een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: mei 2018 Pagina 2 van 4

21 mei: Gehaakt zomerjurkje voor een baby-meisje.

Bij ons in de buurt is een klein baby-meisje geboren. Dat is op zich natuurlijk niets bijzonders, wij hebben zelf drie keer zo’n rose wolkje gekregen. Maar wij kennen de opa en oma van het babymeisje. Twee zonen hebben ze. De oudste zoon heeft op zijn beurt ook weer twee zonen gekregen en de tweede zoon had ook al één jongetje op de wereld gezet. Halverwege deze zwangerschap sprak ik de oma: “We krijgen een kleindochter!”

Eigenlijk heel gewoon,  maar o zo bijzonder.

Voor dit meisje haakte ik een klein, wit zomerjurkje. Het wordt steeds moeilijker om een patroontje voor zoiets te vinden op internet. Plaatjes genoeg, veel te veel zelfs. Eerst begon ik aan een patroontje met een vierkant pasje, dat moest je dubbelvouwen. Maar toen ik vier toeren van dat pasje had gehaakt, bleek dat als je dat dubbelvouwde er nooit een klein baby-meisjes-hoofdje doorheen zou passen.
Op de plaatjes die bij het patroontje stonden had een pop het jurkje aan.
Tja, dat hoofd kun je er even afdraaien…..

Verder zoeken. Ik vond een patroontje van een overgooiertje dat iemand zelf had aangepast zodat het een jurkje werd. (hierbij een link naar die website Charami >>>)
“Angel-wings-jurkje” heette het. Engelenvleugeljurkje.
Dat heb ik gemaakt voor ons buur(t)meisje, maar ook ik heb het weer hier en daar aangepast.  Het is gemaakt voor een meisje van 4-6 weken. Voor de liefhebbers: ik maakte een beschrijving van hoe ik het gehaakt heb, mét het extra gele randje en de knoopjes.
Hierbij een link baby jurkje angelwings naar het PDF en foto’s van de verschillende details.

Van de mama van het babymeisje kreeg ik twee dagen later een foto van hun meisje met het jurkje aan. Wát een schatje. Dit schreef ze er bij:  In ieder geval is het jurkje super leuk en het staat goed. Lekker voor deze warme dagen.

Reageren

20 mei: Té toevallig.

Een viering in Hoogersmilde (zie 1e Pinksterdag >>>); voor ons altijd a trip down memory-lane.
Toen we vanmorgen om 08.30 uur aankwamen bij de kerk stond er al een klein comité op ons te wachten. “Mooi da j’ d’r bint. Hoe ist?’
Alle gezichten zijn bekend en met iedereen zijn er wel kleine lijntjes. De moeder van een vriend van mijn broer. De vroegere buren van mijn schoonouders. Familie. Daar weer familie van. Schoolgenoten van vroeger. De mensen die we niet kennen zijn vakantiegangers die op de omliggende campings in het Drents-Friese Wold staan.
In onze gemeente heetten die vroeger ‘vrömden’, maar één van de predikanten uit de jaren ’80 vond dat geen goede benaming. We moesten ‘gasten’ zeggen.
Dat was trouwens ook die dominee die vond dat we het tijdens de collecte wat minder moesten laten rinkelen en wat meer laten ritselen…….

De dominee van vanmorgen was ook wel weer origineel: aan het begin van de preek laste ze even een minuutje ‘pepermuntjes-tijd’ in. Anders is iedereen in het begin zo afgeleid.
Het was een fijne, feestelijke viering vanmorgen. Uit de preek onthield ik wat de predikant zei over de Heilige Geest die we op Pinksteren hebben ontvangen. “En het is maar goed dat God niet dezelfde bepalingen hanteert over leeftijden als onze overheid. Dan bereik je op een gegeven moment de pensioengerechtigde leeftijd. Maar als christen blijf je altijd actief, totdat je bij God thuiskomt. Of je nou kind bent, of puber, volwassene, 50-plusser of 80-er: je kunt altijd iets van de Heilige Geest laten zien. Straal het uit, wees vriendelijk, geduldig, blij en trouw.” Ze vertelde daarbij het verhaal dat ze afgelopen week bij iemand op bezoek was geweest die net te horen had gekregen dat ze ernstig ziek was. “Het is té toevallig dat u nou net hier op bezoek komt’.  Inderdaad. Té toevallig. De voorganger wenste dat wij, geïnspireerd door de Heilige Geest, nog vaak getuige en onderdeel zouden zijn van zulke té toevallige momenten.

We zongen veel vanmorgen, dat kwam natuurlijk ook omdat wij onze medewerking verleenden. Een lied van Ds. Troost, Elly en Rikkert, maar óók Johannes de Heer: met de hele gemeente zongen we in wisselzang “Stromen van zegen”.
Verder zongen we nog een melodie van Johann Sebastian Bach vanmorgen.
Lied 672 Komt laat ons deze dag. Een deel van de tekst van het derde couplet viel samen met wat we in de preek gehoord hadden:

Deel van uw gaven uit
wees met uw kracht nabij
dat ieder op zijn plaats 
een levend lidmaat zij.

Na de viering gingen we koffiedrinken bij mijn zwager en schoonzus, maar we konden ook nog met de moeder van mijn vriendin mee naar huis voor de koffie.
Hoogersmilde.
Ook nu onze ouders er niet meer wonen zal het altijd vertrouwd blijven.

Reageren

19 mei: Geen spreekuur.

Vanmiddag om 12.15 uur zat ik gewassen en gestreken op de bank voor de televisie: NPO versloeg life the royal wedding of the year.
Met tante Trijn had ik me al wekenlang verkneukeld.
“Zaterdagmiddag 19 mei heb ik geen spreekuur!” zei ze drie weken geleden. Ik ook niet

De hele week volgde ik al een beetje de nieuwtjes over het huwelijk van Harry en Meghan die mondjesmaat naar buiten kwamen. Komt die vader nou wel? Niet? Wel? Geeft Charles haar weg?! Dat kan toch niet? In alle praatprogramma’s kwamen Harry en Meghan wel even voorbij; ik verbaasde me over de die-hard Engelse royalty-fans die woensdag al langs de route zaten en die daar ’s nachts in slaapzakken overnachtten. Een journalist noemde ze GEK omdat ze daar al zo vroeg zaten. “Dan ben jij ook gek” zei een van de fans tegen de journalist “want jij bent hier nu ook!”

Foto: AFP – Nu.nl

Genoten heb ik. Wat een heerlijke poppenkast, eindeloos kan ik daar naar kijken. Bijzonder: er waren geen royals van bevriende vorstenhuizen, maar wel veel celebrity’s.
Allemaal op hun paasbest, alle dames met een hoed op (of wat er voor door moest gaan), ongemakkelijke schoenen, keurige kleren en allemaal waren ze een beetje nerveus van ongewoonte. De enige twee die niet nerveus waren, waren koningin Elizabeth en haar man prins Philip. Die worden niet heet of koud meer van dit soort strak geregisseerde bijeenkomsten. “Been there, done that.” Zo zien ze er in ieder geval uit.

De Amerikaanse dominee stal mijn hart; prachtig, zoals die man over de liefde preekte.
Quotes van Marten Luther King, een verwijzing naar het zingen van gospels tijdens de slavernij, hij benoemde het allemaal en was ontzettend niet-Engels bezig.
Tijdens zijn enthousiaste verhaal kregen we even een shot van the queen te zien; jammer dat we niet konden zien wat er in de tekstwolkjes boven haar hoofd stond. De muziek tijdens de kerkdienst was mooi, maar ook nu was de inbreng van Meghan, het gospelkoor, van toegevoegde waarde.

Vriendin Gineke, die even appte of ik er al helemaal klaar voor was, vond dat de sopraan aan het begin van de viering niet goed bezig was. “Wat gilt dat mens….. o, nu stil gelukkig.”
We appten nog even over de jurk (als ze een zak aantrekt staat het ook nog goed), maar  voordat de dienst goed en wel begonnen was hield ze het al voor gezien: “Meisje, geniet er van, ik ga de heg knippen.” Nou ja zeg!

Na de plechtigheid belde tante Trijn; het was kennelijk weer spreekuur.
We moesten het er natuurlijk even over hebben.
De jurk, de gasten, de viering, de pers, al die mensen, Charles en Camilla……..

Vanavond om 19.30 uur Blauw Bloed.
Samenvatting.
Dan zit ik weer op de bank.
Heerlijk.

Reageren

18 mei: 1e Pinksterdag.

Het zingen van Gerard en mij samen staat de laatste tijd op een heel laag pitje.
Ons laatste optreden was in september. Toen was mijn moeder al ziek en spraken we geen medewerking aan vieringen meer af; we konden immers niet goed overzien hoe het zou gaan. In januari belde Gea uit Hoogersmilde. Wij zouden in de zomer van 2017 meewerken aan een kerkdienst  in de PKN-kerk, maar dat kon toen wegens omstandigheden niet doorgaan. Of wij een nieuwe afspraak konden maken. Tuurlijk: 1e Pinksterdag noteerden wij in onze agenda.

Toen ik in april thuiskwam uit het ziekenhuis hebben we onze agenda bekeken en een aantal dingen moeten afzeggen. Visite’s, verjaardagen, voorstellingen; best jammer maar het was niet anders. “Wat doen we met Hoogersmilde – 1e Pinksterdag?”
We lieten het eerst maar staan. Zingen kan al snel en het was al een keer niet doorgegaan; als het een beetje kon wilden we op 20 mei wel naar Hoogersmilde.

Vanmiddag zaten we een beetje onwennig met de mappen voor ons op tafel; de gitaar had ik in de laatste maanden één keer bespeeld tijdens de laatste Franse les.
De muziek van de Ik zie jou viering van 25 maart zat nog met de aantekeningen van de eerste repetitie op donderdag 15 maart in de ‘zang-tas’. Raar. Het voelde als iets uit een vorig leven; het leek ook al heel lang geleden, maar het is nog maar twee maanden…..

In dit tweede deel van de revalidatie pak ik zo langzamerhand alle dingen weer op.
Vanmorgen heb ik samen met Gerard de ramen van ons huis gewassen, maar zo’n huishoudelijke klus is natuurlijk niet de waarde van mijn dag. Dat was het telefoongesprek dat ik had met mijn manager die mij een luisterend oor bood en een goed advies gaf.
En het was het samen zingen aan de keukentafel; Pinksteren is een blij feest, dus we zingen zondag opgewekte en vrolijke liederen die al een tijdje op ons repertoire staan.

Na weken van geen wekker en geen haast ’s morgens vroeg moeten we zondagmorgen op tijd op: de viering begint om 09.30 uur en we willen een uur van te voren aanwezig zijn.
Reken maar uit: het is een half uur rijden, dus de wekker staat zondagmorgen om 07.00 uur…..

Reageren

17 mei: TaPAS. Of TApas.

Afsluiting van het seizoen.
Met de Franse les-groep doen we dat altijd twee keer: de laatste les maken we gezellig met wijn en lekkers en in mei/juni gaan we altijd samen uit eten. (zie 24 mei Weerzien met de Franse les). Twaalf seizoenen hebben we er nu op zitten; ik realiseer me dat ik 45 jaar was toen ik met deze cursus begon. Waar blijft de tijd?

Jaren achtereen kwamen we bij elkaar in De Biechtstoel, het restaurant van de zoon van één van de leerlingen van ons Franse clubje. Deze keer spraken we af bij het zusje van dat restaurant dat er naast zit aan het Damsterdiep: Bodega y Tapas. (Klik hier voor een link naar hun website >>>). Vorige week riep ik tegen menigeen in mijn omgeving: “Volgende week ga ik taPAS eten!” Maar ik sprak het verkeerd uit. Je moet de klemtoon op het eerste gedeelte van het woord leggen: TApas.

Toen wij met Frea in Granada waren (tijdens haar afstudeervakantie) had zij ons al kennis laten maken met het fenomeen tapas.  Een tapa (meervoud: tapas) is de aanduiding voor een Spaans aperititief hapje. Traditioneel is een tapa een eetlustopwekkend hapje dat in Spaanse cafés bij een alcoholhoudend drankje (bier, wijn, sherry) wordt genuttigd. Soms worden in Spaanse cafés bij het bestelde drankje automatisch één of meerdere tapas gratis gegeven.

Bij Bodega y Tapas hebben ze een mooie kaart samengesteld met koude tapas (meestal met brood), vlees tapas, vis-schaal- en schelpdieren tapas, vegetarische tapas en desserts. Je maaltijd bestaat uit verschillende ‘rondes’ en per per ronde bestel je twee tapas. We zaten met z’n elven (de aanhang mag op deze avonden ook mee) aan een lange tafel en bestelden allerlei heerlijkheden: mini-kaasfondue, makreel met een frisse mayonaise, garnalen kroketjes, koude soep, kipspiesjes, zalm in witte wijnsaus, te veel om op te noemen.
We bestelden de gerechtjes allemaal per groep, dus als de plankjes met tapas werden geserveerd ontstond er een vrolijke chaos om de juiste pannetjes/schaaltjes bij de juiste personen te krijgen. “Wie heeft er kaaskroketjes besteld?” “We hebben hier nog geitenkaas met walnoot, wie had dat?”

Voor de laatste ronde bestelden we allemaal nog iets uit de categorie Postres (desserts).
Ik had Café España met Licor Cuorenta y tres met slagroom, geserveerd in zo’n groot glas.
Wat een heerlijke afsluiting van een ietwat gemankeerd seizoen; door ziekte en/of vakantie waren we niet allemaal iedere keer aanwezig geweest bij de lessen dit voorjaar, maar we beginnen in oktober vol goede moed aan ons dertiende seizoen met z’n achten!

Reageren

16 mei: Oma Vrieswijk

In mijn jeugd heb ik het geluk gehad alle vier mijn grootouders te hebben gekend.  Mijn ouders hadden een goede relatie met hun ouders; we zagen elkaar vaak,  al was het contact met opa en oma Klazienaveen(Vrieswijk) frequenter dan met opa en oma Zevenhuizen(Boelen). Dat kwam gewoon omdat Zevenhuizen in Zuid Holland lag,  dat was veel verder reizen.

Vandaag zet ik mijn oma Vrieswijk in het zonnetje op mijn website. Aaltje Pasveer heette ze. Mijn vader was haar oudste zoon en ik was haar eerste kleinkind.  Oma Vrieswijk was mijn liefste oma.  Dat kwam omdat ik in mijn vroegste jeugd heel veel bij hen heb gelogeerd. Mijn ouders waren toen net verhuisd van Oldenzaal naar Hoogersmilde en mijn moeder had het daar erg moeilijk. Ze werd met open armen ontvangen in Klazienaveen en daar was ze dus regelmatig met mij.

Het was een gezellige boel daar, want ome Andries, ome Jo en tante Trijn woonden nog thuis en ik had geen gebrek aan aandacht. In die periode is mijn bijzondere band met oma en tante Trijn ontstaan. Regelmatig gingen we ook een weekend naar Klazienaveen en ik herinner me vooral de gezelligheid van uitgebreide broodmaaltijden met veel mensen in te kleine kamers.

1969: Ada. oma Vrieswijk en Henk

Oma had heel lang grijs haar. ’s Morgens maakte ze daar een lange vlecht van,  die ze in een knot draaide op haar achterhoofd en die  ze vervolgens vastzette met grote, zwarte spelden. Daar zat ik als klein meisje ’s morgens op haar slaapkamer ademloos naar te kijken.  Ze was best wel dik,  maar daardoor ook heel zacht; ik zat graag op haar schoot.  Ze rook naar Eau de  Cologne en sigarettenrook en ze was altijd aan het breien of haken; van haar heb ik deze technieken ook geleerd. Ze kookte groentesoep met een hele grote gehaktbal erin die ze in schijfjes sneed en in je bord kreeg je dan soep met een plakje gehakt er in.

Oma overleed heel plotseling in 1970. Zij was toen 62 jaar, ik was 9.  Het is het grootste verdriet uit mijn kinderleven geweest.  Ik zag de ontreddering bij mijn vader en het immense verdriet bij de familie. Wat heb ik haar gemist. Na haar overlijden is het voor mij nooit meer zo fijn geweest in Klazienaveen als toen ze nog leefde; het verdriet om haar dood hing nog heel lang als een grauwsluier over de familiebezoekjes.

Oma Vrieswijk heeft een warm plekje in mijn hart. Van haar erfde ik mijn liefde voor handwerken, voor het koningshuis en mijn naam; met trots draag ik haar naam Aaltje. Toen mijn moeder overleed kreeg ik de ouderwetse kraantjespot die nog van oma was geweest. Terug bij Aaltje.

Eergisteren kreeg ik een reactie op één van de eerste blogs op deze website: Kirsten had de ‘pannenlappen van Oma Vrieswijk‘ gehaakt voor haar moeder, voor Moederdag.
Dat vind ik nou zo leuk.. …oma heeft nooit van internet geweten en nu haakt iemand via dit medium haar pannenlappen!

Reageren

15 mei: Ter opluistering van het geheel.

Als je tegenwoordig naar een evenement gaat, dan gaat dat bijna altijd gepaard met grote boxen waar erg harde muziek uitkomt.
Denk even aan de Rodermarkt: de pony’s en paarden staan soms zo dichtbij de luidsprekers dat je je afvraagt waarom de dierenbescherming daar niets aan doet.
Koningsdag: bijna iedere kroeg heeft life-muziek die meestal niet om aan te horen is en die zo hard staat, dat de kinderen die een muziekinstrument bespelen bijna niet te horen zijn.
Kerstmarkt in Roden: Mariah Carey blééért zo hard  “ALL I WANT FOR CHRISTMAS IS YOU!!” dat de mevrouw achter het kraampje niet kan verstaan hoeveel glühwein je wilt.
Loeiharde muziek ’ter opluistering van het geheel’.

Waarom is dat?
En waarom zo hard?

Afgelopen zondag waren we op Verhildersum bij de textieldagen.
Ook daar was life-muziek, maar zonder versterking.
Wat een verademing!
Een gitaar, een viool en een accordeon.
Wat mooi was het.
Ik was onder de indruk van het samenspel en van het plezier dat de muzikanten uitstraalden.

Hieronder een link naar dat filmpje: kijk en geniet.
Zo kan het dus ook!

Natuurlijk plaats ik dit filmpje niet zonder toestemming van de muzikanten.
Tineke, de dame van het gezelschap, zegt er het volgende over:

Het filmpje geeft de sfeer aardig weer, maar verder is het muzikaal echt een ‘spontaan oefendeuntje’. Ons gezelschap heeft momenteel geen vaste naam en we weten nog niet precies wat we verder gaan doen en in welke samenstelling.
Maar het is wel zo dat we er zelf veel plezier aan beleven en als anderen ervan meegenieten is het dubbel leuk.

Heb je belangstelling voor dit ‘akoestische trio’? Het contactadres is op te vragen bij Verhildersum (info@verhildersum.nl)  of via een reactie op mijn blog (onderaan iedere pagina kun je een reactie plaatsen): op verzoek stuur ik je Tineke’s emailadres.

Reageren

14 mei: De Ploeg & Textieldagen op Verhildersum.

Afgelopen week, voor het eerst weer op de fiets, ontmoette  ik Gerrit, die ik ken van Havenstappers. “Hoe ist? En met jou?” Een gesprekje op straat.  Ik vertelde dat ik een museumjaarkaart ging kopen en dat ik dan een bezoek zou gaan brengen aan Verhildersum (waar hij bestuurlijk actief is) . Hij stelde voor om dat met z’n vieren te gaan doen. “Regel even een datum met Janny (zijn vrouw)”. Die liet er geen gras over groeien.  Dat komt omdat afgelopen weekend de Textieldagen waren en Janny weet dat ik van het textiel ben. Zondagmiddag wandelden we met z’n vieren op het terrein van Verhildersum.

Wat een feest was het. Gerrit leidde ons rond. In de museumboerderij zagen we een unieke film over de vleermuizen die overwinteren in nissen in de muren van de oude borg.  Verder zagen we een aantal bruidsjurken uit de 19e eeuw (handgemaakt!), doopjurken met broderie en kant en we zagen hoe de arbeiders, de boeren en de leden van de Groningse adel aan tafel gingen.

foto: Verhildersum

Buiten stonden grote tenten met standjes met alle mogelijke vormen van textiel bewerken. Weven, breien, haken,  borduren, vilten, naaien: ik keek m’n ogen uit.  Het leukst vond ik een gesprek met Tjitske Dijkstra, de mevrouw die heel bijzondere dingen maakte van oude, geborduurde schilderijen. Kledingstukken maakte ze er van,  maar ze bekleedde er ook meubels mee.

foto: Verhildersum

Daarna gingen we naar de tentoonstelling van schilderijen van het schilderscollectief De Ploeg.(hierbij een link naar meer informatie over deze tentoonstelling >>>).
Het bijzondere van deze tentoonstelling is dat meer dan de helft particulier bezit is en nog niet vaak te zien is geweest, sommige werken zelfs nog nooit.  Gerrit heeft zich persoonlijk bemoeid met het verzamelen van de schilderijen en vertelde allerlei wetenswaardigheden over de schilderijen die we zagen; over de kleuren die waren gebruikt,  de stijlperiodes, de onderwerpen. We hingen aan zijn lippen,  evenals een andere bezoekster die bij ons aansloot, meeluisterde en aan het einde bedankte voor extra informatie!

Er was zoveel te zien,  dat we de borg Verhildersum niet eens in zijn geweest.  We genoten nog van een wandeling in de 19e eeuwse tuin en sloten de dag af met een drankje op het terras.

Als ik die museumjaarkaart heb ga ik er gewoon nog eens naar toe.

Reageren

13 mei: Mokum in Roden. Wegwezen.

Afgelopen week las ik een berichtje in het streekblad ‘De Krant’.
In het kader van Kleintje Rodermarkt, een mini feestweekje in het hemelvaartsweekend, stond zaterdag 12 mei in het teken van ‘Kleintje Mokum’. Mokum in Roden zeg maar.
Er zouden Amsterdamse zangers en zangeressen optreden waar je naar kon luisteren onder het genot van Amsterdamse bitterballen en een pikketanussie.  (meer lezen? Hierbij een link naar Streeknieuws.nl >>>)

Wij wonen zo dichtbij het centrum van Roden en de muziek staat tijdens dit soort evenementen altijd zo loeihard, dat ik niet naar de Brink hoef om de Amsterdamse vocalisten te horen.
Maar mensen die mij een beetje kennen weten dat ik dat liever ook niet wil horen.
Wegwezen dus. Dan maar geen bitterballen.

Met mijn broer zocht ik onze gezamenlijke vriendin Martha op in het midden van het land. Ten eerste zitten we dan twee keer anderhalf uur samen in de auto; dat is al een aangenaam genoegen.  Ten tweede was het heerlijk om  die vriendin weer te spreken. Ze was op de begrafenis van mijn moeder;  voor die gelegenheid had ze twee pakken hagelslag meegenomen, één voor mijn broer en één voor mij.  Best ongebruikelijk bij zo’n plechtigheid, maar Henk en ik vonden het niet raar.  Martha en Henk zaten samen in de klas op de kleuterschool. Zij woonde een stukje de Beilervaart op en omdat dat voor zo’n klein kindje te ver was om tussen de middag naar huis te fietsen at ze bij ons een broodje. Met hagelslag. Altijd. Vandaar.

Martha en mijn broer hebben het altijd liefdevol over hun ‘zandbakrelatie’.  Zij en ik werden vriendinnen door onze gezamenlijke inspanningen voor jeugdkoor Hosanna (zie 21 juli 2017) .  Gisteren werden de oude banden weer aangehaald en deelden we onze herinneringen aan Hoogersmilde;  we kwamen tot de conclusie dat wonen in een klein dorp beslist niet alleen maar voordelen heeft.  We zaten heerlijk buiten in de zon en genoten van een kopje jasmijnthee, een glaasje wijn/pilsje en een heerlijke maaltijd met een aspergeschotel en zalm uit de oven.

Toen Henk mij om 22.30 u afzette aan de Boskamp tetterde de Amsterdamse vrolijkheid nog op oorlogssterkte door Roden.
Niks gemist; zelfs de bitterballen niet.

Reageren

12 mei: Hijgend als ’the hungry wolf’.

Voordat je mag beginnen aan de revalidatie in het Martiniziekenhuis moet je een fietstest doen. Met een bloeddrukmeter om, met plakkers op je lichaam en aangesloten op een computerscherm moet je dan fietsen op een hometrainer die steeds een beetje zwaarder gaat. Tot je hijgend over het stuur hangt als de ‘hungry wolf’ uit de Disneyfilm The Sword in the stone (klik hier >>> voor het tekenfilmfragmentje).

Gistermorgen om 11.10 u stond ik ingepland. In de uitnodigingsbrief stond dat ik 15 minuten van te voren aanwezig moest zijn en dat ik mijn ziekenhuispasje, mijn medicatieoverzicht én ruimzittende sportkleding mee moest nemen. En een legitimatiebewijs. Alsof iemand anders voor jou zo’n test gaat doen.
Nu loop ik al een tijdje mee in de wereld van wachtkamers en afspraken, dus ik had m’n breiwerk mee. Om 10.55 uur was ik aanwezig, om 11.35 uur (tweeëntwintig toeren verder) werd ik opgeroepen: mevrouw Wannigge.
WANINGE! Zeg maar Ada. Dat is korter en gemakkelijker.

Er werd niet gevraagd naar mijn legitimatie en het medicatieoverzicht en er werd ook niet gerept over sportkleding; de bovenkleding moest uit en de beha mocht aanblijven. Waarom zetten ze al die dingen eigenlijk allemaal in die brief…?!?
De test verliep prima, ik kon nog fietsen.
Het moment dat ik het bijna niet meer volhield is het griezeligst.
Het is toch m’n hart en ik ben tot nu toe behoorlijk voorzichtig geweest met m’n inspanningen. En natuurlijk zit ik aan de apparatuur en word ik in de gaten gehouden, maar je moet er toch niet aan denken dat er weer iets gebeurt.

Na de test liep ik nog even naar Jan (zie blog van gisteren).
We kregen halverwege de vriendendag een een foto van zijn been: de wond was weer losgegaan en er kwam nogal wat troep uit.
De vriendengroep voelde zich collectief schuldig over het bezoek met de appeltaart en het biljarten, maar dat was niet nodig. Ook zonder onze komst was die wond wel opengegaan, het was juist goed dat de druk nu van het been af was. De verpleegkundigen vonden het juist heel bijzonder dat we als groep deze jarenlange traditie in ere hielden en dat we Jan daarbij niet waren vergeten. We zijn net de drie Musketiers, maar dan met z’n achten en een stuk minder heldhaftig.

Eén voor allen, allen voor één.

Reageren

Pagina 2 van 4

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén