Afgelopen week las ik een berichtje in het streekblad ‘De Krant’.
In het kader van Kleintje Rodermarkt, een mini feestweekje in het hemelvaartsweekend, stond zaterdag 12 mei in het teken van ‘Kleintje Mokum’. Mokum in Roden zeg maar.
Er zouden Amsterdamse zangers en zangeressen optreden waar je naar kon luisteren onder het genot van Amsterdamse bitterballen en een pikketanussie.  (meer lezen? Hierbij een link naar Streeknieuws.nl >>>)

Wij wonen zo dichtbij het centrum van Roden en de muziek staat tijdens dit soort evenementen altijd zo loeihard, dat ik niet naar de Brink hoef om de Amsterdamse vocalisten te horen.
Maar mensen die mij een beetje kennen weten dat ik dat liever ook niet wil horen.
Wegwezen dus. Dan maar geen bitterballen.

Met mijn broer zocht ik onze gezamenlijke vriendin Martha op in het midden van het land. Ten eerste zitten we dan twee keer anderhalf uur samen in de auto; dat is al een aangenaam genoegen.  Ten tweede was het heerlijk om  die vriendin weer te spreken. Ze was op de begrafenis van mijn moeder;  voor die gelegenheid had ze twee pakken hagelslag meegenomen, één voor mijn broer en één voor mij.  Best ongebruikelijk bij zo’n plechtigheid, maar Henk en ik vonden het niet raar.  Martha en Henk zaten samen in de klas op de kleuterschool. Zij woonde een stukje de Beilervaart op en omdat dat voor zo’n klein kindje te ver was om tussen de middag naar huis te fietsen at ze bij ons een broodje. Met hagelslag. Altijd. Vandaar.

Martha en mijn broer hebben het altijd liefdevol over hun ‘zandbakrelatie’.  Zij en ik werden vriendinnen door onze gezamenlijke inspanningen voor jeugdkoor Hosanna (zie 21 juli 2017) .  Gisteren werden de oude banden weer aangehaald en deelden we onze herinneringen aan Hoogersmilde;  we kwamen tot de conclusie dat wonen in een klein dorp beslist niet alleen maar voordelen heeft.  We zaten heerlijk buiten in de zon en genoten van een kopje jasmijnthee, een glaasje wijn/pilsje en een heerlijke maaltijd met een aspergeschotel en zalm uit de oven.

Toen Henk mij om 22.30 u afzette aan de Boskamp tetterde de Amsterdamse vrolijkheid nog op oorlogssterkte door Roden.
Niks gemist; zelfs de bitterballen niet.