een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: juli 2018 Pagina 2 van 3

16 juli: 8 kleine prinsesjes in Potsdam.

Vanuit ons vakantiehuis aan de Schwielowsee gingen we op de fiets naar Potsdam, dat was zo’n 14 kilometer. Een prachtige stad  in het merengebied dat ontstaan is rond de rivier de Havel.  We fietsen rond kwart voor elf over die Lange Brücke de stad in en moesten toen nodig Kaffee. Mit Kuchen.

Ook in Potsdam  kun je goed zien dat het een stad in voormalig Oost Duitsland is. In een tweedehands boekwinkeltje in het Holländisches Viertel >>> kwam ik aan de praat met de

Holländsches Viertel

eigenaar. Hij vertelde dat Potsdam tot de late Middeleeuwen een klein vissersplaatsje was geweest, maar dat het tot grote groei en bloei kwam doordat de keizer het lusthof Sanssouci  liet bouwen en later het nieuwe paleis en de andere kastelen. Nederlanders deden hier toen goede zaken omdat zij wisten hoe je in drassig gebied huizen kon bouwen.   Twee wereldoorlogen en dertig jaar DDR hebben de stad geen goed gedaan.  Volgens de boekhandelaar kwam de economie nu pas weer goed op gang; dat was ook goed te zien, want menig gebouw stond in de steigers en er werd flink gerenoveerd. We genoten van de gezellige binnenstad,  zochten hier en daar een bezienswaardigheid op en aten een heerlijke Holländische pannenkoek met spek en ‘ghouda’-kaas.

We fietsten naar Sanssouci, het park waar de keizerlijke kastelen staan. De keizer wilde kennelijk niet onderdoen voor de Zonnekoning in Frankrijk, want wat we zagen was allemaal heel groot,  heel protserig en decadent. Wat een overdaad. Dwalend over het keizerlijke erf liep ik een groepje prinsesjes achterop.  “Was ist das hier!” riep ik.  “Echte Prinzessinnen!” Dat wilden de dametjes wel horen en ze wilden ook wel even voor mij poseren. Het bleek om een kinderfeestje te gaan.  Ze waren net al even in het paleis geweest en waren van een grote trap af geschreden om te ervaren hoe een prinsesje moet lopen en hoe je de tippen van je je jurk oppakt om een reverence te maken. Sommige meisjes doen dat dan ook op de foto (er op klikken voor een vergroting).  De jurkjes zagen er trouwens ook prachtig uit,  het waren replica’s van jurken zoals ze op de oude schilderijen staan.  Het meisje met het kroontje was de jarige. Zo’n ontmoeting met 8 kleine Duitse prinsesjes kleurt mijn dag; het verzacht de overkill aan grote gebouwen versierd met overdreven  standbeelden en gouden ornamenten.

Omdat we op de fiets waren konden we redelijk snel van A naar B; af en toe bestudeerden we ons beduimelde plattegrondje en soms moesten we zoeken naar het fietspad (dat is in Nederland stukken beter geregeld), maar al met al genoten we van keizerlijk Potsdam.
In het grote Hauptbahnhof deden we nog even wat dagelijkse boodschappen én pakten een bakje Fish & Chips bij een vestiging van Nordsee.
Niet erg Duits.
Wel erg lekker!

Reageren

15 juli: “Besuchen Sie unserer Gottesdienst?”

Zondag 1 juli ontbeten we op ons terras van het zomerhuisje in Ferch. We luisterden naar de viering vanuit Roden;  hoorden we daar in Duitsland Dea de schriftlezing doen en Walter preekte over het dochtertje van Jairus. Van die preek heb ik alleen het begin gehoord; om 10.30 uur begon de dienst in het oude visserskerkje in het dorp, daar wandelde ik naar toe.

Op het kerkpad ontmoette ik een boomlange meneer helemaal in het zwart, naar later bleek de voorganger. “Besuchen Sie unserer Gottesdienst?” Op mijn bevestigende antwoord klaarde hij helemaal op en voordat we binnen waren wist ik al dat hij een groot bewonderaar was van Herman van Veen.

Uit de gesprekken met de andere gemeenteleden leidde ik af dat men niet veel kerkgangers verwachtte; er was zaterdagavond in een ander deel van de gemeente een grote doopviering  geweest. Je kunt het kerkje in dit dorpje het best vergelijken met onze Jacobskerk in Roderwolde.

Het bezoekersaantal haalde de tien niet. De dominee vroeg of we in een kringetje om hem heen kwamen zitten; het leek alsof we in een huiskamer zaten. Het zingen was niet best: de organist speelde alsof de kerk vol zat en de heren links en rechts van mij bakten er niet veel van. Ondanks dat was het een bijzondere ervaring. De preek ging over de uitspraak van Jezus dat je zijn volgeling niet kunt zijn als je je familie niet haat.
De voorganger bleef in de kring zitten tijdens zijn verhaal. Hij keek ons om beurten aan en legde uit dat ‘haten’ niet een erg goede vertaling was. Jezus bedoelde ‘afstand. Je moet  soms afstand betrachten ten opzichte van je familie, je vrienden en je achtergrond. “Ik ben opgegroeid in de voormalige DDR en studeerde bij een professor die ons leerde dat we zelf moesten nadenken. Dat was alleen wel moeilijk in ons land, want we mochten wel de krant lezen die door ons kerkgenootschap werd uitgegeven (onder staatstoezicht),

Interieur van de oude visserskerk

maar we mochten de artikelen niet uitknippen, voorzien van eigen commentaar en bewaren.  Er werd voor ons gedacht.”
Maar ondertussen hadden de professor en zijn leerlingen mappen vol artikelen met eigen aantekeningen die natuurlijk niet in de boekenkast stonden.

Jezus bedoelt dat je hem alleen kunt volgen ‘wenn Kopf und Herz frei sind’. Laat je niet binden door knellende banden die je vertellen wat wel en niet mag, wat wel en niet hoort en wat je moet denken. Altijd zelf blijven nadenken.”
De predikant betrok ons allemaal bij de viering en gaf ons tekstgedeelten om voor te lezen. In mijn beste Duits las ik een stukje van het gebed.
Het Onze Vader sprak ik gewoon in het Nederlands mee.

Altijd als ik in het buitenland naar de kerk ga ontroert me de liturgie. Dezelfde woorden als bij ons, uitgesproken in een andere taal, maar even veelzeggend en vertrouwd.  Die morgen  ervoer ik ook weer eens dat een fijne viering niet afhangt van het aantal mensen. De kerkdienst met deze kleine kring mensen in de eenvoudige visserskerk zal me altijd bijblijven als een van de bijzonderste vieringen uit mijn leven.
Hieronder nog het kleine gedeelte uit het gebed dat ik voor mocht lezen:

Wie beten für die, die arm geworden sind: arm an Fantasie, arm an Leidenschaft oder arm an menschlicher Wärme. Ein leeres Leben ist nicht so leicht zu füllen wie ein leerer Becher. Hilf uns lernen  von deiner Barmherzigkeit und deiner mittreissende Liebe.
Wir rufen zu Dir: höre uns, wir rufen Dich.

Reageren

14 juli: Soldaten huilen niet.

Toen ik in april uit het ziekenhuis kwam kreeg bezoek van Renny Bron, die wij kennen van basisschool ‘de Haven’ en de kerk. Zij houdt zelf van lezen en had twee boeken voor mij meegenomen; heel verschillende boeken en heel interessante boeken. Vandaag een  blog in de categorie ‘Lezen’ over het eerste, het jeugdboek ‘Soldaten huilen niet’ van Rindert Kromhout. In onze vakantie las ik het uit.

De schrijver was in Zuid-Engeland geweest, in het buitenhuis van schilderes Vanessa Bell. Zij vormde, samen met een groep schrijvers (o.a. haar zus Virginia Woolf), wetenschappers en artiesten de Bloombury Group. Het interieur van het huis is helemaal ‘versierd’ door de artiesten en heeft de karakteristieke sfeer behouden. Kromhout had het huis, dat Charleston heet, bezocht en zei er het volgende over:

Zodra ik er over de drempel stapte, was ik betoverd. Wat een huis! Muren, deuren, open haarden en meubels waren versierd met kleurrijke afbeeldingen van mensen, dieren en abstracte figuren – alsof het huis één groot schildersdoek was.’

Hij verdiepte zich in de bewoners en schreef er een boek over met de titel ‘Soldaten huilen niet’.
Hij laat het verhaal beginnen in 1937 met een onheilspellend gesprek tussen verteller van het boek, Quentin (18) en zijn oudere broer Julian. Die wil naar Spanje om in de burgeroorlog mee te vechten. “‘Als jij eerder doodgaat’, zei ik, ‘zal ik een boek over je schrijven.’ ‘Als jij eerder doodgaat’, zei Julian, ‘heb ik geen broer meer.'”

Dan gaat Quentin twaalf jaar terug in de tijd, en beschrijft hij hoe de familie verhuist naar Charleston, het buitenhuis van de familie Bell en thuishaven van de zogenaamde Bloomsburygroep. Hij neemt je mee in het gezinsleven van 1925 tot 1937.

Het verhaal van Rindert Kromhout is gebaseerd op feiten, maar sommige dingen kloppen niet helemaal met de werkelijkheid; met name de jaartallen en leeftijden wijken wel eens wat af. Is ook niet erg: we lezen over het inspirerende leven op Charleston en hoe het voor de broers was om op te groeien te midden van de Bloomsbury-groep.  Quentin vertelt over de band met zijn broer, het beschilderen van het huis, de vrienden en vriendinnen die komen en gaan en de losse seksuele moraal die er heerste. Hilarisch vond ik de verhalen over de toneelavonden die werden georganiseerd.

Af en toe kon ik het niet laten om even op internet wat dingen op te zoeken over bepaalde mensen en situaties die in het boek voorkwamen. Toen ik het boek aan het lezen was herinnerde ik me dat Renny eerder al eens had verteld dat ze in Charleston was geweest en hoe ze daar van onder de indruk was. In het boek zat nog de folder die ze had meegenomen, zie foto rechts. Hierbij een link naar de website van Charleston >>>
Met dit boek kreeg ik even een kijkje in het Engeland van voor de Tweede Wereldoorlog. Als je van geschiedenis houdt is het smullen, er komt van alles voorbij: de beurskrach, het communisme en de Spaanse burgeroorlog bijvoorbeeld.

Eén quote uit het boek sprak me bijzonder aan: de vader van Quentin zegt op een gegeven moment  tegen hem: ‘Ga altijd je eigen weg, blijf altijd zelf nadenken. Loop nooit zomaar achter de massa aan.’
Wat een goed advies, dat had ik die week ook al eerder voorbij horen komen.
Morgen meer daarover.

Reageren

13 juli: Een toren die ‘het Beeld’ heet.

Woensdagavond om 19.00 u verzamelde zich een aantal leden van de PKN-gespreksgroep ’93 op de Brink in Roden.  Afsluiting van het seizoen.  Wat gingen we doen? Een fietstocht door de omgeving en een borrel op het terras bij Marry.  Net als voorgaande jaren was de route uitgezet door Bert en weer is hij er in geslaagd ons over weggetjes te laten fietsen die we nog niet kenden. En dan woon je al 29 jaar in Roden!

Eén zo’n onbekend dingetje was de uitkijktoren over de Onlanden in de buurt van Peize. 127 treden moet je beklimmen op een immense trap,  maar eenmaal boven ben je de ademnood zo weer vergeten: wat was dat mooi!
We keken uit over de omgeving waar ik altijd doorheen fiets op weg naar Groningen; ik kon de fietsroute helemaal

Wat een uitzicht!

volgen. Gisteren zocht ik wat informatie op over de toren en kwam uit bij de website van Natuurmonumenten >>>>.
De toren heet ‘Het beeld’.  De plek waar het gevaarte van staal en hout staat heet al zo vanuit de tijd dat monniken nog door het moeras trokken. Het was één van de droge plekken in de zompige gebieden tussen Leek en Groningen en het verhaal gaat dat er ook beelden hebben gestaan.

Terug naar de fietstocht. Na de beklimming van de toren fietsen we door de Onlanden richting Sandebuur en streken daarna samen neer aan de keukentafel van Marry en Roelof. Marry nam ons nog even mee naar hun schuur, daar zaten twee kerkuilen boven in de nok, hun nest met jongen zat in een nestkast; wat bijzonder om eens te zien!
Het was gezellig; voor een aangeklede borrel had iedereen wat meegenomen.
“Wat was dat jaartal van onze groep ook maar weer?” Gespreksgroep ’93.
Eén van mannen merkte op dat we dan ons 25-jarig jubileum vierden.
Zo lang al?!?
En dan te bedenken dat onze naam ooit ‘Gespreksgroep jong volwassenen’ was…… woensdagavond kwamen er foto’s van kleinkinderen voorbij.
Jong van geest zullen we maar zeggen.

Reageren

12 juli: Het laatste stukje.

Na onze vakantie in Duitsland vroeg iemand tijdens de boodschappen bij de Jumbo mij: “Hoe gaat het met je?” Zonder er bij na te denken riep ik: “Goed. En met jou?” “Nee,  ik bedoel met je hart!” O ja, m’n hart. Dan ben je dus echt wel even goed op vakantie geweest.

Drie en een halve maand revalidatie heb ik er nu opzitten. Voor mijn gevoel ben ik nu met het laatste stukje bezig, al zegt menigeen dat het een jaar kost voordat je weer de oude bent.  “Als je dat ooit weer wordt” zei laatst iemand opbeurend. Volgens mij ben ik goed op weg. De wond is prima genezen, al blijft een strook naast het litteken raar gevoelloos aanvoelen en sommige kleding met kragen en opstaande randjes irriteert nog steeds, dus die draag ik nog even niet.

..... in beweging......

…. in beweging ….

Deze week ben ik weer een paar uren aan het werk geweest, ik doe het huishouden en de boodschappen weer zelf en probeer mezelf wat zwaarder te belasten qua beweging.  Naast de yoga iedere morgen doe ik dagelijks mee aan Nederland in beweging (lees hierbij het blog ‘Nederland en Ada in beweging’ uit 2015) en ik spring touwtje. Ik touwtje spring. Huh? Hoe zeg je dat eigenlijk.. …ik doe aan touwtjespringen. Op de familiedag ontdekte ik dat ik na tien keer springen al buiten adem was; vandaag kon ik al 30 keer achter elkaar springen.

Lichamelijk gaat het dus de goede kant op, mentaal zwabbert het nog een beetje. De angst voor een volgend infarct is, ondanks het consequent innemen van meerdere soorten medicijnen, altijd aanwezig. In de afgelopen 14 jaar is gebleken dat het zich vaak als donderslag bij heldere hemel aandient; dat heeft te maken met de onvoorspelbaarheid van de ziekte FMD 

Bij de vorige infarcten kreeg ik alleen één of meerdere stents geplaatst en duurde het herstel ongeveer zes weken; dan was ik in ieder geval lichamelijk wel weer opgeknapt.
De bypass-operatie van maart heeft een behoorlijke impact op me gehad; het lichamelijke herstel kostte me moeite en is me niet altijd meegevallen. Met recht noemde ik het ‘mijn Echternachse processie’. Om in die beeldspraak te blijven: inmiddels loop ik weer gewoon, stap voor stap naar voren. Heel af en toe moet ik nog eens een stapje terug doen. Toch weer te veel dingen achter elkaar afgesproken zodat de agenda voor één weekend te vol is; toch weer helemaal in elkaar gevouwen op mijn zij liggen slapen waardoor in het wondgebied een zeurende pijn ontstaat; of gewoon te veel gedaan en te weinig rust genomen: het hoort er bij. Als het goed is werk ik vanaf half augustus  weer drie dagen in de week en ben ik helemaal opgeladen voor het seizoen 2018/2019: als het ons gegeven is gaan we er weer wat moois van maken.  Op het werk afgelopen dinsdag begon het in ieder geval al goed: ik kreeg welkomstbloemen!

Reageren

11 juli: Oh Mann!

“Oh Mann! Was war das aufregend und was war das Scheisse!”
Dit tekende ik op uit de mond van een Duitse mevrouw die naast mij zat op een zomerterras midden in Berlijn.  Datum: 27 juni,  Duitsland – Zuid Korea,  de laatste wedstrijd in de groepsfase van het WK voetbal. Duitsland hoefde maar één keer te scoren maar dat lukte niet.  Wij hadden om 16.00 uur een plekje gezocht op schaduwrijk terras (we hadden al een aantal uren gesjouwd) waar een groot beeldscherm stond en zaten samen met opgewonden Duitsers aan een halve liter bier.
We hadden ons niet kenbaar gemaakt als Nederlander en zorgden ook wel dat we niet als zodanig opvielen.

Twee keer drie kwartier genieten was het. De golven over het terras als er bijna een goal was.  Het paniekerige gegil van een mevrouw als Zuid Korea bijna scoorde. De gezamenlijke ontzetting toen Zweden in de andere poulewedstrijd met 3-0 voorstond. Het bleef tot het laatst spannend.  De obers, die erg welkom waren als er bier, nootjes en broodjes worst gebracht moesten worden, stonden natuurlijk ontzettend in de weg als het er even op aankwam.

Aan de overkant stonden Japanners het verhitte voetbalterras gade te slaan en maakten er foto’s van.  Tegen half zes kwamen steeds meer mannen in pakken uit hun werk hollen.  Jasje uit, stropdas los: ‘Erst mal ein Bier! Wie geht’s? Nul zu nul…. Oh, Mann!”
Grote gezamenlijke opluchting bij de woorden: sechs Minuten extra Spielzeit!
Toen was het nog 0-0. In die blessuretijd scoorden de Zuid Koreanen in twee minuten twee keer. Schluss für die Mannschaft.

De opwinding ebde weg. Het enige Zuid Koreaanse meisje dat op het terras zat werd van harte gefeliciteerd.  Geen gescheld, geen boosheid, hooguit een gelaten: “Sie haben es  nicht verdiend.’

Aan het begin van de avond zaten we op het terras bij de Pizzeria bij het Bahnhof Friedrichstrasse. Aan de tafel naast ons zaten drie oudere Duitse heren te filosoferen over bondscoach Victor Löw; moest die nou weg?  Of kon hij nog blijven?  De Italiaanse eigenaar kwam de mannen met leedvermaak wijzen op het uitvallen van die Mannschaft; maar wie kaatst kan de bal verwachten. Hij werd er fijntjes op gewezen dat de Italianen zelf niet eens meededen aan het toernooi. Even later kwam hij drie kleine borrels brengen: rondje van de zaak. Als pleister op de wonde.

We hebben genoten van de sfeer; het gaf een extra dimensie aan ons dagje Berlijn.
Oh Mann!

Reageren

10 juli: Berlijn; een wereldstad.

Wij vinden Groningen al een grote stad. Tijdens onze vakantie in Ferch bezochten we de stad Berlijn twee keer. We waren al gewaarschuwd: niet met eigen auto gaan, openbaar vervoer is veel handiger! Dat zal zo zijn, maar wij zijn geen ervaren  openbaarvervoer-reizigers, dus dat ‘handig’ is ook maar betrekkelijk.
Maar we kwamen er. Met de bus van Ferch naar Potsdam, met de trein van Potsdam naar Berlijn en in Berlijn met de U-bahn.  Diepgelukkig zaten we na de reis om 10.20 uur tegenover der Hauptbahnhof met een kop koffie aan de oevers van de Spree.

Gewapend met een boekje van de ANWB en een stadsplattegrond verkenden we de stad aan de hand van de vraag: “Wat willen we in ieder geval zien?”
Men had ons gezegd dat de Reichstag de moeite waard was, maar daarvoor had je van te voren moeten reserveren. Onze gastvrouw in Ferch had nog voor ons gekeken op internet; er was nog één mogelijkheid. Dinsdag 3 juli om 08.15 uur. Moesten we om 06.00 u met de bus….. dat vonden we te vroeg voor mensen die vakantie hebben.

Het Reichstaggebouw was ook zonder bezoek indrukwekkend. Dat komt ook omdat het zo bekend is van de beelden die we kennen van het journaal. Ook de Brandenburger Tor bezochten we. Kennelijk was er iets groots aan de gang, want er was heel veel politie op de been en er waren nogal wat straten afgezet met vervelende hekken met wit plastic er omheen. Lelijk. We flaneerden over Unter den Linden en zochten vervolgens Checkpoint Charlie op.

We bezochten het museum Haus am Checkpoint Charlie.
Daar lieten we de rauwe werkelijkheid  tot ons doordringen van de periode dat Oost Duitsland en dus ook Oost Berlijn achter de communistische muur verdween. Afschuwelijk.
De vluchtpogingen, de doden, de angst, de achterdocht: het kwam op me af.
Geschiedenis waar ik zelf getuige van ben geweest: je weet het, je leest er over en pas in Berlijn realiseer je je hoe het geweest moet zijn. En besef je ook weer eens te meer dat niet de Duitsers maar de Nationaal Socialisten de 2e wereldoorlog op hun geweten hebben.

Geschiedenis, ik hou er van. In Duitsland kun je wat dat betreft te kust en te keur. Deze vakantie leefden we een dag of 10 in een deel van Europa waar de gevolgen van het meest gruwelijke stuk van de Europese geschiedenis soms nog tastbaar en soms voelbaar aanwezig zijn. Afgelopen zaterdag schreef Daniël Lohues hier ook nog over in zijn column ‘Verleden’ in het Dagblad van het Noorden (zaterdag 7 juni) . Hierbij een link naar de pagina ‘Columns’>>>  op zijn website.

Opdat wij niet vergeten. Koester je vrijheid.

Reageren

9 juli: Horen, zien en spreken.

Na twee zondagen ‘in de vrömde’ zaten we gistermorgen weer in de Catharina kerk op de Brink.  Horen, zien en spreken was het thema.  We hoorden hoe Ezechiël, toen het volk Israël in ballingschap gevangen zat in Babel, van Godswege een visioen kreeg en dat onder

Ezechiël

de aandacht van zijn volksgenoten bracht; verder hoorden we dat Jezus in zijn eigen dorp niet zo werd gewaardeerd.  “Is dat niet die timmerman? De zoon van Maria en de broer van Jacobus?” Er staat niet in de bijbel ‘Wie denkt ie wel dat ie is!’ maar dat is wel de strekking van het verhaal.

De voorganger kwam er tijdens de voorbereiding van de viering achter dat ‘By the rivers of Babylon’  van Don McLean ook heel goed bij de viering had gepast, maar dat kon niet meer worden gerealiseerd; daarom zong hij het zelf.  Benieuwd naar dit lied?  In 2016 schreef ik al eens een blog >>> over deze bewerking (en die van Boney M.) van Psalm 137.

De drie beroemde aapjes waar de viering  mee begon staan voor ‘Horen,  zien en zwijgen’, maar wij hoorden gistermorgen dat we weliswaar moeten horen en zien,  maar dat we daarbij niet moeten blijven zwijgen.  We moeten spreken.  Laat je als christen horen; steek om te beginnen niet onder stoelen of banken dat je bij een kerkgemeenschap hoort en probeer  door middel van je gedrag en door je woorden in gesprekken te laten doorklinken wat wij als christenen belijden.  Best een lastige opdracht in een maatschappij die zich juist steeds meer van het geloof lijkt af te keren. Huiswerk om over na te denken.

Op muzikaal gebied was het orgelspel van Erwin Wiersinga gistermorgen het mooist. Dat waren meer mensen met mij eens,  want na een geweldig uitgevoerd stuk dat hij tijdens de collecte speelde kreeg hij applaus; zeer ongebruikelijk in een viering, maar beslist verdiend. Ik ben niet zo klassiek onderlegd,  dus ik heb geen idee wat hij speelde, maar het klonk me als muziek in de oren! Benieuwd naar het stuk? Beluister dan de viering op kerkradio >>>(8 juli, Catharinakerk 09.30 uur).

(PS. Inmiddels weet ik van Erwin wat hij speelde:
Het was het a moll concerto van Vivaldi voor strijkers, door Bach bewerkt voor 4 clavecimbels en daar weer een orgelbewerking van.)

Reageren

8 juli: Drùk in het bos.

Nietsvermoedende fietsers die gisteren in de buurt van de dagcamping bij Vledder kwamen keken vreemd op: het was hartstikke druk in het bos! Dat kwam omdat de familie Waninge daar was neergestreken voor hun jaarlijkse familiedag. Een grote partytent,  wat statafels, een uitgezet volleybalveld en grote kleden met speelgoed voor de jongste kinderen. Het duurde even voordat iedereen er was. “Ja, de navigatie zei ‘bestemming bereikt’ maar toen stonden we midden in een heideveld op een landweggetje…..!”

In het begin van zo’n dag zitten de gezinnen eerst nog bij elkaar; in één hoek van de partytent zaten de drie zonen van Roelof en Ali op een rijtje in een flitsende outfit. Daar hoort een verhaal bij: twee van hen hadden een tijdje in Duitsland gewoond. Toen ook de jongste weer definitief in Nederland kwam wonen hadden ze elkaar dit als cadeau gegeven. Hoe origineel! (klik op de foto voor een vergroting, dan kun je de tekst lezen).

We hadden gisteren het mooiste weer van de wereld, daar hebben we met elkaar ontzettend van genoten.  De organisatie van het spektakel lag dit jaar bij het gezin van Gerards broer Jan en ze hadden het prima voor elkaar.  Er was een programma opgezet met voor elk wat wils. Een greep uit de mogelijkheden: een speurtocht door het bos,  flesjesvoetbal, kroegspellen (darten en spiekerhouw’n), klaverjassen,  rugby, en cuppen.  Bij het woord cup hebben de mannen van de familie Waninge heel andere asociaties; “Ik ben liefhebber van cup O” roept een zwager.  “Dat stiet veur onwies”. Een neef vult aan: “En dan he’j  ok  nog cup OL. Onwies large.” Daarna vertelt hij nog een mop over geblinddoekt cup-maat-raden. In die ietwat losgeslagen sfeer probeerden schoonzus Ali en ik ons te concentreren op een potje klaverjassen, maar dat lukte maar ten dele.

De dag verliep in grote harmonie.  Er werden spellen gedaan,  er werd aangemoedigd, met de kleintjes gespeeld, snoep,  chocola,  worst en kaas rondgedeeld en overal zaten kleine groepjes familieleden gezellig bij elkaar.  Een achterneefje van één jaar liep de hele dag van alles uit andermans tassen te pakken. Dan liep hij met een thermoskan te slepen,  of een zak kadetten, dan weer met een grote zak chips; hij bracht alles trouw naar papa en mama die vervolgens weer moesten uitzoeken waar het spul vandaan kwam.

Tussen de spellen door kon je ook nog meedoen met een aantal quizzen, o.a. het raden van personen op een twintigtal babyfoto’s van familieleden, die heerlijke discussies opleverden.  Lammie wist een aantal familieleden over te halen om met haar een Oud-Drents kwartet te doen. Wim zocht een kaart met een kleine tram naar Odoornerveen. Een trammechien. Uitgesproken als ’trémmechien’.  Wim noemde het ’trammeGIEN’. Ook de zin ‘Pikka en zien pietereuliekar’ uit het kwartet ‘Oet het leven van Bartje’ kwam er bij sommigen niet erg Drents uit. Dikke lol; gouden momenten aan een picknicktafel in het bos.

Rond vijf uur bracht een cateraar allerlei heerlijkheden voor een uitgebreide barbecue. De familie pakte een bord en bestek,  vormde al keuvelend lange rijen voor de barbecue en zwermde met hun volle bord weer in groepjes uiteen over het dagcampingterrein.

Terwijl enkele  familieleden al afscheid namen haalde Lammie nog een groot stuk elastiek te voorschijn en gingen we ouderwets elastiektwisten. Sommigen wisten nog precies hoe het ging en waanden zich weer op het schoolplein. We sloten de dag af met ouderwets touwtjespringen. Op “In spin…. ” en “Beertje, beertje draai je om”  kwamen ook nog jongeren aan het springen.

Topdag. Volgend jaar zijn Frea en Jon er vast ook bij. Misschien hebben onze dochters dan ook wel zulke T-shirts.. ..

Ieder jaar doe ik op mijn website verslag van deze familiedag. Benieuwd naar de vorige edities?
Klik dan hier voor het verslag uit 2014, daar onder vind je een overzicht van alle jaren.

Reageren

7 juli: Aaltje in een kasteel!

1e verdieping, 4e en 5e raam van links

Voor onze vakantie in de buurt van Berlijn huurden we een huisje in Ferch, 40 kilometer onder Berlijn, maar daar gingen we niet direct naar toe.  De eerste nacht van onze vakantie brachten we door in het super-chique hotel Schloss Tangermünde; een kasteel op de stadsmuur van een eeuwenoude Hanze stad aan de Elbe.
Vanuit onze kamer hadden we uitzicht op de rivier.
Tangermünde ligt in het voormalig Oost Duitsland en heeft in de Tweede Wereldoorlog geen schade opgelopen door bombardementen zoals veel andere oude Duitse steden.

Het middeleeuwse stadscentrum is nog helemaal intact,  inclusief de metershoge stadsmuur. Mensen,  ik raakte werkelijk niet uitgekeken: wat mooi.  Een kerk uit de 13e eeuw,  een historisch raadhuis, vakwerkhuizen uit 1600, een roemruchte geschiedenis met keurvorsten en keizers en een triest verhaal van het burgermeisje Grete Minde; haar standbeeld staat voor het stadhuis.

We kregen een stadsplattegrondje mee en dwaalden door de geschiedenis. We beklommen de stadsmuur of gingen er onderdoor door de verschillende poorten, bezochten de kerk met een biblia pauperum over de hele galerij  en aten een een zelfgemaakt/hausmacher ijsje bij een Kroatisch restaurant. We vergaapten ons aan kleine steegjes en oude Bauernhofen (waar nog zo’n binnenplaatsje in zit), ergerden ons aan de herberg Zum Post waar de stamgasten allemaal gezellig binnen zaten te roken en aten zalm met een gepofte aardappel met tzatziki-saus bij de plaatselijke Griek. Tangermünde is wel oud,  maar heeft zich sinds de muur is gevallen in een ramp tempo aangepast aan de Westerse cultuur.

Terug naar het hotel.  Tot 1989 was het in gebruik als kinderziekenhuis. Na ‘die Wende’ kwam het leeg te staan en dreigde het,  met de bijbehorende gebouwen,  te verpauperen. Met wederopbouwgeld van de regering werd van het oude kasteel een modern hotel gemaakt. Met daarbij huizen die je kunt huren,  een wellness centrum en een conferentieoord. De inrichting was klassiek, glimmende, gelakte meubels,  dikke gordijnen,  bloemenbehang en kroonluchters.
Daar lag Aaltje in het grote hotelbed: ik kon eerst niet slapen van pure opwinding. Mijn fantasie gaat dan volledig met me aan de loop.

De volgende morgen gingen we zwemmen in het overdekte zwembad. In de kast stond voor ons beiden een grote tas met een zachte, badstoffen badjas, een paar handdoeken en stoffen sloffen.

Kijk mij nou……

Reageren

Pagina 2 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén