een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: juli 2017 Pagina 2 van 4

21 juli: Hosanna

Wij wonen al sinds 1989 in Roden, maar ‘vroeger’ woonden wij in Smilde. Hoogersmilde om precies te zijn.
Een klein dorpje met ongeveer 1700 zielen en een levendige, ietwat conservatieve kerkgemeenschap. Hervormd waren wij. Voor jongeren in onze gemeente werd van alles georganiseerd. Kinderkoor, Zondagschool (tot 12 jaar) catechesatie, 16-min clubwerk en IKJ. De letters IKJ stonden voor Inter Kerkelijk Jeugdwerk: voor hervormde en gereformeerde jongeren. ( zie 26 mei>>>)

Het was geen vraag of je als jongere aan al deze dingen meedeed. Iedereen deed mee en met elkaar hadden we het gezellig. Op zondagmorgen na de kerkdienst stonden we met z’n allen nog even een sjekkie te roken en af en toe was er een jeugddienst. Met koffiedrinken na afloop van de viering en een nabespreking.

1981, in de tuin bij de familie Boer

In 1981 ontstond naast al dat jeugdwerk nog een nieuwe vorm: jeugdkoor “Hosanna”. Voor jongeren vanaf 15 jaar. Het begon omdat de dominee jarig was en die vroeg of wij met een groepje jongeren (waaronder zijn dochters en een zoon) iets wilden zingen tijdens het koffiedrinken na de dienst.
Het was een doorslaand succes en het  groeide uit tot een enthousiast jongerenkoor van 25 leden. Begeleiding: drie gitaren en een tamboerijn. Tweestemmig. Liedjes van Elly en Rikkert, Youth for Christ, the Lighters en af en toe iets van Johannes de Heer. Een dirigent hadden we niet, we waren helemaal op elkaar ingespeeld, het koor begon met zingen als ik ademhaalde en de gitaar iets omhoog deed.

Tosti’s bakken: Sinet in actie

Tosti’s bakken: dikke lol!

In het begin ging mijn vader nog mee als chauffeur, maar in de loop van de jaren kregen meer leden zelf een auto en reden we in colonne naar een kerk in de omgeving.
We werkten mee aan vieringen in Smilde en omstreken, deden mee aan Korenfestivals en hadden met elkaar een fantastische tijd. We waren een hechte groep. Hadden een jaarlijkse ‘uitvoering’ met een zaal vol familie, vrienden en andere belangstellenden. Organiseerden een koffieconcert voor  de actie ‘Drempels weg’ en haalden honderden guldens binnen. Bakten tosti’s op de rommelmarkt voor het goede doel.  Toen wij trouwden ging Hosanna gewoon door, maar onze verhuizing in 1989 betekende het

1986: het eerste lustrum!

einde van het koor. Na ons vertrek gingen nog meer leden weg uit Hoogersmilde en ging het koor ter ziele.

De kerkelijke omgeving van Roden was heel anders dan wij in Hoogersmilde gewend waren. Het heeft even geduurd voor wij onze draai hier gevonden hadden; ik miste mijn clubjes, mijn vrienden en mijn familie.
Maar na een tijdje zetten Gerard en ik ook hier de schouders weer onder het kerkenwerk en na een aantal jaren voelden we ons meer Rodenaar dan Smildiger.
Met Hosanna hebben we al vier keer een reünie gehad. Het is altijd heerlijk om iedereen weer te spreken en vooral om nog even samen te zingen; sweet memories. De laatste keer dat we elkaar als Hosanna ontmoetten hebben we zelfs nog meegewerkt aan een kerkdienst: de dominee die ons in 1981 formeerde ter gelegenheid van zijn verjaardag vierde in 2005 zijn 25 jarig ambtsjubileum in Hoogersmilde. Meer dan tien jaar geleden……….misschien wordt het weer eens tijd?

Reageren

20 juli: Canada 8 – Parkeerplaats voor koetsjes.

In het begin van ons verblijf in Canada nam neef Fred ons mee naar St. Jacobs, een stadje in Ontario waar veel Mennonieten wonen.
Deze bevolkingsgroep leeft helemaal afgescheiden van de andere Canadezen. Ze leven nog zoals  in het begin van  de vorige eeuw: geen elektriciteit, geen gas en geen stromend water. Ze dragen een soort van klederdracht; mannen in het zwart en vrouwen in lange jurken met hoedjes. Ze hebben geen auto’s, maar verplaatsen zich met koetsjes met  een paard er voor.

We bezochten de grote St. Jacobs-Market en onderweg zagen we al zo’n  koetsje rijden. In het dorpje St. Jacobs zagen we meer koetsjes en groepen Mennonieten, maar ik voelde me bezwaard om langs de weg foto’s te maken. Dan maar geen foto’s, ik zou wel wat van internet zoeken voor dit blog.

Op onze laatste dag in Canada, weer terug bij onze familie, zochten we de Gorge van Elora weer op. (zie 23 juni >>>) We hadden een uitrustdag en wilden nog even genieten van de rivier en het mooie weer.
Tot onze stomme verbazing daalde een hele Mennonieten familie af naar de rivier; een moeder met 7 kinderen. We wisten al van Fred dat de Mennonieten niet graag praten met anderen, dus in eerste instantie hield ik me op de vlakte. De kinderen waagden zich schoorvoetend in het water en ik vertelde ze dat ze niet bang hoefden te zijn voor die grote mannen op de rots (Jan en Gerard).
Ze praatten onderling een vreemde taal.
Ik vroeg moeder wat voor taal ze spraken.
“Pennsylvanian Dutch, a mixture of Dutch and German”

Dat was gelijk een mooie opening voor een gesprekje.
Ik vertelde haar dat ik toevallig ‘dutch’ was en vroeg haar hoe ze ‘I live in a house’ zou zeggen.
“Iech woon in een house”.
Ze vertelde dat de taal in de loop van de jaren wel veranderd was. De Mennonieten gemeenschap in Mexico bijvoorbeeld spreekt al een heel andere taal.
Ze woonden in de buurt van St. Jacobs en ze waren een dagje uit, ze waren hier al eerder geweest. Ik mocht een foto maken, toen waadden ze verder naar een ander gedeelte van de rivier. De ontmoeting en het gesprek op deze laatste vakantiedag voelde als een cadeautje. Wat bijzonder!

Toen we terugliepen naar de auto zagen we hun vervoermiddel staan.
Het stond bij een parkeer-bordje waar een plaatje van een koetsje met een paard op staat met de woorden “Horse and buggy only”. Niet te geloven toch?

Reageren

19 juli: Teksten en gedichten van Merel.

Mijn collega kwam laatst met een leuke quote: ik laad je met rust.
Om even over na de denken. Ik zette het op mijn aantekeningenschrift dat altijd op mijn bureau ligt.  Als ik iets heb afgehandeld streep ik het door en na een week stond ‘Ik laad je met rust’ als enige aantekening nog niet doorgestreept.

Zou het een Loesje-tekst zijn?

Via Google zocht ik het op en ik kwam uit bij Merel Morre.
Merel Morre is voormalig stadsdichter van Eindhoven en ze heeft een eigen tekstbureau.
Ik las een aantal andere bekende quotes van haar, zoals ‘Hallo leven, trek iets moois aan, we gaan!
Mijn interesse was gewekt en ik zocht naar meer informatie over haar.
Ze zit ook op Facebook en Twitter. Ik niet, dus dat schoot niet op.
Maar ze heeft ook een website, daar las ik nog veel meer moois van haar hand.
Twee gedichten haal ik even voor het voetlicht.

Het eerste heet ‘Thuis ofzo’. Merel heeft het geschreven naar aanleiding van de ramp met de MH17 nu 3 jaar geleden. Hierbij een link >>> naar dat gedicht. Denk daarbij aan die eindeloze rij kisten die uit het vliegtuig werden gedragen en de grote verslagenheid die toen heerste in ons land. Wat ben je dan een kunstenaar met woorden als je daar zo’n mooi gedicht over kunt schrijven.

Voor het tweede gedicht moet je thuis zijn in de Nederlandse spreekwoorden.
Het heet ‘Zo’n dag’ en we hebben allemaal wel eens zo’n dag.

Ik verdronk in haar site; ik bleef maar lezen.
Wat een mooie teksten.
Inmiddels staat haar website ‘Met mijn ogen dicht ik alles heel’ >>> bij ‘mijn favorieten’.
Als je naar die website gaat, scroll dan even naar beneden, naar 18 februari, daar schrijft ze over het overlijden van Dick Bruna.
Ze verkoopt ook heel bijzondere sieraden met haar teksten erop, zie hiervoor de site ‘Dicht op de huid’>>>

En dat allemaal gevonden door één quote van een collega.

Reageren

18 juli: Een gevaarlijk virus.

….. ik zal het fort verdedigen….

Dinsdag. Eén van mijn drie ‘werk-dagen’.
Onze zomervakantie hebben we dit jaar al heel vroeg gehad.
Als collega’s nu roepen: “Nou, tot over drie weken, hé!” dan wens ik ze een goede vakantie en zeg dat ik het fort zal verdedigen tijdens hun afwezigheid.

Afgelopen weekend kreeg ik een app van vriendin Sinet.
Ze waarschuwde ons voor een gevaarlijk virus.
Dit was de tekst:

Waarschuwing: gevaarlijke virus! 
Het heet ‘Worm Engaging & Recreation Killer’ (afgekort : W.E.R.K).
Je kan W.E.R.K. krijgen van je chef of van je collega’s.

Het virus wist je privéleven.
Op den duur heeft het virus je zodanig in de ban dat het al om acht uur ’s morgens actief wordt (soms nog vroeger) en dat je er de hele dag door geplaagd blijft.
Bij sommigen gaat het zelfs ’s avonds niet meer over en krijgt men er slapeloze nachten van.

Als je in contact komt met W.E.R.K. zijn er twee oplossingen:
– de eerste oplossing is ‘Werk Isolerende en Joviale Neutralisator’ (afgekort : W.I.J.N)
– de tweede heet ‘Betrouwbare Interactieve & Eliminerende Rebooter’ (afgekort : B.I.E.R)
Beide oplossingen zijn verkrijgbaar bij uw lokale slijterij,

gecombineerd met: Veel Eten, Rusten, Leven of Feesten (afgekort : V.E.R.L.O.F)

Deel dit bericht met je vrienden.
Heb je geen vrienden (meer)? Dan is het helaas te laat, dan heeft W.E.R.K. je al besmet!

Gelukkig hebben wij onze vrienden nog.
Zaterdagavond zaten we met het hele stel  bij ons in de tuin op Waninge-plaza.
We maakten een afspraak om samen naar de Shakespeare-voorstelling ‘de getemde feeks’ te gaan.
Voor de rest was het gewoon erg gezellig. Met lekkere hapjes & drankjes, o.a. ‘Werk Isolerende en Joviale Neutralisator’ en ‘Betrouwbare Interactieve & Eliminerende Rebooter’.

Zo zorgen we er voor dat het virus ons niet te pakken krijgt!

Reageren

17 juli: Have a break…..

Maandag. Lijstje met klusjes op het aanrecht want er was veel dat moest na een heerlijk weekend.
De moestuin doet het ontzettend goed, dus de eerste bieten konden worden ingemaakt.
Was, opruimen, stofzuigen: business as usual op maandag.

De hele dag heb ik dan Radio 5 aan staan; na mijn broodje in de zon kon de was al weer van de lijn en worden opgevouwen. Na 13.00 uur zijn er bij de Tineke-show altijd ‘blij-makers’. Mensen mogen dan bellen en een liedje opgeven waar ze blij van worden.
Er belde een meneer die ’the Scottish soldier’ wilde horen van Andy Stewart uit 1961.

Ik ben gestopt met het vouwen van de was en maar even op de bank gaan zitten, want ik hield het niet droog.
Het was een lied dat mijn vader prachtig vond. Hij had het zelf ooit eens opgenomen van een Duits TV-programma, een uitvoering met een doedelzak erbij.
Het staat nog in mijn ‘zangmap’ met alle muziek die ik in de loop van de jaren heb verzameld; als 14-jarige kon ik het zingen en ik begeleidde mezelf daarbij op gitaar. Op verzoek van pa heb ik het regelmatig gezongen.

Maar het lied raakte in de vergetelheid. Als ik door mijn map met teksten blader komt het nog wel eens voorbij, maar sinds mijn vader overleed heb ik het niet meer gezongen.
Het kippenvel waar ik over schreef bij het monument voor de onbekende soldaat in Ottawa (zie blog 8 juli >>>) werd ook veroorzaakt doordat de doedelzakspeler de melodie van ’the Scottish soldier’ speelde.

Klik hier >>> voor een video van dit lied.

Deze muziek raakte vanmiddag alle gevoelige snaren die ik heb.
Mijn waarde van de dag.
Het doorbrak mijn ‘flow’ van alle klusjes die gedaan moesten worden.
Het was alsof mijn vader zei: “Gao ies eem zitten. Luuster ies wat een mooie muziek!”
Het duurde even voordat ik de flow weer te pakken had.
Eerst maar een blog geschreven.

Reageren

16 juli: Mieren bij Coenraad Wolter en Gesina.

Gistermiddag stond ik voor het eerst als vrijwilliger (zie blog 29 april>>>) in de eeuwenoude Catharinakerk op de Brink. Twee boekjes had ik gelezen over de geschiedenis van de kerk: laat maar komen die toeristen.
Anneke  was er ook; zij zat achter de tafel met boekjes en CD’s en vroeg de bezoekers bij hun vertrek om iets in ons gastenboek te schrijven. Dirk speelde af en toe sfeerverhogend op het mooie Hinz-orgel en Hidde en ik liepen in de kerk, beantwoordden vragen en vertelden verhalen over de kerk en de families die op Mensinge woonden. Dat doen we vooral naar aanleiding van vragen over uitgestalde foto’s en oorkondes die in de kerk voor de rondleiding zijn opgesteld. Verder ligt er op de avondmaalstafel een prachtig album met foto’s van de Catharinakerk in verschillende stadia.

Er kwamen  heel verschillende gasten binnen. Mensen die in Roden wonen en nieuwsgierig waren hoe de kerk er uit zag na de verbouwing dit voorjaar. Iemand uit Peize die een vraag stelde waarop ik het antwoord niet wist: wat is het verschil tussen een kloostermop en een tichelwerk-steen? Maar gelukkig is daar dan Hidde; die wist te vertellen dat kloostermoppen werden gebakken door monniken op de bouwplaats (in ons geval dus in de 13e eeuw) en tichelwerk-steen werd gebakken op een ’tichelwerk’-boerderij, zoals bijvoorbeeld de Kleibosch >>>. Weer wat geleerd.
Er was een echtpaar uit Zwolle dat al heel veel wist van oude kerken en orgels en er waren twee dames uit Brazilië met Nederlandse roots. Als je in gesprek komt met mensen hoor je de meest uiteenlopende verhalen. Eén mevrouw liep altijd graag even een kerk binnen omdat ze het gevoel had dat ze dan wat dichter bij haar overleden zoon was. “Die gewijde, soms serene sfeer roept van alles bij me op….”

Eén kind was er gistermiddag. Ze was met haar moeder aan het wandelen met de hond. “Mag ik wel even binnen kijken?” Tuurlijk. Mama bleef met de hond buiten. Ze liep naast me door het gangpad en wees naar de preekstoel. “Daar staat de meneer natuurlijk op die alles voorleest.”
Ze was gefascineerd door de glazen plaat voor de Kymelbank met de gemetselde cryptes van Coenraad Wolter en Gesina Ellents. “Liggen ze daar dan in?” Ik vertelde hoe lang al. En waar ze gewoond hadden. Dat ze heel deftig waren en een eigen bank hadden. Opeens ontdekte ze mieren onder het glas.
“Kijk! Mieren…….” het was even stil en de beestjes werden bestudeerd. “Mogen die daar wel onder komen?”

Het antwoord op die vraag wist ik ook niet, net als over die stenen. Ik heb het Hidde maar niet gevraagd.
Het meisje tekende het gastenboek in het prachtige, net geleerde handschrift van een zes-jarige.
Daarna liet ze mij haar schoenen zien: met wieltjes er onder! Dat moest ik natuurlijk even buiten gaan bekijken.

Ik had het inderdaad goed ingeschat toen ik solliciteerde naar dit vrijwilligersbaantje: net iets voor mij. Woensdagmiddag 26 juli mag ik weer.

Reageren

15 juli: Wat een boer niet kent……

Alweer een ‘afsluiting van het seizoen’, dit keer van de ZWO. Een etentje ‘door elkaar, voor elkaar’ (uitleg zie blog 20 juni 2015 >>>).
Afrika was het thema deze keer; de ZWO is de komende tijd actief voor het project ‘Straatkinderen in Oeganda ‘.
We kregen een lijst met gerechten en ik mocht kiezen wat ik wilde maken.
“Afrikaans. Wat ja weer lastig.” zei ik tegen Gerard “wanneer hebben jullie eens een project in Italië of Duitsland of zo….” Dan weet ik wel wat ik moet kiezen. Pasta met kip en pesto. Sauerkraut mit Bratwurst.

Ik ben dan wel geen boer, maar voor mij gaat het spreekwoord “Wat een boer niet kent dat eet ie niet” echt nog wel op. Toen ik het lijstje met gerechten naspeurde vond ik niet één gerecht dat ik op voorhand kende. Uiteindelijk koos ik voor boboti. Een ovenschotel met sperziebonen, gehakt, knoflook, ui, banaan en appel.
Op zich al een wonderlijke combinatie, maar de kruiden die je moest toevoegen waren kerrie, koriander, gember en kaneel. KANEEL!

Op internet vond ik een recept voor boboti zonder pakjes en zakjes op de kookwebsite “Lekker & Simpel”. Twee schotels maakte ik: één met gehakt en één met quorn voor de vegetariërs.
Ondanks mijn aanvankelijke weerstand tegen de ongewone combinatie van ingrediënten vond ik het heel erg lekker. Net als overigens de gerechten die de anderen meenamen: pindasoep, de rijstsalade, de couscous schotel, de chapati – omelet -rolletjes, de drie variaties op een bakbananenschotel én de fruitsalade.
Met slagroom en ijs van Albert Heijn.
Niet Afrikaans, maar ook heel lekker.

Ben je net zo’n spreekwoordelijke boer als ik?
Dan kan ik je dit recept >>> als ervaringsdeskundige van harte aanbevelen!

Reageren

14 juli: Fietsen en praten. En ook nog kijken!

De scholen hebben bijna vakantie: het is weer tijd voor de afsluiting van het seizoen. Woensdagavond was dat met de Gespreksgroep ’93. We stapten met 9 man op de fiets voor een fietstocht van ongeveer 2 uur; Bert had een mooie route uitgestippeld dus die reed voorop met Kees. In het begin reden we nog door bekend gebied, maar toen we de buitenwijken van Leek achter ons hadden gelaten was ik al gauw het spoor bijster. Nou had ik ook niet echt aandacht voor het spoor, want ik fietste naast Enny en die had ik al een tijdje niet gesproken.
Klepperdeklepperdeklep.
Bert en Kees hadden de gang er goed in. Zo goed dat ik op een gegeven moment riep: “Kunnen we even stoppen? Wat is het hier mooi! Waar zijn we eigenlijk?”
Naast fietsen en praten wil ik namelijk ook graag kijken, maar met smalle paadjes en behoorlijke ‘gang op de ket’ kijk je vooral voor je.
We waren in de omgeving van Niebert, vlak bij het Steenhuis Iwema. We fietsten een gedeelte van het Malijkse pad, in de volksmond ’t Pad genoemd. (foto RTV Noord) Werkelijk prachtig is het daar. (zie>>>)
We fietsten door in een langzamer tempo; even later kwamen we langs museum ’t Rieuw en stond ik me te vergapen aan de Coendersborg.

Op dat moment nam ik me voor om hier deze zomer nog eens heen te fietsen, het museum te bezoeken en de borg te bekijken. Op internet vond ik al wat informatie. (zie >>>)
Rond 9 uur waren we weer thuis; Gerard had koffie en verse boterkoek.
Het was nog lang erg gezellig aan de Boskamp!

Reageren

13 juli: Computers zijn geweldig…… maar ze moeten het wel doen.

Toen wij terugkwamen uit Canada had onze computer de geest gegeven.
Zo dood als een pier. Mijn broer, heeeel handig met computers, nam het beestje mee, maar kwam met dezelfde constatering: zo dood als een pier.

Zonder computer kunnen we tegenwoordig helemaal niet meer, dus we zetten Gerards laptop op de plek van de overledene en konden op die manier toch ‘computeren’.
Maar het was wel lastig. Ik ben gewend aan mijn eigen bureaublad, mijn eigen inrichting op mijn internetpagina, ik kon niet bij mijn emailadressen en het was allemaal wel erg omslachtig met foto’s enzo.

Ook mijn blog heb ik met kunst- en vliegwerk in de lucht gehouden, maar het kostte wel meer tijd dan anders.
Vandaag wordt onze nieuwe computer geïnstalleerd, dus voor vandaag maak ik me er met een Jantje van Leiden van af. Als het goed is morgen een nieuw blog vanaf een splinternieuwe computer!

Reageren

12 juli: Aafje Heynis

In 2003 luisterde ik in de middag naar een radio-programma.
Er was een item over Aafje Heynis, een naam die ik tot dan toe nog niet gehoord had.
Er werd verteld dat Aafje in de jaren ’50 en ’60 een beroemde alt-zangeres was. Ze was in 2003 al meer dan 15 jaar gestopt met zingen, maar er werd toen nog (ze was toen bijna 80 jaar) een CD uitgebracht met liederen die ooit van haar waren opgenomen. “De mooisten” zei ze daar zelf over, ze had ze zelf uitgezocht. De CD heette “Dank sei dir Herr”.
Op het moment dat ze een nummer draaiden van die CD was ik aan het strijken.
Ze lieten “Erbarme dich” uit de Matthäuspassion horen.
Ik weet nog dat ik het strijkijzer uit zette en bij de radio ging zitten om te luisteren.
Zo’n mooie alt had ik nog nooit gehoord.
De volgende week had ik de CD in huis; wat heb ik die al veel beluisterd.

Vandaag deel ik met mijn lezers een muziekbestand met het nummer Che faro senza Euridice uit de opera Orpheus & Eurydice van Glück.
Erg bekend; InBetween, het koor waar Gerard bij zingt heeft het ook op haar repertoire staan. Maar voor mij is dit de mooiste uitvoering. Klik hier >>> voor haar uitvoering.

Er verscheen al eerder een blog over een lied van deze CD lied met de titel ‘Bist Du bei mir’ , zie >>>)
Meer weten over Aafje? Zie >>>

Reageren

Pagina 2 van 4

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén