De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

5 december: Sinterklaas.

Vandaag viert Nederland het oude feest van Nicolaas van Myra, die in de 3e eeuw in ca. 270 werd geboren en stierf op 6 december; het jaartal weten we niet precies, op Wikipedia staat ca. 335 – 337.
In ons ‘Kerknieuws’ had Tineke Braspenning een mooi artikeltje geschreven, waarin de Adventsperiode werd verbonden met het Sinterklaasfeest.

Sinterklaas is niet alleen een kindervriend die cadeautjes uitdeelt, hij past ook heel mooi aan het begin van de adventsperiode. 
Advent betekent ‘dat wat komt’ en dan bedoelen we de geboorte van Christus. 
Sint Nicolaas laat ons gewetensvol terugkijken op het jaar en helpt ons bewust te worden van onze verantwoordelijkheden en levensopdrachten. 
Dit klinkt misschien wat groots, maar dat is wat vaak gebeurt bij het maken en lezen van de rijmen en surprises die de cadeaus vergezellen. 
Hij sterkt ons met goede gaven om onze voornemens op de weg vooruit waar te kunnen maken. 
Op de valreep, vlak voor Kerstmis, vraagt hij ons of we klaar zijn voor de nieuwe geboorte.
Ik las een mooie brief die de redacteur van de New York Sun in 1897 stuurde naar een achtjarig meisje, dat vroeg of de kerstman wel echt bestond.
Ik heb de kerstman vervangen door Sinterklaas in de brief van de redacteur.

Ja Virginia, Sinterklaas bestaat. Hij bestaat zo zeker als liefde, vriendelijkheid en toewijding bestaan.
Niemand ziet de echte Sinterklaas, maar dat wil niet zeggen dat hij niet bestaat.
De meest ware dingen in het leven zijn die, welke kinderen en grote mensen niet zien. 
Niemand kan zich al die wonderen voorstellen die er, gezien en ongezien in de wereld zijn. 
Alleen geloof, poëzie, liefde en romantiek kunnen dat gordijn opzijschuiven en de bovennatuurlijke pracht er achter zien en beschrijven. 
Is dat allemaal echt? Virginia, in heel deze wereld is er niets anders zó echt en duurzaam. 

Zo had ik ons folkloristische Sinterklaasfeest nog nooit bekeken!
Toen onze dochters klein waren hadden wij een goede relatie met de goedheiligman.
Hij stuurde brieven naar onze dochters, kwam ieder weekend iets in de schoen doen, haalde verlanglijstjes op en bracht op zijn verjaardag een zak met cadeautjes.
Het Sinterklaasfeest is een soort geheim, een toneelstukje dat grote mensen opvoeren voor kinderen.
Wij speelden het spel vol overgave; wij genoten net zo van het feest als de kinderen.
En wij vieren het met onze volwassen kinderen nog ieder jaar met alle toeters en bellen die bij het feest horen met behulp van lootjestrekken.nl.
Gerard en ik weten niet van elkaar wie we hebben; we hebben al weer voorpret met z’n tweeën en hebben het over ‘MIJN PERSOON’.
We hebben met de sint afgesproken dat hij dit jaar de zak met cadeautjes pas in het weekend voor onze deur zet.

Kleuterschool Hoogersmilde, 1966

Aan mijn ontmoetingen met Sinterklaas in mijn kindertijd bewaar ik trouwens ook goede herinneringen.
Benieuwd naar het verhaal achter deze foto?
Lees dan nog eens het blog ‘Intocht Sinterklaas’ uit 2014.

Reageren

4 december: Voor de kerstmarkt

“Wil jij de deelnemers van Holy Stitch vragen of ze iets willen maken voor het kraampje van de ZWO op de Weihnachtsmarkt in Roden?”
Die vraag kreeg ik eind oktober van Saakje.
Toen we bij elkaar zaten op de eerste dinsdag van november kwamen er al wat leuke ideeën binnen.
Engeltjes, sterretjes, gnomen, allemaal kleine, gehaakte of gebreide dingetjes: de keuze was reuze.
Op internet zocht ik naar andere cadeautjes om te maken en op Lindevrouw’sweb vond ik een pagina met allemaal kerst-zelfmaak-ideeën.
(wel even naar beneden doorscrollen, je moet eerst door een berg foto’s van lampen en reclame heen)
Ik koos de gehaakte theelichtjeshouder, hierbij een link naar de haakbeschrijving.
Een paar kleine aanpassingen bracht ik aan: ik deed de 1e toer niet met een andere kleur; in plaats daarvan haakte ik in een andere kleur een randje om de bovenkant én 1 toer vasten om de buitenkant heen.

Toen ik er één klaar had was ik niet tevreden: er zat geen bodem onder het waxinelichtje.
Toen haakte ik een aparte bodem in de kleur van de randjes die ik er later innaaide.
Zo maak je de bodem: –
– ketting van 5 lossen sluiten tot een ring.
– 1e toer:  In de ring 8 vasten haken.
– 2e toer: op iedere vaste 2 stokjes haken.
– 3e toer: op ieder stokje 2 halve stokjes haken.
Afhechten hoeft niet, je laat na het sluiten van de toer de draad wat langer, zodat je daarmee het rondje in het houdertje kunt naaien.
Ik deed de steekjes alleen in de buitenste lus van de halve stokjes.

Gistermiddag was er weer een bijeenkomst van Holy Stitch.
We kregen allemaal een gehaakt sterretje van Zwanny bij wijze van kerstgroet. Leuk idee!
Na ‘het rondje’ waarin iedereen iets vertelt over waar ze op dit moment mee bezig is hadden we nog ruim een uur voor de bijpraat; de tijd vloog voorbij.
Bij de afsluiting van de middag brak ik een lans voor het vieren van ons aloude Sinterklaasfeest, dat mijns inziens veel te vroeg overschaduwd wordt door de kerst-commercie, wat Geke de opmerking ontlokte dat ‘dat hele circus rondom kerst’ ook nogal afleidt van waar het eigenlijk om gaat met kerst……
In het kader van de verjaardag van Sinterklaas a.s. donderdag las ik een verhaal voor over een spectaculair Sinterklaasfeest op basisschool de Haven in 1995.
Ook even in de sfeer komen? Hierbij een link naar dat blog uit 2017.

Er waren engeltjes gemaakt, tassen, geborduurde dingen aan de muur, kaarten kortom: genoeg om de kraam van ZWO mee te vullen.
Ben je benieuwd?
Kom dan kijken op de Weihnachtsmarkt op de Brink in Roden; die wordt gehouden op zaterdag 14 december van 14:00 – 21:00 uur en zondag 15 december van 12:00 – 18:00 uur.
De Catharinakerk is dan ook open: de aanwezige gidsen vertellen je graag iets over de geschiedenis van het gebouw en haar beroemde orgel.
In de kerk vind je de kraam van de ZWO waar de spulletjes voor het goede doel verkocht worden.

Reageren

3 december: Ruimhartig hervormd.

Het wordt niet vaak meer benoemd in onze PKN-gemeente, maar voor 2001 (Samen op Weg) waren wij Nederlands Hervormd.
Veel van die hervormden waarmee we in die tijd zondag aan zondag in de Catharinakerk zaten waren gistermiddag aanwezig in diezelfde kerk waar we afscheid namen van Gladys Ruitenbeek.
Toen wij in 1989 in Roden kwamen wonen was Gladys jeugdouderling; zij stimuleerde ons om ’toch vooral met dat kinderkoor te beginnen!’
Hun tweeling Janneke en Jos waren de eerste kinderen die zich bij de start in 1992 opgaven om bij het Oecumenisch Kinderkoor Roden te komen zingen.
We leerden Gladys en Jaap in de loop van de jaren steeds beter leerden kennen; we zagen elkaar natuurlijk vaak in de kerk, spraken elkaar bij het koffiedrinken of bij de Maandagavondclub waar Gladys vrijwilliger was en natuurlijk via de cantorij, waar Jaap en ik al vanaf de Catharinacantorij bij elkaar op de achterste rij zitten.

Eind oktober waren de bloemen in de kerk voor Gladys. Ze had problemen met haar gezondheid; wij brachten die zondagmiddag de bloemen bij hen. Ze had verschillende onderzoeken ondergaan en wachtte op uitslagen. Die achteraf rampzalig waren. Vorige week overleed ze, nog geen maand later.

In de afscheidsdienst hoorden we haar verdrietige kinderen vertellen over hun moeder waar ze zo trots op waren.
En we hoorden neef Fred die ons vertelde over zijn tante Glad, de enige die nog over was van het gezin waar ze uit kwam.
Hij sprak namens de familie en noemde haar ‘de herdershond’ die de boel altijd bij elkaar wist te houden.
“Tante Glad maakte je de pis niet lauw” vertelde hij.
Altijd rustig en bewonderenswaardig kalm, dat kwam ook al uit de verhalen van de kinderen naar voren.
Ze leidde een rijk, actief en opgewekt leven.
Deed veel vrijwilligerswerk, maar er waren ook genoeg leuke dingen voor haarzelf.

In zijn overdenking benoemde voorganger Walter Meijles dat Gladys ‘ruimhartig hervormd’ was opgevoed en dat ze dat haar hele leven is gebleven.
Ze was “luchthartig met betrekking tot geloofsijver” (mooi omschreven vond ik), in tegenstelling tot het nest waar Jaap uit kwam.
Bijna 58 jaar waren ze getrouwd; ze hadden een stabiel en gelukkig huwelijk, een sterke band die alleen maar sterker werd door het verschrikkelijke verlies van hun zoontje in 1980.
De bijbellezing was uit Fillipenzen 4: die was ook gelezen bij hun huwelijk destijds.
Laat u leiden door al wat waar is, al wat edel, rechtvaardig, zuiver, beminnelijk en eervol is, kortom door al wat deugdzaam is en lof verdient.”
Uit wat we gistermiddag over haar hoorden in de dankdienst voor haar leven heeft Gladys geleefd in de geest van deze schriftlezing.
Maar wat zal ze gemist worden!
Het was een troostende, warme afscheidsviering die handvatten geeft om het grote verdriet te hanteren; een gezamenlijk begin van de rouwverwerking.
Liefde houdt niet op waar leven eindigt; Gladys’ naam zal worden gekoesterd en nog vele malen worden genoemd.

In de dienst werd een gedicht van Piet van Midden gelezen; het staat in het liedboek naast psalm 90.

Bij Psalm 90

God, kijk ik terug
zover ik kan:
U bent er altijd.
Mensen niet.
Als ze tachtig worden
is het al veel.
En wie denkt nog aan ze
als ze dood zijn?
Mensen zijn geen god.
Mensen gaan voorbij.

Moeilijk is dat:
jong wezen,
oud worden,
dood gaan.
En als je ziet
wat er soms
met mensen gebeurt:
geen leven is het.

Daarom bid ik:
geef ook geluk, plezier.
Maak het zo
dat mensen zeggen:
Je kunt wel zien
dat God er is.

En gaat U verder
met wat wij laten liggen

Reageren

2 december: Gastblog – Blauw Bloed-dag (1)

Vandaag een gastblog van één van de Royalty Gezusters: schoonzus Annette.

‘Schitterende Blauw Bloed-dag op Paleis Soestdijk!”
Zo werd het aangekondigd op de website van Blauw Bloed. Bijna direct heb ik me opgegeven voor deze dag op 21 november, want het leek me fantastisch om daar heen te gaan. Vooral omdat er een interview zou worden gehouden met prinses Margarita, over haar jeugd op het paleis. Achteraf heb ik pas mijn Royalty gezusters (tante Trijn, Ada en Ali) op de hoogte gesteld. Helaas kon geen van drieën mee. Heel jammer, maar een dagje alleen op pad is soms ook wel fijn.

….. petit fourtje ……

Aangekomen bij Soestdijk werd ik opgevangen aan het begin van de parkeerplaats en werd me uitgelegd hoe alles zou verlopen. Vanaf daar was het nog best een flinke wandeling over het terrein naar de Oranjerie, waar het eerste deel van het programma zou plaatsvinden. Het was daar al een drukte van belang. Er stonden rijen stoelen, waarvan de meeste al bezet waren. De beloofde koffie met gebak bleek een bekertje koffie en een klein petit fourtje te zijn, dat opgedronken mocht worden aan statafels. Wat minder knus en romantisch dan ik me had voorgesteld. Ik raakte direct in gesprek met een vrouw die ook alleen was. Ze stootte me op een gegeven moment aan en wees op een erg slanke, goedgeklede dame in het gangpad: “kijk, dat is die presentatrice!” Het bleek Josine Droogendijk te zijn, de modedeskundige van het programma. Het viel me direct op dat je op TV minstens 10 kilo dikker lijkt: wat een figuurtje!

De vaste presentatrice van het programma, Tirza van der Graaf, opende de middag, zoals ook aangekondigd was in het programma. Nadat ze ons had begroet verdween ze weer: ze moest nog verder met de opnames van de uitzending van Blauw Bloed van zaterdag. Een excentrieke dame met de prachtige naam ‘Nicole Uniquole’ introduceerde prinses Margarita en een interessant interview vond plaats. Wat is het bijzonder om iemand van het koningshuis zelf te horen vertellen over haar tijd met haar grootouders op Soestdijk en hoe ze dit heeft ervaren.
Een deel van het interview ging ook over haar juwelen lijn, waarschijnlijk in het kader van: voor wat, hoort wat. Toen de dia’s van deze juwelen niet altijd even snel op het scherm verschenen, of toen haar ‘oortje’ niet goed werkte, reageerde ze kribbig en ongeduldig: ook een prinses is maar een mens, en ik denk dat Margarita wat dat betreft geen makkelijke dame is…..

Er mochten na het interview vragen worden gesteld aan de prinses. Deze waren over het algemeen vrij voorspelbaar.
Een paar mensen waren zo overweldigd door het feit dat ze wat mochten vragen, dat ze niet uit hun woorden kwamen.

Van tevoren had ik met Henk overlegd….

Wat Annette van tevoren met mijn broer had overlegd lees je in deel 2 van dit blog dat over enkele dagen wordt gepubliceerd op deze website.

 

 

Reageren

1 december: Noten op zang.

“Mag ik dan even bij jou in de map kijken?”
“Nee. Dat mag niet van Karel.”
Karel is de cantor van onze cantorij en heeft nogal wat noten op zang.
Dat hoort ook zo.
Als je op internet zoekt naar waar een goede dirigent aan moet voldoen, dan vind je deze zin: tot de vereisten voor een goede dirigent behoren een ijzeren wil, grote stressbestendigheid, grote algemene cultuurkennis, overredingskracht, verbeelding, en, naast een goede dirigeerslag (al dan niet met dirigeerstok), een uitstekende conditie.”
Dit vond ‘de Dirigentenacademie’ op 28 aug 2017.
Onze cantor voldoet aan alle criteria, dus wij boffen.
Wij hebben het op de achterste rij met een glimlach over ‘het evangelie van Karel’.
Ik citeer een paar verzen:
Allemaal je eigen muziek, geen afgekijk bij de buurvrouw.
Rechtop zitten zodat je ieder moment kunt gaan staan.
Bij hoge noten je denkbeeldige koepel (boven je hoofd) open zetten. “Zet de deur naar die zolderkamer maar open!”
Durven te zingen, niet van dat gemompel.
Kom op tijd: als we kwart voor negen afspreken zit je om die tijd met je map op de goede plaats in het koor.

Dat was vanmorgen dus.
08.45 uur aanwezig.
In voorgaande jaren was ik dan in de vroegte alleen op pad, maar deze maanden zingt Gerard tijdelijk als bas met ons mee, dus we wandelden om 08.30 u naar de kerk.
Stond ik bij het afscheid van Klaas nog naast Gerard, vanmorgen was mijn buurman Wim: fijn dat we een nieuwe bas mogen verwelkomen!
Het is vandaag de 1e zondag van Advent; de eerste kaars van het adventsbloemstuk werd aangestoken en er was een liturgische schikking bij het Adventsproject waar de kinderen dit jaar aan meedoen, je ziet het op de afbeelding hiernaast.
De kinderen hebben een koffer en gaan op weg naar Bethlehem. Iedere week staat er een ander Bijbelverhaal centraal, deze week was dat Ruth.
We zien een wegwijzer met daarop Bethlehem en het aantal dagen tot Kerst, een koffer met daarin een paars kleed (de kleur van Advent)  een wandelstok en klimop, want Gods trouw gaat altijd met je mee.
Graan staat voor het verhaal van Ruth: met lef en doorzettingsvermogen kan er wat moois opbloeien.

Beetje vreemd: we hebben in de viering van vanmorgen verder helemaal niets over Ruth en Naomi gehoord.
Het leek alsof het adventsproject helemaal los stond van de 1e adventsdienst.
Dat werd nog versterkt door een werkelijk onzingbaar lied dat bij het project hoorde, waarvan ik dacht “dít had de cantorij moeten instuderen.”
Het was vanmorgen een viering met een hoog liturgisch gehalte met heel veel liederen én de viering van het heilig avondmaal: eerlijk gezegd vond ik het wat veel allemaal.
Maar het zingen ging goed:  toen we thuis waren kregen we een appje van Enny, een alt van ons koor die niet mee kon zingen vanmorgen, maar ze had wel geluisterd/gekeken.
“Het was een mooie dienst en jullie hebben mooi gezongen, vooral het lied ‘Danken wij de goede God’ met Karel als voorzanger!”
Zoals ik al schreef: een cantor met nogal wat noten op zang.
Ook letterlijk dus. Wies met.

Je kunt deze viering terugluisteren via Kerkomroep en via het You Tube-kanaal van onze kerk.

Reageren

30 november: Over uitstel, geen afstel en trage december-inspiratie.

Halverwege deze week stuurde ik een mail naar degene die ons tijdschrift ‘de Waarde van de dag‘ gaat drukken.
Dit was de strekking van de inhoud: “We hebben steeds ingezet op de uitgave van ons tijdschrift eind 2024, maar door de gebeurtenissen van de afgelopen weken ben ik niet de beste versie van mezelf.  Verhuizing op het werk, sterfgevallen in mijn omgeving: het is te veel en daardoor kost alles veel meer energie dan anders.
Een aantal dingen laat ik doorgaan, zoals zingen in de cantorij en mijn werk, maar daarnaast zeg ik dingen af en daar hoort ook mijn tijdschrift bij.
Het is iets wat ik zelf heb bedacht en het is ook een cadeau voor mezelf, maar op dit moment heb ik er geen ruimte voor in mijn hoofd.
Met onze dochters heb ik afgesproken dat we het over de jaarwisseling heen tillen: we willen graag inzetten op week 2 in de hoop dat het in mijn hoofd dan weer wat minder druk en vol is. ”
We hebben al een proefdruk exemplaar om even te zien hoe het er uit komt te zien en we zijn erg tevreden, maar het is nog niet klaar.
Nog even wachten dus.

Maar ondertussen gaat dit blog wel door met iedere dag een verhaaltje van Aaltje, vandaag bijvoorbeeld over de inspiratie voor de maand december die in het teken staat van Sinterklaas en Kerst.
Dit jaar duurde het allemaal wat langer voor ik met de voorbereidingen van de feesten aan de gang kwam.
Als we anders lootjes trekken ben ik al weken van de te voren aan het bedenken wat ik zal kopen en wat ik ‘er bij’ zal doen, dit jaar moet ik op het moment dat ik dit schrijf bijna alles nog doen.
En dan het adventsbloemstuk. Meestal begin ik half november al te bedenken wat ik ga maken, maar ook dat moest dit jaar op het laatste moment: vandaag. Rechts een afbeelding van hoe het is geworden, links een detailfoto van het middenstuk.
Gewoon vier witte kaarsen, sparrengroen van de boom bij onze kapper (onze Koreaanse zilverspar is er immers niet meer), een hortensiabol, wat ‘opvul’ uit de tuin zoals rozenbottels en skimmia enzo: de versie van 2024 lijkt veel op die van 2023, ik heb alleen een andere kleur kaarsen gebruikt.

Vind je het leuk om terug te kijken naar de Adventstukken van voorgaande jaren?
Geen bloemstuk is namelijk hetzelfde.
Andere schaal, andere vorm, andere kaarsen, ander groen: hierbij de links naar de betreffende pagina’s:
2023>>>
2022>>>
2021>>>
2020>>>
2019>>>
2018>>>
2017 >>>
2016 >>>
2015 >>>
2014 >>>

Reageren

29 november: Schone zang uit Amsterdam.

Op zondag 20 oktober werd in de serie ‘Volle zalen’  de aflevering met Diederik Ebbinge uitgezonden.
Daarin vertelde hij over de musical ‘Onze Jordaan’ die hij had geregisseerd ter gelegenheid van het 750 jaar bestaan van Amsterdam.
Hij vertelde over de belcanto-zangstijl die we kennen van Willy Alberti, Johnny Jordaan en Tante Leen; belcanto is een Italiaans woord;  het betekent ‘schone zang.
Smartlappen, gezongen met zo’n mooi vibrato gecombineerd met stukken uit de Italiaanse opera.
“O wat zou ik daar graag heen willen!” zei ik tegen Gerard, maar ik dacht dat het alleen in Amsterdam te zien was en dat vond ik te veel gedoe.
Maar.
Een dag later ontdekte ik dat de musical ook op tournee ging: ze kwamen op 28 november in Martini Plaza in Groningen.
Onmiddellijk bestelde ik twee kaarten en zo zaten deze twee Drenten gisteravond op rij 12 op balkon Oost in een uitverkocht Gronings theater te kijken naar een musical over de Jordaan in Amsterdam.

Dit staat er over op de site van het ‘De La Mar’-theater:
In Onze Jordaan blikt Greet (Ellen Pieters) op haar 80ste verjaardag uitgebreid terug op haar tijd in deze bekende Amsterdamse wijk. Op de uittocht van de echte Jordanezen en de komst van de yuppen en studenten. Op het missen van haar man Jopie, haar leven als alleenstaande moeder en de saamhorigheid onder de buurtbewoners, die nog sterker werd door de komst van het buurtkoor ‘de Belcanto’s’. Een verhaal vol van humor, emotie, melancholie en verbittering, maar vooral ook van hoop en verzoening. Onze Jordaan wordt muzikaal ondersteund door de typische belcanto-zangstijl, zoals we die kennen van Willy Alberti, Johnny Jordaan en Tante Leen. In nieuwe arrangementen passeren heerlijke meezingers de revue, zoals De parelvissers, Bij ons in de Jordaan, La donna è mobile en De glimlach van een kind.

Het was één van de mooiste voorstellingen die ik ooit heb gezien (de mooiste was Anatevka met Henk Poort).
Op het podium stond een orkest op een soort verhoogde stellage en daaronder zag je het verhaal zich afspelen.
Je wordt er in meegezogen en betoverd.
Wát een mooie muziek!
En wat een ontwapenende, Amsterdamse humor.
De Turkse verpleegster die Greet verzorgt heet Aisha.
Als dochter Loes de naam niet goed verstaat zegt Greet: “Aisha! Van Aisha mekaar niet meer vertrouwe kan!”
Die humor kwam ook mooi naar voren toen een clubje oude Jordanezen in hun kroeg een moderne ober vraagt om “een pikketanussie”.
Huh? “Een krakertje.” Wat? “Een kijkertje-over-het-IJ.”

De scenes wisselen elkaar snel af; het ene moment zit je bij Greet en haar kinderen thuis, dan is er weer een scene in de kroeg of op straat.
Ook zit je even een moderne woonkamer in Almere, waar dochter Loes een ontroerend lied zingt over heimwee naar Amsterdam.
We beleefden een avond vol nostalgie en melancholie; je wordt als publiek verwend met dans, zang en meeslepende muziek.
Eigenlijk wil ik hem nog wel een keer zien…..

Hierbij een link naar de website van de musical én een link naar de aflevering van Volle Zalen met Diederik Ebbinge.
Dan snap je misschien ook waarom ik dit gewoon móest zien.

Reageren

28 november: …. de asch van hem…….

Op 1 november was ik door neef Cor uitgenodigd voor een middagje geschiedenis.
We begonnen met een stadswandeling in en rond Assen.
Daarna nam Cor mij mee naar een hunebed dat ik nog niet had gezien: D16 dat ten noordwesten van het dorp Balloo ligt. Je kunt er alleen  komen via zandwegen.
Het ligt op de Ballooër-es, aan de rand van het natuurgebied Kampsheide.
Het is één van de grootste hunebedden: bijna 16 meter lang en bijna 4 meter breed.
In de buurt van dit hunebed is een nederzetting van de Trechterbekercultuur gevonden.
De dingen die zijn gevonden zijn te zien in het Drents museum.
Verder vond men daar celtic fields en er zijn ook diverse grafheuvels.
Die heuvels ontstonden na de hunebedperiode doordat de as van de doden in een kringgreppel en later (vanaf de 6e of 5e eeuw v.Chr.) in een vierkante greppel werd gedeponeerd. Over de crematieresten werd een lage plaggenheuvel opgeworpen, een brandheuvel. Deze liggen vaak in groepjes bijeen, zoals bij 38 grafheuvels van het Tumulibos bij Ballo-Rolde nog te zien is. De grafheuvels dateren uit de Nieuwe Steentijd, Bronstijd en IJzertijd.
Cor en ik liepen er langs, maakten wat foto’s en bekeken het informatiebord dat ons alles vertelde over dit tumuli-bos.

Daarop stond een mooi gedicht ‘Het tumulibos bij Assen’, geschreven door L. Koops.
Vond ik mooi. Mijmeringen van een mens uit de 20e eeuw bij eeuwenoude grafheuvels.
Je vindt het hieronder; let vooral op de laatste regels.

Geen pracht en praal, geen marmersteen
geen keur van bloemen om U heen
geen opschrift met Uw roem en lof
geen rustplaats in een weidschen hof
een nietig hoopje hei en aarde
is alles wat de tijd U spaarde.
En berk en den en gouden brem
staan zwijgend aan Uw zij
en stormwind zingt op het oude graf
het lied dat eens u vreugde gaf:
het lied van Drenthe’s hei.
Waar leefdet Gij? Hoe en wanneer?
Voor hoeveel duizend jaar?
Hoe stierft Ge? Strijdend of in vree?
Wie droeg U naar Uw laatste stee?
Wie maakte Uw heuvel klaar?
Geen antwoord klinkt, doch heiwind zingt.

Doch zeker weten wij: Gij leefdet eens op Drentschen grond
en zwierft in ’t oude Drenthe rond
en vondt Uw graf op de hei.
Slaapt rustig voort, door niets gestoord
en zullen eeuwen gaan, gij kleine hoopjes aarde
vervallen, zonder waarde, zult onberoerd hier staan.
Geen ploeg zal U ooit schenden, geen spa zij hier gebracht
Wij willen u bewaren voor ’t verre nageslacht
omdat wij eerbied voelen voor ’t graf dat hier omvat
de asch van hem die Drenthe het eerst heeft liefgehad.

Reageren

27 november: Iets ‘mit Zwiebeln’ (2)

…… nog niet helemaal ingericht……

Na ons bezoek aan de kerk met de tentoonstelling over wat heilig voor ons was (zie deel 1)  liepen we naar het marktplein waar die andere kerstmarkt moest zijn.
Maar die was nog niet helemaal ingericht en viel qua kramen wat tegen, maar het sfeertje was leuk.

We dronken samen nog een kop koffie in de lounge van het hotel en spraken af dat we elkaar om 22.00 uur nog even zouden ontmoeten op de kamer van één van ons.
Wij namen wat wij nog over hadden mee (wat drinken en een halve zak Joppie chips) maar er waren ook nog wat boodschappen gehaald, dus er was genoeg.
Met z’n zessen op een twee-persoonshotelkamer: wanneer doe je dat nou? Het was één van de leukste onderdelen van het weekend.

Ontbijten in een hotel is sowieso altijd al een feestje; zaterdagmorgen de 23e hadden we om 09.00 uur afgesproken en schuifelden we zoekend en genietend langs een Frühstück-buffet.
We zouden niet de hele zaterdag in Oberhausen blijven, (want sommigen van ons hadden ’s avonds ook nog wat in de agenda staan) maar we besloten dat we na de koffie aan het eind van de ochtend nog even op die grote Weihnachtsmarkt gingen kijken.
Het had nog wel wat voeten in de aarde om de auto kwijt te raken bij het Centro.
Er zijn daar 7 grote parkeerplaatsen waar je gratis kunt parkeren; er is plaats voor zo’n 15.000 auto’s!
Maar op zaterdagmorgen na elven is het daar ontzettend druk, dus we stonden wel even in een file en eenmaal binnen in P7 was het ook best nog even zoeken naar een parkeerplaats. Denk hierbij aan Schiphol, waarbij een groen lampje betekent dat er een vrije plaats is, alleen werkte dat systeem niet naar behoren….. bij ieder groen lampje stond toch al een auto.
Maar we hebben het gered en toen konden we toch nog een tweede keer langs de kraampjes.
Het was wel een stuk drukker dan vrijdag en we hoorden ook best veel Nederlands om ons heen. Ook niet gek, want Oberhausen ligt nog geen honderd kilometer van Arnhem.

Als kerstaandenken aan Oberhausen kocht ik natuurlijk de lelijke beker waar we glühwein in kregen. Die kun je gewoon meenemen als je geen statiegeld (€ 2,=) terug vraagt.
Verder kocht ik een LED-Stern: een houten sterretje met een lampje er in ‘die mann am Fenster kleben kann’.
Met zo’n zuignapje.
En ook nog iets ‘mit Zwiebeln’?
Jazeker.
Bratwurst.

Eenmaal thuis plakte ik het sterretje zaterdagavond op het grote raam van de tuindeuren in onze woonkeuken.
Nog geen kerstboom, want dat vind ik nog veel te vroeg, maar wel alvast een klein sterretje.
A.s. zondag is het al 1e advent!
Ik zal mijn ‘Kerst-afspeellijst’ op Spotify alvast weer opzoeken.

Vorige blogs over kerstmarkten:
2016 Kerstmarkt in Bremen
2018 Die leute brauchen ein Polonaise um raus zu kommen….
2022 Over de grens : Weihnachtsmarkt in Münster

 

Reageren

26 november: Het oerwoud in ons kippenhok.

“Is dit ook allemaal meegekomen? Daar had ik anders geen sticker opgeplakt! Wat moeten we nog met deze ouwe zooi!”
Deze zin werd maandagmorgen uitgesproken door mijn collega bij het uitpakken van de zoveelste doos.
Het had onze werkgever in zijn/haar oneindige wijsheid behaagd om het kantoor van Team290 te verhuizen van de Laan Corpus den Hoorn naar de Hereweg 80.
Van de rand van de stad Groningen naar de binnenstad.
Die verhuizing heeft vrijdag plaatsgevonden.
Met een andere collega had ik afgesproken dat wij er maandagmorgen om 07.30 uur zouden zijn om alvast een werkplek te creëren.

We meldden ons gistermorgen bij de balie en maakten kennis met de baliemedewerkster die ons een sleutel gaf: eenmaal aangekomen op de tweede etage konden we naar binnen.
Er stonden weliswaar 5 bureaus, maar er was nog geen sprake van 5 werkplekken.
Eigenlijk kon je haast nergens komen, want overal stonden grote verhuisdozen.
We hingen onze jas op en begonnen eerst maar met uitpakken.
Langs een zijwand van ons nieuwe kantoor staat een hele kastenwand die we konden gebruiken om al het materiaal weer in te zetten.
Om 08.30 uur ging de telefoon weer op ‘aan’ en waren we zover ingericht dat we twee computers en twee telefoons konden bevrouwen.

Halverwege ochtend stond meer dan de helft van de verhuisdozen alweer in een kar op de gang en konden we aan de gang met het inrichten van de andere werkplekken.
Maar dat viel nog niet mee!
Geen goede kabels, geen goede verbindingen, wel goede computers maar niet de juiste stekkers, problemen met wachtwoorden en wifi.
“Waar is dat kleine gaatjesprikding?”
“Waarom kan ik niet printen? Doet die printer het eigenlijk wel?”
“Wie heeft die adresstickers ergens gezien?”
“Waar is dat dingetje voor het aansluiten van de head-set?”

Aan het begin van de middag kwam er een jongen van de afdeling Automatisering naar ons ‘kippenhok’.
Wat kun je dan blij zijn met iemand met verstand van zaken.
Waar wij met een rood hoofd onder het bureau zitten en van alles proberen (“Heb je nu dat zwarte kabeltje? Ja? En waar moet die in?”) weet deze ICT’er moeiteloos de weg in het oerwoud van stekkers en kabels, plugt hier er daar wat in en zegt na 20 minuten: “Volgens mij is het zo wel klaar.”

Inmiddels staat bijna alles in de kasten en heeft iedereen een werkplek.
We zijn nog van alles kwijt en er staan nog een paar dozen met ‘onbestemde zooi’ die van ons niet mee had gehoeven.
Het goede nieuws is dat we allemaal een hoog-laag bureau hebben, dus je kan staan en zitten.
En verder was het gistermiddag al weer bijna normaal.
Een meneer belde omdat hij zich zorgen maakte om zijn rijbewijs.
“Wij maken een terugbelbericht, u wordt daarover in de loop van de middag  door uw casemanager teruggebeld.”
Vervolgens belde die meneer nog twee keer met hetzelfde verhaal.
Wij blijven vriendelijk en geven hem weer dezelfde informatie.
Als je bij Team290 werkt weet je dat een cliënt wel eens wat vergeet.
Onze verhuis-zorgen verbleken bij de echte zorgen van het leven.

Reageren

Pagina 1 van 359

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén