een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: mei 2019 Pagina 1 van 4

31 mei: Nederlands maar dan anders (11)

In de media hoor ik regelmatig dingen waarvan men niet meer weet dat het fout is.
Bij de metro-aanslag in Utrecht pleitte men voor ‘open transparantie’ bij de berichtgeving over de dader.
Over diezelfde dader werd gezegd dat hij op vrije voeten liep.

Bij Jinek ging het er over of iemand nou wel of niet beledigd was.
“We moeten gewoon niet zulke lange vingers hebben.”

Uitslaande brand, de vlammen slaan je uit, het vuur grijpt om zich heen: brand kun je op veel verschillende manieren omschrijven.
Volgens een verslaggever van de NOS ‘slaan de vlammen om zich heen’ bij de brand in de Notre Dame.

Jeroen van Inkel is er ook weer bij deze keer.
Op een morgen riep hij “Dat gaat helemaal  uit de klauwen escaleren in Amsterdam!’

Vriendin van Carlijn verzon onbedoeld een geheel nieuwe  variant van op een houtje bijten: “Toen moest ik van nood op een takje knagen.”

Collega Jacquelien vertelde een mooi verhaal over het lied ‘mien toentje’ van Ede Staal.
Hij zingt daarin ‘Mien waikschildebonen dei kommen zo slecht op”
Tuinbonen bedoelt Ede.
Maar een vriend van de familie die niet uit het Noorden kwam dacht te horen “Mien waif schilt de bonen!”en zong dat ook luidkeels met Ede mee.

Via internet volg ik het twitteraccount van Merel Morre ( zie >>>)
Zij benoemt soms zulke leuke dingen:
“Homosexuele priester op non-actief.
Verwarrend…..totdat je het koppelteken ziet.”

Op de cantorij hoorde ik dit verhaal van collega-alt Ilse. Haar dochter had vroeger toen ze nog thuis woonde het gevoel gehad dat de andere gezinsleden haar uitlachten.   “Jullie lachen achter mijn vuistje! ”

Van Harriët hoorde ik dat Cees van het woord ‘krochten’ hele enge wezens had gemaakt.
“Ik heb dit uit de gedrochten van de kelder gehaald.”

Jon maakte een prachtig nieuw Nederlands woord.
Hij vertaalde het Engelse apparently (in het Nederlands klaarblijkelijk/blijkbaar ) als apparentelijk.

Soms wordt iets zo vaak verkeerd gezegd dat het een ‘running joke’ wordt.
Bij tapas ligt de klemtoon op de eerste lettergreep.
Tápas moet je zeggen.
Maar ik zei het steeds fout toen we bij ‘Bodega-Y-Tapas‘ gingen eten met de Franse les.
En natuurlijk werd ik voortdurend verbeterd, eigenwijs als we allemaal zijn.
Inmiddels weet ik het.
Tápas.
Maar tegenwoordig zeg ik het expres verkeerd om een reactie uit te lokken.

Dit weekend nog zei ik tegen Harriët en Cees: “Gaan jullie tapás eten, leuk!”
“Tápas” riep Jon.
“Weet ze wel ‘ riep iemand landerig.
Jon: “O. Dat is dan nu een lopend grapje”.

Heerlijk.
Nederlands, maar dan anders.

Klik hier >>> voor het blog Nederlands maar dan anders deel 10, daar vind je ook linken naar de delen 1 tm 9. Kijk ook nog even op het instagram-account Treintaal. We moesten hardop lachen bij een prachtige verbastering van een spreekwoord: ‘” Ze hebben het in de stoofpot gestopt!”

Reageren

30 mei: Eérst het boek, dan de film.

Op de Roderboekenmarkt in 2018 kocht ik het boek ‘Pogingen iets van het leven te maken’; de belevenissen van Hendrik Groen in een tehuis voor ouderen.
De avonturen van Hendrik had ik ook al gezien in de serie met o.a Cees Hulst en André van Duin (zie Hendrik en Evert >>>).
En weer werd ik bevestigd in mijn opvatting: ‘eerst het boek lezen, dan de film zien’.

Het is een leuk boek.
Het is een grappig boek.
Het is onderhoudend geschreven en het zet je aan het denken over ouderenzorg.
Maar…… ik weet al wat er komt.
De mensen die dit boek bevolken hebben al een uiterlijk, dat hoef ik niet meer in mijn hoofd te verzinnen.
De televisie-serie is natuurlijk niet helemaal letterlijk uit het boek overgenomen, maar het komt wel voor een groot deel met elkaar overeen.

Het boek heb ik maar voor een kwart gelezen.
Toen legde ik het weg: ik weet het allemaal al.
Jammer, maar niet onoverkomelijk.
Het geheime dagboek van Hendrik Groen zit weer in een kartonnen doos waar op staat: ‘Roderboekenmarkt’.
Ga je daar ook heen eind 2019?
Koop dit boek dan niet als je de TV-serie al hebt gezien……

In het najaar van 2019 komt er een tweede serie over Hendrik en Evert.
Het is gebaseerd op het boek ‘Zolang er leven is’.
Daar kijk ik nu al naar uit!

Reageren

29 mei: Boswandeling.

….. in een weiland naast het bos….

Als je in Roden woont hoef je niet lang te zoeken naar een bos.
Gisteravond na de stamppot zuurkool met worst fietsten we naar de Brink, zetten de fietsen naast de Winsinghof en wandelden we een uur door het Sterrebos.

Detail van foto links.

(zie Wandelen rond Roden >>) 

We zochten de vistrappen in het Lieverse Diepje op en genoten van de avondzon die door de oude bomen scheen.  Zo’n  boswandeling  is natuurlijk niet spectaculair, maar er valt veel te zien en te horen.   Twee kleine pony-veulentjes in een weiland naast het bos, luidruchtige kikkers in de gracht om de Mensinge, nestelende ooievaars op de Mensinge,  een gat in een boom waar gepiep uit kwam (spechtennest?) en het onophoudelijke fluiten van de vogels.

Na een dag op kantoor is zo’n boswandeling een feest voor de geest.
Hiernaast een foto van het Lieverse Diepje.
In de omgeving van het riviertje zijn wilde zomerbloemen gezaaid, het ziet er lieflijk uit.
Je kunt daar niet met de auto komen, maar het is beslist de moeite waard om daar eens te gaan kijken.
Zet de auto op de parkeerplaats aan de Mensingeweg en maak eens een boswandeling: gisteren de waarde van mijn dag!

 

Reageren

28 mei: Ik wens u een mooi netwerk toe.

Als donateur van de stichting Alzheimer Nederland krijg ik drie keer per jaar het magazine ‘alz….’ in de bus. Een leuk blad vind ik, dat ik weliswaar niet helemaal spel, maar toch wel even aandachtig doorblader en echt interessante artikelen lees ik.

Zo kwam ik bij een column met de titel ‘Ik wens u een mooi netwerk toe’ van de 82-jarige Yvon; in juni 2018 kreeg ze te horen dat ze alzheimer heeft. Ze begon columns te schrijven om haar belevenissen over deze veel voorkomende hersenziekte te delen. Ze schrijft dat ze zich door haar ziekte genoodzaakt ziet om hulp te vragen. Dat valt haar moeilijk, want tot vorig jaar was ze gewend om haar eigen boontjes te doppen.

Ze had een goede vriendin die haar geholpen heeft om die benodigde hulp te inventariseren en te structureren.
Even een stukje uit haar column:
Als ik ergens mee zit kan ik een beroep doen op mensen uit mijn naaste omgeving. 
We hebben een ‘wensenlijstje’ opgesteld van wie wat op zich zou kunnen nemen. 
Om een indruk te geven van wat u zoal van naasten kunt vragen, maak ik u deelgenoot van mijn wensen. 
– meegaan bij doktersbezoeken
– oproepbaar zijn bij calamiteiten
– één keer per week bij mij koken en eten.
– samen uitstapjes maken, musea en voorstellingen bezoeken
– hulp bij het beheren van de financiën, de administratie doen 
– hulp bij computer/tablet/telefoon
Iedereen heeft naar eigen smaak gekozen. Toen dat rond was heeft iemand in een leuke tekening verwerkt wie wat op zich neemt. Daar heb ik veel steun aan. 
Ik beschouw dit als een grote luxe en kan het iedereen aanbevelen. 
Veel mensen zijn bereid hulp te bieden, maar weten vaak niet waarbij.
Dan gebeurt er niks en dat is jammer.

De laatste twee zinnen heb ik vet gemaakt; dat is namelijk de reden dat ik dit blog schrijf.
Er zijn vaak in de omgeving van mensen die even hulp nodig hebben genoeg helpende handen, maar als er niemand is die het coördineert, dan gebeurt er niets.

Hoe vaak zeggen we niet tegen anderen “Kan ik iets voor je doen?”
“Trek maar aan de bel als je me nodig hebt!”
Maar vaak gebeurt er niets omdat er geen concrete dingen gevraagd worden.
De vriendin uit bovenstaand verhaal speelt een cruciale rol.
Inventariseren & coördineren, dat is het begin van gestroomlijnde hulp uit een behulpzaam netwerk.

Maar niet iedereen heeft zo’n goede vriendin.
Ken je iemand of ben je iemand die hulp nodig heeft bij het ‘inventariseren en coördineren’? Wijs hem of haar dan eens op Team290.
Team290, onderdeel van Lentis, begeleidt mensen met dementie en hun mantelzorgers.
Casemanagers regelen de zorg die nodig is. Zo kan men langer thuis blijven wonen.
Hierbij een link naar hun website >>>.

Reageren

27 mei: Baldacci – Familieverraad.

Van mijn ‘zwemvriendin’ Ans kreeg ik een tijdje geleden het boek ‘Familieverraad’ van David Baldacci. Een boek dat zich afspeelt in het Amerika van deze tijd; we maken kennis met First Lady Jane Cox en de president van Amerika op dat moment Dan Cox. Verder zijn er hoofdrollen weggelegd voor de twee privé-detective’s Sean King en Michelle Maxwell en iemand uit het schimmige verleden van Jane en Dan die hen intens haat en een ingenieuze strategie bedenkt om hen een voet dwars te zetten.

Het was een superspannend boek.
Zo spannend dat de koffie die Gerard mij zondagavond om 20.15 uur inschonk om 21.30 uur nog onaangeroerd op tafel stond.
Maar dat het spannend is, wil nog niet zeggen dat ik het ook een goed boek vind.
De boeken die ik gewoonlijk lees zijn voornamelijk van Nederlandse, dan wel Europese oorsprong; vaak met een vleugje geschiedenis en geheimzinnigheid.
Maar dit is een Amerikaans boek.
Een heeeel Amerikaans boek,  dat zich ook nog voor een deel afspeelt in de innercircle van de president.

Het staat gewoon te ver van me af.
Ik lees het en heb er beelden bij van Amerikaanse TV-series waar ik nooit naar kijk.
Het komt niet bij me binnen omdat ik me niet kan identificeren met de mensen in het boek, die op het hoogste niveau van onze maatschappij functioneren en daarbij andere mensen vertrappen en vernederen. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat Bill & Hillary Clinton model hebben gestaan voor dit echtpaar. Het boek is geschreven in 2009, toen was Clinton al 8 jaar geen president meer.

Had ik het niet moeten lezen? Natuurlijk wel!
De inhoud is niet precies mijn smaak, maar ik heb wel van het boek genoten.
Afwisseling van spijs doet eten.
Het boek leest lekker weg en brengt je even in een andere wereld; dat is toch de bedoeling van lezen?
Lezen is voor mij ontspanning.
Hoewel….. als je je koffie vergeet op te drinken is er meer spanning dan ontspanning.
Gerard lag al bijna anderhalf uur in bed toen ik het uit had en met een diepe zucht weglegde.

Reageren

26 mei: Vorsten 1973.

In april kreeg ik van Louisa, sopraan bij de cantorij,  een plastic tasje met oude tijdschriften die nog van haar moeder waren geweest.  Ze had aan mij moeten denken,  want het waren oude nummers van ‘Vorsten’.
Mooi man; dankjewel!
Het waren nummers uit 1973, in dat jaar werd ik 13.

Tot mijn stomme verbazing zag ik in één van de nummers staan: ‘Eerste jaargang,  nummer 1. Er zat een brief bij in waarin werd uitgelegd dat dit een nieuw blad was dat voortkwam uit het blad ‘Koninklijk Journaal’.

Al bladerend kwam ik in een andere wereld terecht.
Koningin Juliana viert haar 25-jarig regeringsjubileum; ze maakt een rijtoer in een open rijtuig dat helemaal vol zit met kleinkinderen.
Koning Karl Gustaf is nog vrijgezel en ik zie foto’s van een schuchtere Sylvia Sommerlath: wordt zij koningin van Zweden?
Prinses Ann is nog vrijgezel en gaat binnenkort trouwen met Mark Philips.
In deze “Vorsten’ zijn nog ettelijk pagina’s afgedrukt in zwart-wit, kleur was nog duur denk ik.

“Wordt Irene koningin van Spanje!?!”

Het bleef bij bladeren en plaatjes kijken, want wat je leest is oud nieuws; 46 jaar oud maar liefst.
Wat me opviel is dat het toen nog helemaal niet ging om wat de dames en heren aan hadden en ook niet welke tassen, schoenen en sieraden ze bij zich droegen.
GEEN WOORD!
De manier waarop wordt geschreven over het koningshuis getuigt van een lichte devotie en er worden ook geen kritische kanttekeningen geplaatst.

Zwart-wit met lichte devotie….

In bijna een halve eeuw is onze maatschappij kennelijk erg veranderd; daar ben ik zelf getuige van geweest en toch zie ik pas bij het doorbladeren van deze tijdschriften hoe groot die verandering is geweest.
In dat kader is het ook wel eens leuk om te kijken hoe de zetelverdeling in de tweede kamer was in 1973.
Hierbij een link naar de Tweede Kamer-verkiezingen in 1972 op Wikipedia >>>
Toen hadden de KVP 35, de ARP 13 en de CHU 10, dat is samen 58 zetels en de PvdA 39. De VVD had toen 16 zetels.

Deze bladen komen nu in ‘het Royalty-circuit’ (tante en twee schoonzusjes) waarin de ‘Vorsten’ en andere bladen met koninklijk nieuws worden geruild, gelezen en soms besproken. Kunnen zij ook even terug in de tijd; de tijd dat Prins Berhard nog bejubeld werd……

Reageren

25 mei: Van Moeke naar Eldorado.

Gistermiddag zag ik ex-collega Gineke weer.
Dat was al even geleden, dus er was weer genoeg gespreksstof.
AardbevinKJES, nieuwe meubels, andere ex-collega’s, oude kleren: waar kunnen wij het niet over hebben.
Voor zo’n bijpraatsessie gaan wij met z’n tweeën graag naar Moeke Vaatstra in Zuidwolde.
(Lees hierbij het blog over mijn eerste kennismaking met Moeke 5 maart 2016 >>>).


Het was heerlijk weer en we konden lekker buiten in de zon zitten.
Wat een zaligheid.
De foto rechts geeft mijn uitzicht weer, de foto links is het totale plaatje gezien vanaf de heg op de foto links.

Na de lunch en de thee wandelden we nog even langs het Boterdiep
Daar zagen we een moeder fuut met één gestreept jong.
Ook nu weer twee foto’s: een van het prachtige uitzicht dat je hebt als je bij Moeke Vaatstra wegloopt en een uitsnede van moeder en kind Fuut die heel klein op die uitzicht-foto staan.

Even verderop aan het Boterdiep zit ‘Bloemen & plantencentrum Eldorado’.
Toen we die kant op liepen zei Gineke dat het daar zat, maar ik zag niks.
“Wáár dan!?” Ik verwachtte minstens een rij vlaggen en reclameborden.
Maar dit was een Gronings tuincentrum en Groningers zijn kennelijk niet zo van de schreeuwerige reclame. Ongeveer ter hoogte van de futen vonden we zo ineens aan de rechterkant van het kanaal het tuincentrum met het kassencomplex.
Best groot eigenlijk. Ik weet niet wat ik had verwacht, maar niet zo’n grote winkel met zoveel soorten bloemen en planten voor binnen én buiten met daarbij ook nog heel veel gereedschappen, potten en leuke accessoires. Onderaan dit blog vind je een link naar de website van dit bedrijf. Daarop kun je onder het tabblad ‘Historie’ lezen dat het familiebedrijf al in 1929 begon en dat inmiddels de 4e generatie ook al is toegetreden.

Een mooie tip voor een dagje uit: ga eens fietsen langs het Boterdiep in de omgeving van Zuidwolde (vlak boven de stad Groningen), breng een bezoek aan Eldorado en geniet van een lunch in de ongedwongen sfeer bij Moeke Vaatstra.
Hierbij een link naar de website van Eldorado >>>.

Reageren

24 mei: We moeten wel spinazie eten!

Spinazie: zie rechts achterin.

‘De tuin’ is regelmatig onderwerp van gesprek bij ons.
Dat de aardbeienplantjes het zo mooi doen.
Dat de aardappels er al boven staan.
Dat de bonen er al in zitten.
‘De tuin’ is over het algemeen Gerards ding, maar af en toe moet ik er wat mee.
Deze week kwam de mededeling: “We moeten spinazie eten”.

Dus aten we dinsdag braaf spinazie, maar toen was het nog lang niet op.
“Doe dan ook maar spinazie als de kinderen komen eten, er is nog genoeg.”
Dan wil ik niet weer spinazie met een gekookt ei, maar dan zoek ik naar iets anders.
Met de zoekterm ‘ovenschotel spinazie’ vond ik op internet op de website van A. Heijn een recept: ovenschotel met spinazie, aardappelpuree, kaas en eieren.
In het recept ging men uit van diepvriesspinazie, maar A. Heijn heeft geen Gerard op de achtergrond met dwingende adviezen, dus er kwam verse spinazie in.

Je moest beginnen met knoflook en ui bakken.
Huh? Vond ik een rare combinatie met spinazie, maar wat was het heerlijk.
De ovenschaal ging schoon leeg.

Hierbij een link >>> naar het recept voor de schotel.

Tip van Aaltje: laat de laag ‘spinazie-ei-kaas etc’ even goed uitlekken voordat je het op de aardappelpuree schept.

Reageren

23 mei: Verbonden met de generaties voor ons.

Toen mijn moeder in oktober 2017 overleed vonden we bij haar sieraden de trouwring van mijn vader én de trouwring van mijn opa Vrieswijk, die in de jaren ’70 voor de 2e keer getrouwd was; daarnaast kreeg ik mijn moeders eigen trouwring.
Gerard had de trouwring van zijn moeder nog in zijn nachtkastje liggen die hij bij haar overlijden had gekregen.
Vier gouden ringen, zogenaamd ‘oud goud’.
We legden ze apart en ik nam me voor om daar ooit eens iets mee te doen en ik zette een stukje van mijn moeders erfenis apart om dat ‘iets’ te kunnen bekostigen.

Het leek mij een mooi idee om van het goud een hanger te maken met symbolen die een speciale betekenis hebben. Het werden twee harten: het eerste hart staat rechtop en en staat voor de liefde van nu. Het tweede hart staat op de kop en symboliseert de liefde voor de mensen die ons voor gingen en al overleden zijn.  Het derde symbool is het infinity teken, dat voor ‘oneindigheid’ staat.
Mooi verhaal, maar dat kan ik natuurlijk niet zelf maken, dus ik zocht én vond een kunstenaar die dit idee voor mij kon realiseren; ik kwam terecht bij de edelsmeden Philip Huisman & Heleen Kromme in Roden.
Hierbij een link naar hun website >>>.

Daar stond ik met m’n doosje met oude watten en ringen; spannend vond ik het.
Nog nooit was ik bij een edelsmid binnen geweest.
Ik kom uit een familie van boerenarbeiders en turfschippers, die behoren nu eenmaal niet tot de vaste cliëntele van die beroepsgroep.
Toen ik had uitgelegd wat mijn bedoeling was, werd er eerst wel even moeilijk gekeken.
“Iets namaken” deden ze eigenlijk niet. Maar het idee van de symbolen sprak Philip wel aan en hij nam de opdracht aan.

Gistermiddag kon ik het sieraad ophalen.
En weer was het spannend; ik wist immers niet of hij gemaakt had wat ik bedoelde?
Stel je voor……
Maar die twijfels waren ongegrond; hij had namelijk precies gemaakt wat ik bedoelde.
Mijn bril besloeg mij er van.
Wat mooi.
En wat bijzonder.

De twee harten zijn met elkaar verweven en het infinity-symbool is daar door heen  gevlochten. Als je het sieraad ziet denk je in eerste instantie aan een Keltische knoop: die heb je in verschillende uitvoeringen en staat voor de continuïteit van het leven. (klik op de foto voor een vergroting, dan zie je hoe vernuftig de symbolen zijn vervlochten)

Toen hoorde ik hoe lastig de opdracht voor Philip was geweest.
Vooral dat alles door elkaar heen moest.
Maar hoe dan?
Af en toe had hij diep gezucht en dan riep zijn vrouw: “Je vond het toch zo’n uitdaging!”
Ik bedankte hem voor het werk en voor het inzetten van zijn vakmanschap en hij bedankte mij voor het vertrouwen dat ik hem had gegeven.

Mijn moeder kan ik niet meer bedanken; dit is het laatste cadeau dat ik van haar heb gekregen.
Dit sieraad staat voor mij voor onze verbondenheid met de generaties voor ons.
Met trots zal ik het dragen.

Reageren

22 mei: Alt. Geen sopraan.

Tegenwoordig hebben we op vrijdagavond cantorij-repetitie. Dat was tot voor kort dinsdagavond,  maar cantrix Thysia gaat ons verlaten; zij heeft nu een ander koor op de dinsdag en helpt ons door ons tijdelijk op vrijdagavond met ons te zingen. Over mijn rentree bij de cantorij kan ik kort zijn: het is heerlijk om weer in een cantorij te zingen.  Op mijn plekje op de tweede altenrij voor de bassen zit ik weer te genieten van het instuderen van de verschillende stemmen en het meezingen in de vierstemmigheid.

Afgelopen zondagavond werkten we met de cantorij mee aan de vesperviering om 19.00 uur ’s avonds.

Bij ėén lied met veel coupletten had Thysia bedacht dat één van de coupletten alleen door de vrouwen en één couplet door de mannen gezongen zou worden. Eénstemmig.
Dat vond ik jammer.
Ik vroeg of wij dat  couplet als vrouwen niet tweestemmig mochten zingen.
“Als je de altpartij hebt ingestudeerd is het lastig om dan de sopraan-stem te zingen.  Bovendien is het te hoog voor mij.”
Mijn argumenten zetten geen zoden aan de dijk.
Lees: Thysia vond het geen goed idee.  “Het is juist mooi als er na vierstemmigheid even een eenstemmige melodie klinkt.  Bovendien zing je in de gemeente ook altijd met elkaar de sopraanpartij.”

Wat Thysia niet weet is dat ik op zondagmorgen ook niet altijd met de sopraanpartij meezing: te hoog. Ik schreef al eerder: de ‘d’ komt er nog acceptabel uit, bij hogere noten moet er geld bij. Heel vaak zing ik een octaaf lager, dus met de mannen mee. Of als ik de altpartij ken van een lied,  dan zing ik die.
Maar dat kan natuurlijk niet als we alleen met vrouwen dat ene couplet zingen.
Tip van Thysia: als we er niet bij konden moesten we de hoge noten maar playbacken.

Bij collega-alt Ilse vroeg ik dispensatie aan voor dat ene couplet en op zondagavond zong ik het niet mee.

Ik ben alt en geen sopraan.
Mijn naam zegt het immers al…..
A(a)ltje.

Reageren

Pagina 1 van 4

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén