Al een week of wat ga ik op vrijdagmiddag weer naar het yoga-klasje bij Trijntje Hagenauw in Roderesch. De naam is inmiddels iets veranderd; het heet nu Fysi-Yo-Lates. Yoga/pilates vanuit fysiotherapeutisch perspectief. Dat betekent dat de oefeningen kenmerken van yoga, pilates en de oefentherapie vanuit de fysiotherapie hebben.
Goed bezig dus, iedere vrijdagmiddag.

Afgelopen vrijdag, tijdens de laatste ontspanningsoefening, kwam ik mezelf/mijn lichaam behoorlijk tegen. Bij een ademhalingsoefening moesten we ons voorstellen dat we de uitademing via het borstbeen lieten gaan. Dat moest je proberen te visualiseren, adem uit door je borstbeen heen. Maar dat kon ik helemaal niet. Het leek wel of er een blok beton op mijn borst lag. Mijn ademhaling blokkeerde en er kwamen tranen.

Nou ja zeg! Ik probeerde me te concentreren op de rest van de ademhalingsoefeningen, maar in mijn hoofd tolden de vragen rond. Wat gebeurde er nou net? Waarom lukte die oefening niet? Heeft dat misschien te maken met het litteken van de hartoperatie?
Na afloop vroeg ik het aan Trijntje. Die bevestigde dat dat inderdaad te maken heeft met mijn blik op die operatiewond. Die mag er namelijk niet zijn. Het heeft heel veel pijn gedaan, het doet soms nog pijn, het is lelijk en ik besteed er geen aandacht aan. Helemaal niet. Het zit verstopt onder mijn kleren en ik heb het er niet over. Het litteken is er, maar ik deed er verder ook niks aan. Revalideren is ‘gewoon weer gaan met die banaan’.

Trijntje adviseerde mij om toch iets te doen met de signalen die ik vrijdagmiddag kreeg.
‘Probeer iedere dag even met je ademhaling met aandacht naar dat gebied te gaan, wees eens lief tegen dat wondgebied. Het heeft tenslotte wel je leven gered.’
Zaterdagmorgen deed ik mijn dagelijkse yoga-oefening en ik had me voorgenomen deze tip van Trijntje iedere dag in te voegen in de yoga-sessie.
En ongelofelijk: op het moment dat ik weer met mijn ademhaling naar dat gebied ging kwamen de tranen vanzelf. Verdriet.

Aan de koffie vertelde ik de kinderen wat me was overkomen en ze reageerden heel lief en begripvol. En niemand vond het raar, sterker nog: het verbaasde ze niet. Ik kreeg van hen een flesje cacao-boter om de wond mee in te smeren zodat de huid wat soepeler wordt en het litteken misschien nog wat kan vervagen. Het is wennen voor mij. Tijdens de revalidatie is er vanuit het ziekenhuis geen aandacht besteed aan de wondverzorging,  dus ik heb het heel lang moeilijk gevonden om het überhaupt aan te raken; ook is het nog steeds wel gevoelig.

Zaterdag kocht ik Calendula, een crème die speciaal bedoeld is voor littekenverzorging. Naast de dagelijkse ademhalingsoefening ga ik ook iedere dag smeren.
Met liefde en aandacht.
De operatie heeft tenslotte wel mijn leven gered.