De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

23 januari: Over geluk (6) – Zingeving.

Vorig jaar schreef ik al vijf blogs over een aspect van ‘Geluk’, het onderwerp van onze scheurkalender voor 2024.
Op elk van die blogs wordt steeds één ‘pijler van geluk’ uitgelicht; vandaag gaat het over ‘zingeving’.
De kernwoorden die bij dit onderwerp horen zijn ‘een betekenisvol en waardevol leven leiden’.
Wat is het antwoord op de vraag: ‘Wat heeft mijn leven voor zin?”
Daar zijn al heel wat boeken over geschreven……

Een mens kan alleen gelukkig zijn als hij aanneemt dat geluk niet het doel van het leven is’.
Dat vond de Engelse schrijver George Orwell.

De Nederlandse dichter Jacques Perk vond: “Vreugde heeft, wie vreugde vinden kan“.
Daarmee wordt het al wat meer toegespitst op je eigen rol bij het vinden van geluk: wat zie je?
Daniël Lohues sloot zijn laatste column van het jaar in het DvhN in dat licht treffend af:
‘,,Trekt wel op die mist”, zei de optimist. ,,Wat een pest die mist”, zei de pessimist.
Proberen die eerste te zijn.
Dat lijkt mij het beste.’*
Daar past deze uitspraak van de Amerikaanse actrice Lena Horne ook goed bij:
Het is niet de last die je breekt, maar de manier waarop je die draagt: dankbaar voor het positieve in plaats van bitter over het negatieve ervan.”

De Amerikaanse schrijven Maxwell zei: “Succes is waarde geven aan jezelf. Betekenis is waarde geven aan anderen. ‘
De vraag die op dat kalenderblaadje aan ons werd gesteld was: Waarin zit voor jou het verschil tussen waarde, betekenis en succes?
Een vraag om nog even op door te kauwen na je toiletbezoek, zeker als zoals ik iedere dag nadenkt over de inhoud van een blog met de waarde van de dag.
Wat ik geleerd heb in het leven? Dat je in de mate van het mogelijke je verantwoording moet nemen voor je eigen geluk en dat van de mensen om je heen.
Dat vond de Belgische schrijver Naegels.

Een ander aspect bij ‘zingeving’ is je eigen beleving.
In het jaar 121 zei de Romeinse keizer Marcus Aurelius: “Ons leven is wat onze gedachten er van maken“.
Daar sloot een citaat van de Britse auteur Mary Bateson goed bij aan: “Ervaring maakt ons niet wijzer. Het is reflectie op ervaring die ons wijzer maakt.”

Een uitspraak bij deze gelukspijler ‘zingeving’ die ik heb onthouden en die ik ook nog wel eens deel met mensen is die van de Ierse schrijver Oscar Wilde, geboren in 1854.
Een cynicus is iemand die overal de prijs en nergens de waarde van kent.
Ook geschiedenis speelt nog een rol bij zingeving lazen we in een citaat van de SF-schrijver Crichton.
Als je geen geschiedenis kent, ben je als een blad dat niet beseft dat het deel uitmaakt van een boom.

De Oostenrijkse filosoof Buber tenslotte schreef “Wie geloof én humor hanteert, vindt het evenwicht waarmee hij in het leven rechtop kan blijven staan.”
Amen.

*Wil je die column van Lohues nog even lezen?
Hierbij een link naar die pagina op zijn website.

* Hierbij een link naar het eerste blog in deze serie, vandaar uit kun je linken naar de eerdere delen die al gepubliceerd zijn.

Reageren

22 januari: De dérde dinsdag….

Rond een uur of twee zaten we gistermiddag met 16 steeksters in de hal van Op de Helte, voor het eerst niet op de eerste maar op de dérde dinsdag van de maand.
Met mijn stem is het nog steeds niet in orde, dus om stilte te genereren trok even aan de bel die naast de bar hangt.
De dames hadden weer van alles onderhanden, een paar dingen haal ik even naar voren.

Corry was aan het borduren.
Ze borduurde op op maat geknipt goud- en zilverkleurig stramien en vervolgens plakte ze dat op een kartonnen kaart om te versturen.
Dat stramien had ik nog nooit gezien: ze had het gekocht bij de Handwerkboetiek in Roden.
Ze had zelf ooit zo’n kaart gekregen van Ilse en was er nu zelf druk mee aan het experimenteren.
Ik zou op internet even een website met informatie opzoeken, maar dat is me nog niet gelukt. Iemand een idee waar ik moet zoeken?

Alice was ‘even op straat gaan liggen’ en had daarbij haar pols bezeerd. Daar zat nu een brace om en ze constateerde ‘dat je zonder één hand gewoon NIKS KUNT’.
Maar ze kon nog wel een eenvoudig breiwerkje doen.
Ze had bedsokken die niet zo mooi meer waren, daar ging ze voor zichzelf een nieuw paar van breien.
“Het is heel simpel: een groot vierkant en twee kleine vierkantjes, die moet je tegen elkaar aan leggen.”
De foto’s van de oude bedsok gaan als voorbeeld bij deze mail…… de volgende maand gaan we zien/horen hoe het is geworden.

Halverwege de middag kwam organist Arjan Schippers langs. Hij moest even bij het orgel zijn: wat boeken halen en iets oefenen.
Hij wilde eigenlijk wel even aanschuiven en dat mocht. Maar hij deed het vervolgens niet. Zo’n dappere man. Nergens bang voor maar toch niet in een kring met handwerkende vrouwen durven te zitten…..
Toen hij terugkwam riep hij bij het naar buiten lopen dat hij maat 42 had.
Ja hoor, ja.

Ilse was aan het foefelen.
Dat woord kende ik niet, heb ik even opgezocht.
1. stiekem verbergen, iets ergens instoppen, moffelen
2. niet netjes werken, knoeien
3. bedriegen, foppen, wroeten.
Die Ilse.
Het bleek achteraf erg onschuldig. Ze had vierkantjes gebreid voor een troostdekentje, maar die waren niet allemaal gelijk van afmeting. Bij de kleinere vierkantjes haakte ze er een randje omheen, zodat ze allemaal even groot werden.

Op verzoek van Sijcolien scande ik een beschrijving die iemand mee had genomen voor het maken van een pannenlap in de vorm van een kip. Het komt uit het tijdschrift Landleven, nr. 1 van 2011.
Leuk voor Pasen straks.
Toen het patroon van hand tot hand ging waren er gelijk ook al weer op- en aanmerkingen.
“Zo’n pannenlap kun je beter dubbel haken, als een soort handschoen.”
Goed idee. Maar het hoeft natuurlijk niet. Kiek zölf maor eem.
Voor alle ‘heilige steeksters’ én alle lezers van deze website als PDF bij dit blog: de werkbeschrijving van de Kip-pannenlap.
Veel plezier!

Reageren

21 januari: Nederlands maar dan anders 43?

De eerste NMDA van 2025!

Essina maakte mij eind november attent op een artikel in het Dagblad van het Noorden.
Hussein heeft last van een lap op een rode stier!” stond op pagina 2 die dag.

Schoonzoon Cees citeerde een bekende uitspraak, maar maakte daar een eigen variant van: ‘Verwondert u niet, verbaast u alleen’.
We blijven nog even bij ons gezin.
Carlijn leest op een forum over iemand die niet goed is behandeld in een ziekenhuis:
“Ik werd door het ziekenhuis echt onprofessioneel behandeld en in mijn eigen soep gaargekookt!”
Verder las ze op Marktplaats de advertentie hiernaast.
“Ik denk dat ie dubbelwandig bedoelt….”
En hoewel Carlijn ons vaak voorziet van versprekingen/fouten van anderen, zelf beweerde ze zonder blikken of blozen dat de kerk door de kogel was.
Iemand vraag hoe het met Gerard gaat.
Hij is wel een beetje ziek maar niet heel erg.
Zit ik nou als een dood ziekje op bank? Nee.’

Van vaste bloglezer Willem kreeg ik ook een bijdrage.
Hij las in het AD een reactie op een artikel over de verbouwing van een hotel op de Elterberg.
Architectonisch is de verbouwing geen hoofdstandje“, aldus reageerder Erik Borst.
Willem zegt hierover: ik geef meteen toe dat een turner wel eens een kopstand doet, maar dat is moeilijk te rijmen met wat hier bedoeld wordt.
Een paar reacties verder staat: “Het is echt zonde dat het (hotel) staat te verpouperen”
Willem: een aardig voorbeeld van een au-ou-verwisseling. Er zit maar 1 letter verschil tussen rauwkost en rouwkost, maar toch een wereld van verschil.
In de (internet)krant van Midden-Drenthe las Willem iets wat hij wel een leuke kop vond “Inloopavond over het voetpadenplan in Smilde”.
Willem eindigde zijn mail met een herinnering aan zijn lagere school-tijd. Het was iets wat een onderwijzer altijd zei als je lachte op een moment dat hij het beslist niet kon waarderen: “Haal die grijns van je aangelaat”.

Bij het etentje van de Franse-les-groep vertelde juf Helen dat iemand bij haar op school had gezegd: “Dat is een wet van meten en persen.
Carlijns vriendin Irene doet in deze aflevering ook weer een duit in het NMDA-zakje:
Iemand staat met zijn elektrische auto vast in een parkeergarage: hij kan de stekker niet loskoppelen.
Dan parkeert er iemand naast hem die een trucje wist waardoor hij weer los kwam.
Werd ik gered door een barmhartige Amerikaan“.

Dit jaar hebben we de scheur-Taalkalender op ons toilet hangen.
Op vrijdag is het vooral genieten met ‘Taalkronkels’: een prachtige aanvulling op deze blogserie.
Dit jaar zal ik in iedere aflevering een paar leuke kronkels citeren.
Uithangbord bij een bakker: “Ambachtelijk suikerbrood met stukjes Arnhemse meisjes.’
Tekst op een verpakking van vogelpindakaas: Pindakaas voor tuinvogels met bosvruchten.
Bij Hairlust, een Deens haarverzorgingsmerk, verkopen ze op hun website kauwbare haarvitamines.
“Suikervrije kauwbare vitaminen voor vrouwen met natuurlijke aardbeiensmaak.”
Een voetbalverslag op Nu.nl: de aanvaller van Vitesse schoot via de onderkant van de lat binnen en stuiterde vervolgens weer uit het doel.
Een kop boven een artikel over koken op het online-magazine Franska: “Er gaat niets boven het eten van je moeder”

Hierbij een link naar Nederlands maar dan anders (42) van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.

Ook iets leuks op taalgebied gehoord of gezien?
Neem een voorbeeld aan Willem en Irene en geef het aan mij door.

Reageren

20 januari: Goud en zilver uit Dacia.

Op 11 januari schreef ik over Labyrinthia in het Drents Museum.
Maar het Drents Museum heeft meer in huis dan alleen hun eigen collectie: ze weten telkens weer te verrassen met bijzondere tentoonstellingen uit het buitenland; toen ik er was begin januari heette die tentoonstelling ‘Dacia, het rijk van goud en zilver.’
Voordat ik aan het dwalen kwam in Labyrinthia ging ik ‘Dacia’ bekijken.
Van dat rijk had ik nog nooit iets gehoord of gelezen: het is een vergeten volk uit de wereldgeschiedenis.
Het lag voor een groot deel in wat we nu Roemenië noemen; het rijk heeft bestaan van ongeveer 2000 voor Christus tot 3e de eeuw na Christus.
Oog in oog staan met zulke oude voorwerpen doet iets met me.
Groot voordeel van dat bezoek: ik was alleen en kon me net zo lang aan dingen vergapen als ik zelf wilde.
Alle bordjes gelezen en alle voorwerpen gezien.

Het gebied werd in de loop van de eeuwen door heel veel verschillende culturen beïnvloed: lopend langs de vitrines zag je de vorm van de voorwerpen en de versiering daarvan veranderen in de loop van eeuwen.
Ook toen werd er al heen en weer gereisd tussen de verschillende landen en ook toen had je al mode: we zagen mooie voorbeelden van sieraden die je  in de taal van nu ‘must haves’ zou noemen. Op de afbeelding zie je een gouden armband (werd om de bovenarm gedragen) en een rhyton (drinkbeker).
O.a. invloeden van de Griekse, Keltische, en Perzische cultuur waren terug te vinden in de prachtige voorwerpen die we zagen. Ook de Romeinen hadden invloed op de heersende mode in Dacia, maar diezelfde Romeinen zorgden er ook voor dat er een einde kwam aan het oude rijk: van 106 tot 271 na Christus was Dacië een provincie in het Romeinse rijk en was het niet meer een zelfstandig koninkrijk.

In een onderhoudende film van ongeveer 20 minuten leerde ik over koning Boerebista, over de goden die de Daciërs aanbaden, ik zag een machtige rivier die belangrijk was voor de handel en ik zag ruïnes van wat er over is van het machtige rijk. Daarbij realiseerde ik me dat ‘de identiteit’ van de Daciërs bestaat uit heel veel verschillende stukjes van culturen die invloed hebben gehad op het reilen en zeilen in dat land.
Eeuw na eeuw reist de mens over de aardbol en laat overal stukjes van zijn gewoontes en rituelen na.
De huidige wereldbevolking is een smeltkroes van duizenden geslachten aardbewoners; iedere keer als ik weer zo’n mooie tentoonstelling heb bezocht in Assen word ik er even weer bij bepaald.
Wil je nog naar Dacia? KAN DEZE WEEK NOG! Tentoonstelling loopt tm 26 januari.

Interesse in voorgaande tentoonstelling die ik daar bezocht?

Meer dan alleen hun einde uit  uit januari 2023 (Pompeï en Herculaneum)
Iran in Assen uit oktober 2018 (Bakermat van de beschaving)
Maya’s, heersers van het regenwoud uit april 2016 (Zuid Amerika vóór de Spanjaarden)
Hier kom ik weg uit oktober 2014 (tentoonstelling ingericht door Daniël Lohues)

Het Drents museum.
Als Drentse ben ik er trots op.
Ben je er nog nooit geweest?
Dan he’j wat mist!

Reageren

19 januari: Rustige zondag.

Meestal schrijf ik op zondag of maandag een blog over de kerkdienst van de zondagmorgen, maar wij zijn al twee weken niet geweest.
We volgen de viering dan vaak wel digitaal, maar dat is toch een heel andere beleving dan fysiek in de kerk zitten.
Wij gaan niet omdat dat niet fijn is voor de andere kerkgangers.
Gerard heeft al een tijd last van een nare hoest en keelklachten en sinds gisteren doe ik gezellig met hem mee.
Bij mij slaat dat soort klachten onmiddellijk op mijn stembanden, die het vervolgens niet meer doen.
Wat ik voortbreng zijn schorre, hese klanken.
Bij mijn collega’s heb ik al aangekondigd dat ik er morgen waarschijnlijk wel ben (verder voel ik me niet ziek), maar geen telefoondienst kan doen.

Het wordt een spannende week want……… de proefdruk van het jubileum-tijdschrift ‘Waarde van de dag’ is klaar; gisteren gebracht door Fokke van de drukploeg van de kerk die het drukwerk voor ons verzorgt.
Gistermiddag hadden we al even een ontmoeting met Harriët; alles even bij langs, wat moet nog anders, wat kan nog beter?
Morgenavond zie ik de andere dochters in Groningen en als we tevreden zijn en alles er goed in staat gaat er een opdracht uit naar de drukploeg voor een oplage van 100 stuks.
Spannend.
Een tipje van de sluier?
Een artikel over het dubbel-interview dat Frea had met tante Trijn en mij.
Foto’s en een patroonbeschrijving van een haakwerkje dat ik zelf ontwierp en opdraag aan mijn oma Aaltje Vrieswijk-Pasveer.
Bijdrages van onze familie, vrienden, mijn collega’s, een dominee, de rubriek ‘Koken met de zusjes’, een antropologisch onderzoek van onderzoeksvereniging ‘De kouwe kaant’, Wist-U-datjes en een bloemlezing uit de rubriek Nederlands maar dan anders.
En dan heb ik nog niet eens alles genoemd.

Vandaag was een rustige zondag vlak voor een week waarin weer van alles op stapel staat.
Vanmiddag liepen we een rondje in het dorp in de verstilde, mistige en ijskoude wereld van vandaag.
Mooi.
Hieronder twee foto’s: een bevroren spinnenweb en een bevroren grasje in onze tuin.
Waarschijnlijk rond de middag een beetje ontdooid en toen opnieuw bevroren.
(Klik op de afbeeldingen voor vergroting)

Reageren

18 januari: Wachten op een wonder.

Wij kregen eind december/begin januari een cadeautje van Ziggo: we konden gratis een aantal films kijken.
Nu hebben wij iedere avond al het Journaal, Woeste grond en de Slimste Mens, dus dan blijft er niet veel tijd over voor het kijken van een film.
Toen ik in week 2 in Casa Grada zat heeft een Gerard een aantal films gekeken waarvan hij wist dat ik er geen plezier aan beleef, maar toen ik terug kwam was er één film waarvan hij zei: “Deze lijkt me wel leuk om met ’n tweeën te kijken.”
En of hij gelijk had.

De film heette ‘The Miracleclub’ en dit is het verhaal.
Het speelt in Ierland in 1967. Vier vrouwen winnen een prijs: een trip naar het bedevaartsoord Lourdes* in Frankrijk.
Ieder van die vrouwen heeft wel een reden om te hopen op een wonder bij de grot van Bernadette.
Het is een komisch drama.
?
Kan dat dan?
Ja. Het was soms dramatisch, het was soms emotioneel én er viel ook genoeg te lachen.
Hierbij een link naar de trailer.

Maggie Smith (die snobistische grootmoeder uit Downton Abby) speelt één van de hoofdrollen; zij zorgde menigmaal voor die lach vanwege haar typische, droge Engelse humor en de manier waarop zij die rol gestalte geeft.
De dames gaan met z’n vieren naar Lourdes en je kunt gerust stellen dat één van hen beslist niet welkom is in de groep, maar al naar gelang het verhaal vordert weet je wat er in verleden is gebeurd en welke rol de afzonderlijke figuren daarin speelden.
Wat ik bijzonder vond waren de beelden uit Lourdes.
Hoe het er daar aan toeging in 1967.
Wat de verwachtingen waren.
Je ziet het clubje scharrelen in een souvenirwinkel: “dit kan toch niet bedoeling van de heilige maagd geweest zijn…?”

Ondertussen zie je hoe het thuisfront zich redt zonder ‘moeder-de-vrouw’.
Eén van de buurvrouwen vindt dat het wonder van Lourdes al is geschied omdat de man des huizes boodschappen doet: dat was nog nooit vertoond.
Op de terugreis maken de vrouwen zich allemaal wat zorgen over hoe ze thuis ontvangen zullen worden; toen ze weggingen waren hun mannen het daar absoluut niet mee eens.
Maar eind goed, al goed: de figuurlijke rode lopers lagen klaar.

Spelende vrouw, wat heb je nu geleerd?
Je moet af en toe eens een week op jezelf.
Als je terugkomt wacht er een bos rozen op je.

* Weet je niks van Lourdes?
Hierbij een link naar een artikel daarover op de website van KRO/NCRV.

 

Reageren

17 januari: Levensmotto

Vanmorgen hoorde ik op Radio 5 het bericht dat Manuela Kemp is overleden.
Het werd bekend gemaakt in de Arbeidsvitaminen en presentator Hans Schiffers had het er hoorbaar moeilijk mee.
Van 2014 tot 2022 was ze een Radio-5-collega geweest en de verslagenheid bij de zender was groot.
Als luisteraar kreeg ik vooral veel van haar mee toen ze samen met Henk Mouwe van 07.00 – 10.00 uur het programma Wekker Wakker presenteerde.
Na de pensionering van Henk Mouwe werd dat tijdstip in de ochtend overgenomen door Jeroen van Inkel waar ik niet aan kon wennen.
Manuela ging met Henkjan Smits in de avonduren ‘de Max’ presenteren, maar dan luister ik nooit naar de radio.

Schiffers zocht vanmorgen telefonisch contact met Henk Mouwe; die vertelde dat zij nog steeds een hechte band hadden en dat hij die dag ervoor in het ziekenhuis in Hilversum afscheid van haar had genomen.
Toen zij samen Wekker Wakker presenteerden was ik een trouwe luisteraar; af en toe schreef ik daar natuurlijk over op deze website.
Je leest er bijvoorbeeld over in het blog Sommige mensen en Ow Sjonnie, allebei uit 2017  en Und jetzt….ein Henkie uit 2018.
Henk vertelde dat hij van Manuela haar levensmotto had overgenomen.
Geniet, maar nooit met mate.

In een periode waarin ik al blij ben dat er ’s zondags in de kerk niemand wordt afgekondigd die is overleden, wou ik het daar voor vandaag maar bij laten.

Reageren

16 januari: Nieuw concept.

‘Wat doen we? Bij iemand thuis en zelf allemaal iets koken of uit eten?”
Deze vraag werd eind vorig jaar gesteld in de ‘Lecon Francaise’-app.
Die Franse lessen* worden al lang niet meer gegeven, maar het was altijd een gezellig en illuster clubje, dus juf Helen en haar toenmalige leerlingen proberen elkaar eens per jaar te zien.
De meerderheid was voor een maaltijd buiten de deur, dus gisteravond om 18.30 uur ontmoetten wij elkaar in de voorkamer van ‘de Peizer Hopbel‘.
Dat restaurant is in 1994 gestart in een monumentale boerderij uit 1770 in Peize en heeft sindsdien verschillende eigenaren gehad.
De eigenaar van nu zit er op sinds 2014; toen we gisteravond aankwamen bleek dat er op het gebied van dineren een nieuw concept is uitgerold.

Er is een menukaart, waarbij je kunt kiezen uit een 4- of een 5-gangenmenu.
Daarbij kun je niet kiezen wat je wilt eten: dat menu staat vast.

Daarnaast kun je kiezen voor ‘shared dining’, een begrip dat is overgewaaid vanuit de hippe eetgelegenheden in de Randstad.
Je bestelt dan een aantal gerechten dat midden op de tafel komt te staan en die je vervolgens deelt met je tafelgenoten.
De serveerster die ons uitlegde wat de bedoeling was gaf van te voren aan dat we met zo’n grote groep (12) beter geen gebruik konden maken van het shared dining, want dat was voor de mensen in de keuken te onoverzichtelijk.

….croquettes funghi….

Als je de blogs over ons anarchistische Franse-les-clubje in het verleden hebt gelezen, dan begrijp je dat de groep hier niet mee akkoord ging.
Meer dan de helft van de aanwezigen wilde het menu niet bestellen; ‘het is toch raar dat je helemaal niet kunt kiezen’?
Na enig overleg konden wij toch gerechtjes bestellen van de ‘shared dining’-kaart.
Drie keer deden wij een bestelling: de eerste keer met brood/bruschetta en de twee volgende rondes met vlees, vis en vegetarische gerechten.
De eerste keer had ik ‘Croquettes Funghi’ en de tweede keer durfde ik ‘Spicy Rib’ te bestellen; de paddestoelenkroketjes waren heerlijk en gelukkig waren de gebraden vleesribbetjes niet te scherp; ik heb er van genoten!

Maar naast dat het best lekker was allemaal, was het voor mij een vervreemdende ervaring.
We zaten in een Nederlands restaurant in een Drents dorp in een pand uit 1770 en er stond amper een Nederlands woord op de menukaart.
Waarom is dat?

Het doel van de avond is overigens ruimschoots gehaald: we hebben heel gezellig bij elkaar gezeten, uitgebreid bijgepraat en allemaal lekker gegeten!
En het zal je niet verbazen: daar was amper een Frans woord bij 😉

* Nog nooit iets gelezen over die Franse lessen?
Hierbij een link naar het blog over onze vorige bijeenkomst in 2023.

Reageren

15 januari: Een cymbelster.

Voor de kerstdagen bezochten wij de voorstelling ‘Advent’ van Daniel Lohues met Holland Baroque.
Daarover schreef ik een blog op 23 december onder de titel: ‘Moi‘.
Toen hij vertelde over kerst en hoe hij dat beleefde als organist liet hij ons een ‘Zymbelstern’ zien die hij ergens in Duitsland 0p de kop had getikt.
In het Nederlands heet het een cymbelster en het is een ‘feestelijk’ orgelregister.

Aan dat register zitten geen pijpen, maar één ster; meestal zit die boven het orgelfront.
Achter die ster zit een wiel met belletjes Als je de cymbelster inschakelt, wordt er lucht langs dat wiel geblazen.
Daardoor gaat de ster draaien en produceren de belletjes een vrolijk geluid.
Lohues schakelde de cymbelster in bij de toegift die werd gespeeld. Na het applaus, toen iedereen de zaal al uitliep, stond de ster nog vrolijk te bellen.

Naderhand vroeg ik me af of dat feestelijke register ook op het Hinszorgel in de Catharinakerk zit.

Hinsz-orgel in de Catharinakerk Roden

Voor een antwoord op die vraag stuurde ik een mail naar Erwin Wiersinga.
Dit was zijn antwoord:

Dag Ada

Nee, dat had je wel gehoord!
Het is een Duits dingetje.
In Nederland zijn ze minder gebouwd of verdwenen.
Veel te werelds voor de Calvinisten!

Hartelijke groet, Erwin

Jammer ja.
Mooie toevoeging wel: veel te werelds…..
Het zette mij aan het fantaseren over de tijd waarin het orgel werd gebouwd.
Het orgel kwam er dankzij een legaat van Maria Catharina Hoppinck in 1776.
Zij woonde in Den Haag, maar had een bijzondere band met Roden.
Zij was de achterkleindochter van Gayus Hoppinck, de tweede predikant in Roden na de Reformatie.
De bouw van het orgel werd opgedragen aan Albertus Anthoni Hinsz te Groningen.
Op 4 juni 1780 werd het instrument ingewijd; dat is bijna 250 jaar geleden.
Wie zaten er toen in de kerk?
Strenge Calvinisten?
En wie speelde op dat orgel?
Wat zongen ze toen dan?
Er is heel weinig bekend over de Hervormde gemeente zo’n 100 jaar na de reformatie.
Wil je weten wat er wel bekend is over de Catharinakerk? Hierbij een link naar een digitale versie van het boekje: ‘Negen eeuwen Catharinakerk in Roden‘.
In het hoofdstuk 4 (op pagina 12) vind je informatie over het onderwerp ‘Roden na de reformatie’.
Maar wie er ook op dat orgel speelde: het was vast niet zo mooi als wat wij ’s zondags horen met organisten als Chang Jong Lee, Arjan Schippers en Erwin Wiersinga.

Hierbij een link naar een video waarin Erwin orgel bespeelt: je luistert dan naar een uitvoering van Prelude in C (BWV 545) van Johann Sebastian Bach.
Zonder belletjes.
Maar prachtig!

Reageren

14 januari: Puber.

In de achter ons liggende weken heb ik weer eens een boek kunnen lezen.
Niet te zware kost, ik had een Peter Robinson/DCI Banks op de kop kunnen tikken bij de Roderboekenmarkt die ik nog niet had gelezen.
De vorige in deze serie viel me wat tegen, maar deze, Onvoltooide zomer, was weer ouderwets leuk.
De schrijver weet het verhaal zo op te schrijven, dat er in mijn hoofd een complete aflevering van een detectiveserie wordt afgespeeld.

Een skelet dat is gevonden blijkt de 15-jarige Graham te zijn die 30 jaar geleden vermist raakte; hij was één van de toenmalige vrienden van Banks.
Die heeft nog vakantie, maar hij biedt de inspecteur die het misdrijf onderzoekt zijn hulp aan; en raakt er natuurlijk bij betrokken, want hij bezoekt de ouders die na 30 jaar eindelijk weten wat er met hun zoon is gebeurd.
Banks komt door de herinnering aan zijn jeugd in zijn hoofd helemaal weer terug in die tijd: je leest hoe het was toen hij nog bij zijn ouders thuis woonde, wat hij deed met zijn vrienden en wat hij in die tijd belangrijk vond. Graham raakte vermist in 1965, dus  je leest veel over het Engeland in de jaren ’50 en ’60.
Een tijd waarin homofilie niet bespreekbaar en ook nog strafbaar was, maar het was er natuurlijk wel.

Naast deze verhaallijn speelt er ook er ook een zaak in de tegenwoordige tijd: de 15-jarige Luke wordt vermist en Annie, collega van Banks, wordt op deze zaak gezet.
Er wordt losgeld geëist, maar voordat de overdracht heeft plaats gevonden wordt de jongen al gevonden in een meer en wordt de vermissing een moord.
Twee vijftienjarige jongens die allebei nog op school zitten; die zich niet alleen met hun huiswerk bezig houden, maar zich ook inlaten met volwassenen.
En die volwassenen zetten de pubers in voor hun eigen gewin, hun eigen genot en hun eigen belangen.
Het duurt even voordat je weet hoe het allemaal precies zit en soms moest ik gewoon nadenken: om welke verhaallijn gaat het nu? Zit ik in 1965 of in 2003?

Bij de begrafenis van Graham ontmoet Banks zijn oude vriendengroep weer.
Het valt hem niet mee en vraagt zich af: “Had ik het met deze jongens nou zo leuk?”
Omdat Banks zo in zijn eigen jeugd aan het graven is en er ook constant aandacht is voor het leven van die twee jonge jongens word je er steeds bij bepaald dat het leven op je 15e best moeilijk en verwarrend is. En dat het in die periode van je leven heel belangrijk is dat je een stabiele thuissituatie hebt; ouders die van je houden, maar die je ook opvoeden en beschermen.

Man, wat had ik op mijn 15e stomme ouders.
En wat had ik daar een last van; ze begrepen mij gewoon niet.
Met de kennis van nu hadden mijn ouders toen een hele stomme puber die dacht dat ze het middelpunt van het heelal was.
Na het lezen van zo’n boek weet je even weer hoeveel geluk je hebt gehad in je leven.

Reageren

Pagina 1 van 363

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén