een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: juli 2017 Pagina 1 van 4

31 juli: Katten & ik.

Afgelopen weekend genoten we van een mini-vakantie in Enschede. Net als vorig jaar (zie 25 juli >>>) past Harriët op een huis van katteneigenaren die zelf op vakantie zijn.
Vrijdagmorgen vertrokken we; fietsen achterop de auto, spelletjes en breiwerk mee.
Nu ik dit schrijf is het zondagmiddag en zijn we op de terugweg naar Roden. Het lijkt wel of we een week zijn weggeweest; alle drukte van werk, huishouden en Rodermarkt was even weg.

We hebben Enschede en de omgeving op de fiets verkend; de wijk Roombeek, (na de vuurwerkramp helemaal vernieuwd) zag er flitsend uit met moderne architectuur (zie >>>).
Verder hebben de textielbaronnen eind 19e begin 20 eeuw grote landgoederen gesticht met weelderige parken er omheen; heerlijk om doorheen te fietsen.

Lonneker: arretjescake en krentenwegge

Rondom Enschede fiets je door dorpjes als Usselo, Boekelo en Lonneker.
Waar je dan op het terras van  zo’n nostalgische dorpskroeg een groot glas thee bestelt met arretjes-cake of een plak krentenwegge. Geserveerd met een kuipje boter.

Verder hebben we het vooral rustig aan gedaan. De hele zaterdageditie van het NRC gelezen.  Pizza gegeten in de hippe ‘Happy Pizza’ in de binnenstad. Terrasje gedaan met wijn en loempia’s. Zaterdagavond maakten we het in de Italiaans aandoende tuin gezellig met kaarsjes, een tuinhaard en een spelletje Machiavelli.

Poes Zoever deed haar uiterste best om vrienden met mij te worden. Als Harriët even niet de buurt was ging ze zielig bij haar lege bakje zitten en keek mij smekend aan.
Maar dat hielp niet; ze had al eten gehad. ‘
’s Morgens stond ze bij de slaapkamerdeur te wachten. Zodra ik de deur opendeed ging ze me voor de voeten lopen, kriebelde langs mijn benen en keek verwachtingsvol omhoog.
Maar ook nu stelde ik haar teleur; ik weet niet eens waar haar eten staat.
Zodra er eten in haar bakje zat werd ik weer genegeerd.
Fijn.
Want katten en ik……

Reageren

30 juli: De Noorderzon scheen. Peter, deel 2

De noorderzon scheen

Peter
(deel 1 nog niet gelezen? Klik hier >>>)

Van één foto was ik even goed beroerd: een trotse opa en oma met Merel. Anja was de oma, maar de opa kende ik niet. Daar had ik moeten zitten.

Na de ontdekking van die foto ging het bergafwaarts met mij. Ik ging steeds minder met mijn vrienden op pad en ging steeds meer drinken. Spijt. Wroeging. Doodziek werd ik er van. Toen mijn werk er onder begon te lijden werd ik naar een zielenknijper gestuurd. Hij gaf mij het advies om terug te gaan naar Nederland om schoon schip te maken. Anders zou ik er zeker aan onderdoor gaan.

Het schone schip heb ik gekregen, maar of het is geworden wat de psychiater voor ogen had weet ik niet.
Inmiddels is het wel duidelijk: voor mij is geen plaats meer in deze herberg.
Opgestaan, plaats vergaan.
Vanuit Canada had ik eerst contact gezocht met mijn broer. Die was geschrokken. Verbaasd. Blij. Boos. Teleurgesteld. En op het laatst verschrikkelijk kwaad. “Of ik wel wist….!?!”
Ja, dat wist ik. Hoe erg het was geweest voor Anja, voor de kinderen, voor hem.
Hoe de wurgende onzekerheid hen jarenlang had geteisterd.
Maar toen hij aan het idee gewend was draaide hij wat bij en vertelde over hoe het  was gegaan na mijn verdwijning. Anja had zich met steun van familie, vrienden en buren door de eerste jaren heen geworsteld. Eén van haar collega’s, de immer rustige Fries Herre had zich haar lot aangetrokken en had zich door zijn liefdevolle zorgen een weg gebaand naar haar hart. Toen ik na jaren werd doodverklaard zijn ze getrouwd, maar toen vervulde hij al jaren de vaderrol voor Naomi en Dennis. Hij was de opa op de foto.
Heel voorzichtig heeft mijn broer Anja, Herre en de kinderen op de hoogte gesteld van mijn bestaan . Dat bracht weer even heel veel turbulentie teweeg in hun levens, ze hadden tijd nodig om het te verwerken. Ik moest geduld hebben.

Vorige week heb ik mijn gezin ontmoet.
Anja met haar nieuwe man Herre.
Naomi met Richard en babymeisje Merel; mijn kleinkind.
Dennis met Anne, al vier jaar zijn vriendin.
We waren vreemden voor elkaar.
Er werden vragen gesteld en beantwoord.
Er waren zeeën van onbegrip, boosheid en teleurstelling.

Ik ga weer terug naar Fergus. Naar mijn andere leven dat niet uitgestippeld ligt.
We hebben afgesproken dat we wel contact houden.
Via Facebook.
Voor Merel zal ik nooit de rol van ‘Opa Canada’ spelen.

Klik hier De Noorderzon scheen-Peter voor deel 1 en deel 2 van het verhaal van Peter in één document.

Volgende week woensdag 2 augustus het verhaal van Peters vrouw, Anja.
Klik hier >>> voor een rechtstreekse link naar haar verhaal.

Deel 1 begint met “Gisteren heb ik Peter weer ontmoet. Die tijd was hem niet gunstig gezind geweest. Een dikke, kalende man, poepiebruin en Nederlands sprekend met een zwaar Spaans accent.

Deel 2 gaat  verder met “Eind vorig jaar kwam er weer een brief van Peter, dit keer met een adres, een stad in Brazilië. 

Reageren

29 juli: De noorderzon scheen. Peter, deel 1

De noorderzon scheen

Peter
(nog niet gelezen wat hieraan vooraf gaat? Zie>>>)

Zestig ben ik nu. Je zou kunnen zeggen dat mijn leven uiteenvalt in drie delen.
In 1957 werd ik geboren in Schagen en mijn jeugd bracht ik door in dit Noord Hollandse  stadje; goede herinneringen.
In 1977 ontmoette ik Anja, een studente uit Leiden die me overrompelde met haar innemende persoonlijkheid. Wat een vrouw. We kregen verkering en toen ze haar studie had afgerond gingen we samenwonen in Alkmaar. Toen ze zwanger werd van onze dochter Naomi zijn we met veel toeters en bellen getrouwd. 1988 was dat, in dat zelfde jaar werd Naomi geboren. In 1991 volgde onze zoon Dennis.
Vanaf mijn veertigste (1997) ben ik weer ‘happy single’ en woon ik in Fergus, Ontario, Canada.
Single klopt nog, happy inmiddels al lang niet meer.

Hoe de laatste twintig jaren van mijn leven (als me die gegeven zijn) er uit gaan zien weet ik niet. Op dit moment weet ik het helemaal even niet meer.
Twintig jaar geleden stapte ik uit mijn toenmalige leven en verliet mijn gezin. Ik was het helemaal zat. De onrust van “is dit alles” greep me naar de keel en ik koos voor mezelf. Ik wou een ander leven dat niet uitgestippeld lag.
Ik werd iemand anders; met 10.000 gulden op mijn spaarrekening zou ik het wel even uitzingen. Ik koos voor een klein Canadees dorp in buurt van Toronto. De ‘ogen in mijn rug’ speelden me in het begin veel parten, maar na een paar weken werd ik rustiger. Na de eerste rommelige maanden met wat hotels en pensions kon ik een appartement huren. Na weer een maand of wat kwam het besef dat er wel brood op de plank moest komen, dus ik zocht én kreeg een baan in de ICT.

Over ’thuis’ dacht ik liever niet na. Als ik dat al wel deed zoop ik me helemaal klem. Dan kwam de vergetelheid en de volgende dag ging ik weer over tot de orde van de dag.
Wat me ook zou overkomen in Canada: ik wilde geen relatie meer. Wel wat los – vaste scharrels natuurlijk, ik ben ook maar een man, maar ik bleef lekker alleen. Ik verdiende goed, ik had een fijn appartement en een mooie auto. Na een jaar genoot ik van mijn nieuwe, vrije leven: avontuurlijke vakanties, op zijn tijd een potje golf met collega’s en regelmatig een avondje stappen met wat vrienden.

Vijf jaar geleden kwamen de dromen.
Anja. Nederland.  Mijn broer. De kinderen. Schagen. Ik ging slechter slapen, mijn verleden hield me uit de slaap.
Mijn maten en mijn collega’s begonnen te vragen wat er aan schortte. Dat kon ik natuurlijk niet zeggen; ik had nooit iemand iets verteld van mijn gezin in Alkmaar.
Ik was op mijn veertigste naar Canada gekomen als vrijgezel die wat anders wilde dan Nederland.
De Nederlandse taal was ik zelfs al bijna kwijt.

Via Facebook en LinkedIn probeerde ik Anja, Naomi en Dennis op het spoor te komen. Contact zocht ik natuurlijk niet, maar ik kwam wel van alles te weten. Naomi had een relatie met ene Richard en ze hadden een kindje: Merel.
Van één foto was ik even goed beroerd: een trotse opa en oma met Merel. Anja was de oma, maar de opa kende ik niet. Daar had ik moeten zitten.

Morgen deel 2 van Peters verhaal: “Na de ontdekking van die foto ging het bergafwaarts met mij. Ik ging steeds minder met mijn vrienden op pad en ging steeds meer drinken….” 

Reageren

28 juli: Maak het verhaaltje af……

“Maak het verhaaltje af en kleur de plaatjes” was vroeger één van mijn favoriete opdrachten op de lagere school. Het leukst vond ik dan het onderdeel dat sommige verhaaltjes werden voorgelezen: dat anderen dan een heel ander einde had bedacht!

Voor mijn blog bedacht ik begin juli de schrijfopdracht: maak het verhaal af van het lied “De Noorderzon scheen”  van Conny Vandenbosch.
Vanaf het begin heeft die tekst mij geïntrigeerd.
Een man die zomaar uit z’n gezinsleven stapt om elders een heel nieuw leven te beginnen.
“Hij wou een ander leven dat niet uitgestippeld lag….” zingt Conny.
Luister hier >>> naar het lied:

Wil je de tekst er bij lezen? Klik hier De Noorderzon scheen  voor een PDF met de liedtekst.

Ik zag die vrouw dan in de keuken staan bij die snelkookpan en heb me altijd afgevraagd: hoe ging het verder? Af toe zocht ik eens op internet of er een vervolg was geschreven, maar ik vond niets.
Wat zou er gebeurd kunnen zijn?
Drie verhalen heb ik geschreven, alle drie met een heel andere afloop.

Ik ben begonnen met het verzinnen van namen voor de hoofdrolspelers in dit verhaal.
Morgen maken we kennis met Peter van den Berg en lees je het eerste deel van zijn verhaal. In de verhalen die ik heb bedacht rondom het lied ‘de Noorderzon scheen’ laat ik één van hen aan het woord in 2017. De man, de vrouw en één van de kinderen vertellen wat er is gebeurd en hoe de situatie nu is, twintig jaar na de verdwijning van Peter in 1997.

Drie heel verschillende scenario’s zijn het dus geworden.
In eentje komt hij terecht in  Noord-Amerika, in een andere versie in Afrika en hij eindigt ook een keer in Zuid-Amerika.
Voor mij was dit een heel nieuwe vorm van ‘schrijven’.
Mijn schrijfsels zijn altijd gebaseerd op iets wat is gebeurd, iets wat in werkelijkheid heeft plaatsvonden.
Nu kon ik mijn fantasie loslaten op het gegeven ‘wat zou er gebeurd kunnen zijn?’

Morgen begint”deel 1 van  het verhaal van Peter als volgt:
“Zestig ben ik nu. Je zou kunnen zeggen dat mijn leven uiteenvalt in drie delen….

Overmorgen lees je dan deel 2 van zijn verhaal:
Na de ontdekking van die foto ging het bergafwaarts met mij…” 

Reageren

27 juli: HET VIRUS!(1.) Nu al…..?!

Vorig jaar op 24 september schreef ik over het besmettelijke virus dat zich rondom de vierde dinsdag van september door Roden verspreidt. (lezen? zie 24 september >>>)
Het virus kreeg ons wel te pakken, maar wij waren er al lang niet meer zo ‘ziek van’ als toen onze kinderen nog als figuranten op de Rodermarktwagen van de school zaten en wij als ouders dus actief meebouwden. Die tijd lag ver achter ons. Dachten wij.

Vorig jaar kregen wij in onze PKN-gemeente een nieuwe dominee met de naam Walter Meijles. Die stond op 24 september in het publiek bij de Rodermarkparade en stelde vervolgens de retorische vraag: “Waarom bouwen we eigenlijk geen wagen met de kerk?”
Op een retorische vraag wordt geen antwoord verwacht, dus dat werd door de gemeenteleden ook niet gegeven. Er werd hooguit een wenkbrauw opgetrokken en hier en daar werd de dominee zelfs achter zijn rug om uitgelachen.
“HAHAHAHA! Goed idee! Doen we niet!” en ieder ging weer over tot de orde van de dag.

Maar nieuwe bezems vegen schoon.
De aanhouder wint.
Hij is niet voor één gat te vangen.
Zomaar wat spreekwoorden die mij bij dit blog te binnen schieten.
Want wat is de realiteit? Gerard is twee avonden in de week weg. Naar de wagenbouw.
Ik breng één keer in de week koffie. Naar de wagenbouw waar zo een man of zes, zeven aan het zagen, timmeren en lassen zijn.
Er is een kledingteam druk aan het naaien. Voor de wagenbouw.
We zijn met het knutselteam aan het verzamelen en maken van materialen. Voor de wagenbouw.

Vandaag plaatste ik een wervende tekst op de website van onze PKN-gemeente (zie >>>)
Ook maakte ik een uitdeel-flyer voor het knutselteam met de vraag om helpende handen, restjes garen en haaksters die rondjes willen haken; op die flyer staat ook een  patroon hoe je het rondje kunt haken. We horen steeds meer mensen die enthousiast worden en mee gaan doen. Het virus waart door Roden en heeft ons nu al te pakken!

Stiekem geniet ik er van.
Want, o ….. wat werd er altijd gezeurd tijdens die wagenbouwperiode.
Maar o……wat was het altijd gezellig!

Reageren

26 juli: Zomerzangavond in Dwingeloo

Het was er al twee jaar niet meer van gekomen, maar gisteravond werkten Gerard en ik weer eens mee aan de ‘Zomerzangavond>>> in de Bruges-kerk’ in Dwingeloo.
Al vanaf het prille begin dat Gerard en ik samen zingen werken we mee aan deze avonden.
Meer dan dertig jaar geleden werden we benaderd door Roel Reiber (die wij tot die tijd alleen maar kenden als fietsenmaker/-handelaar op de Dwingelerbrink) die vroeg of we mee wilden werken aan een experiment: een ‘roept-u-maar-viering’.
De mensen die in de kerk zaten mochten hun voorkeur voor een lied doorgeven, dat gingen we dan met elkaar zingen. Er was een dominee die de boel aan elkaar praatte en Gerard en ik werden uitgenodigd ter opluistering van het geheel.
In het begin kwamen er nog niet zoveel mensen (ik meen 35 die eerste avond) maar in de loop van de jaren werd de zomerzangavond steeds populairder en rond het 25-jarig jubileum zat de kerk zes avonden per jaar stampvol. Experiment geslaagd.

Gisteravond om 18.55 uur stapten we de kerk binnen, ruim op tijd, want de avond begint om 20.00 uur. De eerste bezoekers zaten er toen al. Toen wij om 19.15 uur de apparatuur hadden opgezet en wilden inzingen was het al zo’n lawaai, dat we bijna niet boven het gepraat van de goegemeente uitkwamen. Het is namelijk altijd ook erg gezellig en gemoedelijk in Dwingeloo.

We ontmoetten enkele oude bekenden en hadden vooraf nog even overleg met Johan, die predikant van de avond én Roel Reiber: hij is nog steeds de motor achter de Zomerzangavonden.
Er wordt op zo’n avond ontzettend veel gezongen en je hoort dat de mensen daar heel erg van genieten. Het repertoire is breed: van psalmen en gezangen en Johannes de Heer tot Opwekking. Het zingen wordt echt beleefd; mensen zingen zich even los van hun zorgen. Ook emoties en tranen horen er bij, je hebt immers allemaal wel ‘zo’n lied’ waarbij de waterlanders los zitten.

Gerard en ik mochten gisteravond ook een aantal liederen zingen. We zijn dan niet gebonden aan een thema, dus zingen wat we zelf mooi vinden en dat aansluit bij de wensen van het publiek. Hopen we. In de pauze vertelde iemand dat ze het meest had genoten van een kinderliedje van Elly & Rikkert. En iemand anders was geraakt door”Als het donker wordt”, een lied dat we hebben overgenomen van de gospelgroep Marturion uit Beilen. Hij had jaren geleden gezongen bij dat koor en kreeg kippenvel toen hij ons het lied hoorde zingen.

Zelf werd ik geraakt door de predikant die de avond afsloot met een tekst uit Micha, namelijk vers 8 “Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de Heer van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God. (klik op de afbeelding voor een vergroting).
Daar kunnen we de week mee in.

Reageren

25 juli: Olde mannen in Rowol

Op 9 juli meuk ik veur de PKN-website een verslag van het tuunconcert in de tuun van Ben & Mathilde in Foxwolde. (zie >>>)
Peter Schaap was d’r die mörgen ok te zingen en die zung dat vassie van ‘de hoge heren van het dorp.” Bij oons allemaol hiel bekend.
Nao Peter weu d’r aandacht vraogt veur de dichter Albert Boelen uut Foxwolde.
Haar ik nog nooit van heurd.
Albert vertelde (as bruggie nao Peter) dat hij een ok een tekst haar maakt over heren in een dörp.
Gien hoge heren, maor olde mannen. In Rowol um precies te wezen.

Albert Boelen tiedens zien optreden op 9 juli

Het was een treffend gedicht. Wij as publiek zagen de olle kerels staon te teuten met mekaar.
Wij gniffelden um de herkenbare, nikszeggende praot.
Ik geneut d’r van, wat een mooi gedicht.

Nao ofloop wol ik Albert eem an de jasse trekken. Um te vraogen of wij misschien femilie bint (mien moe is per slot van rekening een Boelen) en of ik de tekst van zien gedichten much gebruken veur mien website. Maor ik verpreut mien tied; toen ik het d’r an toe haar was Albert al weg.
In de weken daornao prebeerde ik hum te bellen, maor ik tröf hum niet thuus, dus op den duur he’k een olderwetse kaorte veur hum op de busse daon met de vraog um contact op te nemen.

Dit weekend kwam zien antwoord via de mail met as bijlage de twee gedichten waor ik um vraogd haar.

Olde mannen in Rowol

De olde mannen van Rowol
op ’t baankien bij de meul
ze zit d’r allemaol
en och, ze zegt niet veul.
De olde mannen van Rowol
bint zuunig met heur taol.

Ze schoeft, ze stent
ze proemt tebak
en deinkt heur eigen weg.
Ze zet gien meinse
nog mear een hak,
want elk wet, wat hij kreg.

Ze praot van: “tja”,
“non ja” en “ach”
“ie kunt er niks van zeggen”,
“’t is wat” “of niet dan”?
met ’n grieze lach,
“wat valt d’r oet te leggen”?

Nikkopt naor de wichter
met broen gebit
schudkopt over ’t peard van Jan,
wat zul’j ok zeggen, waor as ’t in zit ?
“het is gien boer, die man “!
Ze wuult in ’t zaand met de gele klomp
“ach ja, ’t komp zo ’t komp” !

De olde mannen van Rowol
op ’t baankie bij de meul
nóg zit ze d’r allemaol
nóg zegt ze niet zo veul.
Want wiesdom wast in stilte
en stil ís ‘t – in Rowol…..!

(07.12.09 voor de molen van Roderwolde)

Mooi hè?
Albert gaf mij ok wat informatie over hum as dichter; het is een bescheiden man.
Hij nuumt zuchzölf een hobby-dichter, die dichten gebruukt om zölf de dinge wat op een rijgie te kriegen en rust te vinden. Hij hef (nog) gien bundelties uutgeven, maor hij drag op verzuuk wel ies wat veur. Hij drag de Drentse streektaol een warm hart toe en döt daorum met in de taolbeweging vanuit het Huus van de Taol; hij is een zogenaamde ‘keurnoot’ in Foxwolde en helpt zo nou en dan met teksten, b.v. bij het opstellen van een overliedensbericht, het vertalen van een tekst veur een tenielstuk of gewoon veur het schrieven van stukkies in de mooie Drentse taol. Misschien ken ie zien verhaolties over het duo Berend en Wubbegien, die zo nou en dan in De Krant verschient.

Nou heur ik joe denken: Albert haar toch twee bijlage’s bij zien mail daon?
Klopt.
Dat aandere gedicht komp op een volgend blog in de streektaol, want dizze smaakt naor meer hè? (zie voor het andere gedicht het blog van 19 augustus)

Reageren

24 juli: Een tuintje in mijn hart

Mensen die mij kennen weten dat ik niet van de muziek van Jan Smit houd; toch staat nu zomaar de titel van één van zijn liedjes boven dit blog.
Gistermorgen noemde de voorganger dit lied in zijn overdenking. We lazen de gelijkenis over het graan en het onkruid  (lezen? zie Mattheus 13: 24-30 >>> in de Basisbijbel.).
De dominee vond de vergelijking van Jan heel mooi: in het tuintje van ons hart wordt ook zaad en onkruid gezaaid, er komen niet alleen maar goede dingen in ons hart terecht. Het is aan ons wat we er mee doen. Het advies is: laat het samen opgroeien, wees kritisch op wat er in je hart leeft en vooral: oordeel niet te hard over je  hartetuin. Of over die van je buurman. Reageer met mildheid en mededogen.

Wat een mooi beeld werd hier geschetst! De link met Jan Smith is de dominee vergeven: de boodschap kwam goed binnen op deze manier.

De liederen in de viering van gistermorgen waren erg mooi en met zorg bij het thema gekozen. Het waren bijna allemaal liederen die we ook met de cantorij hebben gezongen; o man, ik mis het nu al. Bij het lied “Die chaos schiep in mensenland’ was  ik met mijn cantorij-achtergrond al aan het meetellen met het voorspel, maar in mijn enthousiasme was ik te voorbarig, ik zette het 1e couplet in terwijl de organist het een keer zou voorspelen.

Het begin en het eind van de viering raakten me. Vlak voor de dienst begon speelde Erwin een heel mooi stuk op het orgel; het was vast iets bekends want mijn buurvrouw humde een stukje mee.
Ook de slotzang vond ik een mooi onderdeel van de viering. We zongen de vertaling  van Rikkert Zuiderveld van het lied “Sent forth by God’s blessing” , een volksmelodie uit Wales. Het staat in ons liedboek als nr. 425 met de titel: ‘Vervuld van uw zegen’. Dit zijn de laatste regels:
Om daar in genade uw woorden als zaden
te zaaien tot diep in het donkerste dal,
door liefde gedreven, om wie met ons leven,
uw zegen te brengen die vrucht dragen zal.” 

Reageren

23 juli: Kip-saté uit de tuinhaard

Wij zitten regelmatig op een zomeravond achterin de tuin bij een vuurkorf te genieten van een knapperend vuur. Maar zit je per ongeluk in de wind, dan moet je uitkijken voor vuurspatters; soms zit er dan zo maar een brandgaatje in  je broek! Inmiddels is dat probleem opgelost: Gerard kreeg een tuinhaard voor z’n verjaardag.

Daarin kun je fantastisch ‘vuutje brann’n’, maar er zit ook een rooster bij, dus als je er briketten in brandt kun je er ook mee barbecuen. Gistermiddag hebben we dat met z’n tweeën uitgeprobeerd. Gerard verpakte een paar aardappels (uit eigen tuin) in aluminiumfolie, we haalden een krop sla uit de tuin en mengden die met een bakje komkommersalade en ik maakte zelf kip-saté.
– 2 teentjes knoflook uitpersen
– kipfilet in blokjes snijden, mengen met de knoflook.
– flinke scheut ketjap manis en een beetje maggi er door en even laten intrekken
– stukjes aan een saté prikker rijgen.
–  20 minuten op de bbq: lekker!

Na een half uur waren de aardappels gepoft en de kip-saté gaar. Een beetje kruidenboter en bieslook gebruikten we als finishing touch bij de gepofte aardappel.

Wat een succes; dat gaan we deze zomer nog een keer doen. We kunnen het ook nog uitproberen met wat anders. Bratwurst of zo…..

Reageren

22 juli: Rijk in Groningen

‘Rijk in Groningen’

Gisteren had ik afgesproken met vriendin/ex-collega Gineke. Wij kunnen het prima vinden, maar onze smaken lopen nogal uiteen. Zij vindt Jeroen Krabbé geweldig, ik vind hem een aanstellerige westerling.
Zij is niet ‘van de kerk’, ik ben meelevend protestant.
Zij ging naar de tentoonstelling van David Bowie vorig jaar, ik kwam niet eens op het idee om daar heen te gaan. Zij houdt van moderne kunst en hippe tentoonstellingen, ik hou van alles wat met geschiedenis te maken heeft.

Toen ik haar in eerste instantie voorstelde om naar de tentoonstelling ‘Rijk in Groningen’ te gaan in het Groninger Museum>>> vond ze dat dus helemaal niks. Maar we gingen wel; dat kan bij ons. Het Groninger Museum herbergt namelijk ook heel veel moderne kunst; goede combi dus.

We liepen langs schilderijen van borgen die al lang afgebroken zijn, bijvoorbeeld de Hankemaborg>>> in Zuidhorn. We zagen delen van ornamenten en stukjes van portalen die nog bewaard zijn gebleven. Zalen met portretten van hele deftige Groningse mensen met hele dure kleren en dikke onderkinnen. En witte

Hanckemaborg, geschilderd door Henk Helmantel

krul-pruiken.
Bleke opgedofte kinderen aangekleed als kleine volwassenen. Wanden met familiewapens.
Wat een rijkdom werd hier tentoongesteld. Gineke bromde regelmatig iets over haar socialistische hart.  “Mooi weer spelen over de rug van de gewone man….”
Maar al die borgen en stadspaleizen: het is vergane glorie. Gineke gaf me huiswerk mee: “Zoek jij nou eens uit waarom al die borgen in de 19e eeuw zijn afgebroken.”

Maar er is veel meer te zien in het Groningermuseum. We bezochten ‘de Collectie’: een overzicht van wat het Groningen museum in honderd jaar heeft verzameld aan archeologische vondsten, schilderijen en voorbeelden van Groningse kunstnijverheid, zoals mooi bewerkt zilver.
Ook zijn er veel werken te bewonderen van de kunstenaarsvereniging ‘De Ploeg’ rond 1920-1930. (hierbij een link>>> naar de pagina van De Ploeg)

We deden natuurlijk niet alleen maar ‘cultureel’ gisteren.  We begonnen met cappuccino op de Museum-brug en daarna gingen we lunchen in Paviljoen Sterrebos >>> aan de voet van het DUO-gebouw. We sloten de dag af met een bezoek aan ‘Mama-mini. Even heerlijk slenteren en zeuren tussen de tweedehands meuk; een goede tegenhanger voor de overdaad aan Groningse protserigheid van de ochtend.

Voor wat betreft mijn huiswerk: veel borgen werden gesloopt omdat na Napoleon de adel zijn bestuurlijke macht verloor. En daarmee ook het geld dat ze inden voor pacht, jacht en allerlei andere rechten. Stenen waren destijds nog kostbaar, dus als je zo’n borg afbrak kreeg je nog iets voor het bouwmateriaal.
Dat deed Gineke’s socialistische hart goed.
Ze appte terug: “Beste vent, die Napoleon!”

Reageren

Pagina 1 van 4

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén