Donderdagavond cantorijavond.
Precies om half acht glipte ik nog net voor het inzingen binnen; de klink van de deur zat los, daar stond ik zomaar mee in mijn handen. Daar vindt iedereen dan gelijk iets van: voor ik mijn stoel op de achterste rij bereikt had zat de stemming er al weer in.

Voor de pauze ging het prima. A.s. zondag werken we mee aan de vesper om 19.00 uur; de liederen zitten er goed in. Voor de koffie hadden we de hele orde van dienst al doorgezongen. Cantrix wilde nog iets zeggen over het slotlied.
“De Heer heeft mijn gezien en ….wacht even…”
Buurvrouw Alt en ik keken elkaar aan. “De Heer heeft mij gezien en wacht even?  Waarop?” Stille lol op de achterste rij.
Vlak voor de koffie kwam er nog een vraag: “Wie wil er zondag een kwartiertje eerder komen om te helpen met het klaarzetten van de stoelen?” Het echtpaar dat dat altijd doet is momenteel wat slecht ter been, maar stak uit de macht der gewoonte de hand op. Ze noemden zichzelf al spottend ‘de firma Krak & Mikkig’. Maar dat gaat natuurlijk niet gebeuren. Twee anderen zullen de corvee van hen overnemen, ‘Hink & Pink’ (ook opgetekend uit hun eigen mond) hoeven niet in actie te komen.

Na de pauze kwamen er andere potten bij het vuur. Op 5 februari zingen we een Lutherse geloofsbelijdenis, een moeilijk stuk. Vorige week waren de pogingen gestaakt, te moeilijk. “Misschien moeten we het één-stemmig proberen” opperde onze dirigente. Maar dat is onze eer te na; daarbij is het ook veel te hoog voor ons alten.
Ook nu was het weer zeer pittig. Regel voor regel werd het met de afzonderlijke stemgroepen ingestudeerd.
‘Onze ziel voor onheil behoeden’ was een cruciale zin. Op ‘onheil’ moest een g gezongen worden, in de regels daarna kwam die g nog twee keer terug. “Wij koersen op dat onheil, maar die pakken we niet goed” riep één van ons.

Het onheil zat voor de mannen in een andere regel: ‘Hij wil dagelijks ons voeden.’
“Mannen, dit is de belangrijkste afslag die jullie moeten nemen in dit lied!”
De mannen misten de afslag regelmatig.  “Jullie missen de boot” constateerde de cantrix. ‘Business as usual’ mompelde één van de alten daarover. Maar dat was wel erg kort door de bocht; mannen of vrouwen, we hebben allemaal heel hard gewerkt gisteravond. Als wij dit lied vierstemmig zingen op 5 februari dan is dat vooral te danken aan de kundigheid en het geduld van onze cantrix.
Chapeau.