De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

25 april: Van die Napoleon-bollen, weet je wel?

En weer zat ik in de wachtkamer van de huisarts.
Hoe ouder ik word, hoe vaker ik daar ben lijkt het wel……
Al maanden heb ik pijn bij het slikken aan de linkerkant binnen in mijn keel.
In het begin was het iets dat ik alleen maar voelde, maar de laatste tijd doet het slikken pijn.
Logopediste Betty gaf me ontspanningsoefeningen voor het keelgebied, maar daar knapte het niet van op.
Toch maar eens naar de huisarts.

Die keek, voelde en bevroeg.
“Ik kan zo niks vinden. Het is niet opgezet en er zit niks vreemds. Op de plek die je aangeeft zitten je speekselklieren, het zou kunnen dat daar iets mee is. Ik zal je verwijzen naar de KNO-arts; de wachtlijst is daar ongeveer een maand. Er is wel iets wat je alvast kunt doen: zure snoepjes eten. Van die gele Napoleon-bollen, weet je wel? Het zuur dat daarin zit lost samengeklonterde kalkdeeltjes op die soms in de speekselklieren zitten. Je kunt het altijd proberen……” We spraken af dat ik dat zou doen. Als de pijn wegging zouden we de verwijzing naar de KNO-arts intrekken.

Toen ik weer buiten stond voelde ik me als de melaatse Arameeër Naäman die van de bijbelse profeet Elisa de opdracht had gekregen om zich onder te dompelen in de Jordaan; dan zou hij genezen.  Ken je dat verhaal niet? Hierbij een link naar de website van het NBG naar een weergave van het verhaal in gewoon Nederlands.
Naäman vond iets van die vieze Jordaan, ik vond iets van die zure citroenballen van Napoleon.
Brrrrr.
En waar Naäman de schone en veel mooiere rivieren als de Abana en Parpar noemde, dacht ik aan salmiakballen.
Die maakt Napoleon ook en die vind ik wél lekker.
Maar net als Naäman heb ik ook een wijs mens in mijn omgeving die zei: “Doe het nou maar. Baat het niet, dan schaadt het niet.”

Eigenlijk geeft de dokter tegenstrijdige adviezen.
Sinds het glucose-gehalte in mijn bloed te hoog is* let ik beter op de hoeveelheid suiker die ik binnenkrijg.
‘Niet dat ik ruzie heb met de dokter’ zou Herman Finkers zeggen ‘ik mag alleen geen suiker van de dokter’.
En nu moet ik op zure snoepjes zuigen waar natuurlijk naast zuur ook suiker in zit.
Mopperdemopper.
Zeurdezeur.
Ophouden Vrieswijk.
Zure ballen zuigen.

Om mezelf op te vrolijken keek ik naar dat stukje van Herman Finkers over die dokter uit zijn voorstelling ‘De zon gaat zinloos onder…’
Daar knapte ik van op.
Ook even lachen?
Hierbij een link naar een video op You Tube.

* lees hierbij het blog ‘Suiker. Ik?!’ uit juli 2020.

Reageren

24 april: Wát een bijzondere combi!

In het blog over de schoonzussendag kondigde ik het al aan: een verslag over ons bezoek aan de tentoonstelling van Dientje Bakker, die kantklossen, bloemschikken en fotografie combineerde.
Misschien wel leuk om te weten dat Dientje en ik elkaar al kennen: we werken allebei bij Lentis in Groningen en hebben heel af toe contact.
Als collega’s praten we hoog-haarlemmmerdijks met elkaar; zaterdag kon dat gewoon in het Drents.

In de kleine expositieruimte stonden verschillende bloemstukjes uitgestald en aan de wanden hingen foto’s.
Zo op het eerste gezicht dacht je: “Mooie foto. Leuk bloemstukje; origineel bedacht.”
Maar als je goed keek zag je bij ieder kunstwerkje een klein detail dat gekantklost was.
Hieronder een aantal foto’s als voorbeeld; als je op de afbeeldingen klikt komen ze wat groter in beeld, dan zie hoe kunstig de kantkloswerkjes zijn gemaakt en hoe mooi ze uitkomen naast de foto’s. De kwaliteit van de foto’s is beslist niet optimaal, want in de spiegeling van het glas voor de foto zie je de spotlichten in de tentoonstellingsruimte. Op de foto van het viooltje zie je zelfs het spiegelbeeld van een schoonzus!

Sommigen van ons waren geïnteresseerd in de kantklostechniek.
Er lag een kussen met een voorbeeldwerkje en Dientje liet ons zien hoe dat in zijn werk ging.
“Het is heel simpel. Je werkt per handeling met vier klosjes” en ze noemde vervolgens twee termen die ik nu al weer vergeten ben.
Ze telde steeds tot vier en legde klosjes over elkaar heen, maar het zag er eerlijk gezegd niet simpel uit.
De meningen van de schoonzussen waren dan ook verdeeld.
“In mijn hoofd krijg ik nu al een ERROR” merkte iemand op. ”Moet ik niet aan beginnen.”
Een ander zei: “Hier heb ik het geduld helemaal niet voor.”
“Misschien leuk voor als ik met pensioen ben?” Maar eerst niet dus.

Toen we weer weggingen bood ik Dientje aan om op dit blog te linken naar haar website.
“Heb ik niet.”
O? Hoe verkoop je dit dan?
“Niet. Het is mijn hobby en ik vind het leuk om het te laten zien. Meer hoeft van mij niet.”
Jammer ja.
Volgens mij is hier wel belangstelling voor.
Dat heksje bijvoorbeeld tegen die prachtige zonsondergang…….
Of het bijzonder bloemstuk hiernaast: in eerste instantie zie je niet eens dat er iets gekantklost is!

Reageren

23 april: Ik versla me.

De titel van dit blog is een rare zin, die niet vaak wordt uitgesproken.
Die woorden werden zondagavond gezegd door Karel Stegeman, de cantor van onze cantorij.
Hij zei het tegen Erwin Wiersinga die achter het orgel zat in de Catharinakerk waar we bezig waren met de laatste inzingrepetitie voor de vesper waarin we zouden zingen.
Karel dirigeerde en sloeg de maat in vieren (1,2,3,4) maar dat moest in tweeën (1,2)
“Sorry! Ik versla me.”
“Dat kunnen niet veel mensen zeggen” fluisterde ik tegen collega-alt Ilse.

Jaaaa, ik zat weer op de achterste rij!
Een kwartaal heb ik niet mee kunnen doen met de cantorij, maar inmiddels heb ik weer wat repetities bijgewoond en mocht ik zondagavond weer meedoen.
De stem is al wel weer zoveel opgeknapt dat ik de altpartij mee kan zingen.
Ik kom nog steeds niet veel hoger dan een b en het volume laat wat mij betreft nog wel wat te wensen over, maar het is voldoende om ieder geval weer mee te kunnen doen.
Deze keer werkten we mee aan een vesper; dat is een gebedssamenkomst aan het einde van de dag.
We hadden de vesperliturgie ‘Tussen licht en donker’ van Sytse de Vries en Dirk Zwart ingestudeerd.

We stonden met ons koor op een andere plek in de Catharinakerk: we zaten ingeklemd tussen de twee pilaren tegenover de preekstoel.
Het is alleen al vermakelijk om de stoelendans te zien die ontstaat als we van onze gebruikelijke drie rijen naar vier rijen moeten.
Wie zit waar? De bassen werden verbannen naar de achterste rij, dus ik zat niet naast Klaas maar naast Pieternel.
Die zingt sopraan, dus dat is een heel andere beleving!
Klaas zat nu achter mij naast alt Betty, die er niet meer bij paste op rij drie…..
“Moet ik dan niet ruilen met Betty? Ik ben immers veel groter en sta nu voor de bassen.”
“Nee, jij moet naast Ilse.”
Einde discussie.
Bas Jaap had problemen bij het inzingen. Die vroeg halverwege aan mij: “Heb jij misschien een leesbril bij je?”
O, daarom hoorde ik hem bijna niet achter mij ….. toen zijn vrouw kwam om de kerkdienst bij te wonen had die een bril voor hem in haar tasje.
Het was een mooie, ingetogen viering.
Een veelzeggend avondgebed met aan het eind de gezongen zegenbede ‘God zal met je meegaan’ in wisselzang gezongen met de gemeente.

Vanavond op de repetitie moeten we het muziekstuk weer inleveren; als we het ooit weer gaan zingen staan mijn potloodaantekeningen er bij.
Naast woorden als ‘hier zachter’, ‘niet te sterk’ en ‘aanzwellen!’ staat ergens ‘voor geslacht ademhalen’. Zonder context is dat op zijn minst een vreemde zin. Verder staan er dingen als ‘niet rohots zingen’ en ‘denk deze noten stijgend’. Dat had te maken met Karels opmerking: “Mag ik een iets hogere concentratie als het over de juiste noten gaat?”
Wat hij bedoelt met deze eufemistische omschrijving moge duidelijk zijn.

Reageren

22 april: Vreugde, verwondering en verantwoordelijkheid.

Gistermorgen werd er een kindje gedoopt in de Catharinakerk.
Dat zijn altijd mooie diensten: trotse ouders, ontroerde grootouders, kerk vol familie en een schattige baby.
De doopouders hadden de liederen voor deze viering zelf uitgezocht en hadden van te voren aangegeven prijs te stellen op een eenvoudige, conventionele viering; toeters en bellen leiden alleen maar af van waar het om gaat in de kerk.

Aan het begin van de viering ging het over de doopjurk ‘die we aan het begin van ons leven bijna allemaal hebben gedragen’.
Die witte jurk staat, net als de bruidsjurk en het doodshemd, voor een nieuw begin.
Dominee Sybrand van Dijk had zijn eigen doopjurk meegenomen. Hij vertelde liefdevol over zijn moeder, die die jurk destijds zelf gemaakt had. “Kijk: hier paste ik toen nog in!”

In zijn overdenking benoemde de voorganger iets wat ik nog nooit zo geformuleerd in een doopdienst had gehoord, maar precies verwoordde wat ik beleefde na de geboorte van onze oudste dochter Frea.
‘Vreugde, verwondering en verantwoordelijkheid’.
Onbeschrijfelijk blij omdat al het spannende rondom de bevalling goed is gegaan, verwondering om een nieuw leven, een kind van ons samen maar ook: verantwoordelijkheid. We gingen met z’n tweeën naar het ziekenhuis en kwamen met z’n drieën terug.
‘Dit kindje blijft bij ons en daar moeten wij nu voor zorgen’ was een besef dat naast vreugde en verwondering in ons leven kwam.
Kan ik dat wel? Hoe weet ik wat ik moet doen? Doe ik het wel goed?
Het zette me zo aan het denken over die tijd, dat ik daarna een deel van de preek niet meekreeg.
Kan gebeuren.
Wat ik wel weer meekreeg is dat je als ouders het opvoeden van je kind perfect wilt doen, maar dat niemand dat lukt.
Het leven is nooit perfect. “Dit is het, dit ligt binnen mijn bereik en hier moet je het mee doen.”

Wat nam ik verder nog mee uit deze viering?
De oprechtheid van de jonge ouders die stralend met hun kleintje bij het doopvont stonden en het toevertrouwden aan God.
En ook: dat een viering heel goed zonder toeters en bellen kan.
We lazen over Jezus als de goede herder en we zongen daar een prachtig, oud lied bij met een tekst van Joost van den Vondel: ‘D’Almachtige is mijn Herder en Geleide.
Natuurlijk kwam bij dit thema ‘de Heer is mijn Herder’ ook voorbij, we zongen de Apostolische geloofsbelijdenis en het dankgebed werd afgesloten met het gezongen ‘het Onze Vader’ van Elly & Rikkert.
Even entre nous: Erwin Wiersinga kan fantastisch Bach spelen, maar Elly & Rikkert kostte vanmorgen wat moeite.
Het leven is nooit perfect.

Bij de afbeelding: op de avondmaalstafel ligt de papieren doopketting van onze gemeente. De naam van het laatste schakeltje is door de doopouders zelf op het kartonnen strookje gezet en aan de ketting geniet. Links de paaskaars, rechts de doopkaars die de ouders vanmorgen kregen uitgereikt.
Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Reageren

21 april: Het Hijkerveld en de zeven schone zussen.

Nee, geen nieuw sprookje vandaag in dit blog.
Ik leg het even uit: ‘Het Hijkerveld’ is de mini-camping die mijn schoonzus en zwager hebben aan het Oranjekanaal in Hijken.
Die camping heeft ook een kantine, waarin ze hun campinggasten ontvangen en waar wij als familie soms ook een feestje vieren.
Gistermiddag was daar een mini-feestje, namelijk de schoonzussendag; zeven stuks zijn er en we waren voltallig.
Het duurt altijd even voordat we een datum hebben.
En als we die datum hebben duurt het ook weer even voor we weten wat we gaan doen.
En als we weten wat we gaan doen duurt het even voordat duidelijk is hoe laat het begint en wanneer het is afgelopen.

Hier kwam het op uit: “We doen niet zo moeilijk. Iedereen neemt wat lekkers mee en dan hebben we een boeren-hightea.”
Dat hadden we al eens eerder gedaan en daar hadden we goede herinneringen aan.
Soesjes, gevulde wraps, hartige taarten, tonijnsalade, scones, arretjescade, monchou-advocaat-taart, appelcarrée’s…..de één na de ander kwam met een tas of een kratje binnen, wat iemand de opmerking ontlokte ‘Nou, dat wordt weer honger lieden vanmiddag!’
Henny had gezorgd voor allerlei soorten thee en op tafel stonden een aantal theepotjes met kokend water.

Het was allemaal even heerlijk.
Eén ding licht ik er uit: de scones die Henny had gemaakt.
Ze had daarbij ook lemon curd gemaakt en gezorgd voor clutted cream.
We proefden alles, bespraken hoe het gemaakt was, rommelden met losse thee, gingen toch ook maar op zoek naar koffie en genoten van al het lekkers dat op tafel stond.

Na anderhalf uur proeven zit je echt wel vol, maar toen waren we nog lang niet uitgepraat.
Dat is nooit eigenlijk.
“Dan is het nu tijd voor een wandeling” stelde Hennie voor.
Ze wilde ons graag meenemen naar haar buurvrouw Dientje.
Die woont vier huizen verderop; dat lijkt dichtbij, maar aan de stille kant van het Oranjekanaal staan de huizen best ver van elkaar af. Een mooie wandeling dus.
Het was zaterdag ‘Bedrijvendag’ en Dientje had Henny een uitnodiging gestuurd:
Iedereen is welkom bij ons. We hebben een expositie gemaakt van fotografie en bloemsierkunst, gecombineerd met kantklossen.

Het was allemaal zo mooi wat we zagen!
Te leuk om het weg te moffelen in de laatste alinea over onze schoonzussendag.
De komende week zal ik er uitgebreid over schrijven in het blog: ‘Wát een bijzondere combi!’, gelardeerd met mooie foto’s van wat we gezien hebben.  Wordt vervolgd dus.

En hoe laat was de dag nou afgelopen?
Dat was een beetje in de vaagheid blijven hangen, maar niemand die daar moeilijk over deed.
Als je weg moet, ga je gewoon weg: neem uw tas c.q. krat op en wandel.
Doei!
Toen er nog vier over waren kon er nog een pot worden geklaverjasd.

Benieuwd naar de camping van Henny en Harry? Hierbij een link naar hun website.

Hieronder vind je nog drie links naar blogs over voorgaande schoonzussendagen:
Mei 2022: De schone zussen en de leesbril
Juni 2018: Alle schoonzussen op bezoek in Roden.
Januari 2017 Een verslag van onze zelfgemaakte ‘de Boeren-Hightea’

Reageren

20 april: Ku’j dat eet’n?

Begin april zaten we op een verjaardag bij onze vrienden Hans en Bea.
“Vanavond komen de kinderen eten, maar ik heb iets gemakkelijks klaar gemaakt, daar heb ik verder geen werk meer mee.”
“Wat eet je dan?”
“Teriyaki.”
Als iemand van de Waninge-familie een vreemd woord hoort dat hij of zij nog niet kent, dan is de standaard vraag: “Ku’j dat eet’n?”
Dat dacht ik, maar ik zei het niet; ik wist immers al dat het over eten ging.

Bea noemde op wat er allemaal in ging.
“Kippendijtjes. En ui, prei, paprika en zo. En dan zo’n flesje Teriyakisaus.”
Klonk eigenlijk wel goed; ik vroeg het recept.
“Ik schrijf het wel even op.”

Voor 2 personen heb je dit nodig:
– 2 kippendijtjes
– 1 ui
– knoflook
– gember
– 1 rode paprika
– 1 winterwortel
– 1 prei
– handje sperziebonen
– 1 flesje Teriyakisaus.
– mie of rijst

Dit moet je doen:
Alles snijden/kip aanbakken
ui/knoflook/gember erbij
dan alle groenten erbij
Na 5 minuten saus er bij en ongeveer 10 minuten laten pruttelen.

Toen ik alles in de pan had appte ik Bea: “Moet dat hele flesje erin?”
Ik vergeleek het met ketjap en het leek me wat veel.
“Zeker” was het antwoord.
We hebben die avond heerlijk gegeten.
Waar we anders nog wel eens een restje over hebben, ging het nu schoon op.
Niet verklappen: bij ons zaten er geen sperziebonen in.
Ben ik niet zo gek op (lees dit blog maar eens) en ik heb ze dan ook niet gemist.

Reageren

19 april: Inktvisjes en alpaca’s.

Vorige week donderdagmorgen had ik een aantal appjes van dochter Frea op mijn telefoon.
Die had ze de vorige avond gestuurd om 00.10 uur.
“Ik ging dat octopusje afmaken vanavond en aangezien het na twaalven is kun je nagaan hoe goed dat ging…..”
Even voor de goede orde: ze heeft die avond daarvoor geen inktvis geslacht; ze had er één gehaakt.
Een collega van haar ging met zwangerschapsverlof en Frea had bedacht dat ze een ‘octopus’ ging haken.

Leuk om te weten: die zwangere collega heeft een alpaca en had de wol daarvan aan Frea gegeven.
“Kunnen jullie hier iets mee?”
Altijd.
In 2022 schreef ik al eens dat ik sokken/sloffen had gebreid van alpaca-garen, gesponnen door Jon.
Inmiddels zijn we twee jaar verder en heeft Frea haar eigen spinnewiel.
Een paar weken geleden kreeg ik al appjes van haar: ze had alpacagaren gesponnen en met rode kleurstof gekleurd.
Ik vraag me dan gelijk af of dat wel kleurvast is.
“”Yes. Met azijn ingekookt, dan blijft het zitten.”
Zo leer je nog eens wat.

Frea ging voor die collega een octopus-knuffel haken van zelfgesponnen, zelfgekleurde alpacawol en stuurde mij een serie foto’s.
Die bekeek ik natuurlijk met ‘blog-‘ogen en ik vroeg haar of ik er over mocht schrijven.
Tuurlijk!
En of ze ook een beschrijving had van hoe ze het gemaakt had?
Ook nog.

Het komt allemaal op z’n Frea’s tot u.
Kijk en geniet.

 
“Ik wilde hem oogjes geven”
“Maar ja…”
“Dat beest heeft enge dingen meegemaakt als je hem zo ziet kijken”
“Wel leuke extra’s”
“Maar er toch maar weer afgehaald.”
“Dit is hem geworden!”
“Met een sleutelhangerversie voor collega G. ”

Frea heeft dit inktvisje zelf bedacht, dus ze heeft het niet van een patroon nagehaakt.
Haar haakbeschrijving is dus niet zoals je gewend bent uit de haakboekjes.

Magic cirkel beginnen met zes vasten daar in, dan heb je een klein rondje.
Steeds elke rij er zes  vasten bij meerderen (alles dubbel, 1 gewoon 1 dubbel, 2 gewoon 1 dubbel, etc. tot je 9 of 10 gewone hebt en dan een dubbele) Dan een paar keer in het rond tot je denkt nou kan ie wel dicht?
Dan steeds 6 minderen per rij (9 gewone 1 minderen, volgende rij 8 gewone 1 minderen) totdat je denkt nou moeten er pootjes op.
Die haak je dan als lossen in een sliertje, en dan weer terug, een of twee vasten(?) in het rondje en dan de tweede tentakel.
Als het er dan na 8 tentakels nog wat ielig uitziet kun je er nog een hele ronde bijlangs aan beide kanten van de tentakels. 

Het dichtmaken onderin is even kijken of je het rondje weer op kunt pakken onder de tentakels.
Dan ga je gewoon verder met minderen van zes per ronde (dus het rondje een meervoud van zes laten zijn, waarschijnlijk 30 o.i.d.) en dan dichtmaken.

HAHAHAHA!
Succes voor wie daar wat mee kan! 😉

Je moet een ervaren haakster zijn wil je deze beschrijving begrijpen, maar ik kom er zo wel uit.
Jij ook?
Ben benieuwd!

Reageren

18 april: Wát attent!

Vandaag is het secretaressedag.
Onze teamleider is een poosje uit de running en wordt vervangen door Rick.
Die stond vanmorgen met een aantal tasjes van ICI-Paris op ons secretariaat, waar we net gezellig aan de cappuccino zaten.
Het was een soort goody-bag met kleine cadeautjes en een klein, plat pakje.
We kregen allemaal een waardebon van Ici Paris: we mogen zelf iets uitzoeken.

Ook in mijn pakketje zat zo’n bon, maar toen ik het uitpakte zag ik tot mijn grote genoegen dat het een boekenbon was.
Wát attent!
Ik ben namelijk niet zo van de schoonheidsproducten; gebruik op lippenstift na geen make-up en ook parfum en smeerseltjes zijn aan mij niet zo besteed: ik krijg er soms uitslag en jeuk van  en het past ook gewoon niet zo bij mij. ‘Komp ok van de opvoeding met’ zullen we maar zeggen.
Krijg ik iets op het gebied van schoonheid, dan neem ik het blij in ontvangst (altijd fijn als mensen je iets geven), maar geef het daarna vrijwel altijd weer weg.
Met drie dochters is dat geen probleem.

Een boekenbon voor Aaltje.
Die van lezen en schrijven houdt.
De teamleider weet dus dat mijn interesses elders liggen, heeft dat Rick ingefluisterd, die vervolgens heeft gezorgd voor iets anders.
En waar ik altijd roep: “Ik heb liever een goed jaargesprek dan een verplichte bos bloemen op secretaressedag” merk ik nu dat het écht iets met me doet.
Een blijk van waardering waarover is nagedacht.

Mijn bloeddruk was vorige week bij de laatste controle bij de huisarts weer mooi gezakt naar 120/80.
Die was in voorgaande jaren dikwijls boven de 140.
Dan was bij het meten vaak de vraag: “Heeft u stress, mevrouw Waninge?”
Het was altijd veel te druk op het werk en daarbij botste mijn aura met dat van de vorige teamleider; daar had ik last van.
Met de waardering die ik voel bij dit ‘cadeautje-op-maat’ ben ik weer op het punt waar ik in 2018 was; het is anders, want ik werk nu in een team, maar ‘het werk’ voelt weer net zo fijn als toen ik werkte voor Ria.
De manager die meestal secretaressedag vergat, maar waarvoor ik tien jaar, samen met Jacquelien, met veel plezier heb gewerkt.
Zonder hoge bloeddruk.

Eerdere blogs over deze dag:

20 april 2023 ‘   Kedoogie  twee cadeautjes ”van de baas’

15 april 2020 – Werken in coronatijd. Een blog over een pakje dat werd bezorgd, waarvan ik zeker wist dat het niet voor mij was.

21 april 2017 Secretaressedag.  Zit je even niet op te letten: verrassing!

21 april 2016  Een dag niet gelachen…. Geen cadeautje, maar een hele secretaressedag met alle secretaresses van Lentis.

Reageren

17 april: Nederlands maar dan anders 37

Ga er maar weer even voor zitten: een nieuw blog vol ‘anders Nederlands’.

Een morgen koffiedrinken bij Ilse: irisvouwen met theezakjes. Ilse vertelt over een taalmisverstand. “Nicht had gevraagd of tante theezakjes wilde sparen. Natuurlijk. Na een paar weken kwam tante met een plastic zakje vol kledderige, uitgelekte theezakjes aan…..”

Een verjaardag met vrienden. Eén van de vrienden heeft een tuinbedrijf, andere vriend heeft een autoschadebedrijf dat ook belettering voor auto’s en bussen doet. Het tuinbedrijf wilde een aantal bussen beletterd hebben met de bedrijfsnaam enzo, maar dat was nog niet helemaal klaar. Vriend constateerde: “Ik zag nog wat ongeletterde bussen rijden.” Tja. Die lezen nooit een boek.

Bert Kranenbarg wil een nieuwsfeit benadrukken in zijn middagshow op Radio 5. Hij zegt: “Dat is een waarheid als een klok!”
Andere Bert (Haandrikman) heeft in zijn ochtendshow een onderwerp over zwerfafval. Hij gebruikt een spreekwoord, maar in de verkeerde context: “Mensen gooien tegenwoordig maar te kust en te keur hun rommel weg.”

Collega heeft een fijne relatie en weet dat haar man alles voor haar over heeft: “Hij springt voor mij in het vuur.”
Nog eentje van mijn werk: een huisarts belt over een cliënt. Hij wil een behandeling doen, maar “ik wil niet in jullie vaarwater fietsen.

Er worden zonnepanelen op het dak van Casa Grada gelegd. De mannen die dat doen hebben wat weinig voorbereidingstijd gehad. Ze hebben het gevoel dat ze voor het blok gezet worden. Ze willen dat gevoel uitleggen maar vergissen zich in de wilde dieren: ” ….en dan worden we zomaar voor de wolven gegooid!”

Sommige cliënten bij Team290 zijn zelf absoluut niet gediend van bemoeienis van hulpverleners met hun leven; ze beschouwen hen als verdachte personen. Vorige week had ik een meneer uit Veendam aan de telefoon over een bezoek van de arts en de casemanager. “Dei ofspraok vanmiddag huft nait deurgaon. Veurige weke was hier een dokter met een handlanger…..”

Gehoord op de werkvloer. Onderwerp: we vinden dat we eensgezind positief tegenover de veranderingen binnen Lentis moeten staan.
Dat iedereen zijn neus in dezelfde kant op steekt.
Ook van de werkvloer: er moet een nare boodschap gebracht worden aan één van de medewerkers. Collega vindt dat we dat gewoon moeten zeggen: “We hoeven ze toch niet met fluwelen handjes aan te pakken…..”

PSV was al 14 wedstrijden ongeslagen. Nu hebben ze de wedstrijd tegen NEC verloren en daarmee verliezen ze hun ongeslagen status.
Na de wedstrijd vraag een journalist aan trainer Peter Bos: “Dringt al door je heen wat er gebeurd is?
a. Fout Nederlands.
b. Wát een gezeur……

Interview op Radio 1 met een rechter over echtscheidingen en gedoe over wie wanneer de kinderen mag zien.
Journalist: Zo’n omgangsregeling, daar wordt wel zwaar aan gewogen….

We kregen het met kennissen over een eetgelegenheid in Roden, namelijk het Foodcafé.
Kennelijk had die, net als bijvoorbeeld een aanslag, voorkomen moeten worden: ”Dat is gewoon een verijdelde snackbar” was het commentaar.

Hierbij een link naar Nederlands maar dan anders (36) van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.
Hoor of zie je ook iets leuks?
Denk aan mij!

Reageren

16 april: Dat gaat naar Den Bosch toe (4) – Moorkop?

“Zo’n Bossche bol is toch gewoon een moorkop?”
Dat hoor je vaak zeggen als het over de Bossche bol gaat.
Dacht ik ook.
Is niet zo.
Als je een weekend in Den Bosch bent moet je in ieder geval zo’n inheems gebakje eten, dus wij gingen op zoek.
We hoefden niet eens lang te zoeken, want in de beschrijving van de stadswandeling die we kregen van  de VVV was de lekkernij als punt 3 opgenomen.
Voor de echte Bossche bol moesten we naar lunchroom Jan de Groot; dit stond er over in de folder:
Al voor 1900 is de Bossche bol, voor Bosschenaren ‘SJEKLADEBOL’, een populaire lekkernij. Hij wordt gemaakt van soezenbeslag, gevuld met slagroom met een buitenkant van geglazuurd chocoladefondant.  Over wat nu de échte Bossche bol is zijn de meningen verdeeld, volgens kenners is de chocoladebol van Jan de Groot de enige ware.”

Toen we Jan hadden gevonden geloofden we onze ogen niet: de lunchroom zat tjokvol en bij het verkoopraam stond een lange rij.
Een rij! Voor een taartje!
En zo’n ding kostte dan ook nog eens € 5,=
Dat gingen wij niet doen.
Bi’j nou wiezer.
Je kunt die dingen overal in de stad kopen, wij zochten wel een terrasje.
Op al die terrasborden stond dat de Bossche bol ook daar verkrijgbaar was.
Op één zo’n bord stond: Koffie met een Bossche bol. Jahaaaa! Van Jan de Groot.
Dat zegt toch wel wat over die meneer De Groot en met name over zijn bollen.

Maar ”wij zochten wel een terrasje” was die zaterdagmiddag gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Het was het mooiste weer van de wereld en het was ontzettend druk in de stad.
Toen er op een gegeven moment twee mensen op een vol terras opstonden die net betaald hadden, vroegen wij of die tafel beschikbaar was en ploften neer op de stoelen, blij dat we een plekje gevonden hadden.
“Hebben ze hier eigenlijk wel Bossche bollen?”
Hadden we eigenlijk niet van te voren bekeken, maar gelukkig: die hadden ze.
We bestelden er twee bij een koffie en een cappuccino.
Ze werden geserveerd met een mes en vork; ik had gelezen dat je zo’n soes met je handen eet, maar eerlijk gezegd was ik blij met het bestek.
Ik ken mijzelf.
Na het eten van zo’n bol met mijn handen zit ik van oor tot oor onder de slagroom en chocola en mijn kleren aan de voorkant ook, dus dat ging midden overdag met zoveel mensen om me heen echt niet gebeuren.
Wat heerlijk was het.
En wat ongezond en wat genieten!

Toen we later terugliepen naar het hotel vroeg ik aan Gerard: “Wat kostten ze hier nou?”
“€ 4,95.”
Hm.
Toen we er op gingen letten bleek dat overal in de stad dezelfde prijs gevraagd wordt.
Kartelvorming dus 😉
Maar we hadden de échte Bossche bol van Jan de Groot niet willen missen.
Je bent toerist en dat kost wat…….en zoals Janny al zei in haar reactie op het eerste blog in deze serie: “De échte Bossche bol is het omrijden wel  waard!”

Benieuwd naar onze andere avonturen in ’s Hertogenbosch?
Hierbij een link naar deel 1, onderaan dat blog vind je een overzicht.

Reageren

Pagina 1 van 338

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén