De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

11 oktober: Heimwee

Gisteravond zat ik om 19.30 uur in de auto, op de terugweg naar huis.
In ‘Mennoos Kookerij‘ in Groningen hadden we het pensioensfeest gevierd van Lentis-collega Rien.
Van 2013 tot 2019 was hij mijn naaste collega in het Heymanscentrum waar ik toen managementassistent was van de afdeling Ouderenpsychiatrie.
Dit schreef ik o.a. in mijn bijdrage voor zijn boek:
In 2013 kwamen Jacquelien en ik vanuit de Laan Corpus den Hoorn in het Heymanscentrum werken. Altijd een gedoe, zo’n verhuizing. Maar jij had alles tot in de puntjes voor ons geregeld tot en met een snoeppot op ons bureau en we kwamen in een warm bad. 
Toen Gerard in het ziekenhuis lag tijdens een stamceltransplantatie gaf jij mij een bos zonnebloemen, omdat ‘mijn zonnetje in huis er nu even niet was’
Je bent een grote lieverd en een man om te koesteren. We hebben een aantal jaren erg prettig samengewerkt en dat daar in 2019 een eind aan kwam door mijn veranderende werk vond ik moeilijk; wat heb ik jou en ons clubje gemist in het begin.
Natuurlijk schreef ik nog meer, maar het voert te ver om dat met iedereen te delen.

En o mensen, wat was het leuk gistermiddag, want het hele clubje was er natuurlijk ook weer.
Jacquelien, Menco, Jan, Ruud, Corry, Anita: iedereen even weer gesproken en herinneringen opgehaald.
Wij waren natuurlijk niet de enigen op Riens pensioenfeest; hij heeft 48 jaar voor Lentis gewerkt en had collega’s uit zijn hele loopbaan uitgenodigd. Verder waren er vrienden en familie, dus het zaaltje zat mooi vol.
Er waren toespraken, we zongen een maf lied voor Rien met elkaar en we genoten van een heerlijk buffet.
Bij het afscheid spraken Jacquelien en ik met Rien af dat wij met z’n drieën een keer op bezoek gaan bij Jan, die na zijn pensionering molenaar is geworden. Nu al zin aan.

We namen afscheid van elkaar, op weg naar de auto gaf ik Jacquelien nog een dikke knuffel en toen zat ik weer in de auto.
In tranen.
Want het heimwee, dat ik vooral in het begin heb gehad na mijn vertrek uit het Heymanscentrum stak even weer gemeen de kop op.
En ik weet: ik moet koesteren wat ik al die jaren heb gehad, ik moet niet blijven hangen in ‘vroeger was alles leuker’, maar ik heb even weer geproefd hoe vanzelfsprekend we bij elkaar zaten te teuten, het was alsof we weer even aan de lunch zaten in het Heymanscentrum.
Ruud vroeg zich al weer af waar mijn breiwerkje was.

Bij de stoplichten op de Paterswoldseweg waren de tranen ook al weer weg.
Nait soezen Vrieswijk.
Wat wij daar toen hadden is er al lang niet meer in het Heymanscentrum; iedereen zat inmiddels al ergens anders.
Vanaf 2021 heb ik mijn plekje gevonden in de secretaresseclub van Team290 en daar heb ik het ook goed.
Niet beter, niet slechter, maar anders.

Om idee te krijgen wat voor clubje dat was in het Heymanscentrum, hierbij een aantal links naar blogs die ik daarover schreef:

Mannen en breien september 2015

Een koggeschip uit de 15e eeuw februari 2016

Jubileum maart 2016

Een Groningse man en zijn dochter april 2016

Herkenning november 2016

Lunchen met opa’s januari 2017

Gesprekje bij de mosterdsoep maart 2018

Die ouwe zuil maart 2019

Pessimisme kun je leren  september 2019

Gronings Ontzet(tend) augustus 2019

Reageren

10 oktober: Vouwen & ontmoeten.

Dinsdagmiddag 8 oktober lieten Ilse en ik aan de dames die zich hadden opgegeven voor de workshop ‘Irisvouwen met theezakjes’ zien hoe dat moest. Dat klinkt alsof dat een fluitje van een cent is, maar dat is niet zo.
Je moet echt wel even weten hoe het werkt en oefening baart kunst. Lees: je moet veel prutsen en uitvogelen voor een mooi resultaat.
Ilse had al kaarten voorbewerkt voor het maken van een kerstboom; die vorm had ze er al vast uitgesneden en ik had uit een aantal kaarten al een een hart geknipt, zodat er twee kaarten gemaakt konden worden. Alle deelneemsters kregen een paar voorbeelden van hoe de strookjes op nummer in de vorm gelegd kunnen worden.
We zaten in een kring en Ilse legde uit wat gewoon irisvouwen is en hoe je die techniek kunt toepassen met theezakjes.

De theezakjes scheur je los, zodat je een lange strook krijgt.
Die knip je vervolgens in de lengte doormidden.
Dinsdagmiddag noemde iemand dat ‘de Pick van wick scheiden’; bij rooibosthee heb je dan aan de Pick-kant kleine olifantjes en aan de wick-kant kaneelstokjes. Hoe het vervolgens in zijn werk gaat beschreef ik al eens op het blog ‘Irisvouwen in de praktijk’.

Op voorhand vertelde ik aan de deelnemers dat het een bezigheid is waar ik van ontspan.
Leuke podcast er bij aan of een mooie klassieke muziek: het hoofd leegmaken met knippen, plakken en prutsen.
Het heeft hetzelfde effect op mij als borduren of puzzelen.
Je moet het niet doen om er geld mee te verdienen, want dat kan natuurlijk nooit uit.

Uiteindelijk kwam iedereen op gang en werden er mooie kaarten gemaakt.
Met drie verschillende kleuren/soorten theezakjes. Of juist allemaal dezelfde kleur/soort, je kunt eindeloos variëren.
Ondertussen werd er natuurlijk ook gezellig geteut met elkaar, want we kennen elkaar altijd wel ergens van: de cantorij, of Holy Stitch of gewoon, van het koffiedrinken bij de kerk.

Dit soort bijeenkomsten heeft zo op het oog niet zo veel met ‘kerk’ te maken, maar de onderlinge ontmoetingen, gesprekjes over en weer en het delen van het plezier dat je beleeft aan een hobby is ook onderdeel van ‘kerk zijn’. Net als het samen zingen in de cantorij, het bespreken van een onderwerp op een gespreksgroep, de gezamenlijke lunch één keer in de maand of samen werken tijdens de natuurwerkochtend die de werkgroep Groene Kerk op zaterdag 19 oktober organiseert.
Dan gaan ze weer met liefhebbers uit onze gemeente de natuur in. Om meer te zien en te horen over in dit geval het Mensinghebos,
maar ook om de handen uit de mouwen te steken. Het plan is om rond 09.00 uur te verzamelen, een wandeling te maken richting
de heide en daar, onder deskundige leiding van de boswachter, aan de slag te gaan. Aan de slag gaan kan snoeiwerk zijn, boompjes trekken of andere zaken die aangepakt moeten worden om de biodiversiteit te ondersteunen.
Je kunt je nog opgeven: groenekerk@pkn-roden.nl

 

Reageren

9 oktober: Toscane – 5. Verkassen.

Na drie nachten in het hotel in Florence gingen we over naar een ander vakantieverblijf: geen hotel, maar een eigen ‘Agriturismo’-appartement in de streek Chianti.
Een agriturismo is een boerenbedrijf dat niet alleen wordt gebruikt voor landbouw, maar ook wordt ingezet voor toerisme.
Vakantiegangers overnachten dus simpel gezegd op het terrein van de Italiaanse boer.
Een agriturismo mag zichzelf alleen deze naam geven als het boerenbedrijf ook nog in werking is.

Wij verbleven in Cignan Bianco.
Onze boer heette Virgilio; hij verbouwde druiven en olijven.
Zij boerderij lag op een heuvel in het midden van nergens.
Hiernaast zie je een foto: de boerderij ligt in de rode cirkel.
Wij hadden een eigen opgang/voordeur, een ruime woonkamer met een keuken, een zithoek en een eettafel, twee slaapkamers en een badkamer.
Ook hadden we een eigen binnenplaatsje, waar we iedere avond bij kaarslicht zaten bij te komen van de avonturen van overdag en zaten te genieten van de aangename temperaturen.

Virgilio sprak geen woord Engels en wij spreken geen Italiaans, dus het communiceren ging met de vertaal-app op de telefoon.
We hebben hem na onze kennismaking ook niet meer gezien.
De weg naar de boerderij was gravelweg. In dat gebied was dat heel gebruikelijk, maar wij kijken natuurlijk met Nederlandse ogen en zijn verwende sikken.
Maar wij lieten ons niet ontmoedigen en gingen toch daar in de omgeving fietsen.
We fietsten eerst naar het dorpje Lilliano , gedeeltelijk over asfalt en gedeeltelijk over gravel.
Het stelde niet veel voor. Er was wel een klein kerkje, maar dat was niet meer in gebruik en gedeeltelijk vervallen en het leek erop dat de helft van de huizen niet bewoond was. Daarna fietsten we door naar Bibbiano, maar dat was nog kleiner en bestond eigenlijk alleen maar uit een groot herenhuis dat bij een groot landgoed hoorde.
Niemand gezien.

Maar.
Het was prachtig.
En stil.
Mooie uitzichten, geen verkeer.
Wát een mooie wereld daar.

We fietsten langs olijfboomgaarden en wijngaarden en zagen groene olijven en dikke trossen druiven hangen.
Maar om de 50 meter hing er een bordje aan de hekken.
“Wat zou daar op staan?” vroegen we ons af.
Geen vruchten plukken?
Niet over het hek klimmen?
Eenmaal weer op de heuvel van Virgilio zocht ik het op.
We mochten daar niet jagen als we geen toestemming van de plaatselijke autoriteiten hadden.
Jammer ja…… daar hadden we nou net zo’n zin in! 😉
Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1  onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.

Reageren

8 oktober: Nog een keer ‘koortje spelen’.

In februari was ik uitgenodigd bij ‘de Maandagavondclub’, een gezellige club voor mensen met een verstandelijke beperking.
Toen was ik dirigent van het Maandagavondclub-koor; het was erg leuk, maar het was maar een klein koortje. Zie daarvoor het vorige blog ‘Voor ons allemaal’
De leiding vond het jammer dat er maar zo’n klein clubje was en vroegen of ik in het najaar nog eens wilde terugkomen. Tuurlijk.
Gisteravond om 19.20 uur stapte ik binnen.
Ze zaten in een grote kring om de tafel en het was verbazend rustig.
Toen ik eenmaal zat begreep ik hoe dat kwam: ze waren bezig met een mooie kaart voor Didi, want Geert was overleden*.
Iedereen was onder de indruk, want Geert, een innemende persoonlijkheid en beheerder van De Deel waar de club bij elkaar komt, was zeer geliefd en wordt node gemist.
Hij kwam altijd even kijken en luisteren, maakte grapjes, keek of er nog hulp nodig was “en hij controleerde of de radio het wel deed” zei Tim.
“En mijn mama is ook overleden” zei Manon.
“Ja. Mijn mama ook” zei Alina bedrukt.
Maar dat was al even geleden.
Ze bedachten samen wat voor tekst er op de kaart moest en iedereen ging een stukje kleuren aan de kring van licht die op de kaart stond.
Als ik er ben met zang en muziek is het meestal één en al vrolijkheid, nu zag ik dat het ook wel eens anders is.
Ontroerend om mee te maken.

Het duurde dan ook even voordat het hele stel in kooropstelling voor mij zat.
De begeleiders Margreet, Paula en Ina hebben engelengeduld, begeleiden de leden naar hun plaatsje in het koor, gaan er zelf blijmoedig tussen zitten en zingen en klappen naar hartenlust mee.
Toen we eenmaal aan het zingen waren zat de stemming er al snel weer in.
Inzingen, het Maandagavondclublied zingen, de maandagavondclub-canon door elkaar heen zingen, het Doos-Ree-Mier-lied uit de Sound of Music instuderen met plaatjes: het ging allemaal prima en ik had een fantastisch koor.

Toen ik aan het eind vroeg welk liedje ze wilden zingen als feestelijke afsluiting vond André dat het wel eens weer tijd was voor ‘Hoor, wie klopt daar kinderen’. De leiding vond dat nog wel wat vroeg, “maar” merkte André op “de pepernoten liggen ook al weer heel lang bij de Jumbo!”, dus we zongen met elkaar het Sinterklaasliedje, afgesloten met een uitbundig KOEKOEK!
We sloten af met een door Margreet bedacht ‘danklied voor Ada’ op de melodie van ‘In Holland staat een huis.”
(De namen voor dit blog zijn gefingeerd ter bescherming van de deelnemers)

Altijd als ik bij de Maandagavondclub ben geweest weet ik weer hoe belangrijk muziek is in een mensenleven.
Hoe heerlijk het is om ongecompliceerd met elkaar een lied te zingen en hoe je daar van opknapt.
Vanavond heb ik weer cantorij-repetitie; we oefenen voor de Taizé-vesper van a.s. zondagavond en ik speel mee in het combo.
Een heel andere vorm van muziek maken, maar ook daar knap ik van op.
Kom je ook meezingen zondagavond?
Voor meer informatie hierbij een link naar de website van onze PKN-gemeente.

*Eén mens met pit

Reageren

7 oktober: Cornelis-clan.

Als we vroeger met ons gezin een feestje hadden en mijn vader had al zijn kinderen en kleinkinderen bij elkaar, dan placht hij te zeggen: “As wij nou in Schotland woond hadden, dan was dit de Cornelis-clan!”
Nadat hij overleed hebben mijn broer en ik geprobeerd om ieder jaar in de periode rondom mijn vaders verjaardag een Cornelis-clan-dag te organiseren. Na corona kwam daar wat de klad in, maar dit jaar nam Frea het initiatief en organiseerde samen met Jon in Beijum een bijeenkomst voor alle leden van de Cornelis-clan.

De uitnodiging begon zo: Vrieswijken Verzamelt U. Enzo.
We waren welkom in hun huis, we moesten van tevoren doorgeven wat we wilden drinken en wat onze favoriete borrelsnack is.
Verder kregen we een link naar de menu-kaart van Moeke Vaatstra in Zuidwolde, want daar zouden we gaan lunchen.
Konden we alvast de kaart bekijken.
Vrieswijken weten van te voren graag waar ze aan toe zijn.

Voor de quiz moesten we onszelf verdelen in drie groepen.
Zo’n quiz is bedoeld ’ter leringhe ende vermaeck’ en vooral dat laatste aspect voerde de boventoon: wat een lol kun je dan hebben met elkaar.
Bij het ene onderdeel waren de jongeren in het voordeel, bijvoorbeeld bij ‘Cryptid of Pokemon’. Frea  beschreef  een wezen: dan moesten wij oordelen of dat een cryptid (mytisch wezen) was of een Pokemon. Carlijn en Coby behaalden in die ronde de punten voor onze groep, want Annette en ik wisten daar niks van. We moesten ook een tekening maken van een griffioen en van een hydra. Had jij het geweten?

In de muziekronde kreeg de groep van mijn broer een extra punt omdat hij niet wegliep toen er een lied van André Hazes werd gedraaid.
Cees en Carlijn kwamen met elkaar in botsing bij de opdracht wie als eerste de moonwalk van Michael Jackson kon voordoen.
Hilarisch was de ronde ‘Wie roepen we op?’  Daarvoor had Frea aan ieder van ons de vraag gesteld: welke vijf dingen moet iemand in een cirkel zetten om jou op te roepen? Bij mij was dat ‘bitterballen-glaasje port-klaverjasscorebloc-brei/haakwerkje-het blad Vorsten’.
Dat raadden ze natuurlijk al snel…..
Harriët had 5 cavia’s in de cirkel, maar bij de 1e cavia werd haar naam gelijk al genoemd!
In de ronde familiegeschiedenis (waar mijn broer en ik in uitblonken) kwamen er wat oude foto’s voorbij;  verder was het onderdeel Fami Lie of Nie ook erg leuk. Bij een foto van een jonge koningin Juliana vond één groep dat dat best familie zou kunnen zijn; dat was ook het geval bij een random arbeider met een kruiwagen. Anderen herkenden hun eigen overgrootvader Andries Vrieswijk niet eens.

Meer hoef je eigenlijk niet te organiseren op zo’n bijeenkomst; toen de quiz klaar was wandelden we naar Moeke Vaatstra, die ons verwende  met een heerlijke lunch en daarna namen we afscheid met de belofte: “Tot de volgende keer!”

Kat Sam had trouwens ook een geweldige dag: hij wentelde zich in alle aandacht en zat gezellig in de kring.

Hierbij een link naar de vorige Cornelis Clan-bijeenkomst in 2020, van daaruit kun je doorklikken naar voorgaande edities.

Reageren

6 oktober: Geen souvenirs.

Wij zijn niet zo van de souvenirs.
De boodschappen die we in Italië hadden gekocht en die niet op waren namen we mee naar huis, zodat we nu nog echte Italiaanse pasta eten.
En pruimenjam.
En frivole Italiaanse keukenrol gebruiken met blauwe strepen.
Maar we kochten dus geen Pisa-toren-sleutelhangers en ook geen Michelangelo-David-tas.
Tijdens de wandelingen en fietstochten die we daar maakten sprokkelden we in twee weken een stuk of zeven hele dikke dennenappels bij elkaar. De dochters mochten er alledrie één kiezen, één gaat in de kerstboom met een grote kerststrik erom en één heb ik deze week verwerkt in een bloemstuk dat al een paar dagen bij ons op tafel staat.

In het voorjaar van dit jaar hebben we allemaal nieuwe plantjes in onze voortuin gekregen en daar is o.a. siergras ingekomen.
Je ziet het op de afbeelding hiernaast; dat heb ik gebruikt voor de finishing touch van het bloemstuk.
Als basis voor het bloemstuk gebruikte ik een grote platte schaal en maakte een drie-kwart ring van oasis. Waar geen oasis zat zette ik de dikke dennenappel neer.
Daarnaast gebruikte ik hortensia, skimmia, callicarpa (paarse besjes), sedum en als laatste prikte ik dus de siergrasjes er in. Rondom legde ik wat kastanjes en wat bolsters.

Geen dikke kaars deze keer, maar een kleine waxinelichtjeshouder van bewerkt glas; dat zette ik op een omgekeerd glas, zodat het lijkt alsof het lichtje bovenop het bloemstuk staat.
Op de afbeeldingen op dit blog zie je hoe het is gemaakt, een zijaanzicht en een foto van de bovenkant.
Als je op de afbeeldingen klikt, krijg je een vergroting.

Geen souvenirs, toch een leuke herinnering.

Reageren

5 oktober: Bevragen.

“Tuurlijk. Ik zou ook wel iets willen schrijven voor jouw tijdschrift* ; ik heb genoeg te vertellen. Maar hoe krijg ik dat op papier?”
Mijn 79-jarige tante Trijn vond dat wel lastig.
Toen ik met onze dochters de eerste tijdschriftbespreking had kwam Frea met het idee van een interview.
“Dan ga ik tante Trijn en jou interviewen en dan maak ik daar een artikel van!”
Wat een wereldidee.

Gisteren kreeg het idee een vaste vorm.
Frea haakte aan bij de jaarlijkse mini-familie-reunie met nicht Anja en tante Trijn en schoof gezellig aan bij de koffie en het hazelnootschuimgebak.
Het duurde even voor het interview op gang kwam, want er moest natuurlijk eerst uitvoerig worden bijgepraat, maar gelijk met ‘het glas rondom elf’ kwamen ook de interview-vragen op tafel.
Frea nam het gesprek op, zodat ze het later kon terugluisteren.

Het had nogal wat impact.
We kregen vragen als ‘Wat is jullie eerste herinnering aan elkaar’?
‘Wanneer veranderde jullie relatie?’
‘Wat zijn typische Vrieswijk-eigenschappen?’
‘Hoe zien jullie de toekomst van de familie Vrieswijk?’
We haalden herinneringen op en vertelden wat er in de loop van de jaren met ons gebeurde.
Dat tante Trijn mij bij mijn doop de kerk indroeg.
Hoe het kind Ada huizenhoog opkeek tegen haar hippe tante met oorbellen, lippenstift en hoge laarzen.
Hoe ik als puber voor het eerst een zwangerschap van dichtbij meemaakte toen zij in verwachting was van Paul  en ik mij als 13-jarige verwonderde over de baby die groeide in haar buik.
Hoe het verlies van mijn vader ons dichterbij elkaar bracht omdat zij haar grote broer zo miste en ik mijn vader.

Gedurende het gesprek werd duidelijk hoeveel we van elkaar houden en hoe vanzelfsprekend onze band is.
Geen moeder-kind relatie, geen zussen-band maar de unieke familierelatie/vriendschap tussen een tante en haar 15 jaar jongere nicht.

Het bekijken van de fotoboeken die we jaarlijks meenemen lukte niet helemaal, er was ook zoveel om te delen en te bespreken! Het interview nam een dik half uur in beslag, daarna genoten we van een luxe lunch die tante Trijn had laten bezorgen.

Wat een heerlijke dag hadden we weer.
Uren leken kwartieren en om 16.30 uur moest ik al weer naar huis.
Dan heb je een uur om na te denken; ik bedacht dat we gisteren dingen over elkaar hebben gezegd die we nooit zo duidelijk hadden uitgesproken. Daarbij moest ik denken aan René Diekstra die er voor pleit dat je als kinderen je ouders zou moeten interviewen, zodat je antwoord krijgt op belangrijke vragen voordat je ouders zijn overleden.
Hierbij een link naar het vragenformulier; lees maar eens door en vraag je af of jij deze dingen van je ouders weet.

Koetjes en kalfjes zijn op zich prima gespreksonderwerpen, maar gisteren ontstond verdieping door het simpelweg stellen van vragen.
Van harte aanbevolen.

*Weet je niets  van mijn tijdschrift?
Hierbij een link naar het blog dat ik daar over schreef.

Reageren

4 oktober: Toscane – 4. Op een terras in Italië

In het blog over ons bezoek aan het Romeinse amfitheater noemde ik het al even zijdelings: Maar toen we aan het eind van de dag op de fiets naar Fiesole gingen om een hapje te eten vonden we zomaar bordjes naar Museo Archeologico di Fiesole.
Vandaag een blog over het avontuur dat met ‘hapje eten’ in twee woorden is benoemd, maar dat een eigen blog verdient.

Toen we de tweede dag met de bus uit Florence terugkwamen hadden we nog geen warm eten gehad.
“We kunnen wel even op de fiets naar Fiesole” bedachten we.
We stelden Google Maps in op Fiesole ‘met de fiets’ en begonnen welgemoed aan onze eerste fietstocht.
Maar Google stuurt je dan over de kortste weg en dat betekende hellingen van meer dan 18%.
Dat kon ik niet.
Amechtig hijgend hing ik over het stuur: dit moet anders.
We kozen toch maar voor een grotere, maar ook geleidelijker weg wat hoogte betreft.
Wel wat meer autoverkeer, maar minder steile hellingen.
We gebruikten die avond voor het eerst onze helm!
We kwamen in Fiesole.
Met de versnelling in zijn 1, de ondersteuning op max en toen kwam ik nog ‘achter de poeste’ boven op de berg aan.

We verkenden het dorpje en streken rond een uur of zes neer op een terrasje bij een klein restaurantje; na twee dagen Florence met horden toeristen en grote drukte was het een verademing.
Het was vrijdagavond en op het terras zat voornamelijk de plaatselijke bevolking.
Er nam een middelbaar echtpaar plaats, dat even later gezelschap kreeg van een tweede echtpaar.
4 vrienden die elkaar een tijdje niet hadden gezien: er was een warme omhelzing, ze dronken samen een glas, bestelden wat te eten en klepten ondertussen honderduit.
Aan een ander tafeltje zat een groepje van 6 personen, waarvan een jong stel hun baby had meegenomen.
Het was allemaal familie van elkaar, want de baby ging van arm naar arm onder luide Italiaanse uitroepen van hoe schattig het kindje was.
Denk ik, want ik spreek geen Italiaans.
Naast ons zat een moeder met twee volwassen zonen.
Moeder kreeg telefoon van een bekende, die de zoons kennelijk ook kenden, want het duurde maar even, toen zaten de zoons ook gezellig mee te tetteren in moeders telefoon.
Een ouder echtpaar werd door de ober allerhartelijkst verwelkomd.
Stoelen werden aangeschoven en ze hoefden de kaart niet te zien: de ober wist wat er moest komen.
Ze kregen allebei een groot glas wijn en proostten guitig over hun glazen heen.
De meneer vond de ijsklonten die er in zaten kennelijk niet nodig, want hij graaide ze met met zijn vingers uit het glas en legde ze naast de tafelpoot waar hij bij zat.

Een zomeravond begin september op een Italiaans terras.
We verstaan helemaal niets van wat er wordt gezegd,  maar dat is ook niet nodig.
We hebben genoten.

Toen we terugfietsten was dit ons uitzicht: Florence in het dal vlak na zonsondergang.
Mooier wordt het niet.

Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1  onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.

Reageren

3 oktober: Weet ik niet….!

“Kijk, ik brei een soort handdoekje.”
Het breiwerk wordt bekeken door de buurvrouwen links en rechts.
“Wat voor steek is dat dan?”
“Weet ik niet. Ik doe gewoon twee recht, twee averecht en dat afwisselen.”
“O, dat is de dubbele gerstekorrel” wist een van de dames te vertellen.
Zat iemand zomaar dubbele gerstekorrel te breien zonder dat ze het wist!

Dit gesprekje werd gevoerd aan de grote tafel op de eerste dinsdag van de maand: Holy Stitch.
De eerste bijeenkomst in september had ik gemist, maar nu zat ik er weer bij!
Razend benieuwd was ik naar het verhaal over de breiende oma op de wagen van de Hoeksteen: daar hadden meerdere Holy-steeksters aan meegebreid.
In geuren en kleuren vertelde Corrie Poot hoe het allemaal was gegaan.
Dat kleinzoon Jasper aan oma Corrie had gevraagd om mee te helpen en dat Corrie vervolgens werd meegezogen in de energievretende ziekte die veroorzaakt wordt door het Rodermarkt-virus.
Ze had een aantal dames van onze groep gevraagd om mee te breien aan de grote deken achterop de wagen.
We hoorden over bezemstelen die breinaalden werden.
Waar plastic omheen werd gedaan omdat de steken dan beter over de ‘naalden’ gleden.
Ze vertelde over meerdere vrouwen die uren lossen hadden gehaakt om de bol garen te maken die op de wagen aan oma’s breiwerk vastzat.
En over heel veel verschillende lichtblauwe en witte lapjes, gebreid met verschillende steken, die een soort ijsberg vormden in een winters decor.

Wat een heerlijk verhaal!
Ze stuurde mij een foto die gemaakt is op de ochtend van de Rodermarktparade: Corry als een soort koningin op de troon achterop de wagen.
“En ik had mijn SLOFFEN nog aan!”
Klik op de foto voor een vergroting: dan zie je de lapjes, de bezemstelen, de bol én de sloffen.

En verder was het vooral fijn om elkaar weer te zien en om te bespreken waar iedereen mee bezig was.
We willen eigenlijk wel aanhaken bij de actie waar Sijcolien en Jannie de vorige keer over vertelden.
Er was wol meegenomen, er werden vierkantjes gebreid, maar niemand wist precies waar bij deze klok de klepel hing, want zowel Sijcolien als Jannie waren er niet.
Wordt vervolgd.
Hennie legde uit dat ze heel veel vierkantjes breit voor een deken, die haar dochter voor haar aan elkaar zet. Maar als ze alle vierkantjes die al af zijn naast elkaar legt zitten er soms exemplaren tussen die ze zelf niet mooi vindt, dus die gooit ze dan alvast maar weg voordat haar dochter is geweest.
“Ja. Dat heet achteruit breien….” merkte mijn buurvrouw Ilse op.

En zo vloog de middag voorbij.
De middag werd afgesloten met het voorlezen van wat ik had gelezen op de website ‘Wolplein‘ over de acht voordelen van handwerken.
Het laatste voordeel was: niemand begrijpt jou zo goed als andere creatievelingen die ook handwerken. Het is dan ook fijn als je iemand ontmoet die net zo blij wordt van garen, naalden en patronen als jij.
Dus: blij met Holy Stitch!

Reageren

2 oktober: Toscane – 3. Romeins óp Etruskisch.

In Florence hadden we in twee dagen al veel gezien,  maar de tijd ontbrak voor een uitstapje ‘wieth zze red route’ naar Fiesole, waar we een Romeins amfitheater konden bezichtigen.  Maar toen we aan het eind van de dag op de fiets naar Fiesole gingen om een hapje te eten vonden we zomaar bordjes naar Museo Archeologico di Fiesole.  Het was toen één minuut voor 7 en om 7 uur ging het museum dicht. En je kon er niks van zien: alles zat achter de muur en de poortjes van het museum. Jammer ja.

De volgende morgen zouden we vertrekken naar ons volgende logeeradres in de buurt  van Siena, maar die reis duurde maar anderhalf uur. En we moesten om 10.00 uur al uit ons hotel zijn.
Je kunt vast wel bedenken wat wij de rest van de ochtend hebben gedaan…..

Om 11.00 uur liep ik als een kind zo blij op de plek waar 2000 geleden de Romeinen woonden.
En daarvóór de Etrusken, zo oud is het al!
De antieke stad Faesulae werd in 283 voor Christus door de Romeinen veroverd.
We keken dus naar restanten van de Romeinse tijd, die destijds gebouwd waren op de fundamenten van de Etruskische stad.
Het amfitheater is niet helemaal bewaard gebleven: de bovenste rijen van de tribune ontbreken en van het podiumgebouw zie je alleen nog de fundamenten. Er stond nu een groot podium opgesteld, want in de zomermaanden wordt dit theater gewoon nog gebruikt voor opera-uivoeringen.

Verder waren er overblijfselen van een tempel, thermen,  een oude stadsmuur en delen van de stadsmuur uit 100 na Christus.  We kregen er een tablet bij met 9 ‘informatiepunten’ die ons met bewegende beelden meer vertelden over deze bijzondere plek. Bijvoorbeeld over de ouderdom van de plek, die dus 500 jaar voor Christus dus al een Etruskische nederzetting was.

Het doet iets met me, zo’n eeuwenoude plek.  Dat je loopt waar Romeinse sandalen hebben gelopen.  Dat je zit waar Romeinse theaterbezoekers hebben gezeten.  Dat je het poortje ziet waar de slaven doorliepen naar het gloeiend hete stookhok, waar met open vuur het water werd gekookt om de thermen te verwarmen.  In mijn fantasie zie ik de burgers socializen en handel drijven, want dit was ’the place to be’: zien en gezien worden was belangrijk.

Een cadeautje,  zo heb ik die morgen beleefd.
Een feest voor de geest.
Die geest vermaakte zich prima, maar het lijf had af en toe bedenkingen. Het was namelijk boven de 30 graden en het was klimmen en dalen rondom de het archeologische restanten: regelmatig moest ik even op een bankje in de schaduw uitrusten.
Rust om te genieten van de sensatie van ‘dat ik hier nu ben!’

Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1  onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.

Reageren

Pagina 2 van 355

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén