een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: juni 2016 Pagina 1 van 3

30 juni: Pompoen-risotto

Oudste dochter Frea en haar vriend zijn overgekomen uit Engeland en logeren een weekje bij ons. Zij bereiden in zo’n week minstens één maaltijd voor ons; vaste lezers weten dat zo’n maaltijd geen enkel dierlijk bestanddeel bevat, zij eten namelijk veganistisch.
Ook deze keer was het weer verrassend lekker!
We aten Pompoenrisotto.

Hierbij het recept zoals Frea het heeft gemaakt (voor 4 personen):
Dit heb je nodig
1 flespompoen van ongeveer 1 kilo.
1 lepel olijfolie
Salie blad
1500 cc groentebouillon
50 gram boter of olie
1 ui in kleine stukjes
300 gram risottorijst.
Edelgistvlokken of parmezaanse kaas.
optie: klein glaasje witte wijn.

De oven verwarm je voor op 200 graden.
Pompoen schillen, doormidden snijden en pitten eruit halen en in blokjes van 1 cm snijden. Alle blokjes in een kom, 1 eetlepel olie en salie er doorheen roeren, dan de blokjes op een bakplaat een half uur in de oven roosteren.
De helft van de boter in pan en de ui daarin fruiten.
Nu de rijst erbij in de pan doen en roeren tot de rijst goed is vermengd met de olie.
(Frea zei: “tot de rijst shiny is”, maar zij woont dan ook al vijf jaar in Engeland).
Wil je het glaasje wijn erdoor? Dat giet je er dan nu door en je roert totdat ook de wijn is opgenomen.

Nu een soeplepel bouillon er bij in, roeren totdat die is opgenomen.
Deze stap blijven herhalen totdat alle bouillon is opgenomen of  totdat de rijst gaar is.
(Hierover zei Frea: “Kiek maor eem”, ze heeft tenslotte ook heel lang in Drenthe gewoond).

Pompoenrisotto

Pompoenrisotto

Het moet er in ieder geval een beetje romig uitzien.
De pompoen-blokjes uit de oven halen en de helft daarvan fijn stampen tot pompoenpuree en  door de risotto roeren,
De rest van de boter toevoegen en en de Parmezaanse kaas of de Edelgistvlokken en daarna nog even goed roeren.

De risotto serveren op vier borden en garneren met de overgebleven helft van de geroosterde pompoenblokjes.
Gerard en ik vonden het heerlijk!

Reageren

29 juni: Veiligheid voorop.

Gisteren schreef ik dat ik een knuffeltje aan de autospiegel had gehangen.
Dat leverde mij kritisch commentaar op van Gerard.
Die vond het niet verstandig: het is onveilig, moet je niet doen.
Dat vind ik dan eigenlijk gebemoei, dus ik liet het gewoon hangen.

Gisteravond rond 23.00 uur kreeg ik nog een mail van mijn broer.
Hij had mijn blog gelezen.
Hij vond het een leuk verhaal, (ik citeer) “maar ik kan het toch even niet laten om een opmerking te plaatsen. Je moet geen dingen aan de binnenspiegel van je auto hangen. Dit ontneemt je zicht en leidt je alleen maar af. Het komt de veiligheid niet ten goede. Je zult me wel drammerig vinden, maar iemand moet het van Pa overnemen.”

Dus.Veiligheid
Vandaag was ik op de fiets.
Morgen haal ik het knuffeltje van de spiegel.
‘Mijn mannen’ hebben gelijk.
En natuhortensiaurlijk vind ik ze drammerig.
Maar iemand moet het van mijn vader overnemen…….en ik heb het leven lief, dus veiligheid voorop!

Ondertussen geniet ik erg van onze tuin.
Vanwege het frisse weer zitten we minder buiten dan ik graag zou willen, maar ik kan ook kleine stukjes tuin naar binnen halen.
De hortensia’s bloeien weer!
Paar takjes lavendel erbij: zomer op tafel.

Reageren

28 juni: Heb het leven lief.

Vanmiddag nam de voorzitter van de cliëntenraad (van een afdeling van mijn werk) afscheid. Als ik zeg dat het een kleurrijke man is, dan druk ik me zwak uit. Omdat mijn manager vakantie heeft mocht ik namens haar bloemen brengen.

Hij nam geheel in stijl afscheid. Na de gebruikelijke praatjes en cadeaus nam hij zelf het woord. Hij nam een potje ‘bellenblaas’, blies een paar zeepbellen en liet ze vervolgens uit elkaar spatten. Een mooi beeld, vond hij zelf, van het werk van de cliëntenraad: soms ben je heel druk met iets en maak je het heel groot en glanzend en dan spat het zo maar uit elkaar.  Hoe groter de zeepbellen, hoe eerder ze uit elkaar spatten. “Hebben we ons daar nu zo koortsig over gemaakt?”
Na de toespraak zong hij een zelfgemaakt lied. Het refrein was bekend; het was het lied van Sasleven liefkia en Serge uit de jaren zeventig  ’t Zijn de kleine dingen die het doen >>>. Hij vertelde dat hij kerkelijk was opgevoed “en daar hoort samenzang bij’.
We zongen het refrein tweestemmig met hem mee.

Hij had voor alle aanwezigen iets bij zich: een busje bellenblaas en een klein knuffeltje.
Hij zei hierover: “Wij hebben als cliëntenraad heel veel adviezen gegeven, vandaag geef ik jullie twee ongevraagde adviezen mee.

Heb het leven lief!

Heb het leven lief!

Bij de knuffel: heb het leven lief! Heb aandacht voor de knipoog en de glimlach; het zijn de kleine dingen die het doen. En over de zeepbellen: maak ze niet te groot….

Het knuffeltje hangt inmiddels aan de spiegel in mijn auto. Het herinnert me aan deze vrolijke paradijsvogel,
die ik nu niet meer met zijn verhalen en zijn kwinkslagen aan de telefoon zal krijgen.

Steeds als ik in de auto stap zal ik even aan hem denken en zijn wijze woorden ter harte nemen.
Heb het leven lief.

Reageren

27 juni: Ooievaars op de Mensinge

ooievaarIeder jaar broedt er een ooievaarspaar op de schoorsteen van havezate Mensinge in Roden.
Bij de ingang van de havezate  staat een informatiebord met alle ins en outs van het hele broed-gebeuren in het voorjaar.
Dat was eerst niet zo.
Bij de Mensinge was men in het begin niet zo blij met de ooievaars. Ze scheten namelijk de schoorsteen en het stuk dak daaronder helemaal vol.
Men bedacht dat de ooievaars wel welkom waren, maar niet daar, dus er werd een hoge paal geplaatst 50 meter verderop in een stuk grasland, waar ook alvast een nest op werd  geplaatst. Dat zouden de vogels vast wel op prijs stellen.

Het voorjaar daarop kwamen de ooievaars terug en inderdaad: het nest werd erg op prijs gesteld. Ze gebruikten het materiaal voor hun eigen nest, dat ze bouwden op de schoorsteen van de Mensinge.
Een wereld-verhaal vind ik het.

In mijn jeugd waren er geen ooievaars in ons deel van het land. Ze waren immers bijna uitgestorven. Ik kende de vogel alleen uit een boek van Dik Trom (zie >>>)  en uit het sprookje ‘Kalif Ooievaar’, een spannend verhaal uit een dik sprookjesboek uit mijn jeugd. Ieder jaar spot ik tegenwoordig de ooievaars die gelukkig weer terug zijn. Ze zijn te zien op de Mensinge en op vele andere plaatsen in onze omgeving. Even zo vaak zie ik dan in mijn hoofd de Kalif met zijn grootvizier giechelend in het weiland staan. Ook benieuwd naar het oude sprookje? zie>>>

Reageren

26 juni: Drukke dag.

schuur 1Gistermorgen werd de laatste hand gelegd aan onze nieuwe kapschuur: om 07.00 uur stonden er drie mannen die de zinken dakgoot kwamen aanbrengen.
Dat was wel vroeg voor een zaterdag. Maar Gerard had nu eenmaal gezegd dat hij de schuur klaar wilde hebben op zijn verjaardag. En dat was gisteren……
Hij heeft deze schuur zelf ontworpen en met behulp van vriendenhanden zelf gemaakt. schuur 2
Hij heeft er van genoten.
Om 9.00 u zat hij al met de mannen aan de koffie. Nog  een beetje afwerken, opruimen en nog wat aanvegen: klaar! Toen konden we de slingers ophangen.

Voor de rest was het een erg gezellige dag.
Zo’n dag waarop je ’s middags al  je hele voorraad gebaksbordjes  gebruikt. Gelukkig hebben we een vaatwasser….! Die zelfde bordjes komen er twee uur later gloeiend heet weer uit,  zodat je ze buiten op een tafeltje moet zetten om ze te laten afkoelen, omdat de volgende groep familieleden al weer komt koffiedrinken.
Zo’n dag waarop je alle broers en zussen weer spreekt, er 3 taarten doorgaan en waarop er veel wordt gelachen, maar in dit geval ook gehuild. Want wij konden het glas heffen op een nieuw toekomstperspectief, maar nu pakken donkere wolken zich samen boven een ander gezin. We blijven om elkaar heen staan en delen het geluk, maar ook de tegenslag.

Vandaag maar even niks, zelfs geen kerkdienst.
Koffie met restjes gebak.
Broodjes die overbleven met lekkere salades die ook niet allemaal opgingen.
Kinderen uitzwaaien, slingers opruimen, bijkomen.
Volgende week zaterdag Familiedag van de Waninge’s: wij kijken er al weer naar uit!

Reageren

24 juni: Bezit uw ziel in lijdzaamheid….

Vandaag stond in het teken van een reis naar Utrecht. Eén uur en drie kwartier staat daarvoor. Maar vandaag hadden we  op de heenweg al pech.
File voor Joure. Brug open na Joure. Druk met vakantieverkeer.
Wij Noordelingen zijn ook niks gewend.
De radioloog die wij spraken was dik tevreden over Gerards herstel, de volgende controleafspraak mag weer in Groningen.

Op de terugweg hebben we er drie uur over gedaan. Het was heel druk rond Utrecht en bij de Ketelbrug stond een vrachtwagen met pech: dikke file.
Maar…..we hadden wel mooie muziek in de auto. Via bluetooth

"Breiwerk schiet mooi op!"

“Breiwerk schiet mooi op!”

konden we met Gerard’s telefoon naar Radio 5 luisteren. Het was vandaag ‘jukebox-dag’: de hele dag verzoeknummers van luisteraars.
Genieten. Queen, ABBA,  Jim Reeves, Ray Charles, van alles kwam voorbij.
Ondertussen appten we wat met ons gezin over hoe stom Brexit is, over ons fileleed en we ‘bezaten onze ziel in lijdzaamheid’.
Gerard stuurde hen nog een foto met onderschrift :

breiwerk schiet mooi op!
Elluk nadeel hep se voordeel.

Reageren

23 juni: Filistijnen.

In de categorie streektaol vandaag een verhaol van een aandere schriever. Het verhaol komp van ‘de opa van Rick’, Freerk Wiechers uut Eemster  (lig bij Dwingel).
Rick is de middelste zeun van Gerard’s breur Roelof en schoonzus Ali. Rick en Carlijn waren gezweuren kameraoden. Alle vekaansies gungen ze wel een week of wat bij mekaar logeren.

Rick en Carlijn samen op 't peerd

Rick en Carlijn samen op ’t peerd

Het was prachtig um die twee bij mekaar te zien. Carlijn keek zuch de ogen uut op de boerderij van ome Roelof en heul zuch wonderwel staonde in het jongensgezin van zwaoger en schoonzus. (drei zeuns). Daor was alles aans as thuus. D’r waren peerden, honden en katten. D’r was ruumte in overvloed en Carlijn geneut d’r van.  Toen ze wat groter weuden gungen ze vissen en de sluuswachter helpen bij de Venesluus en streken zo nog wat kleingeld en snoepies op van het bootiesvolk.

As ze bij ons waren zat Rick met zien stiekeltieshaor s morgens te kieken naor hoe de

Rick en Carlijn veur de Mensinge

Rick en Carlijn veur de Mensinge

wichter steerties en vlechies in kregen. Nee, hij huufde gien elastiekie in zien haor. Hij deu dapper met as de wichter met heur Barbies speulden en zat samen met Carlijn in ien stoel naor een Disney film te kieken.  Maor t was wel aans as thuus. Op een dag vreug e toen e bij oons achterthuus stun: “Ome Gerard, waarom is het hier eigenlijk zo klein?”
Tja. Veur Rodense begrippen hebt wij een grote tuun, maor a ‘j de ruumte gewend bint….
Rick en Carlijn hadden het samen altied beregezellig en ze wussen destieds ok zeker dat ze met mekaar gungen trouwen. Tien jaor hebt zij (en wij!) van heur beide  geneuten.
Toen kwam de puberteit en gruiden ze wat uut mekaar. En een joar later kwam Wim, waor Carlijn nou al zeum jaor verkering met hef.

Maor het blieft mooie herinnerings.  Freek Wiechers, de vader van mien schoonzus Ali, schreef een verhaal over zien drie kleinzeuns die bij hum komt en die ‘een nichie’ bij zich hebt. Dat nichie is Carlijn.
Eem veur de goede orde: de in het verhaol veurkommende hamster was een cavia en die hiette niet Saskia maor Frouwke.
Veul leesplezier, met dank an Freerk Wiechers veur zien toestemming um het verhaol te publiceren op mien website. Klik hier veur het verhaol uut 2000: Filistijnen.

Reageren

22 juni: Een glimlach in het verkeer.

De waarde van de dag is soms iets heel kleins.
Gisteren bijvoorbeeld.
Na de overvloedige regen van maandag fietste ik gistermorgen door een dampende wereld van Roden naar Groningen. De lucht was nog erg vochtig, het was heel bewolkt en de bomen en struiken drupten nog na.

Op zo’n morgen zijn er hééél veel slakken op het fietspad.
Echt heel veel.
Zo veel, dat je af en toe wel eens over één heen fietst….(laat mijn dochters het maar niet horen). glimlach
Toen ik de Onlanden uitfietste reed ik een brugklasser achterop; een veel te grote tas op een smal ruggetje.
Het jongetje had meer medelijden met de slakken dan ik: hij slingerde er vol overgave omheen.  Al zijn aandacht ging uit naar het redden van slakkenlevens.

Rechts van ons kwam er een zwarte two-seater aanrijden, zo’n hip snel wagentje.
Het jongetje zag hem niet aankomen, verdiept als hij was in het ontwijken van de slakken. Dit had heel slecht kunnen aflopen. Maar dat gebeurde niet.

Het jongetje fietste al slingerend de weg op en de bestuurder van de zwarte auto remde.
Hij liet het jongetje met een brede glimlach voorgaan.
Ik kreeg ook zo’n glimlach van de chauffeur en mocht er ook nog langs.
Geen claxon. Geen opgestoken vinger. Geen scheldkanonade.
Een glimlach. Misschien was de bestuurder vroeger zelf ook wel zo’n jongetje……..

’s Middags op de terugweg kreeg dit verhaaltje voor mij nog een vervolg.
De Juliana-rotonde in Roden wilde ik als fietser drie-kwart nemen, dan moeten de auto’s op de rotonde die af willen slaan je voorrang geven. Ik stak een hele lange arm uit naar links want in mijn ooghoek zag ik een auto. Die claxoneerde. “Wat nou?!” dacht ik en keek schuin achterom. Daar zat een vriendelijke meneer achter het stuur. Hij zwaaide naar mij, want wij kennen elkaar van de kerk.
Een glimlach in het verkeer. Dat zouden we gewoon meer moeten doen.

Reageren

21 juni: Churandy Martina

In ons a-sportieve Vrieswijk- gezin was sport vroeger geen onderwerp van gesprek.
Niemand deed aan sport, mijn broer en ik hadden er een grondige hekel aan.
Sport kijken op televisie was ook nooit aan de orde.
Mijn ouders gingen op zondagmiddag  niet op bezoek bij ome Jan en tante Tinie als er een EK of WK schaatsen was, want “dan zit ie met mekaar de hiele middag naor dat ding te gapen”. Ze vonden er gewoon niks aan.

Toen ik verkering kreeg met Gerard was sport ineens een ding. Hij zat op voetbal, later op volleybal,  keek iedere zondagavond naar Studio Sport en transformeerde in een ander wezen als er een EK of WK voetbal was.
(even een zijpaadje: als Nederland meedoet op een internationaal kampioenschap komen de kinderen graag bij ons om Gerard met z’n stropdas met voetballen erop helemaal op te zien gaan in de wedstrijd, compleet met aanwijzingen voor de spelers, ter zake doend commentaar en bijbehorende bewegingen…..)
Deze zomer is er weer veel voetbal op de televisie, al beleeft Gerard het nu veel minder intensief omdat ‘we’ niet meedoen. En er zijn olympische spelen.
Inmiddels heb ik mij er mee verzoend. Ik geniet van de sfeer er omheen en ik geniet van Gerard die er soms zo helemaal in op kan gaan.

ChurandyHeel af en toe komen er pareltjes voorbij in die sportprogramma, waarin naar mijn idee voor het overige vooral oeverloos wordt gemekkerd.
Eén zo’n pareltje is Churandy Martina. Hij heeft zich in ons gezin onsterfelijk gemaakt met zijn uitspraak: “Ben blij man! Kannie klagen man!” uitgesproken met een stralende glimlach na het behalen van een finaleplaats bij de Olympische Spelen. Vorige week vrijdagavond werd hem gevraagd naar zijn mening over de uitsluiting van Rusland bij de Olympische spelen.  Hij zei:

“Er is een God daarboven en het komt toch uit.
Je moet goed doen en als je kwaad doet dan heeft dat consequenties.” 

Zo is het. Churandy is een gelovig man en steekt dat niet onder stoelen of banken.
Voor mij een voorbeeld van hoe het ook kan. Over pretlichtjes gesproken.
Ik hoop dat hij goud wint!

Reageren

20 juni: Bezet gebied

Volle agenda. Overal bij moeten zijn. Ben ik wel bereikbaar? Mis ik niet iets?
Soms zijn we ‘bezet gebied’. Soms word je zo in beslag genomen door de waan van de dag, dat je voorbij gaat aan de waarde van de dag.
Gistermorgen in de viering in Op de Helte lazen we het verhaal over iemand die ook ‘bezet gebied’was.  Hij werd door Jezus verlost van ‘een legioen demonen’. (verhaal lezen? Het staat in Lucas 8 vanaf vers 26 zie >>>).

De voorganger begon zijn verhaal met de 50 mensen die vermoord zijn in de gay-club in Orlando, met het Franse politie-echtpaar dat in eigen huis werd gedood en met de politieke moord op Jo Cox in Engeland.
Hij noemde het ‘de tirannie’. Machteloos staan we er tegenover.
De predikant stelde tegenover al die duistere zaken het licht. Hij noemde daarbij de regel uitvaartuit het Wilhelmus: ‘de tirannie verdrijven, die mij mijn hart doorwond‘. Het is onze taak om die ‘licht’-kant te belichten. Omzien naar elkaar, aandacht voor de wereld om je heen. De tirannie verdrijven, niet door wraak te nemen of een oorlog te beginnen, maar door te beginnen met het aansteken van één lichtje.

Wat mij opviel waren de liederen die we in de dienst zongen. Twee van die liederen hadden dezelfde melodie. Het eerste was lied 221: “Zo vriendelijk en veilig als het licht, zoals een mantel om mij heen geslagen“. Dit lied beschrijft wat en wie God voor ons wil zijn.
Het tweede was lied “Ik sta voor u in leegte en gemis, vreemd is uw naam, onvindbaar zijn uw wegen”. Dit lied beschrijft de wanhoop die hoort bij het begin van de tweede alinea van dit blog en de troost die het zoeken van God dan biedt.
Twee liederen, één melodie. Beide teksten zijn geschreven door Huub Oosterhuis.
Benieuwd naar de volledige tekst van beide liederen? Klik hier Licht – gemis voor een PDF met de teksten.

Als laatste noem ik het lied dat we zongen na de overdenking, lied 834.
Vernieuw Gij mij, o eeuwig licht! God laat mij voor uw aangezicht,
geheel van u vervuld en rein, naar lijf en ziel herboren zijn.
Voor we dit zongen speelde organist Gerhard Duursema een prachtig, ingetogen voorspel op dit lied. Als je de tekst goed op je laat inwerken begrijp je dat inkeer, het zoeken van de stilte en Gods aangezicht, louterend werken voor je lichaam en je ziel.
Zodat je even geen ‘bezet gebied’ bent.

Reageren

Pagina 1 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén