een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: april 2019 Pagina 1 van 3

30 april: Vreeswijk? Of Vrieswijk?

Vorige week kreeg ik een app van Frea met een link naar een nummer op Spotify.
Het heette ‘Veronica’ en het werd uitgevoerd door My Bubba >>>, een Scandinavisch folk-duo.

Toen ik het beluisterde bleek het een Engelse versie te zijn van ‘Veronica’, in de jaren ’70 een nummer van Cornelis Vreeswijk. Dat lied kon Frea niet kennen, want die is  geboren in 1986, maar het bleek dat ze het kende uit mijn muziekmap met liedjes (mét gitaargrepen er bij) die ik vroeger zong.

Toen Vreeswijk bekendheid kreeg in die tijd gaf dat nog wel even wat reuring in mijn omgeving. Mijn vader heette namelijk Cornelis Vrieswijk.
“Is dat familie van jullie, die Cornelis Vrieswijk van ‘de nozem en de non’?”
“Nee, want die zanger heet Vreeswijk.
“Die Vreeswijk die ‘Veronica zingt hè, is die…..?”
“Nee, wij heten VRIESwijk!”

De eerste Franse les op de HAVO in Assen vergeet ik om die reden ook nooit.
Bij het rondje voorstellen vroeg de leraar (meneer Wight) aan mij: 
“Ada Vrieswijk? Ken jij Cornelis Vrieswijk?”
“Ja, dat is mijn vader.”
“Oh ja!?!? Die zanger?!?”
“Nee, die heet Vreeswijk…”
Grote hilariteit in de klas.
Ik zat met het schaamrood op de kaken, terwijl die leraar het niet goed zei.
Vanaf die eerste les vergat niemand mijn achternaam.

Bovenstaand verhaal flitst dan in drie seconden door mijn brein als ik het liedje afluister dat Frea mij stuurde.
Ik stuurde haar de versie van Vreeswijk.
“Vond opa ook mooi…..”

Even een muziekmomentje met één van de dochters.
Vinnikleuk.

Luister hier naar de uitvoering van My Bubba >>>.
Vreeswijk ook nog even horen? Klik hier: Cornelis Vrieswijk eeeh… VREESwijk>>>

Reageren

29 april: Lichtdrager in het kleine hoekje van ons eigen leven.

“Dit krijg ik allemaal nooit in één blog” dacht ik gistermorgen na de overdenking van dominee Harm Jan Meijer.
De viering van onze PKN-gemeente was deze zondag in de Catharinakerk. In het schip ontwaarden we vrienden van ons uit Bovensmilde. Die waren te gast bij ons in de kerk omdat hun schoonzus (die in Roden woonde) was overleden, haar overlijden werd vanmorgen afgekondigd.
Met de afscheidsviering van Jan deze week nog op ons netvlies beleefden we deze kerkdienst anders dan op een ‘gewone’ zondagmorgen.

We hoorden het verhaal van Jacob, die na het bedriegen van en de ruzie met zijn broer Ezau moet vluchten. “Hij staat voor een afgrond” vertelde de dominee “en wat betekent het geloof dan voor hem?”

Wat betekent het geloof voor ons? Als het goed gaat met ons is het niet moeilijk om ons geloof te belijden. Maar als het ineens heel slecht gaat? Als je plotseling voor een afgrond staat?  De voorganger nam ons mee naar wat hij deze week had gelezen. Over het interview met de dochter van Johannes Post. Een verzetsheld met een groot Godsvertrouwen, maar afwezig als vader. Wanneer doe je het goede als christen?

Zoals ik al schreef in de eerste regel: deze preek is niet samen te vatten in een blog van 500 woorden. Het was een indringend verhaal, waarin veel dingen werden aangestipt waar ik over na moet denken. Zoals de opmerking over de miljoenen die binnenstromen voor het herstel van de Notre Dame, terwijl er wereldwijd zoveel armoede en onrecht is.
Wat stralen wij als christenen daarmee uit?
En wat de voorganger zei over het individualisme en het materialisme in onze maatschappij. Hoe belangrijk is het om anderen te kunnen vertellen dat je kinderen goede banen hebben en grote huizen kunnen laten bouwen?
Het schuurde, het verhaal van gistermorgen.

Wat nam ik mee uit deze viering?
Dat ‘ieder voor zich’ niet een goede ontwikkeling is in onze maatschappij.
Dat God liefde is en dat wij die liefde belichamen.
Als mensen vormen wij voor elkaar een onzichtbaar vangnet dat onder de afgrond wordt gespannen, zodat we niet te pletter vallen.

In het dankgebed gebruikte de predikant de zin: “Dat wij lichtdrager mogen zijn in het kleine hoekje van ons leven.’
Voor mij de essentie van mijn geloof.
Ubi caritas, deus ibi est >>>
Waar goedheid en liefde heersen, daar is God.

Wil je deze viering ook graag beluisteren?
Dat kan via Kerkomroep >>>
Roden, Catharinakerk, 28 april, 10.00 uur.

Reageren

28 april: Koningsdag & wortelstamppot.

“Ga je nog wat doen op Koningsdag? ” vroeg mijn collega vrijdagmorgen toen ik haar een goed weekend wenste.

Ga je nog wat doen? Deze collega ken ik nog niet zo lang; die weet nog niet dat ik een koningshuis aanhanger ben. Ik vertel haar van de vlag, de oranje tompoezen, twee en een half uur televisie kijken met koffie, kinderen en een hoop commentaar, van de vrijmarkt in Roden en de oranje wortelstamppot. En dan heb ik de NOS-samenvatting en Blauw Bloed van zaterdagavond nog niet genoemd. Dat ga ik doen.

Mijn collega sprak zich niet uit,  maar lichaamstaal doet ook veel.
Zij moest met haar kind naar de vrijmarkt en daar keek ze niet echt naar uit.
Zo beleeft iedereen deze nationale feestdag op zijn eigen manier.

Frea en Jon waren dit jaar sinds 7 jaar weer in Nederland en genoten van de hierboven beschreven dag. Toen we na de vrijmarkt aan de thee zaten bekeken we de eerste familieband  die we ooit maakten met video-opnames uit 1994 en 1995. We hebben nu immers weer een videorecorder die het doet! Carlijn was toen een half jaar,  Harriët 5 en Frea net 8. Wat een feest om zo’n oude video met het hele gezin te bekijken.
Wat hebben we veel om met dankbaarheid op terug te kijken.
Maar soms was het ook confronterend.
Het 35-jarig huwelijksfeest van mijn ouders stond ook op die band.
Met de hele familie een middag kegelen met kinderen, broers/zwagers en (schoon)zussen. Een zaal vol ooms en tantes en wat hadden we een lol met elkaar.  Mijn broer en ik, allebei dertigers, zaten naast elkaar te ginnegappen; de Vrieswijken en de Boelens zaten gemengd aan lange tafels, troefden elkaar af als het ging om kegelprestaties en tetterden en schetterden vrolijk door elkaar heen.
“Daar heeft ook iedereen zo’n lol en zo’n lawaai, net als bij ons altijd!’ constateerden onze dochters.
“Ja, het is immers ook familie van ons.”
Zij dachten dat die luidruchtige herrie alleen van de Waninge-kant kwam….

Maar naast al die vrolijkheid zag ik tafels vol mensen die er niet meer zijn.
Van de hele groep die we zagen lachen en praten zijn er nog 5 over, waarvan één in een beschermde woonvorm woont. Met de begrafenis van broer Jan in mijn achterhoofd zag ik ineens onze dierbare huidige familiekring.
Wij waren dit jaar 36 jaar getrouwd.
Over 25 jaar……

Kwetsbaar zijn we.
Daar zijn we goed van doordrongen.
Daarom koesteren we onze familie- en vriendenbanden.
Daarom vieren we alle verjaardagen en jubilea en daarom zoeken we elkaar als gezin regelmatig op.
Gistermiddag zaten we met z’n achten aan de oranje wortelstamppot.
Leve de koning!

Reageren

27 april: Goed gevoel in 1872.

Als ik thuis de lunch gebruik  lees ik, al etend, de teksten op de verpakkingen van broodbeleg etc.  Daar moet je niet te veel bij nadenken en dat doe ik meestal ook niet,  want het is altijd baarlijke nonsens om de verkoop van het product te stimuleren.

Maar op het pak karnemelk staat een jaartal.
1872.
Mijn ‘ geschiedenis-genen’  worden getriggerd door jaartallen.
Wat was er dan in 1872?
Ik citeer: “Al sinds 1872 willen we elke dag bijdragen aan een goed gevoel.  Samen met onze koeien natuurlijk.

Dat geloof je toch niet? Wie gelooft dat nou!
In 1872 hadden ze toch nog nooit van ‘een goed gevoel’ gehoord….
En ‘onze koeien’ al helemaal niet.
Waarom zet je dit soort non-informatie op een pak karnemelk?

“Ja,  maar dat moet je niet zo lezen”  zei Carlijn.
Er staat eigenlijk: ‘Sinds 1872 bestaat onze melkfabriek en verdienen wij daar geld mee…’

Ja kind,  zo is het inderdaad.
Er zou eigenlijk moeten staan: “Sinds 1872 bestaat onze melkfabriek en verdienen wij geld met melk die gegeven wordt door koeien van boeren wiens melk wij afnemen voor een minimum prijs. Wij maken vette winsten met luxe zuivelproducten  waar onwetende consumenten te veel voor betalen omdat wij ze een rad voor de ogen draaien door in te spelen  op hun goede gevoel.”

Steeds als ik die tekst met het jaartal zie denk ik: stom.
Ben ik nou de enige die het zo ervaart?

Bij die melkfabriek zitten dure reclamejongens die dit soort teksten bedenken.  Wat mij betreft slaan ze de plank volledig mis.  Hou daar eens mee op.  Deze karnemelk kocht ik destijds niet vanwege de wervende teksten op het pak,  maar omdat mijn moeder het heerlijke karnemelk vond.

Zet gewoon op het pak: lekkere romige karnemelk.
IJskoud de lekkerste.
Aanbevolen door oma Vrieswijk.

De pakken vliegen de winkel uit; mark my  words.

Reageren

26 april: Een ‘Opa-Knuffel’.

Eind vorige week schreef ik onder de titel ‘Een krater‘ over het overlijden van Gerards broer Jan; gistermiddag was zijn begrafenis in de Protestantse Kerk in Hoogersmilde.
Een klein kerkje; daar konden die honderden mensen die verwacht werden niet allemaal in, dus er waren voorbereidingen getroffen. In de aangrenzende zalen waren grote schermen neergezet zodat mensen de viering konden volgen en buiten op het gras stonden  partytenten met statafels waar men ook naar de viering kon kijken.
Iemand vroeg: hadden ze dan niet beter uit kunnen wijken naar de Koepelkerk in Smilde?
Nee.
Wij namen afscheid van Jan als onze broer/zwager, zijn gezin nam afscheid van hun man/vader en opa. In de viering werd Jan gekenschetst als trouw, vasthoudend, een rots in de branding, een voorbeeld, een gezinsman, iemand met een groot verantwoordelijkheidsgevoel, maar ook als iemand die genoot van het leven in al zijn facetten. Er kwamen talloze foto’s voorbij waarop zijn leven in beelden voorbij kwam.

In de dankdienst zongen we liederen die Jan zelf had uitgezocht. Het was een wonderlijke mengeling van psalmen, opwekkingsliederen en evangelische liederen. We zongen zelfs een Drentse versie van het lied van Huub Oosterhuis, ‘De steppe zal bloeien’, vertaald door Renate Bolhuis als ‘Het onlaand zal bluien’.

De manier waarop het gezin afscheid nam van Jan was ontroerend en indrukwekkend.
Alle vier kinderen hadden een stukje tekst ingesproken over wat hun vader voor hen betekend had.
Samen droegen ze hem de kerk binnen, samen droegen ze hem de kerk uit, samen begeleidden ze hem naar zijn laatste rustplaats.
Hennie, Gerard’s zus, sprak namens de broers en zussen en haalde enkele herinneringen op. Na het overlijden van oudste broer Henk in 2011 veranderde de plaats van Jan in het het gezin.
“Maar eigenlijk is die plaats niet zo belangrijk ” zei ze. “We doen de dingen altijd samen.”

De twee kleinkinderen, vier en drie jaar oud, droegen ook hun steentje bij.
Ze hielpen mee de kist naar binnen en naar buiten duwen, er lagen mooie tekeningen naast Jan en op de kist hadden ze met verf een handafdruk gemaakt, zodat er voor op de kist twee knalrode en twee gifgroene handjes stonden.
Ds. Donker vertelde een speciaal kinderverhaal in de viering.
Er waren eens twee jongetjes, Peter en Matthijs, die verdrietig waren omdat hun opa was overleden.
Mama zei dat opa nu in de hemel was en toen het avond was gingen ze met z’n tweeën voor het raam staan om naar de hemel te kijken. De buurvrouw zag hen en vroeg de volgende dag wat ze zo laat nog voor dat raam deden? 

“Kijken of we opa ook zien in de hemel.” zeiden de jongetjes.
De buurvrouw constateerde dat ze opa wel heel erg zouden missen.
Zij wilde wel een knuffel voor hen maken. Een ‘Opa-knuffel’. 

“Dan moet hij wel grote oren hebben” vonden de jongens “want Opa kon altijd goed luisteren ” “Ja, en ook een lange slurf, want hij kon mooie verhaaltjes vertellen”.
“Hij moet ook een sjaal om, want als we naar buiten gingen naar de dieren was het altijd koud.”

Toen haalde de dominee twee olifantenknuffels van de preekstoel en gaf de jongens elk een eigen ‘Opa-knuffel’. Met grote oren, een slurf en een sjaal om.

Dag ‘grote broer’.
Net als Lammie, je kinderen en je kleinkinderen zullen we je ontzettend missen.

Reageren

25 april: ‘Het huis in de vallei’ van Roisin McAuley

In mijn boekenkast lag een boek waarvan ik niet meer weet waar het vandaan komt.  Gekocht bij Het Goed ? Op de Roderboekenmarkt? Geleend van iemand? Ben jij die iemand? Geef me dan even een seintje.
Het heet  ‘Het huis in de vallei’ en het is geschreven door Roisin Mc Auley.
Op de achterflap staat:
Vier mensen.
Drie geheimen.
Twee liefdesverhalen.
Eén huis.

Als je op internet naar de schrijfster zoekt, dan wordt ze vergeleken met Maeve Binchy; die kenmerkende stijl van verschillende verhaallijnen die soms bij elkaar komen vind je inderdaad terug in dit boek.
We maken kennis met twee vrouwen: Diana,  een vrouw van 62 die met haar broer Henry in een oud Engels landhuis woont en met Louise,  een vrouw van 40 die succesvol is in de filmindustrie. In de hoofdstukken wordt het verhaal verteld vanuit de twee hoofdpersonen: Diana maakt zich zorgen om de staat waarin hun huis zich bevindt (er is geen geld voor het repareren van het dak)  en Louise is op zoek naar een oud Engels landhuis om het te gebruiken als decor voor een nieuwe film.  De verhaallijnen raken elkaar en ook de verhalen van de mensen in de omgeving van beide dames vermengen zich.

Het was een aangenaam boek.  Eind goed, al goed.  Wat ik bijzonder vond waren de dingen die ik las over de strijd in Noord Ierland tussen de protestanten en katholieken en de rol van de Engelsen daarin. De mooie sfeertekening van de voorbereidingen voor de kerst in Engeland.  Het schier onoverbrugbare verschil tussen de oude Engelse adel en de andere sociale klassen.

Minder goed vond ik de vele ‘bijrollen’, hun namen en verhalen, waardoor ik soms dacht “Wie is dit nou weer.. .! ” Ook vond ik het jammer dat er niet meer werd prijsgegeven over het huis. De personen hadden geheimen,  maar het huis niet.  Geen eeuwenoude spookverhalen,  geen griezelige kamers en geen ‘lijken in de kast’; maar dat is geen tekortkoming maar meer een gemis dat ik heb gevoeld omdat dat nu eenmaal verhalen zijn waar ik van smul.

Maar ook zonder deze specifieke enge verhalen heb ik erg genoten van dit verhaal.
Voor mij blijft dit voor altijd verbonden met onze gezinsvakantie in Lanzarote, ons eigen romantische verhaal na 36 jaar.
In het vliegtuig op de heenweg,  aan de rand van het zwembad en op onze eigen kamer.
De laatste 50 pagina’s las ik op het vliegveld van Arrecife.

Reageren

24 april: Het sprookje van de versmaadde videobanden.

Er was eens een vrolijk gezin in Drenthe: papa, mama en drie dochtertjes. Toen de kindjes klein waren kregen ze op hun verjaardag vaak een Disneyvideo kado, want ze hielden erg van samen naar een mooie film kijken. Op zaterdagavond was het altijd feest; dan kregen de meisjes een glas yogidrink en een bakje chips en dan keken ze samen naar een film. Assepoester. Of Dombo. Of Alladin. Er waren zoveel films dat ze iedere week een andere konden kiezen.

De videorecorder en de videobanden kregen in het nieuwe millennium concurrentie van de dvd-speler en de bijbehorende dvd’s. Heel langzaam verdwenen de videobanden naar de achtergrond en op het laatst stonden ze te verstoffen in een televisiekastje op een slaapkamer. Heel af en toe werd er nog eens eentje naar beneden gehaald om aan de nostalgische gevoelens van de dochters te voldoen.

Op een kwade dag ging de videorecorder stuk en konden de banden niet meer afgespeeld worden. Maandenlang keek niemand er nog naar om, tot de papa van het gezin rücksichtlos aan het opruimen ging.
“Die banden kunnen wel weg; doen we niks meer mee!”
Dat ging de mama toch wel aan het hart.
Er waren zulke mooie herinneringen verbonden aan die banden.
En ze waren toen ook best wel duur……
“Eerst maar aan de meiden vragen of zij er iets mee kunnen”.
“Wat moeten we er mee als we geen videorecorder hebben?”
Dat was eigenlijk wel een goede vraag.
De banden werden in tassen gepakt en naar Het Goed gebracht.

Maar sprookjes lopen altijd goed af…..!
Bij Het Goed wilden ze de banden bij de innamebalie niet hebben.
“We kunnen ze aan de straatstenen niet kwijt, meneer.”
Meneer in kwestie liep nog even de winkel in en wat vond hij daar tot zijn grote genoegen?
Een videorecorder die het nog deed.
Toen hij thuiskwam sloot hij de video-recorder aan op de TV en enkele minuten later zagen de papa en de mama Simba uit ‘de Leeuwenkoning’ met z’n vader op het televisiescherm verschijnen.
De tas met videobanden staat nu weer op een slaapkamer.
Heel af en toe wordt er nog eens eentje naar beneden gehaald om aan de nostalgische gevoelens van de dochters te voldoen.
En ze leefden nog lang en gelukkig.

Reageren

23 april: Roodborstje. Everzwijn. Neushoorn.

Eerste Paasdag waren we te gast bij dochter Harriet in het kattenoppashuis in Enschede.
(Hoe dat zo komt? Lees ‘Bed & Breakfast’ maar dan anders’>>> uit 2016)
Frea , Jon en Wim waren er ook, Carlijn en Cees waren elders beschäftigd. We konden lekker buiten zitten en hebben genoten van het gezinssamenzijn. Iedereen nam wat mee en ervaring leert dat je dan altijd meer dan genoeg hebt.  Frea  maakte een frisse salade,  Harriët kookte een pan heerlijke soep en ik had een hartige taart mee.  Zonder spekjes,  met oude kaas.

Zoever op vogeltjesjacht.

Wijntje, toastje,  kaasje; we waanden ons weer in Italiaanse sferen.
Kat Zoever wentelde zich in de aandacht en scharrelde wat in en rond het huis.
’s Middags las ik de zaterdageditie van de krant en vonden we dat nog wel even moesten bewegen.
We haalden een Italiaans ijsje op de markt (yoghurt-passievrucht!) in Enschede, dat we opaten op de trappen van de Sint Jacobus kerk op het Marktplein. Bijna niets in Enschede is heel oud, omdat in 1862 bij een grote stadsbrand het hele centrum is verwoest. Maar oud of niet, ik wilde toch graag even naar binnen kijken. Wat me opviel was de lichtinval door kleine ronde ramen in een koepel op het dak. Het gaf een bijzonder effect: stralenbundels die naar binnen schijnen. Op Wikipedia>>> vind je een foto hiervan.

Met z’n allen om de grote keukentafel was het ouderwets gezellig.  We haalden herinneringen op aan vroeger en benoemden het spelletje “laatste letter wordt eerste letter” Dat deden we wel eens met dierennamen.
Jon had geen idee wat we bedoelden; voor we het wisten zaten we er middenin.
Aap.
Paard.
Dromedaris.
Jon spreekt al heel goed Nederlands, maar bij dromedaris keek hij vragend rond.  In het Engels kan een ‘camel’ één of twee bulten hebben.
Er passeerden heel wat dieren de revue waarbij Jon de wenkbrauwen optrok.
“This is a lesson for me.”

Bij de L probeerde ik hem een beetje te helpen: een blauw insect?
“Dragonfly? Dat is niet met een L.. ” Hij kent het woord libelle niet.

Op de terugweg in de auto werd het spel nog even voortgezet. Toen Jon voor de zoveelste keer een dier met een S moest bedenken kwam hij er niet meer uit.  Frea opperde: “Weet je wat?  Een fabeldier  mag ook.”
“Sfinx!” riep Jon.
Mmmm. Een dier met een X.
“Een Xenotaurier Rex!  Een dinosaurus die alleen maar vreemde dieren eet….”

Dat heb je dan op de achterbank zitten; toen we Frea,  Jon en Wim op het station in Groningen hadden afgezet reden we in stilte naar Roden.
We zijn niet meer zo gewend aan kinderen op de achterbank…..

Reageren

22 april: Wát voor bloemen?

Met Pasen had ik boerenkoolbloemen voor het raam staan.
Wát voor bloemen?
Boerenkoolbloemen.

Dat kwam zo.
Maandag de 15e had ik een bosje potloodnarcissen meegenomen om voor pasen wat bloemetjes in de vensterbank te hebben, maar dat was een flut-bosje.
De bloemetjes kwamen niet goed uit, werden bruin en slap en bekijken nu de binnenkant van onze GFT-container.

Bij ons in de groentetuin staan nog wat restanten boerenkool en met het warme weer van de afgelopen dagen is die enthousiast gaan bloeien. Boerenkool-kerstbomen met gele bloemen.  “Die zijn ook geel” dacht ik; ik knipte vier bloemen af en zette ze voor het raam.
Geen narcissen maar bloemkoolbloemen.
Kan best.

Reageren

21 april: Een krater.

Vorige week schreef ik over de bijzondere kerkdienst in Hoogersmilde.  Toen vertelde ik “sinds december is Jan ernstig ziek;  hij heeft een agressieve  vorm van maagkanker en vecht voor zijn leven.

Op woensdag 10 april was hij met zijn vrouw Lammie en twee van hun kinderen naar Keulen afgereisd voor een ‘laatste strohalm-behandeling’. Het zou zwaar worden,  maar Jan had zijn hoop gevestigd op deze behandeling. Het is niet goed afgelopen; zijn lichaam kon de behandeling niet meer aan.  In de nacht van woensdag 17 op donderdag 18 is Jan overleden.

Met Jan en Lammie op onze reis naar Canada-juni 2017

Verslagen zaten we als broers en zussen op vrijdagochtend bij elkaar.
We stelden een advertentie op.
“Met verslagenheid hebben wij kennis genomen van het overlijden van onze geliefde,  sterke broer,  zwager en oom….” M’n maag deed pijn toen ik het bericht had uitgewerkt en zijn naam zwart op wit in de tekst zag staan.

Niet te bevatten.
Onze Jan.
Overleden.

Mensen die mijn blog volgen weten dat ‘familie’ een grote rol speelt in ons leven. In de advertentie hebben we de zin “wij zullen hem missen in onze familiekring” laten opnemen.  Dat is mooi Nederlands voor ‘ zijn overlijden veroorzaakt een krater in onze familie, we kunnen hem niet missen. ‘

Het Paasweekend stond voor ons helemaal in het teken van Jan’s overlijden. Natuurlijk: de cantorij zong op Goede Vrijdag en Eerste Paasdag, Het waren mooie vieringen,  maar m’n hoofd was ergens anders.  We hebben met ons gezin bij elkaar gezeten en ons gerealiseerd hoe moeilijk deze Paasdagen voor Lammie en de kinderen moeten zijn.

Wat fijn dat we zondag de 14e  die viering nog hebben kunnen opnemen. Die zondagavond hebben Jan en Lammie  in Keulen die kerkdienst nog bekeken en beluisterd.  Ze bedankten de initiatiefnemers er later voor,  ze hadden het bijzonder gewaardeerd.  Jan heeft de Paasviering niet meer mee mogen maken. Hij is gestorven in de vaste overtuiging dat in het huis van zijn Vader vele woningen zijn en dat er voor hem ook een plaats bereid was.

Wij moeten verder zonder hem; donderdag nemen we afscheid van hem in de kerk in Hoogersmilde.  ‘De kerk waarin we al zoveel met elkaar hebben meegemaakt ‘ schreef ik vorige week.

Dopen,  trouwen,  begraven.

Momenten in ons leven die we markeren met een viering in de kerk.
Lachen,  huilen,  elkaar vasthouden; deze vorm van religie is voor ons van toegevoegde waarde in ons leven.
Menigmaal de waarde van de dag.

Reageren

Pagina 1 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén