O, wat moet ik hard werken voor het projectkoor van Wim Opgelder. (zie Hoch und weit (1) van 5 september >>>). Regelmatig zit ik met de map op schoot lastige riedeltjes te oefenen. Hard werken moeten we ook op de koorrepetities op zondagavond.
Wim gaat er van uit dat we de noten allemaal kennen, dus op de repetities wordt veel gezongen en bijgeschaafd en worden er aanwijzingen gegeven over hard, zachter, uitspraak enzovoorts.
Natuurlijk loopt het niet gelijk allemaal soepeltjes. De eerste keer dat we de cantate ‘Nun danket alle Gott’ zongen was het een kakofonie van stemmen en door elkaar heen lopende zinnen en melodieën. We lachten wat toen we (ook niet allemaal tegelijk) bij het eind aankwamen, maar Wim riep positief: “Er zit wel al wat, mensen!” Ik zag boven menig hoofd denkbeeldige vraagtekens staan.
Wim geeft originele aanwijzingen. Een bloemlezing:
– “Bij die noot/dat woord moet je je gehemelte optillen”. Huh?
– ” Dit zijn toch loopjes waar iedere bas van droomt”.
– “Alle noten in die zin mogen wel op dieet.” Wim bedoelt: minder zwaar zingen.
– “Zing bij dat ‘Strei-hei-hei-hei-heit’ maar geen ‘hei-hei-hei’ maar ‘ha-ha-ha’. Dat is dan trouwens wel weer in tegenstelling met het woord Streit.”
– “Sopranen: laat dat frö-hö-hö-hö-lig eens klinken als een ping-pong-balletje.”
De sopranen mogen ook niet klinken als een fietspomp. “Ik heb geen belang bij piepende sopranen!” Mochten wij als alten al zelfgenoegzaam achterover hangen na zo’n opmerking, dan wordt dat even later wel weer afgestraft als wij een hoge ‘e’ moeten zingen en blijkt dat Wim ook niet zit te wachten op piepende alten. Ik playback die paar woorden wel; ik klink bij die ‘e’ namelijk zelfs niet meer als een fietspomp….meer als mijn favoriete Disney-figuur Madam Mik Mak en daar zit helemaal niemand op te wachten.
Hard werken dus. Maar ook ontzettend genieten! ‘Machet die Tore weit’ van Teleman, ‘Ich freue mich im Herrn’ van Homilius en de kantate ‘Nun danket alle Gott” van J.S. Bach.
(beetje idee krijgen van waar we mee bezig zijn? Hierbij een link naar een uitvoering van het laatste stuk van Bach). Complexe muziek maar o, zo mooi om te zingen
Nu ik niet meer bij de cantorij zing haal ik m’n hart op aan die zondagavonden vierstemmig zingen. Zelfs het inzingen is leuk: niet te lang met op het eind een maffe canon.
Na een hele avond veel kleine nootjes en veel lastige riedeltjes sloten we afgelopen zondag de repetitie af met “Ich freue mich im Herrn’ dat er al redelijk goed in zit.
‘und meine Seele ist freuheuheuheuheuheulig in meinem Gott!’
We gingen helemaal fröhlich naar huis.
Wim Opgelder
wat zeg ik maffe dingen. . .ik ben het me niet bewust.
Alles in het belang van een mooie uitvoering!!
Ook bij dit project wordt er hard gewerkt, maar gelukkig ook veel gelachen. . .