Het ging zo goed met Gerards herstel dat we besloten om nog een paar dagen vakantie te nemen. Ootmarsum leek ons een leuke omgeving. Op zondagmiddag 6 oktober betrokken we ons huisje in B&B Lomans Stie>>> aan de Denekamperstraat iets buiten het centrum en werden vriendelijk verwelkomd door de familie Engbers. We kregen koffie met een
plak krentenwegge en de sleutel. Zoek je nog eens een paar dagen onderdak in die omgeving: warm aanbevolen! We boekten een B&B, maar we hadden een huisje voor onszelf aan de achterkant van het huis, met uitzicht op een heerlijke tuin. ALS we warm weer hadden gehad, hadden we zelfs buiten kunnen zitten!
Er stonden verse zonnebloemen op het dressoir en iedere morgen kregen we een heerlijk ontbijt.
Ootmarsum is een oud stadje. Na de koffie zondagmiddag liepen we voor een eerste kennismaking naar het centrum, waar het een drukte van belang was.
“Zou het koopzondag zijn?”
Wisten wij veel.
Het schijnt daar ieder weekend zo druk te zijn; het kleine stadje staat vol galeries en expostieruimtes en staat bekend als ‘kunstenaarscentrum’. We keken ons de ogen uit.
Even een klein stukje geschiedenis:
De ligging van Ootmarsumn was in de vroege Middeleeuwen gunstig, omdat de drukke Hanzeroutes van Noord naar Zuid (van Coevorden naar Oldenzaal ) en van Oost naar West (van Osnabruck naar Zwolle/Kampen) elkaar daar kruisten.
Rond 1300 kreeg het plaatsje al stadsrechten en een eeuw later was het een vestingstad met wallen en grachten en een rijk gildeleven. Tijdens de 80-jarige oorlog nestelden de Spanjaarden zich in het strategisch belangrijke stadje; in 1597 werden ze door Prins Maurits verdreven en werd de vesting ontmanteld. De grachten werden gedempt en de muren geslecht. De eeuwen daarna dutte het stadje een beetje in; in 1865 werd het zelfs niet aangesloten op het Nederlandse spoorwegnet. Geen goede verbinding betekende geen industrie, dus de industrialisatie van Twente ging aan Ootmarsum voorbij. Daardoor bleef het middeleeuwse stratenpatroon intact en in het centrum bleven de oude panden, waaronder veel vakwerkhuizen en stadsboerderijen, gehandhaafd.
In het begin van de 20e eeuw werd Ootmarsum door het toerisme ontdekt.
Stilstand is dus niet altijd achteruitgang!
Een toeristisch bolwerk dus, met op zondag hordes mensen in de stad. In het café op de markt waar we een kop koffie dronken was de voertaal Duits.
Het 50+ gehalte van de bezoekers was redelijk hoog. Veel dames met dure kapsels, stijlvolle jasjes en kekke sjaaltjes; dat is ook de bevolkingsgroep die de kunstwerken in die galeries kan betalen. Ik zag bijvoorbeeld ergens een prachtige bronzen valk; die zag ik in gedachten al bij ons in de tuin staan.
Het prijskaartje vermeldde 22.000.
Euro’s wel te verstaan.
We maakten een mooie stadswandeling en piepten af en toe even binnen in een atelier of kunstwinkel. We genoten van zoveel moois; zelfs de bloemist was een ware kunstenaar!
Een mooie combinatie van oud en nieuw troffen we aan in de moderne beeldentuin: bij de aanleg van die tuin werd een eeuwenoude waterput ontdekt die inmiddels in ere is hersteld.
(Put: op de foto uiterst links).
Geef een reactie