi met mij met op reis.
Zölfs de karkdiensten vanuut de karke in Roden kunt wij metmaken as wij dat wilt. 
“Zit niet veul volk in de karke; veul luu bint op vekaansie zeker…” 😉

Ik gao op reis en ik nim met: mijzölf en mien heufd vol gedachten. 
Hoe a’j ok je best doet, ie komt nooit hielemaol lös van thuus. 
Oost, west ……

Reageren

16 juni: Neeee! Echt wáááár?!?

De laatste zin van het blog van gisteren was: “Zondag deden we helemaal niets…..”
Dat blog had ik zondagmorgen geschreven en rond 13.30 uur alvast geplaatst.
En toen ging om om 14.45 uur Gerard’s telefoon: “De geplande luchtballonvaart kan doorgaan; we verwachten jullie rond 19.30 uur aan de Vaartweg in Hoogersmilde.”
Het bericht sloeg in als een bom; niet alleen bij ons, maar ook bij de vrienden.
Al vanaf juli 2023 waren er ettelijke afspraken gemaakt (zie Met een luchtballon uit 2023) en even zo vaak ook weer afgezegd wegens te veel wind, te weinig wind of slecht weer.
Minstens 11, maar we zijn de tel in de loop van die 2 jaren kwijt geraakt.
Zondagmiddag waaide het, dus niemand had er op gerekend dat het deze keer door zou gaan.

Wát een spektakel, mensen!
We ontmoetten elkaar op het weiland van Hatzmann, vlak bij de televisietoren; er waren zelfs nog wat Hoogersmildigers die een kijkje kwamen nemen.
Er kwam een auto van Dijkstra Ballonvaarten met een 8-persoonsmand en een enorme ballon, gesponsord door een onderneming die menigeen een glimlach ontlokte.
“Ben benieuwd welke vorm die ballon straks heeft” grapte iemand.
Hij was in ieder geval knalrose en toen hij op het weiland lag uitgerold was het een enorm groot ding.
Alle deelnemers moesten een reglement doorlezen en een handtekening zetten voorafgaand aan de vlucht.
Met een grote ventilator werd er lucht geblazen in de ballon, die heel zich heel langzaam vulde; uiteindelijk werd die lucht verwarmd met een brander.
De mensen die met de vlucht meegingen werden ook aan het werk gezet.
Ik dacht dat ze moesten blazen, maar nee, de ballon moest omhoog gehouden worden.

Spannend vond ik het moment dat de ballon omhoog kwam en de deelnemers in de mand moesten klimmen, maar dat ging allemaal prima en al gauw verdwenen ze uit het zicht.
Hierbij een link naar ‘het opstijg-filmpje’: Daar gaan ze!
Hoe het was kan ik niet vertellen, want Nellie, Sinet en ik gingen niet mee de lucht in: hiernaast zie je een foto die Gerard maakte van Hoogersmilde (met de televisietoren en het Blauwe Meer) vlak na het opstijgen; ik hoop eigenlijk nog op een gastblog…..
Met drie auto’s reden wij rustig achter de volgauto van Dijkstra aan.
Langs de Beilervaart, door Beilen en steeds zagen we de ballon rechts van ons.
En waar landde het gevaarte uiteindelijk? Op een weiland net buiten Westerbork!
Wij hadden instructies gekregen: “Als de ballon landt dan niet gelijk er naar toe, we moeten eerst toestemming vragen aan de eigenaar van het weiland”.

Even later kregen we een seintje “Kom maar!” en reden we naar een zandweg dichtbij waar de ballon was geland.
De landing was er één uit het boekje: de korf bleef mooi rechtop staan.
Maar toen was het verhaal nog niet uit!
Ook nu moesten de handen weer uit de mouwen worden gestoken: de ballon werd recht neergelegd, de lucht werd er uit gedrukt en toen moest hij weer opgevouwen worden en in de zak gepropt.
Hard werken, hoor!
De slotceremonie was mooi: iedereen kreeg een certificaat en een glas champagne en daarna mochten de deelnemers zich ‘luchtvaartbaron’ noemen.
Echt waar!

Reageren

15 juni: Werkers in de wijngaard.

Op dit blog komt Casa Grada in Westerbork regelmatig voorbij. Meestal gaat het dan over een aangenaam verblijf daar, mooie wandelingen/fietstochten of ons terras aan het meer, maar het laatste jaar ging het ook wel eens over de aanleg van de tuin, bestrating en de bouw van de schuur met overkapping. Die klussen heeft Gerard niet allemaal alleen gedaan: hij vroeg familie, vrienden en bekenden om hulp.

Zaterdagmiddag hadden we een feestelijke barbecue georganiseerd om ‘de werkers in de wijngaard’ te bedanken. De uitdrukking ‘werkers in de wijngaard’ hoort kennelijk bij de Tale Kanaäns die vroeger bij een degelijke, christelijke opvoeding hoorde. Sommige aanwezigen wisten niet wat daarmee bedoeld werd. Ik beschreef even kort de  gelijkenis van de arbeiders die door de eigenaar van de wijngaard van de markt werden gehaald en die allemaal één  denari kregen, of ze nou werkers van het het 1e uur waren of pas ter elfder ure aan het werk gingen.
Zo was het met deze barbecue eigenlijk ook: sommigen hadden dagen geholpen met het bestraten of bij het aanleggen van de elektriciteit in de schuur, plantenvakken waren aangelegd, er was grond verzet, kortom: er was hard gewerkt, maar het aandeel van de werkers was niet gelijk. Toch kregen ze allemaal dezelfde beloning: een gezellig samenzijn waarbij goed voor de inwendige mens gezorgd, men werd gelaafd en gevoed.

Het was een zeer divers gezelschap van negentien mensen: de werkers kwamen namelijk niet alleen, maar namen hun levensgezellen/gezin mee.
We hadden de hele morgen (eigenlijk de hele week al) zenuwachtig op de verschillende buienraders zitten loeren, maar uiteindelijk konden we de gewoon buiten zitten en genoten we van een zwoele zomermiddag in de nieuw aangelegde tuin aan het water.
Door de warmte waren de vissen in het meer wat onrustig, daardoor konden we af en toe genieten van ‘springende vissen’ die met een plons weer in het water terechtkwamen.

Toen iedereen er was hield Gerard een kleine ‘speech-met-bubbels’, waarin hij de aanwezigen bedankte voor hun inzet.
Het was gezellig! Niet iedereen kende elkaar van te voren, maar bij het omdraaien van de worstjes en de  filetlapjes werden al weer nieuwe netwerk-afspraken gemaakt: “ik kan dat kitwerk bij jullie ook wel doen….”
We sloten af met koffie en toen we iedereen uitgezwaaid hadden ruimden we de brut weer op en zetten alle meubels weer op hun plaats.
Zondag deden we helemaal niets: de energie voor het hele weekend was in één zaterdag al opgebruikt.
Vandaag geen foto’s van de bbq, maar van het resultaat van de inspanningen van de harde werkers.

Reageren

14 juni: De Natte Sponzen.

Twee weken geleden kregen we een uitnodiging van dochter Harriët: een marathon improvisatietoneel op vrijdag 13 juni.
Het was eigenlijk een soort wedstrijd: aan deze marathon deden 4 groepen mee, die allemaal uit 5 personen bestaan. Bij deze vorm van theater mag je als publiek meepraten over wat je op het toneel gaat zien.
“We zoeken een beroep” “Stewardess!”
“Wat is de locatie?” Er wordt dan iets gekozen uit wat het publiek allemaal roept.
Omdat dat altijd weer anders is weten de spelers van te voren niet wat ze gaan spelen: de scene ontwikkelt zich op het toneel.

Harriët maakte deel uit van ‘De Natte Sponzen’. Ze profileerden zich als groep door allemaal een ‘schuursponsjes-accesoire’ op hun zwarte kleding te dragen: bijvoorbeeld een haarband van schuursponsjes of een tot  vlinderstrikje gevouwen sponsje.

Aan de ene kant van het toneel zat een gitarist: hij begeleidde (net als vroeger het bioscooporgel) wat zich op het toneel afspeelde met gitaarmuziek; aan de andere kant zaten twee strenge rechters in toga. Zij gaven na iedere ronde punten aan de spelersgroep die aan de beurt was geweest.

Er speelde zich vanalles voor onze ogen af.
Een stewardes die te maken kreeg met een panisch angstige passagier.
Een interview met iemand die als hobby vuilniszakken verzamelde, dat werd verduidelijkt door een doventolk.
We zagen de zolder van Lodewijk waar o.a. een pratende koelkast stond en we waren getuige van  een blind-date met drie kandidaten van iemand die helemaal gek was van luchtgitaar spelen.
Het leukst vonden wij de scene waarin twee oude vrienden elkaar weer tegenkomen en samen een taart gaan maken. Daarna moest die scene drie keer op een andere manier uitgespeeld worden: als een drama, als horror en als slapstick.
Hilarisch. De horror eindigde met de ene vriend in de gordijnen van angst voor de ander die als een soort Frankenstein met een denkbeeldige taart aankwam: “Er zit BLOED op de slagroom….”Als ouders in de zaal waren we natuurlijk zwaar op de hand van de sponzen en de (best wel strenge) rechters waren dat gelukkig met ons eens: De Natte Sponzen kregen de spuuglelijke bokaal mee.

Wat een leuke theateravond!
Natuurlijk was het niet allemaal even spannend en onderhoudend. De rechters gaven punten voor drie categoriën: techniek, amusement en inhoud. Als de punten aan de lage kant waren legde de juristen dat ook uit. Soms was er geen verhaallijn, soms daagden de spelers elkaar te weinig uit en soms was de amusementswaarde te laag.

Arnoud de Kok

De gitarist was complementair op deze avond. Hij vulde met zijn spel aan wat er op het podium gebeurde; langzame noten bij de slow-motion- strijkwedstrijd, griezelige tonen bij de monsterlijke slagroomtaart en puntige, energieke slapstick-muziek. Complimenten!

Vergeten te vertellen dat het in Almelo was: in Theater Hof 88. Deze avond was onderdeel van een heel Theaterfestival in juni. Het was een bijzondere ervaring om onze Harriët op het podium in haar element te zien, acterend in een groep waarin ze zich zo thuis voelt dat ze zelfs teamcaptain was. Voelt nog net zo als in de jaren ’90 bij de voorspeelavonden van het ICO…..

Reageren

13 juni: Ariadne.

In maart schreef ik in het blog over de Holy Stitch-bijeenkomst van die maand over Akke, PKN-gemeentelid.
Ze was haar huis aan het opruimen en vond haar verzameling Ariadne’s vanaf 1964 terug: wie dat wilde mocht bij haar thuis langs komen om te kijken of er iets van haar gading tussen zit.
In april ben ik bij Akke wezen theedrinken en liet ze me de verzameling zien.
Eén jaargang (die van 1984)  nam ik mee en ook een paar losse exemplaren.

Even een stukje geschiedenis:

Ariadne was een tijdschrift dat zich richtte op handwerken.
De eerste uitgave verscheen al in 1950 en het bleef jarenlang een goed gelezen tijdschrift voor creatievelingen van alle leeftijden.
Je vond er artikelen in die gingen over haken, breien, quilten,  borduren, naaien en andere handwerktechnieken. Er werden patronen bijgeleverd en de gebruikte technieken/steken werden uitgebreid beschreven. Ook was er ruimte voor nieuwe handwerktrends. Kortom: een blad vol inspiratie voor handwerkprojecten.

De naam ‘Ariadne’ is afgeleid van de Griekse mythologie.
Ariadne was de dochter van koning Minos van Kreta.
Ze hielp Theseus om uit het labyrint te ontsnappen door hem een bol garen mee te geven: het garen hielp Theseus om zijn weg terug te vinden.
De naam Ariadne is destijds voor het handwerktijdschrift gekozen omdat het blad handwerkers helpt om hun weg te vinden in de wereld van creatieve werkvormen.

Op de afbeelding hiernaast zie je de voorkant van drie exemplaren uit drie verschillende decennia: 1967, 1976 en 1984.
Aan de andere kant van deze tekst zie je één pagina van de inhoud. Die van 1967 was nog volledig in zwart-wit afgedrukt.
Je ziet aan die bladen hoe de wereld van de textiele werkvormen veranderde.
(klik op de afbeeldingen voor een vergroting.)

Tegenwoordig heet het blad ‘Ariadne at Home’ en het is onderdeel van Libelle.
For happy living’ staat er op de website. Het is een ‘papieren’ blad, maar het is ook een digitaal platform.
Elke editie staat vol binnenkijkreportages, praktische tips en zelf-maak-ideeën om de lezer te inspireren en aan te moedigen om de ‘happy’ woonstijl van het blad te vertalen naar zijn of haar eigen interieur. Creativiteit en gezelligheid staan centraal in dit magazine.
Ook even een kijkje nemen?
Hierbij een link naar Ariadne at Home.

Reageren

12 juni: Van Midwolde naar Cnossen.

Op de jaarvergadering van de Cantorij Roden in oktober 2024 vroeg ik waarom we nooit een uitje hadden met ons koor.
“Ja, vroeger…”
Vroeger deden ze dat wel, maar dat deed Cees altijd maar die werd ziek en corona enzo…..
Maar met dat antwoord was de vraag nog niet beantwoord.
Als je zo’n vraag stelt weet je al dat áls er een uitje moet worden georganiseerd, dat jij dan degene bent die dat gaat doen.
Gelukkig vond Jan Willem het ook goed idee en hij wilde het wel samen met mij regelen.

Dinsdagavond om 18.30 uur vertrokken we op de fiets of met de auto naar Midwolde: daar bezochten we de dorpskerk.

… Karel op tientallen meters afstand….

Eerst zongen we met elkaar een paar liederen (met Karel op tientallen meters afstand achter het historische orgel) en om 19.30 uur kwam dhr. Hoffer om iets vertellen over de oude kerk en haar geschiedenis.
Een gids naar mijn hart: geen lijsten met jaartallen of opdreunen van feiten, maar een verhalen-verteller.
Verhalen over de geschiedenis van de kerk, die helemaal is verweven met de adellijke families de families Van Ewsum en Von Inn- und die woonden op landgoed Nienoord, .
En natuurlijk over het pronkstuk in de kerk: de marmeren graftombe gemaakt door Rombout Verhulst in opdracht van Anna van Ewsum († 1714) en het gebrandschilderd glas dat herinnert aan 1907, het jaar waarin de familie Van Panhuys uit Midwolde verdronk in het Hoendiep.  Over dat ongeluk schreef ik in 2018 een blog onder de titel Vervlogen tijden’.

Na het uit volle borst zingen van Psalm 98-versie Karel 2025 stapten we weer op de fiets/in de auto naar Paviljoen Cnossen aan het Leekstermeer: daar streken we neer, bijna 30 man sterk en smachtend naar koffie. Met gebak!
En dan zit je eens op een heel andere manier bij elkaar en gaat het ook eens over heel andere dingen.
Over het gezin waar je uit komt bijvoorbeeld en dat jouw plek in het gezin ook bepalend kan zijn voor hoe je in het leven staat.
Over zorgen voor je ouder wordende ouders.
Maar ook over muziek en componisten en over Marjolein Faber.
En of we ook mee gaan doen aan de kerkasieldienst in Kampen op 6 juli.

De eersten die weggingen riepen: “DOEI! Fijne zomer allemaal!”
O? Hebben we dan geen cantorijrepetities meer? Dat was mij even ontgaan.
Jammer ja.
“Wanneer beginnen we weer?”
Het antwoord op die vraag is in de vaagheid blijven hangen.
In ieder geval hebben we in oktober weer een jaarvergadering; ik ben benieuwd wie dan een vraag gaat stellen over het koor-uitje 2026 😉

Geïnteresseerd in het interieur van de kerk in Midwolde? Hierbij een link naar de website van de kerk:
Onder de tab ‘Roerende goederen’ vind je afbeeldingen van bijzondere objecten in de kerk en onder ‘360 panorama’ sta je als het ware midden in kerk en draai je een rondje om je eigen as; op die manier krijg je het hele interieur van de kerk te zien. Let even op de herenbank van de familie van Nienoord (links naar het grafmonument): die staat zelfs nog een beetje hoger tegen de muur dan de preekstoel, zodat de predikant ’s zondags niet boven de familie uitstak. Je moest je plaats weten als predikant.

Reageren

11 juni: 24 uur maar!?

Foto: Robert van der Veen – niekerknieuws.nl

Het verkeer en vervoer van, naar en in de stad Groningen ligt op zijn gat.
Vanaf zaterdag 10 mei is het hoofdstation Groningen ruim twee maanden voor een groot deel onbereikbaar.
De NOS berichtte daar over:
De verbouwing van het Hoofdstation van Groningen gaat een nieuwe fase in.
Daardoor rijden er tot en met 12 juli minder treinen en is er dit weekend helemaal geen treinverkeer mogelijk.
Het station wordt compleet vernieuwd: er komt een voetgangerstunnel, er worden sporen vernieuwd en verlegd en het busstation wordt verplaatst.
Volgens ProRail kunnen reizigers daardoor straks sneller en makkelijker overstappen.

Dit alles heeft grote gevolgen voor de verkeersstromen ‘ien Stad’; voor mij betekent het dat ik aan het einde van een werkdag vanaf de parkeerplaats bij mijn werk aan de Hereweg bijna niet die Hereweg op kom, omdat er constant een file staat voor de dubbele stoplichten bij de Zuiderbegraafplaats.
Als het kan qua weer ga ik liever op de fiets en zo niet, dan duurt het even.
Het is te overzien: van die 2 maanden is er al weer één om…..

Dochter Carlijn maakte mij attent op een mooie bijvangst van de werkzaamheden.
Ze stuurde mij een link naar een artikel op OOG TV.
Woon je niet in het Noorden? OOG-TV is de lokale omroep van Groningen die nieuws, verhalen en programma’s uit Groningen brengt via tv, radio en online.
Dit was de titel van het artikel: Vondst restanten citadel Arx Nova zorgt voor vertraging werkzaamheden Hoofdstation.
Mijn eerste gedachte ‘Wat is Arx Nova? En hoe oud is dat dan?’
Die vragen werden beantwoord in het artikel.
Kort door de bocht: de Citadel Arx Nova, ook wel bekend als het ‘Kasteel van Alva’, was een soort burcht die in de late 16e eeuw op bevel van de Spaanse hertog Alva werd aangelegd tussen 1569 en 1577. Het complex (bastions met brede grachten) was een bestraffing en een dwangmiddel voor de opstandige Groningers, die zich verzetten tegen het Spaanse gezag: een zichtbaar symbool van Spaanse macht en controle over stad en ommelanden.

Wat hebben ze dan gevonden? Op de plek van het hoofdstation was een uitloper van deze oude citadel. Men heeft vaten wijn aangetroffen, maar ook botten, potjes en pannetjes.
Het werk heeft op die plek 24 uur stilgelegen voor onderzoek, maar die opgelopen achterstand is al weer aardig ingelopen.

Hierbij de link die ik van Carlijn kreeg: OOG TV.
Je leest het hele verhaal, wat ze precies hebben gevonden, je ziet een plattegrondje van hoe de citadel er uit heeft gezien én je kunt een interview beluisteren met Gerrit Wessels van Groningen Spoorzone.

PS
24 uur.
Dat is toch veel te weinig..?!

Reageren

10 juni: 6 in één weekend!

Hunebedden.
Als ik in de buurt van zo’n eeuwenoud grafmonument ben zal ik altijd proberen om het op te zoeken; in de gemeente Borger-Odoorn vind je de meeste hunebedden van heel Drenthe, achttien in totaal.
Het zal je niet verbazen: tijdens ons verblijf op het Land van Bartje heb ik er een aantal van gezien, zes van die achttien.
ZES!
We maakten twee fietstochten: één met een ander stel en één met z’n tweeën.
“Kunnen we dan een fietstocht uitstippelen waarbij we langs een paar van die hunebedden komen?” vroeg ik.
Tuurlijk.
“En komen we dan ook nog langs een kerk waar we even naar binnen kunnen?”
O, vast wel, we ‘kiek’n wel eem’.

De hunebedden die ik graag wilde zien hebben we allemaal bekeken.
Even van de fiets af, om het monument heen, het hunebed op de foto én de informatie op het bordje even lezen.

Hieronder zie je 4 afbeeldingen waar ze alle zes op staan: D28 en D29 tussen Borger en Buinen, het grootste hunebed D27 bij Borger, D19 en D20 bij Drouwen en D30 tussen Exloo en Ees.

De sfeer bij bovenstaande hunebedden was zeer divers.
Bij de eerste (de tweeling D28&D29) waren wij de enige bezoekers, maar bij het hunebed in Borger (D27) was het erg druk: dat staat in de buurt van het Hunebedcentrum en daar waren veel bezoekers.
Bij de tweeling bij Drouwen (D19 & D20) was een hele groep neo-hippies neergestreken: op blote voeten en gehuld in gewaden. Wij lieten ze maar. Zij ons ook: toen de groep wegliep kon ik even bovenstaande foto maken.  Langs het laatste hunebed dat we aandeden (D30) liep een druk fietspad.
Toen we de hunebedden bezochten was het de vrijdag/zaterdag na Hemelvaart.
In dat weekend werd ook de Drentse Wandelvierdaagse gehouden, waar jaarlijks zo’n 5000 mensen aan meedoen, dus het was druk in Drenthe dat weekend.

Bij het hunebed D27 in Borger stond een informatiebordje, daar haalde ik onderstaande informatie af:

Borger wordt ook wel de hunebedhoofdstad van ons land genoemd.
Er hebben hier 13 hunebedden gelegen waarvan er nog 11 bestaan.
Waarschijnlijk zijn ze in één eeuw gebouwd (5400-5300 voor Christus) en zijn ze daarna nog 400-600 jaar gebruikt.
In een hunebed werden meerdere overledenen bijgezet. De mensen die gezamenlijk een hunebed bouwden wilden daarmee aangeven dat ze bij één en dezelfde familie behoorden.
Zo benadrukten ze de eenheid in hun groep. De hunebedden werden opgevolgd door de grafheuvels  (4800-2500 jaar geleden)
De oudste hoofdweg van ons land, de 5000 jaar oude Hondsrugroute, liep door Borger.

Je kunt in deze tijd die eeuwenoude route nog steeds wandelen; hij loopt van het Duitse Osnabrück naar de stad Groningen. In Nederland heet het ‘Hondsrugpad’ en in Duitsland ‘Hünenweg’.
Het wandelpad is 325 kilometer lang en het voert je terug naar de préhistorie en de middeleeuwen met onderweg hunebedden, middeleeuwse karrensporen, prehistorische veenpaden, pittoreske dorpjes en eeuwenoude, glooiende akkers.
Vergeet die Camino die iedereen al doet: kies eens voor Drenthe!
Meer weten? Hierbij een link naar meer informatie over het wandelpad op ‘De Hondsrug.nl’.

En die kerken uit de eerste alinea dan?
Wordt vervolgd….

Reageren

9 juni: Pinksteren

“Trek iets roods aan!’
Die oproep van dominee Sybrand van Dijk had ik nog even op de PKN-website gezet en heel veel mensen hadden daar gehoor aan gegeven.
Er hing een rood antependium over de avondmaalstafel (zie afbeelding links), de liturgische bloemschikking stond op een rode ondergrond en de cantorijleden hadden ook overwegend rode kleren aan.
We begonnen de viering met het zingen van lied 672 ‘Komt laat ons deze dag’, een pinksterlied geschreven door J.S. Bach. Karel had daar voor de tenor- en de altpartij een nieuwe bewerking van gemaakt, dus zijn naam stond prominent onder die van de grote meester op ons muziekpapier; zie daarvoor de afbeelding rechts.

Afgelopen week schreef ik een verhaal over de repetitieavond van onze cantorij; daarin schreef ik o.a. dat het hard werken is.
Toen wij gistermorgen voor de dienst gingen inzingen ging het niet allemaal goed. We moesten meer dan de puntjes op de i zetten: de i stond er bij wijze van spreken nog maar half.
We hadden na de cantatezondag maar drie repetities gehad en we hadden zo’n  grote hoeveelheid muziek voor de pinksterdienst gekregen, dat het niet is gelukt om het er allemaal goed in te krijgen. Daar komt bij dat we de Marcus-mis zongen tijdens deze viering. Dan heb je een gezongen kyrië, credo etc. Ik zeg het maar eerlijk: dat heeft helemaal niet mijn voorkeur. Vorige week hoorde ik ook al iemand in mijn buurt mopperen ‘ik vind het wel heel Rooms aandoen allemaal..’
Dat werd nog eens versterkt door de term ‘communie’ die in de orde van dienst stond toen we brood en wijn deelden.
Maar…. als je op een koor zit zing je soms ook een lied dat je helemaal niks vindt, dat hoort er nu eenmaal bij, ‘dus Vrieswijk’ spreek ik mezelf dan toe ‘je doet maar een beetje je best’.

Omdat we zoveel moesten zingen was er bij mij gistermorgen geen ‘Pinksterbeleving’. Waar ik anders wel eens wordt opgetild door de muziek en/of de woorden, was ik nu vooral bezig met ‘wat moeten we nu zingen, één- of meerstemmig en gaat het allemaal een beetje goed?’
Zelfs het avondmaal, wat anders altijd een rustpunt is in de viering, verliep deze keer rommelig.
Daniël Lohues zou zeggen: “Ie kunt niet altied zes gooien!’

Eigenlijk vieren wij met ons gezin altijd in het pinksterweekend de Gradagen; dit jaar zouden we met onze kinderen meedoen aan het Buitenkunst Pinksterweekend Drenthe, maar dat ging wegens omstandigheden niet door.
De Gradagen vierden we vanwege die omstandigheden al in april en toen hadden we prachtig weer.
Gistermiddag kwamen we met z’n achten bij elkaar in Almelo voor het vieren van een verjaardag en constateerden dat het qua weer achteraf maar goed was dat we nu niet met Pinksteren in Westerbork zaten: het kwam met bakken uit de lucht. Nu genoten we met elkaar van hazelino’s, een ‘lekkere plank’, van elkaars foto’s, van een grote zak patat en ……natuurlijk van elkaars gezelschap. Geen pinksterbeleving, toch een mooie pinksterdag.

Reageren

Pagina 1 van 378

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén